[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Amendement van het lid Heinen over wijziging van de Comptabiliteitswet 2016 inzake het uitdrukkelijk en voldoende motiveren van uitgaven vooruitlopend op goedkeuring door de Staten-Generaal

Jaarverslag en slotwet Ministerie van Financiën en Nationale Schuld 2022

Amendement

Nummer: 2023D23020, datum: 2023-05-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36360-IX-5).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36360 IX-5 Jaarverslag en slotwet Ministerie van Financiën en Nationale Schuld 2022.

Onderdeel van zaak 2023Z09599:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

36 360 IX Jaarverslag en slotwet Ministerie van Financiën en Nationale Schuld 2022

Nr. 5 AMENDEMENT VAN HET LID HEINEN

Ontvangen 30 mei 2023

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Na artikel 3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3a

In artikel 2.27, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016 wordt voor «oordeel» ingevoegd «gemotiveerde» en wordt na «daarover» ingevoegd «naar het onverwijlde oordeel van de Staten-Generaal voldoende».

Toelichting

Sinds het verantwoordingsonderzoek 2020 wordt door de Algemene Rekenkamer geconstateerd dat het kabinet te vaak en onnodig gebruik maakt van de uitzondering in art. 2.27 CW. Door uitgaven niet vooraf te laten toetsen door de Tweede en Eerste Kamer, wordt het parlementaire budgetrecht verzwakt. Dit amendement beoogt, in lijn met de aangenomen maar nog niet uitgevoerde motie Heinen c.s. (36 100, nr. 5), het gebruik van art. 2.27, tweede lid, CW meer te beperken tot daartoe noodzakelijke situaties en de rol van de Staten-Generaal bij het afwijken van normale begrotingsprocedures te versterken.

Dit amendement regelt dat de bewindspersoon gemotiveerd moet aangeven waarom uitstel van uitvoering van voorgenomen beleid totdat een begrotingswet is goedgekeurd niet in het belang van het Rijk is en regelt dat de Staten-Generaal moeten aangeven of zij zich daarover voldoende geïnformeerd achten. Vanwege de spoedeisendheid die gepaard gaat met de toepassing van art. 2.27, tweede lid, CW dienen beide kamers der Staten-Generaal daarover onverwijld een besluit te nemen. Met dit amendement is beoogd dat de Staten-Generaal het oordeel of zij voldoende geïnformeerd is spoedig kenbaar maken, binnen een termijn die niet strijdig is met het bereiken van het beoogde doel. Als de Staten-Generaal zich niet voldoende geïnformeerd achten, kan de bewindspersoon niet overgaan tot uitvoering van het voorgenomen beleid.

In lijn met de tussen Tweede Kamer en Minister van Financiën gemaakte informatieafspraken (naar aanleiding van de motie Heinen c.s., 36 200, nr. 174), dient de bewindspersoon het belang van het Rijk, de spoedeisendheid en de noodzaak tot afwijking van de reguliere suppletoire begrotingsprocedure te motiveren. Deze aspecten betrekken de Staten-Generaal vervolgens bij hun oordeel over de vraag of zij zich voldoende geïnformeerd achten.


Heinen