Inbreng verslag schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda formele Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid (wsbvc) van 12 juni 2023 (Kamerstuk 21501-31-709)
Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2023D23496, datum: 2023-06-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2023D23496).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: T. Kuzu, voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Ooit DENK kamerlid)
- Mede ondertekenaar: T.M. Meester-Schaap, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2023Z09569:
- Indiener: C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2023-06-01 14:00: Formele Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid van 12 juni 2023 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2023-06-06 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-06-13 16:45: Procedures en brieven commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2023-07-06 14:00: Informele Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid van 13-14 juli 2023 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Preview document (🔗 origineel)
2023D23496 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
In de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid bestond bij enkele fracties de behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de op 30 mei 2023 ontvangen Geannoteerde Agenda Formele Raad WSB van 12 juni 2023 (Kamerstuk 21 501-31, nr. 709).
De voorzitter van de commissie,
Kuzu
Adjunct-griffier van de commissie,
Meester-Schaap
Inhoudsopgave
I | Vragen en opmerkingen vanuit de fracties |
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie | |
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie | |
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie | |
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA-fractie en de leden van de GroenLinks-fractie | |
II | Antwoord/Reactie van de Minister |
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de Formele Raad WSBVC. Deze leden hebben hierover enkele verdiepende vragen.
De leden van de VVD-fractie zijn blij dat er bij de onderhandelingen over de herziening van Verordening 883/2004 waarde wordt gehecht aan betere handhaving en het laag houden van administratieve lasten voor het bedrijfsleven. Deze leden blijven geïnteresseerd in de ontwikkelingen op dit gebied en zijn blij met de stand van zaken die de Minister heeft gedeeld. De verordening staat verder niet op de agenda, maar deze leden zouden daar toch graag een vraag over stellen.
De leden van de VVD-fractie vragen de Minister of het klopt dat een poging van het Zweeds voorzitterschap om een aangepast/verruimd mandaat te krijgen voor de trilogen met het Europees parlement (EP) niet ver van een gekwalificeerde meerderheid afzat. Wat waren de hoofdlijnen van het mandaat dat voorgesteld werd door dit voorzitterschap? En hoe denkt de Minister over het digitaal vormgeven van de notificatieplicht van detacheringen?
Agendapunt: Algemene oriëntatie EU-voorstel Richtlijn verbetering van Arbeidsvoorwaarden bij Platformwerk
De leden van de VVD-fractie vragen zich af of de Minister voor wat betreft het weerlegbaar rechtsvermoeden het nu voorliggende voorstel van het Zweedse Raadsvoorzitterschap kan plaatsen ten opzichte van de tekst waarmee de Tsjechen in december een akkoord hoopten te bereiken. Hoe verhouden deze teksten zich tot elkaar en tot het originele voorstel van de Europese Commissie? Wat zijn de hoofdpunten en de overeenkomsten en verschillen?
De leden van de VVD-fractie vragen de Minister of zij vreest dat nieuwe regelgeving op Europees niveau risico’s met zich meebrengt om innovatie en economische groei te beperken?
Agendapunt: Raadsaanbeveling versterking Sociale Dialoog
De leden van de VVD-fractie vragen zich af hoe andere lidstaten kijken naar de sociale dialoog. Hebben andere lidstaten eenzelfde situatie met sociale partners die samenwerken op sociaaleconomisch terrein? Hoe kan de sociale dialoog effectief zijn als de samenwerking tussen regeringen en sociale partners in verschillende lidstaten anders is?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de stukken ten behoeve van de Formele Raad van 12 juni.
De leden van de D66-fractie betreuren het dat er nog geen akkoord is bereikt wat betreft de herziening van de Coördinatieverordening Sociale Zekerheid, maar zijn blij dat de Minister standvastig blijft in haar standpunt. Deze leden vragen de Minister om toe te lichten of gelijkgezinde lidstaten net zo standvastig zijn, of dat er een verschuiving begint te ontstaan. Ook zijn zij benieuwd naar een eerste beeld van de Minister van de vervolgstappen van het Zweedse voorzitterschap. Voorts steunen de leden van de D66-fractie de inzet van de Minister op een reflectieperiode volledig, waarbij de voorkeur uitgaat naar een reflectieperiode voor de twee specifiek genoemde hoofdstukken.
De leden van de D66-fractie vinden het ook jammer dat er nog geen overeenstemming is bereikt wat betreft de Richtlijn Platformwerk, maar ook hier steunen zij de Minister in haar positie dat een akkoord wel een echte verbetering moet zijn ten opzichte van de huidige situatie. Deze leden vragen aan de Minister of zij voor wat betreft het weerlegbaar rechtsvermoeden het nu voorliggende voorstel van het Zweedse Raadsvoorzitterschap kan plaatsen ten opzichte van de tekst waarmee de Tsjechen afgelopen december een akkoord hoopten te bereiken. Acht de Minister beide teksten vergelijkbaar in de mate waarin ze afwijken van het oorspronkelijke voorstel van de Commissie? Ook zijn deze leden benieuwd of de lidstaten waarmee Nederland in oktober 2022 gezamenlijk een position paper opstelde nog steeds samen optrekken in de onderhandelingen.
Wat betreft de Raadsaanbeveling versterken Sociale Dialoog hebben de leden van de D66-fractie nog enkele vragen. Enerzijds begrijpen deze leden de positie van de Minister, want ook zij zien onze poldertraditie en erkennen de waarde hiervan voor Nederland. Wel maken zij zich zorgen over de representativiteit van de klassieke polderpartijen, bijvoorbeeld ten aanzien van de leeftijd van de leden van vakbonden, en vragen zij welke gevolgen dit heeft voor werkenden die niet bij een vakbond zijn aangesloten en zich niet herkennen in keuzes die worden gemaakt. De leden van de D66-fractie vragen de Minister of zij deze zorgen deelt. Deze leden vragen ook aan de Minister hoe zij, zowel op nationaal als op Europees niveau, gaat voorkomen dat de macht louter bij de gevestigde partijen ligt. Hoe gaat zij zorgen voor goede representativiteit van de sociale partners die werkenden vertegenwoordigen in de polder, zo vragen deze leden. Voorts vragen zij hoe de Minister ervoor gaat zorgen dat alternatieven voor de klassieke vakbonden ook meegenomen worden bij deze sociale dialoog in de Europese Unie.
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie maken graag van de gelegenheid gebruik tot het stellen van vragen over de agendastukken voor de Formele Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid van 12 juni 2023.
De leden van de CDA-fractie lezen dat er druk onderhandeld wordt over het Richtlijnvoorstel Platformwerk. Het Zweeds voorzitterschap probeert tot een compromis te komen. Deze leden vragen of de Minister voor wat betreft het weerlegbaar rechtsvermoeden het nu voorliggende voorstel van het Zweedse Raadsvoorzitterschap kan plaatsen ten opzichte van de tekst waarmee de Tsjechen afgelopen december een akkoord hoopten te bereiken. Acht de Minister beide teksten vergelijkbaar in de mate waarin ze afwijken van het oorspronkelijke voorstel van de Commissie? Hoe beoordeelt de Minister het voorstel van Zweden en is dit in lijn met de inzet vanuit Nederland? De leden van de CDA-fractie vragen of de lidstaten waarmee Nederland in oktober 2022 gezamenlijk een position paper opstelde nog steeds samen optrekken in de onderhandelingen?
De leden van de CDA-fractie constateren dat de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) van het Europees parlement op 11 mei een resolutie aangenomen heeft met de oproep om twee jaar na de Sociale Top in Porto vast te houden aan de daar overeengekomen doelstellingen in het kader van de Europese Sociale Pijler. Deze leden vragen hoe groot de kans is dat de Europese Unie (EU) in 2030 deze doelstellingen in het kader van de Europese pijler van sociale rechten zal behalen. Deze leden hebben vernomen dat de Minister recent heeft deelgenomen aan het «Porto Social Forum». Klopt het dat bij deze gelegenheid een verklaring is aangenomen waarin de doelstellingen vastgesteld tijdens de Sociale Top in Porto in mei 2021 opnieuw bevestigd worden? Deze leden vragen of de Minister de verklaring aan de Kamer kan doen toekomen en de status hiervan kan toelichten.
De leden van de CDA-fractie vragen naar een stand van zaken over de Verordening 883. In de geannoteerde agenda lezen de leden van de CDA-fractie dat de Minister voorstelt een variant hierop in te dienen, waardoor er een reflectieperiode komt voor de twee controversiële hoofdstukken waarover lidstaten geen overeenstemming kunnen bereiken (het werkloosheidshoofdstuk en het hoofdstuk over A1-verklaringen en detacheringen). Is de verwachting dat hierdoor een akkoord bereikt kan worden op de overige vier hoofdstukken? Zo ja, kan de Minister dit beargumenteren?
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA-fractie en de leden van de GroenLinks-fractie
De leden van de PvdA-fractie en de leden van de GroenLinks-fractie hebben een vraag omtrent het algoritmisch management. Deze leden vragen of Nederland mee kan gaan met positie van het Europees parlement die ontslag door een algoritme verbiedt en niet enkel recht op een zogeheten «human explanation» geeft. Zij vragen de Minister of zij het uitgangspunt deelt dat dergelijk ingrijpende beslissingen niet door een algoritme mogen worden genomen.
Daarnaast hebben de leden van de PvdA-fractie en de leden van de GroenLinks-fractie een vraag over het rechtsvermoeden. De leden vragen of Nederland zich ook in trilogen wil inzetten om ervoor te zorgen dat de Belastingdienst en sociale zekerheidsdiensten zich kunnen beroepen op het rechtsvermoeden.