Antwoord op vragen van lid Van Haga over strengere regelgeving voor attractietoestellen
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2023D23849, datum: 2023-06-02, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20222023-2782).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Onderdeel van zaak 2023Z05928:
- Gericht aan: P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Indiener: W.R. van Haga, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
2782
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over strengere regelgeving voor attractietoestellen (ingezonden 4 april 2023).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 2 juni 2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 2439.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht dat de stoomtreinen in het Zuiderpark door strenge regelgeving stilstaan?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u er zich van bewust dat deze strengere veiligheidseisen ook gelden voor andere stoomtreintjes in Nederland?
Antwoord 2
Het Warenwetbesluit Attractie- en speeltoestellen (WAS) regelt de veiligheid van allerlei soorten inrichtingen. Attracties zijn in het WAS gedefinieerd als: «Al dan niet permanent geïnstalleerde inrichting ter voortbeweging van personen, die bestemd is voor vermaak of ontspanning en die aangedreven wordt door een niet-menselijke energiebron». Kleine stoomtreintjes zoals in het Zuiderpark en op andere locaties voldoen ook aan de definitie van een attractie en moeten daarmee aan de eisen van het WAS voldoen. Deze eisen zijn niet strenger geworden (zie het antwoord op vraag 3).
Vraag 3
Deelt u de mening dat hier sprake is van overregulering dat het plezier van kinderen en ouders ontneemt, zeker omdat er bij de stoomtreinen in het Zuiderpark en elders in het land geen ongelukken gebeuren?
Antwoord 3
Nee, er is hier geen sprake van overregulering, dit berust op een misvatting. De reeds geldende regelgeving rondom attractie- en speeltoestellen heeft volgens de definitie in de het Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen (WAS) al betrekking op dit soort inrichtingen zoals uit het antwoord op vraag 2 ook blijkt. Er is geen recente nieuwe regelgeving gekomen voor attractietoestellen. Het WAS wordt weliswaar per 1 juli 2023 gewijzigd maar dit heeft geen invloed op de reikwijdte van het besluit.
Vraag 4
Heeft u de bereidheid om te onderzoeken of de stoomtreinen in het Zuiderpark een ontheffing kunnen krijgen, zodat ze snel weer kunnen rijden? Kunt u een gedetailleerd antwoord geven, waarin u de nieuwe wet nog eens scherp tegen het licht houdt om onnodige overregulering, zoals bij de stoomtreintjes, te schrappen?
Antwoord 4
Nee. De stoomtreintjes in het Zuiderpark vallen al sinds de van kracht wording van het huidige Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen onder de definitie van een attractie. Het feit dat de uitbaters van deze attractie daar tot op heden blijkbaar niet bekend mee waren vormt geen reden voor een ontheffing. Het WAS regelt dat attracties veilig moeten zijn voor de consument en daar sta ik achter.
Omroep West, 3 april 2023, «Stoomtreinen in Zuiderpark staan voorlopig stil door nieuwe regels» (Stoomtreinen in Zuiderpark staan voorlopig stil door nieuwe regels – Omroep West).↩︎