[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Tweede voortgang aanpak georganiseerde criminaliteit tijdens detentie en berechting

Bestrijding georganiseerde criminaliteit

Brief regering

Nummer: 2023D22692, datum: 2023-05-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29911-418).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 29911 -418 Bestrijding georganiseerde criminaliteit.

Onderdeel van zaak 2023Z09469:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

29 911 Bestrijding georganiseerde criminaliteit

29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde

24 587 Justitiële Inrichtingen

Nr. 418 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 mei 2023

Een gevaarlijke groep criminelen laat zich niet afschrikken door een lange gevangenisstraf. Zij zien detentie niet als eindpunt van hun criminele carrière, maar als een hinderlijke onderbreking. Er is hen alles aan gelegen om ook «binnen de muren» door te gaan met crimineel handelen en daarvoor maken ze gebruik van de macht, financiële middelen en het netwerk waarover ze «buiten de muren» beschikken. Deze hoogrisico-gedetineerden vormen daarom, ook tijdens detentie, onverminderd een grote bedreiging voor onze veiligheid en democratische rechtsorde.

Het is de missie van de Minister van Justitie en Veiligheid en mij om hard op te treden tegen georganiseerde criminaliteit, ook tijdens detentie en berechting. Hiervoor is de Taskforce «aanpak georganiseerde criminaliteit tijdens detentie en berechting» opgericht. In de aanpak zijn al veel maatregelen getroffen en in gang gezet om te voorkomen dat hoogrisico-gedetineerden tijdens hun detentie door kunnen gaan met criminele activiteiten. We zetten, op meerdere fronten, grote stappen in de goede richting. We passen wet- en regelgeving aan, bouwen extra beveiligde faciliteiten en werken hard aan de veiligheid en weerbaarheid van onze medewerkers.

De bouw van de videoruimtes in de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) in Vught is bijna gereed. Nog dit jaar kunnen de eerste gedetineerden vanuit de EBI deelnemen aan onderdelen van hun rechtszaak.1 Hiermee verminderen we de risicovolle transporten. Ondertussen werken we door aan de komst van de tweede EBI in Vlissingen en een nieuwe Extra Beveiligde Zittingszaal in Lelystad. Verder worden nog dit jaar de Afdelingen met Intensief Toezicht (AIT’s) in Arnhem en Sittard geopend, waarmee het totaal op vijf komt.

De regels tijdens detentie in de EBI zijn aangescherpt. We beperkten al de communicatiemogelijkheden van deze gedetineerden tot het wettelijk minimum. Door wijziging van regelgeving kunnen deze gedetineerden nog maar één keer per week 10 minuten bellen en mag er één keer per week één persoon op bezoek komen. Al deze maatregelen maken de aanpak zichtbaar én -voor de gedetineerden waarover het gaat – merkbaar. Er zijn belangrijke stappen gezet, maar verdere intensivering blijft nodig. In deze brief ga ik hier, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid, op in en schets ik onder andere de ambitie om te komen tot een structureel samenwerkingsverband voor informatie-uitwisseling tussen partners in de vorm van een «Detentie Intelligence Unit».

Opbouw voortgangsbrief

Allereerst ga ik in op de internationale conferentie over georganiseerde criminaliteit tijdens detentie die mijn ministerie onlangs organiseerde. Daarna volgt de voortgang van de fysieke maatregelen. Vervolgens informeer ik uw Kamer over de voortgang van de aanpassing van wet- en regelgeving, gevolgd door de voortgang op de informatiedeling en weerbaarheid van medewerkers. Ik eindig de brief met de voortgang van de uitvoering van de motie van het lid Ellian over de aanpak en normering van contrabande (Kamerstuk 24 587, nr. 884).

Daar waar het gaat over informatie ten aanzien van de veiligheid van gebouwen en medewerkers informeer ik uw Kamer om veiligheidsredenen slechts op hoofdlijnen. Indien de vaste commissie van Justitie en Veiligheid dit wenst kan hier middels een vertrouwelijke technische briefing meer informatie over worden gegeven.

1. Internationale conferentie «Organised Crime in Prisons»

Op 13 en 14 april jl. organiseerde mijn ministerie samen met het Spaanse Ministerie van Binnenlandse zaken de eerste internationale conferentie over georganiseerde criminaliteit tijdens detentie. Negentien Europese landen namen deel, waarmee direct duidelijk werd dat het onderwerp een groot, grensoverschrijdend en vooral gezamenlijk probleem is. Omdat we te maken hebben met organisaties die niet bij de landsgrenzen stoppen is informatiedeling van groot belang. Daarnaast is gesproken over innovaties op het gebied van beveiliging, wet- en regelgeving en de veiligheid van personeel in gevangenissen. Afgesproken is met elkaar in gesprek te blijven en de samenwerking met Europris te versterken door deel te nemen aan de Europese expertgroup op dit onderwerp.2 Het streven is dat één van de andere deelnemende landen over twee jaar opnieuw een conferentie organiseert. In de tussentijd blijven we informatie delen tussen de verschillende landen. Mede door de conferentie is het internationale netwerk uitgebouwd en zijn de lijnen kort zodat snel en efficiënt gehandeld kan worden.

2. Stand van zaken fysieke maatregelen

Justitieel Complex Schiphol

Dit complex huisvest reeds een penitentiaire inrichting (PI) en een extra beveiligde zittingszaal van de rechtbank Noord-Holland. De PI wordt uitgebreid met zes extra beveiligde overnachtingscellen, zodat gedetineerden met een hoog of extreem vlucht- en maatschappelijk risico hier tijdens meerdaagse aaneengesloten zittingen veilig kunnen overnachten. Oplevering en ingebruikname vindt plaats voor de zomer.

Justitieel Complex Vught

Veel van de fysieke maatregelen worden genomen in en rond de PI Vught. Dat houdt vanzelfsprekend verband met de aanwezigheid van de EBI.

Een hoogwaardige videoverbinding voor digitaal deelnemen aan rechtszittingen voor gedetineerden in de EBI

De twee videoruimtes in de EBI van waaruit gedetineerden, samen met hun advocaat, delen van rechtszittingen kunnen volgen zijn nagenoeg gereed. Hiermee worden risicovolle en kostbare transporten naar de Rechtbank Amsterdam teruggedrongen. Naar alle waarschijnlijkheid kan deze voorziening eind 2023 in gebruik worden genomen.

Zittingszaal PI Vught

Op 16 januari jongstleden informeerde ik uw Kamer over de realisatie van een zittingszaal in de PI Vught. De voorbereidingen voor de bouw zijn inmiddels in volle gang. Ingebruikname van de ruimte staat gepland voor begin 2025.

Een tweede ontsluitingsweg naar de PI Vught

Er komt een tweede tijdelijke ontsluitingsweg naar de PI Vught. Hiermee worden de dorpskernen van Vught en Cromvoirt zoveel mogelijk ontzien van risicovolle transporten van gedetineerden. De tweede ontsluitingsweg vermindert bovendien de verkeersoverlast en reduceert de gevaarzetting die uitgaat van de huidige ontsluiting. Mijn ministerie draagt de kosten voor de aanleg van deze weg. De gemeente draagt zorg voor de benodigde vergunningen. De werkzaamheden voor de aanleg starten nog dit jaar, ingebruikname van de weg staat gepland in het eerste kwartaal van 2024.

Justitieel Complex Lelystad

Ter vervanging voor de extra beveiligde zittingszaal van de Rechtbank Amsterdam (beter bekend als «de Bunker») ben ik gestart met de voorbereiding van een nieuwe, extra beveiligde rechtbank in Lelystad, naast de bestaande PI. Op dit moment ben ik in overleg met de gemeente Lelystad over de bestuurlijke randvoorwaarden hiervoor. Binnen de muren van de PI Lelystad komt tevens een Afdeling voor Intensief Toezicht, zodat ook hier gedetineerden met een verhoogd of extreem vlucht- en maatschappelijk risico tijdens meerdaagse zittingen kunnen overnachten en verblijven. Realisatie en ingebruikname staan gepland voor 2028.

Uitgebreid Beveiligde Inrichtingen

Tot slot onderzoekt DJI momenteel hoe zij (delen van) haar inrichtingen en bestaande afdelingen in de toekomst beter toe kan rusten op een groep gedetineerden die vanwege het risicoprofiel stevige beheers- en toezichtsmaatregelen nodig heeft, maar die daarvoor niet in de EBI hoeven te worden geplaatst.3 Hiermee dichten we het huidige «gat» tussen de reguliere inrichtingen en de EBI en ontstaan er extra plaatsings- en spreidingsmogelijkheden voor verdachten en veroordeelden waarop een zwaar toezichtsregime noodzakelijk is om voortgezet crimineel handelen tegen te gaan.

Momenteel worden de financiële en uitvoeringsconsequenties van het bovengenoemde in kaart gebracht en daarna vindt hierover besluitvorming plaats. Uiterlijk eind dit jaar informeer ik uw Kamer hier nader over.

3. Maatregelen op het gebied van wet- en regelgeving

De Raad van State heeft geadviseerd over het wetsvoorstel wijziging Penitentiaire beginselenwet. Ik heb dit advies bestudeerd en verwerkt en streef ernaar het op 2 juni voor te leggen aan de ministerraad. Het streven is om het wetsvoorstel zo snel mogelijk daarna bij uw Kamer in te dienen.

Doel van deze wijziging is om onze samenleving en onze democratische rechtsstaat beter te kunnen beschermen tegen deze specifieke groep gedetineerden die verblijven in de EBI of op een Afdeling voor Intensief toezicht. In het wetsvoorstel maak ik het mogelijk de communicatie van deze gedetineerden met de buitenwereld tijdelijk in verregaande mate te beperken.

Ook zullen personen met wie deze gedetineerden willen bellen zich in de nabije toekomst moeten melden bij een aangewezen locatie (met uitzondering van geprivilegieerde contacten). Onderdeel van het wetsvoorstel is ook dat er visueel toezicht zal worden gehouden op gesprekken tussen deze gedetineerden en hun advocaat. Verder wordt het maximumaantal advocaten waarmee een gedetineerde die verblijft in de EBI of op de AIT contact mag hebben beperkt tot twee.

Advocatuur

Zoals in de vorige voortgangsbrief reeds gemeld heeft de Nederlandse orde van advocaten (NOvA) eind 2021 de Taskforce Bescherming tegen ondermijning opgezet (hierna NOvA-Taskforce). Vanuit die Taskforce biedt de NOvA maatregelen ter vergroting van de weerbaarheid van advocaten, zoals de noodtelefoon, noodknop, veiligheidsscan en weerbaarheidstrainingen. Inmiddels heeft de NOvA ook specifieke weerbaarheidstrainingen ontwikkeld, een voor advocaat-stagiairs en een voor advocaten die gedetineerden in de EBI en AIT bijstaan.

Op 21 april jl. is uw Kamer geïnformeerd over de aanhouding van een advocaat vanwege verdenking van deelname aan een criminele organisatie.4 In het belang van het strafrechtelijke onderzoek kan ik op dit moment geen verdere mededelingen doen over deze zaak. De aanhouding van een advocaat in de EBI in oktober 2021 was voor mijn ambtsvoorganger mede aanleiding om te kijken of het toezicht op advocaten niet meer op afstand van de deken moet worden geplaatst.5 In eerdere brieven aan uw Kamer heb ik melding gemaakt dat het toezicht op de advocaten in de toekomst niet meer zal worden belegd bij de 11 afzonderlijke dekens, maar bij een landelijke toezichthouder.6 Mede naar aanleiding van het commissiedebat juridische beroepen van 6 oktober 2022 heb ik mij in de afgelopen maanden nader laten informeren over de verschillende opties voor wat betreft de positionering en de uitwerking van die landelijke toezichthouder. De uitwerking hiervan bevindt zich in de afrondende fase en ik verwacht uw Kamer hierover voor de zomer nader te kunnen informeren.

4. Informatiepositie DJI in de keten

Ondanks dat er veel goed gaat in de onderlinge samenwerking is intensievere informatieuitwisseling tussen partners noodzakelijk. In de ketensamenwerking bestaat een gezamenlijke wens om nog adequater op te kunnen treden middels de uitwisseling van data, het opstellen van gezamenlijke analyses en het opleveren van producten (informatierapportages) die noodzakelijk zijn voor de verschillende onderdelen en belangen van de betrokken organisaties. Dit geldt eveneens voor de informatievoorziening ten behoeve van de door het OM te nemen de beslissing over voorwaardelijke invrijheidstelling.

Vanwege die behoefte aan gezamenlijke analyse en uitwisseling van data en informatierapportages willen OM, politie en DJI komen tot een structureel samenwerkingsverband: een zogeheten Detentie Intelligence Unit. Momenteel wordt de haalbaarheid van zo’n dergelijke unit onderzocht. De benodigde investeringen (mensen, middelen), randvoorwaarden en eventuele uitbreiding of aanpassing van wettelijke kaders worden in kaart gebracht. Daarbij worden ervaringen van andere landen betrokken. Ik zal uw Kamer hierover in de volgende voortgangsbrief of zoveel eerder als mogelijk nader informeren.

5. Weerbaarheid en integriteit

Onderzoeken mogelijkheden zogeheten veiligheidsonderzoeken voor medewerkers bij de EBI

Functies van medewerkers van de EBI zijn inmiddels aangemerkt als vertrouwensfunctie op grond van de Wet Veiligheidsonderzoeken. Deze aanwijzing van de zogeheten vertrouwensfuncties is inmiddels afgerond, de AIVD kan nu starten met de onderzoeken voor zowel het huidig als toekomstig personeel. Ook voor alle overige functies zal worden bezien in hoeverre deze in aanmerking moeten komen voor een aanwijzing vertrouwensfunctie. De Beveiligingscoördinator van DJI zal dit proces oppakken.

Anoniem rapporteren medisch personeel

Medewerkers van DJI rapporteren inmiddels onder nummer. Hierdoor zijn hun namen niet vindbaar bij eventuele juridische procedures, tot het moment dat ze door de rechter als getuige worden opgeroepen. Dit geldt niet voor medewerkers van de medische dienst, omdat hun verplichte BIG-registratie dit niet mogelijk maakt. Met het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport bezie ik of hier iets aan kan worden gedaan.

Weerbaarheid van medewerkers

DJI heeft samen met het opleidingsinstituut DJI voor alle medewerkers van DJI een awareness-training ontwikkeld in het kader van personeelsbeveiligingsbeleid. Deze training zal na de zomer worden gestart.

6. Motie lid Ellian: aanpak en normering contrabande

Op 21 maart jl. heeft uw Kamer een motie aangenomen, ingediend door het lid Ellian (VVD) (Handelingen II 2022/23, nr. 63, item 8). De motie verzoekt de regering om:

Te realiseren dat het bezit van contrabande door een gedetineerde in beginsel altijd leidt tot gedeeltelijk verlies van de strafkorting die met de voorwaardelijke invrijheidstelling verkregen kan worden;

Te realiseren dat het bezit van een telefoon in detentie tot gevolg heeft dat de gedetineerde de helft van de strafkorting bij de voorwaardelijke invrijheidstelling verliest en dat bij een tweede constatering de volledige voorwaardelijke invrijheidstelling achterwege wordt gelaten.

Na de stemming vroeg het lid Ellian om een brief waarin de regering uiteenzet op welke wijze invulling wordt gegeven aan de motie. Met deze brief geef ik invulling aan dat verzoek.

Laat ik vooropstellen dat contrabande mij een doorn in het oog zijn. Er wordt door DJI een breed scala aan technische en innovatieve middelen ingezet om contrabande tegen te gaan en op te sporen. En wanneer contrabande worden aangetroffen heeft dit consequenties en volgt onmiddellijk een reactie op de overtreding (bijvoorbeeld het intrekken van vrijheden of een disciplinaire maatregel).

Het bezit van contrabande kan daarnaast van invloed zijn op de voorwaardelijke invrijheidsstelling (v.i.). Bij de verlening van de v.i. wordt door het OM een afweging gemaakt, gelet op het gedrag van de gedetineerde gedurende de detentieperiode, risico’s die met de v.i. gepaard kunnen gaan, de belangen van de samenleving en de belangen van eventuele slachtoffers.7 De invulling van deze afweging door het OM is nader uitgewerkt in de Aanwijzing voorwaardelijke invrijheidstelling. Hierin zijn ook contra-indicaties tegen het verlenen van v.i. opgenomen.

De motie verzoekt te voorzien in dwingende voorwaarden. Daarmee is er sprake van strikte «normering», maar tegelijkertijd geen ruimte voor maatwerk. Zo is bijvoorbeeld relevant of bezit eenmalig of veelvuldig was, op welk moment van detentie het plaatsvindt etc. Dwingende voorwaarden passen daarom niet bij het recent ingevoerde stelsel en de daarbij behorende individuele beoordeling door het OM. Wel ben ik in overleg met het OM om te bezien of het bezit van contrabande nadrukkelijker kan worden meegenomen in zijn beslissing. Op die manier zou het bezit een consequentie kunnen hebben voor het uitstellen of niet verlenen van de v.i. Ik wil echter benadrukken dat het een individuele afweging van het OM blijft, die op basis van verschillende factoren en indicaties wordt genomen. Hiermee biedt het huidige wettelijk kader naar mijn mening voldoende ruimte om ook het bezit van contrabande mee te wegen bij beslissingen over de v.i. Uitstel van de beslissing tot v.i. kent in de wet een maximum van 6 maanden.

Voor gedetineerden die vóór 1 juli 2021 (dus voor invoering van de wet Straffen en Beschermen) zijn veroordeeld is de situatie anders. Tot die tijd werd de v.i. van rechtswege – al dan niet met bijzondere voorwaarden – verleend nadat een gedetineerde twee-derde deel van zijn straf had uitgezeten, tenzij door het OM een vordering tot uitstel of achterwege laten van de v.i. werd ingediend en deze was toegewezen door de rechter. Daarmee is het verlenen van de v.i. voor hen fundamenteel anders geregeld en gaat het om een rechtelijke beslissing waar ik niet in kan en wil treden. Daarnaast kan het OM voor deze gedetineerden alleen uit- of afstel vorderen wanneer sprake is geweest van herhaaldelijk bezit van contrabande en dit heeft geleid tot disciplinaire straffen.8

De Minister voor Rechtsbescherming,
F.M. Weerwind


  1. Kamerstukken 29 911, 29 279 en 24 587, nr. 389.↩︎

  2. De European Organisation of Prison and Correctional Services (Europris) is een organisatie die werkt aan kennisuitwisseling en samenwerking binnen Europese lidstaten op het gebied van detentiebeleid.↩︎

  3. Kamerstuk 24 587, nr. 894.↩︎

  4. Kamerstuk 29 911, nr. 413.↩︎

  5. Kamerstukken 29 911, 29 279 en 24 587, nr. 339.↩︎

  6. Kamerstuk 29 279, nr. 733.↩︎

  7. Meer in het bijzonder de Centrale voorziening voorwaardelijke invrijheidsstelling (CVv.i.).↩︎

  8. Art 6:2:12 lid 1 Sv.↩︎