[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Afgifte vergunning voor export militair materieel naar Egypte

Wapenexportbeleid

Brief regering

Nummer: 2023D22014, datum: 2023-05-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-22054-391).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 22054 -391 Wapenexportbeleid.

Onderdeel van zaak 2023Z09169:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

22 054 Wapenexportbeleid

Nr. 391 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 mei 2023

Conform het op 10 juni 2011 per brief gemelde aangescherpte wapenexportbeleid (Kamerstuk 22 054, nr. 165) en de motie van het lid El Fassed c.s. van 22 december 2011 over verlaging van de drempelwaarde voor de versnelde parlementaire controle bij specifieke wapenexportaanvragen naar € 2.000.000,- (Kamerstuk 22 054, nr. 181), ontvangt uw Kamer onderstaande informatie over twee vergunningen die zijn afgegeven met een totale waarde van € 72.456.000,– voor uitvoer van militair materieel naar Egypte.

Een Nederlands bedrijf heeft onlangs twee exportvergunningen verkregen met eindbestemming Egypte. De eerste vergunning betreft de uitvoer van programmatuur, technologie en technische assistentie, voor radar- en C3-systemen t.w.v. € 69.000.000,–. De tweede vergunning betreft de uitvoer van communicatiesystemen, bijbehorende technologie en technische assistentie via Zuid-Korea t.w.v € 3.456.000,–.

De ontvanger en eindgebruiker van beide vergunningen is de Egyptische marine. De radar- en C3-systemen worden geïnstalleerd aan boord van Egyptische kustwachtschepen. De communicatiesystemen worden geïnstalleerd aan land t.b.v integratie in een bestaand communicatienetwerk voor kustwachtschepen. De kustwachtschepen kunnen o.a. worden ingezet bij operaties aan de kust ter bescherming van territoriale wateren, het uitvoeren van anti-drugs-operaties en anti-piraterij-operaties, het ondersteunen van special forces eenheden, en voor search and rescue- en humanitaire operaties. Het eindgebruik van de communicatiesystemen komt overeen met het eindgebruik van de radar- en C3-systemen voor de kustwachtschepen, namelijk het creëren van situational awareness bij het uitvoeren van operaties in de kustwateren.

Met het verstrekken van deze radarsystemen aan de Egyptische marine stelt Nederland Egypte in staat te voldoen aan het legitieme veiligheidsbelang om de territoriale kustwateren te beschermen. Een veilige doorgang van de Egyptische kustwateren is ook voor de Nederlandse maritieme en logistieke sector van belang. Ook leveren bedrijven uit andere Europese landen strategische goederen ten behoeve van de bouw van deze schepen. Zo wordt het Nederlandse bedrijf door het leveren van de goederen in staat gesteld om samen te werken met Europese partners in de defensiesector. Het bedrijf wordt hiermee als gelijkwaardige partner gepositioneerd. Dat bevordert de Europese samenwerking en draagt uiteindelijk bij aan de versterking van de Nederlandse krijgsmacht en de Nederlandse en Europese veiligheid.

De aanvraag is getoetst aan de acht criteria van het EU Gemeenschappelijk Standpunt inzake wapenexport.1 Deze toetsing, waarvan de essentie ten aanzien van de meest relevante criteria (criterium 2 en 6) hieronder wordt weergegeven, leidde tot het toekennen van de vergunning.

Eerbiediging mensenrechten en naleving humanitair oorlogsrecht (criterium 2):

Toetsing aan CR2 is negatief wanneer er sprake is van een duidelijk risico dat de te leveren goederen gebruikt zullen worden voor binnenlandse onderdrukking, of bij het begaan van andere ernstige schendingen van mensenrechten en het humanitair oorlogsrecht.

In maart 2022 heeft de Volkskrant2 een artikel gepubliceerd waarin wordt gesteld dat de Egyptische marine hard heeft opgetreden tegen Palestijnse vissers voor de kust van de Gazastrook en hierbij mensenrechtenschendingen heeft begaan. Het kabinet heeft in de antwoorden op Kamervragen van de SP van maart 20223 naar aanleiding van dit Volkskrant-artikel aangegeven dat het Ministerie van Buitenlandse Zaken deze gebeurtenissen is nagegaan via verschillende (diplomatieke) kanalen. Hieruit kan geen onafhankelijk geverifieerd overzicht worden opgemaakt. Voor zover bekend is er geen verband tussen de militaire goederen waarvoor Nederland eerder een exportvergunning heeft verleend en deze incidenten.

Op 9 november 2021 hebben Stichting Vredesbeweging Pax, Stichting Stop Wapenhandel en Het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten, een kort geding aangespannen tegen de Staat teneinde een stop op lopende en toekomstige wapenexportvergunningen voor uitvoer van militaire goederen naar Egypte te bewerkstelligen. Het Hof heeft de vorderingen van de eisende partijen op 17 mei 2022 in hoger beroep afgewezen. Volgens het hof hebben Pax c.s in het kort geding en hoger beroep onvoldoende kunnen motiveren dat er een duidelijk verband was tussen mensenrechtenschendingen en de goederen waarvoor de omstreden uitvoervergunning destijds is verleend (radarsystemen voor fregatten). Hieruit volgt dat de Staat vergunningen voor de uitvoer van militaire goederen naar Egypte kan blijven afgeven zolang deze exporten de toets aan de Europese wapenexportcriteria doorstaan.

Het kabinet constateert dat er berichten zijn waarin wordt beschreven dat de Egyptische marine bij het patrouilleren van de territoriale wateren hardhandig optreedt tegen Palestijnse vissers en zich daarbij schuldig zou maken aan mensenrechtenschendingen. Het kabinet constateert ook dat kustwachtschepen worden ingezet voor het patrouilleren van de kustwateren. Op basis van de berichten kan niet worden vastgesteld of de marine de kustwachtschepen van het type uit deze transactie heeft ingezet. Evenmin kan worden vastgesteld dat de Egyptische marine de kustwachtschepen en de te leveren radarsystemen zal gaan inzetten bij begaan van mensenrechtenschendingen. Omdat de berichten onvoldoende specifiek zijn kan er geen duidelijk risico worden vastgesteld dat de goederen bij het begaan van mensenrechtenschendingen worden ingezet. De toets aan criterium 2 is positief.

Houding t.a.v. eerbiediging internationaal recht/terrorisme/grensoverschrijdende criminaliteit/non-proliferatie (CR6)

Toetsing aan criterium 6 kan negatief uitvallen indien het land van eindbestemming terrorisme en internationaal georganiseerde criminaliteit heeft gesteund of aangemoedigd; diens internationale verplichtingen, in het bijzonder wat betreft het niet-gebruiken van geweld en het humanitair oorlogsrecht, heeft geschonden; verdragen met als doel het tegengaan van proliferatie, wapenbeheersing en ontwapening niet heeft ondertekend, geratificeerd of geïmplementeerd.

In het geval van Egypte is toetsing aan criterium 6 negatief. Egypte heeft namelijk in strijd met het VNVR-wapenembargo op Libië militair materieel geleverd aan het LNA van generaal Haftar. Daarnaast is Egypte geen partij bij het Verdrag inzake Clustermunitie en heeft in het verleden gebruik gemaakt van clustermunitie middels F-16 vliegtuigen in de Sinaï regio. Een andere reden is dat Egypte weliswaar partij is bij het Non-proliferatieverdrag, en het Verdrag Biologische Wapens heeft ondertekend, maar dit laatste verdrag nog niet heeft geratificeerd. Bovendien is Egypte geen partij bij het Verdrag Chemische Wapens. Ook is de houding van Egypte ten aanzien van de naleving van internationaal recht, waaronder mensenrechten, zorgwekkend.

In lijn met het EU Gemeenschappelijk Standpunt hoeft een negatieve toetsing aan criterium 6 niet leidend te zijn in het eindoordeel. In dit geval is de negatieve toetsing aan criterium 6 niet doorslaggevend in het eindoordeel, aangezien de goederen in deze aanvraag geen verband houden met de onder dit criterium omschreven zorgen (zie ook de positieve toets aan criterium 2) en omdat de eindgebruiker (de Egyptische marine) voor zover bekend niet betrokken is bij het conflict in Libië. Ook zijn er geen aanwijzingen dat Egypte beschikt over nucleaire wapens of hiernaar streeft. Bovendien hebben de schepen waarvoor de te leveren goederen van deze aanvraag bestemd zijn, geen nucleaire taak.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
E.N.A.J. Schreinemacher


  1. 8 GS 2008/944 van 8 december 2008.↩︎

  2. https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/raakt-nederland-betrokken-bij-mensenrechten-schendingen-in-egypte~b57024c0/?referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F.↩︎

  3. Zie Aanhangsel Handelingen II vergaderjaar 2021/22, nr. 2793.↩︎