Antwoord op vragen van het lid Van Houwelingen over betalingen aan de Rutgers Stichting.
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2023D23859, datum: 2023-06-02, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20222023-2783).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
Onderdeel van zaak 2023Z06138:
- Gericht aan: D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
- Indiener: P. van Houwelingen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
2783
Vragen van het lid Van Houwelingen (FvD) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over betalingen aan de Rutgers Stichting (ingezonden 6 april 2023).
Antwoord van Minister Weerwind (Rechtsbescherming) (ontvangen 2 juni 2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 2430.
Vraag 1
Hoeveel heeft het Ministerie van Justitie en Veiligheid tussen 2016 en 2022 betaald aan de Rutgers Stichting?
Antwoord 1
Het is niet mogelijk gebleken om over deze periode een exact overzicht van alle individuele betalingen uit de systemen te halen. Tussen 2016 en 2022 is er in ieder geval € 305.110,- aan de Rutgers Stichting overgemaakt.
Vraag 2
Waarom (voor welke diensten of producten) heeft het ministerie dit bedrag aan de Rutgers Stichting betaald?
Antwoord 2
De Rutgers Stichting heeft bijdrages ontvangen voor onder meer het doen van onderzoek onder auspiciën van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) naar data omtrent de Prevalentiemonitor Huiselijk Geweld en Seksueel Geweld 2020 1. Daarnaast zijn aan de Rutgers Stichting betalingen gedaan voor het ontwikkelen van gedragsinterventies en richtlijnen gericht op het voorkomen van (online) seksueel grensoverschrijdend gedrag en het verminderen van recidive. Een concreet voorbeeld van een dergelijke gedragsinterventie is So-cool, dat gericht is op jongeren van 12 tot 23 jaar met een IQ tussen 50 en 85 die delicten hebben gepleegd en tekorten hebben in sociale probleemoplossingsvaardigheden. So-Cool richt zich ook op een intermediaire doelgroep, namelijk de ouders of opvoeders en een vertrouwenspersoon uit het netwerk van de jongere2.
De monitor bevat jaarprevalentiecijfers van drie vormen van seksueel geweld: niet-fysieke seksuele intimidatie, fysiek seksueel geweld en online seksuele intimidatie. Wat aan de monitor ontbrak waren inhoudelijke analyses van verschillende vormen van seksueel geweld en hoe kenmerken aan elkaar gerelateerd werden. Op eigen initiatief van het WODC is Rutgers gevraagd om deze nadere analyses wel te maken. Zie ook: Tweede Kamer, vergaderjaar 2022–2023, 28 345, nr. 259↩︎
Zie ook de website van het Nederlands Jeugdinstituut (NJI): https://www.nji.nl/interventies/so-cool↩︎