[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Lijst van vragen en antwoorden over de artikel 100-bijdrage aan EUFOR Althea (Kamerstuk 29521-459)

Nederlandse deelname aan vredesmissies

Lijst van vragen en antwoorden

Nummer: 2023D24108, datum: 2023-06-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29521-461).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 29521 -461 Nederlandse deelname aan vredesmissies.

Onderdeel van zaak 2023Z10038:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

29 521 Nederlandse deelname aan vredesmissies

Nr. 461 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 16 juni 2023

De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie over de brief van 6 april 2023 inzake de artikel 100-bijdrage aan EUFOR Althea (Kamerstuk 29 521, nr. 459).

De Ministers hebben deze vragen beantwoord bij brief van 5 juni 2023. Vragen en antwoorden (, voorzien van een inleiding,) zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,
Rudmer Heerema

Adjunct-griffier van de commissie,
Blom

1

Hoe omschrijft u de relatie tussen de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) en Bosnië en Herzegovina, en wat is de (praktische en politieke) stand van zaken ten aanzien van het toetredingsproces van Bosnië en Herzegovina tot de NAVO?

Antwoord

Bosnië en Herzegovina kreeg in 2010 een uitnodiging voor de zogenoemde Membership Action Plan (MAP)-status. De MAP-status biedt mogelijkheid tot intensief advies, assistentie en ondersteuning bij hervormingen. Hierbij valt te denken aan advisering op het gebied van goed bestuur en adequaat gebruik van defensiemiddelen, en samenwerking op het vlak van onder andere contra-terrorisme en cyber.

De MAP-status vormt evenwel geen garantie voor toetreding tot de NAVO. Gezien de aanhoudende complexe binnenlandse politieke- en veiligheidscontext in Bosnië en Herzegovina zijn verdere stappen naar toetreding nu niet aan de orde.

2

Kunt u in kwantitatieve en kwalitatieve zin iets meer inzicht verschaffen in de strijdkrachten van Bosnië en Herzegovina?

Antwoord

De strijdkrachten van Bosnië en Herzegovina, de Armed Forces of Bosnia and Herzegovina (AFBiH), werden officieel opgericht in 2005 en kwamen voort uit drie strijdmachten die tijdens de oorlog van 1992–1995 waren ontstaan: de ARBiH (de officiële strijdkrachten van de Republiek Bosnië-Hercegovina), de HVO (Kroatische Verdedigingsraad) en de VRS (de strijdkrachten van de Republika Srpska). Het leger bestaat uit ongeveer tienduizend militairen. De AFBiH dient de soevereine en territoriale integriteit van Bosnië en Herzegovina te verdedigen en stelt capaciteit beschikbaar voor humanitaire (nood)hulp bij (natuur)rampen en internationale operaties in VN, EU en NAVO verband. Op dit moment leveren de strijdkrachten met acht militairen een bescheiden bijdrage aan internationale operaties. De focus van de AFBiH ligt de komende jaren op de verbetering van de interoperabiliteit met de NAVO en modernisering van de krijgsmacht. De AFBiH kampt met financiële en materiele tekorten, verouderde wapensystemen, gebrekkige voorzieningen en personele leegloop. De AFBiH beschikt over een zeer beperkt budget (minder dan een procent van het BBP). Er is de afgelopen tien jaar fors bezuinigd op defensie, waardoor er nagenoeg geen geld beschikbaar was voor vervanging of modernisering van materiaal.

Naast financiële uitdagingen kampt AFBiH met een personele onderbezetting van achttien procent. De salarissen zijn met name voor soldaten laag (circa 250 euro per maand) en de mogelijkheden om door te stromen naar hogere rangen zijn beperkt. Daardoor kampt AFBiH met een relatief hoge uitstroom. Het percentage vrouwen behelst negen procent op een totaal personeelsbestand van circa tienduizend.

3

In hoeverre maken de verschillende bevolkingsgroepen, inclusief minderheden, onderdeel uit van de strijdkrachten van Bosnië en Herzegovina? Is de huidige samenstelling representatief voor het land? Zijn er spanningen tussen de verschillende militaire eenheden of bevolkingsgroepen binnen het leger?

Antwoord (3 + 11)

De samenstelling van de strijdkrachten is multi-etnisch en volgt in grote lijnen de etnisch-religieuze verdeling van de bevolking. De infanteriebrigades bestaan uit een uitsluitend Bosniaks bataljon, Bosnisch-Servisch bataljon en een Bosnisch-Kroatisch bataljon. Het personeel van het hoofdkwartier van de brigades is multi-etnisch. In de positionering van de kazernes wordt ook rekening gehouden met etnische verhoudingen. Om etnische spanningen tegen te gaan zijn de kazernes van de diverse bataljons verspreid over de Federatie en Republika Srpska.

4

Kan worden aangegeven hoe het aantal militairen bij de missie EUFOR Althea zich in de loop der jaren heeft ontwikkeld?

Antwoord

In 2004 werd de NAVO Stabilization Force (SFOR) opgevolgd door EUFOR Althea, waar op dat moment zevenduizend militairen aan bijdroegen. Sindsdien heeft dat aantal gefluctueerd met een minimale bezetting van zeshonderd militairen in 2012. Na de Russische inval in Oekraïne werd EUFOR Althea uitgebreid met de Intermediate Reserve Forces (IRF) tot circa duizend militairen.

5

Welke risicoanalyse maakt u over de betrokkenheid van Milorad Dodik met betrekking tot deze misse en welke informatie gebruikt u hierbij?

Antwoord

De retoriek van de president van de Republika Srpska Dodik over EUFOR Althea is niet eenduidig en verschilt per moment en omstandigheid van negatief tot gematigd positief. Door de leiding van EUFOR Althea wordt de situatie in Bosnië en Herzegovina momenteel beoordeeld als relatief stabiel. De situatie in de Republika Srpska en de antagonistische houding van president Dodik blijven echter zorgelijk. Het kabinet volgt de ontwikkelingen op de voet via informatie van de missie, de Nederlandse ambassade, partners en bondgenoten.

6

Welke risicoanalyse maakt u over het Russische veto in de Verenigde Naties (VN)-Veiligheidsraad voor de voortgang van de missie?

Antwoord (6 + 25 + 51)

De verlenging van het EUFOR-mandaat in de VN-Veiligheidsraad in november 2023 kan een risico vormen voor de voortzetting van EUFOR Althea, gezien de opstelling van Rusland ten aanzien van de operatie en de destabiliserende invloed die het land probeert uit te oefenen in de regio. Dit risico wordt momenteel echter beperkt geacht, aangezien een door de VN-gemandateerde operatie waarschijnlijk de Russische voorkeur geniet boven een eventueel alternatief. Zowel de operatie als de EU en de NAVO ontwikkelen verschillende scenario’s, mocht het bij de volgende verlenging van het VNVR-mandaat toch tot een Russisch veto komen.

7

Zijn er al sancties ingesteld tegen Dodik, zoals opgeroepen door een resolutie van het Europees Parlement en waar bevindt het proces rondom deze sancties zich nu?

Antwoord

Nederland is voorstander van en heeft gepleit voor een sanctiepakket direct gericht op president Dodik. Dat pleidooi kan tot dusverre niet op voldoende steun rekenen. Er gelden op dit moment derhalve geen Europese sanctiemaatregelen tegen Dodik. Het kabinet blijft zich inzetten om de optie van persoonsgerichte sancties op tafel te houden. Dit gebeurt in EU-verband en in bilaterale contacten met EU-partners.

8

Hoe is Christian Schmidt precies verbonden aan EUFOR Althea en wat is zijn rol met betrekking tot de missie tot nu toe?

Antwoord (8 + 28)

De Hoge Vertegenwoordiger (HV) in Bosnië en Herzegovina ziet toe op de implementatie van de civiele aspecten uit het Dayton-verdrag. De positie van de HV is niet verbonden aan EUFOR Althea.

9

Zijn er cijfers over de waardering van Schmidt onder de bevolking?

Antwoord

Er zijn het kabinet geen cijfers bekend over de waardering van de HV onder de bevolking.

10

Hoe wordt Schmidts optreden geapprecieerd door verschillende lokale autoriteiten?

Antwoord

Voor de uitvoering van zijn mandaat dient de HV contact te onderhouden met een veelheid aan relevante Bosnische actoren, op nationaal en regionaal niveau. Een appreciatie van het optreden van de HV door deze actoren is daarom niet eenduidig te geven.

11

Klopt het dat het Bosnische leger in essentie verdeeld is langs etnische lijnen met eenheden hoofdzakelijk bestaande uit respectievelijk Serviërs, Kroaten dan wel Bosniakken?

Antwoord

Zie antwoord vraag 3.

12

Zijn er de afgelopen jaren significante vorderingen geboekt bij het tegengaan van etnische segregatie en het verbeteren van de uitrusting en geoefendheid in het Bosnische leger, of is de situatie vooral hetzelfde gebleven?

Antwoord

De afgelopen jaren zijn er geen significante vorderingen geweest op het gebied van uitrusting en geoefendheid van het Bosnische leger. De salarissen van het militaire personeel zijn verhoogd, waarmee men inzet op het tegengaan van de personele uitstroom. Desalniettemin kampt het leger met structurele financiële tekorten, waardoor de noodzakelijke investeringen om de materiële tekorten op te lossen en de gereedheid te bevorderen achterwege blijven. De etnische samenstelling van de strijdkrachten is de afgelopen jaren nagenoeg hetzelfde gebleven.

13

Over welke inlichtingenmiddelen (zoals verkenningsvliegtuigen of signals intelligence) beschikt EUFOR Althea naast de liaison and observation teams en het Human Intelligence (HUMINT) team?

Antwoord

Het zwaartepunt van de inlichtingencapaciteit binnen EUFOR Althea ligt op de HUMINT-teams en de Liaison and Observation Teams (LOT)-huizen. Daarnaast beschikt EUFOR Althea over enkele andere nichecapaciteiten. Hier kunnen op verzoek van de missie geen details over worden gedeeld via openbare kanalen.

14

Kunt u aangeven welke landen in welke omvang bijdragen aan respectievelijk het multinationaal bataljon en de Intermediate Reserve Force (IRF) voor respectievelijk de periode dat de marinierscompagnie actief is en voor de periode dat het HUMINT team actief is? Kunt u dit uitsplitsen naar aparte overzichten voor het bataljon en de IRF, en voor de periodes van de mariniers- en HUMINT- inzet?

Antwoord

Hongarije, Italië en Turkije dragen gelijktijdig met Nederland met een infanteriecompagnie bij aan het multinationaal bataljon. Nederland lost Roemenië af in het multinationaal bataljon. Het kabinet doet verder geen uitspraken over precieze operationele capaciteiten of overwegingen van andere landen om deel te nemen aan EUFOR Althea. Welke nationaliteiten na het vertrek van de Nederlandse compagnie en tijdens de dan nog lopende Nederlandse inzet van HUMINT-bijdragen aan EUFOR Althea is nu nog niet bekend.

Verschillende landen dragen op rotatiebasis met een compagnie bij aan de IRF, waaronder Bulgarije, Roemenië, Oostenrijk en Hongarije.

15

Waarom vallen de werkzaamheden van het genietaakteam buiten de reikwijdte van de artikel-100 procedure?

Antwoord (15 + 70)

Het Toetsingskader artikel 100 en de daarin vastgestelde procedures zijn van toepassing op de inzet van de krijgsmacht ter handhaving of bevordering van de internationale rechtsorde. Het genietaakteam wordt niet ingezet ter handhaving of bevordering van de internationale rechtsorde, maar zal opbouwwerkzaamheden verrichten voor de HUMINT-eenheid en de infanteriecompagnie. Deze worden wel ingezet ter bevordering van de internationale rechtsorde.

16

Wordt de tolk voor het HUMINT team in Nederland geworven of gebeurt dit lokaal?

Antwoord

De tolk voor het HUMINT-team wordt in Nederland geworven.

17

Hoe wordt geborgd dat EUFOR Althea voldoende capaciteit heeft om de informatie van het HUMINT team te verwerken en te gebruiken als deze capaciteit niet gevraagd was?

Antwoord

Het HUMINT-team is een door Nederland aangeboden capaciteit die past in de doorlopende behoefte van EUFOR Althea. De HUMINT-teams, ook het Nederlandse, worden aangestuurd door het hoofd HUMINT-operaties. Deze is verantwoordelijk voor het verstrekken van de opdracht aan het Nederlandse HUMINT-team en verwerkt vervolgens de geleverde informatie. Opdrachten worden verstrekt op basis van beschikbare verwerkingscapaciteit.

18

Neemt de marinierscompagnie eigen voertuigen mee of worden deze lokaal aangeschaft? Om welk type voertuigen gaat het?

Antwoord

De infanteriecompagnie neemt eigen voertuigen mee. Dit zijn wielervoertuigen (Landrovers, Volkswagens Amarok en Scania vrachtauto’s) en ambulances. Voor deze operatie beschikt de compagnie tevens over circa tien-gepantserde wielvoertuigen van het type Bushmaster.

19

Hoe zien de maatregelen er precies uit om binnen de infanteriecompagnie te streven naar genderdiversiteit? Zijn er op dit moment vrouwen actief binnen de infanteriecompagnieën van het Korps Mariniers? Worden er voor de duur van de missie tijdelijk vrouwen toegevoegd aan de compagnie?

Antwoord

Voor wat betreft genderdiversiteit binnen het Korps Mariniers zijn verschillende acties in gang gezet, waaronder het aanstellen van een vaste functionaris die zich met gender en diversiteit bezighoudt. Ook wordt er gewerkt aan een eenduidige boodschap voor commandanten om bewustwording over gender en diversiteit te verbeteren.

Er zijn geen vrouwelijke mariniers actief en er worden geen vrouwen toegevoegd voor de duur van de operatie. Wel maken vanuit de geneeskundige afvoergroepen vrouwelijke militairen deel uit van de infanteriecompagnie tijdens de operatie. Zij gaan ook mee op (meerdaagse) patrouilles, hetgeen voordelen oplevert bij het contact leggen met de verschillende groepen binnen de lokale bevolking.

20

Welke maatregelen vinden er plaats om te voorkomen dat de uitgezonden Nederlandse militairen geraakt worden door Russische (cyber)spionage?

Antwoord (20 + 76)

De Nederlandse militairen die deelnemen aan EUFOR Althea worden ter voorbereiding op de uitzending bewust gemaakt van de risico’s op het gebied van cyber en spionage. Ter plekke dient EUFOR Althea er zorg voor te dragen dat het personeel juist wordt geïnformeerd over de (lokale) cyber- en spionagedreiging. EUFOR beschikt over inlichtingencapaciteit om de veiligheidssituatie te monitoren. De IT-omgevingen van EUFOR zijn ontworpen en worden beschermd en beheerd door de EU.

21

Heeft EUFOR Althea eigen medische voorzieningen (zowel qua zorg als medevac) los van de Bosnische gezondheidszorg?

Antwoord

EUFOR Althea heeft beperkte eigen medische capaciteiten. Voor eerstelijns (huisartsen)zorg en primaire traumaopvang is een multinationale Medical Treatment Facility (MTF) Role 1 op het kamp aanwezig. Voor tweedelijns zorg zijn afspraken gemaakt met lokale ziekenhuizen in Sarajevo. EUFOR Althea heeft geen eigen MTF Role 2 of 3-capaciteiten.

Vanaf Camp Butmir is medische evacuatie door de lucht mogelijk met een (Oostenrijkse) helikopter. Overdag kan deze binnen dertig minuten opstijgen, ’s avonds en ’s nachts binnen negentig minuten. Medisch personeel op de helikopter bestaat uit een verpleegkundige en een arts. Daarnaast wordt de infanteriecompagnie uitgerust met aanvullende medische capaciteiten om ook voor langere duur zelfvoorzienend te zijn.

22

Wat zou er gebeuren indien de situatie in Bosnië escaleert en er geweldstoepassing nodig is die verder gaat dan zelfverdediging en crowd control? Is er dan eerst aanpassing van het mandaat van de missie nodig? Hoe ziet de procedure hiervoor eruit?

Antwoord (22 + 27 +53)

Er is op dit moment geen sprake van een gewapend conflict in Bosnië en Herzegovina. De primaire taak van EUFOR Althea is om escalatie tussen partijen tegen te gaan. Dit draagt bij aan het beschermen van de burgerbevolking. De rechtsbasis en het uitvoerende mandaat van de operatie zoals bepaald door de Veiligheidsraad en het Verdrag van Dayton is robuust en bieden ruimte om de centrale autoriteiten te ondersteunen bij het waarborgen van de veiligheid en stabiliteit in het land door te kunnen reageren op incidenten en escalatie. Een eventuele verruiming van de geweldsinstructie zou het daartoe geëigende proces voor het genereren van Rules of Engagement binnen de Europese Unie vergen.

23

Geldt het mandaat voor zelfverdediging ook voor ondersteuning van andere eenheden in de missie? Met andere woorden, kan bijvoorbeeld het Nederlandse HUMINT team ook door een infanteriecompagnie van een ander land verdedigd worden met een beroep op zelfverdediging?

Antwoord

Ja, het mandaat voor zelfverdediging geldt binnen de gehele missie.

24

Zijn er afspraken gemaakt dat na het jaar van de Nederlandse inzet een ander land het overneemt?

Antwoord

Ja, hierover zijn afspraken gemaakt in het kader van het reguliere force generation-proces.

25

Wat betekent het voor de missie als de VN-resolutie (2658/2022) door bijvoorbeeld een Russisch veto niet vernieuwd wordt?

Antwoord

Zie antwoord vraag 6.

26

Kunt u een appreciatie geven van het gebruik door de Hoge Vertegenwoordiger van zijn bevoegdheden om na de verkiezingen van 2022 de Grondwet en kieswet aan te passen?

Antwoord

Op 2 oktober 2022 vonden er verkiezingen plaats in Bosnië en Herzegovina. Direct na het sluiten van de stembussen en voorafgaand aan de bekendmaking van de uitslag, heeft de HV door middel van het gebruik van zijn «Bonn-Powers» de Grondwet van de Federatie van Bosnië en Herzegovina en de kieswet van Bosnië en Herzegovina aangepast. Het Constitutioneel Hof van Bosnië en Herzegovina heeft op 24 maart 2023 geoordeeld dat de ingreep niet in strijd met de Grondwet van het land was en viel binnen het mandaat van de HV. Het kabinet heeft het deel van de ingreep dat als doel had de politieke functionaliteit van de Federatie te vergroten, ondersteund. Het kabinet heeft daarbij de zorg geuit dat de interventies de al bestaande etnische scheidslijnen in het Bosnische politieke systeem verder zouden kunnen versterken. Dit standpunt is met de HV gedeeld.

27

Wat zijn de mogelijkheden binnen het mandaat van EUFOR Althea om de burgerbevolking te beschermen indien de situatie in Bosnië en Hercegovina verder gewelddadig lijkt te escaleren? Wat zijn de mogelijkheden om op korte termijn het mandaat aan te passen mocht er een gewelddadige escalatie plaatsvinden?

Antwoord

Zie antwoord vraag 22.

28

Wat is de invloed van de Hoge Vertegenwoordiger op EUFOR?

Antwoord

Zie antwoord vraag 8.

29

Hoe ziet de Hoge Vertegenwoordiger er op dit moment op toe dat de vrede wordt bewaakt en oplopende spanningen worden gesmoord? Is hij hierin volledig onpartijdig?

Antwoord

De rol van de HV is om toe te zien op de implementatie van de civiele aspecten uit het Verdrag van Dayton. De HV zet zich daarnaast in om een bijdrage te leveren aan de versterking van de rechtsstaat in Bosnië en Herzegovina. Hij opereert daarbij in een omgeving waarbij Bosnische politici een gebrek aan bereidheid tonen om met elkaar samen te werken en compromissen te sluiten. Het kabinet acht het van belang dat de HV zijn mandaat op onafhankelijke wijze uitvoert.

30

Kan de centrale regering van Bosnië en Herzegovina besluiten dat de EUFOR Althea troepen het land moeten verlaten?

Antwoord

Nee. De rechtsgrond voor de aanwezigheid van EUFOR Althea-troepen in Bosnië en Herzegovina is VN-Veiligheidsraad-resolutie 2658 (2022). Derhalve kan alleen de VNVR besluiten tot beëindiging van de operatie, bijvoorbeeld door het mandaat niet te verlengen.

31

Hoe is de verhouding tussen EUFOR Althea en de nationale troepen? Zijn er andere milities actief?

Antwoord (31 + 44)

De strijdkrachten van Bosnië en Herzegovina zijn primair verantwoordelijk voor het bewaken van de nationale veiligheid. EUFOR Althea kan hierbij ondersteunen indien nodig. Daarnaast vinden er gecombineerde oefeningen en trainingen plaats tussen de Bosnische strijdkrachten en EUFOR. Er is op dit moment geen informatie bekend over actieve milities in Bosnië en Herzegovina.

32

Hoe heeft de relatie tussen president Dodik en president Poetin zich ontwikkeld de afgelopen jaren? In welke mate en op welke wijze heeft de oorlog in Oekraïne de relatie tussen de twee presidenten beïnvloed?

Antwoord

President Dodik onderhoudt al langere tijd nauwe banden met president Poetin. President Dodik kende begin 2023 een eremedaille toe aan president Poetin. Sinds de start van de Russische invasie in Oekraïne is Dodik meermaals op bezoek geweest bij Poetin. Het meest recente bezoek van Dodik aan Moskou vond plaats op 23 mei 2023, waarbij onder meer over geïntensiveerde handelsbetrekkingen werd gesproken.

33

Met de Nederlandse militaire inzet aan EUFOR Althea in Bosnië en Herzegovina levert Nederland een «bescheiden doch betekenisvolle bijdrage» aan politieke en sociale stabiliteit en vreedzame co-existentie, hoe verhoudt de Nederlandse inbreng van mankrachten en financiële ondersteuning zich ten opzichte van onze bondgenoten in de Europese Unie (EU) en de NAVO?

Antwoord

Met de militaire bijdrage van maximaal 164 militairen aan EUFOR Althea levert Nederland vanaf oktober 2023 ongeveer vijftien procent van het totale aantal militairen (duizend militairen) van EUFOR Althea en een kwart van het multinationaal bataljon (vijfhonderd militairen). Hongarije, Italië en Turkije dragen gelijktijdig met Nederland met een infanteriecompagnie bij aan het multinationaal bataljon. Zoals ook aangegeven in het antwoord op vraag 14 doet het kabinet verder geen uitspraken over de precieze operationele capaciteiten of overwegingen van andere landen om deel te nemen aan EUFOR Althea.

De financiële bijdrage van Nederland aan de gemeenschappelijke kosten van EUFOR Althea loopt via de Europese Vredesfaciliteit (EPF). Nederland draagt hier, op basis van een Bruto Nationaal Inkomen-verdeelsleutel, met 5,9 procent aan bij.

34

Uit welke overheidsinstellingen heeft de Republika Srbska zich in 2021–2022 ten dele teruggetrokken?

Antwoord

Vertegenwoordigers van de Republika Srpska hebben in de genoemde periode afgezien van actieve deelname aan besluitvorming in staatsinstellingen als de regering en het parlement. Zij waren afwezig, of onthielden zich van stemming.

35

Hoe gaat EUFOR Althea concreet bijdragen aan meer stabiliteit en veiligheid in Bosnië-Herzegovina? Welke rol speelt de Nederlandse missie hierin? Hoe kan EUFOR Althea bijvoorbeeld bijdragen aan een terugkeer van de Republika Srbska in de overheidsinstellingen?

Antwoord

EUFOR is gemandateerd om de militaire aspecten van het Verdrag van Dayton te helpen implementeren, met als concreet doel de veiligheid in Bosnië en Herzegovina te waarborgen en de capaciteit van de Bosnië en Herzegovina-strijdkrachten te bevorderen. Door middel van onder andere training en oefening (non-executief) en via de mogelijkheid tot (executieve) inzet van het multinationaal bataljon, waar Nederland deel van uit zal maken, poogt EUFOR Althea bij te dragen aan de stabiliteit en veiligheid in Bosnië en Herzegovina.

EUFOR Althea heeft geen directe rol in de terugkeer van de Republika Srpska in de overheidsinstellingen aangezien dit civiel optreden betreft en EUFOR Althea toeziet op de militaire implementatie van het Verdrag van Dayton. Met de deelname van de SNSD (de partij van Milorad Dodik) aan de in januari 2023 gestarte regering op staatsniveau, zijn de Bosnische Serviërs ten dele weer teruggekeerd naar de centrale staatsinstellingen. Een aantal wetten waarmee de Republika Srpska tussen eind 2021 en voorjaar 2022 aankondigde bevoegdheden van de staatsinstellingen over te willen nemen, is nog wel in parlementaire procedure in de Republika Srpska.

36

Welk mandaat heeft EUFOR Althea om (pogingen tot) afscheiding van de Republika Srbka tegen te gaan? Welk mandaat heeft EUFOR Althea om schendingen van het Verdrag van Dayton tegen te gaan? Heeft EUFOR Althea bijvoorbeeld het mandaat om leden van het politieke leiderschap te arresteren in het geval van (pogingen tot) afscheiding of ter implementatie van de Bonn Powers van de Hoge Vertegenwoordiger?

Antwoord

Mocht er sprake zijn van illegale afscheiding van een gedeelte van het land door een van de partijen van het Verdrag van Dayton, dan stelt het mandaat van de VNVR dat EUFOR Althea de implementatie van dit verdrag – en dus het voorkomen van een eventuele illegale afscheiding – militair dient te ondersteunen. Waar civiel optreden door middel van bijvoorbeeld een interventie van de HV niet afdoende is om een dergelijk scenario tegen te gaan of wanneer de krijgsmacht van Bosnië en Herzegovina dit niet eigenstandig kan, kan de Commandant van EUFOR Althea besluiten troepen in te zetten om de implementatie van het Verdrag van Dayton te handhaven.

37

De krijgsmacht van Bosnië en Herzegovina is bij een escalatie niet in staat zichzelf te verdedigen en leunt op de internationale gemeenschap voor veiligheidsgaranties, is de EUFOR Althea missie in staat om, in het geval van een escalatie, de stabiliteit in het land te bewaren? Hoe zou reactie van EUFOR Althea er in zo’n geval uitzien?

Antwoord

Zoals gesteld in het antwoord op vraag 22 en 27 heeft EUFOR Althea een mandaat dat voldoende is om te kunnen optreden in geval van escalatie. In geval van escalatie kan het multinationaal bataljon de-escalerend optreden en bijvoorbeeld force protection leveren (bewaken en beveiligen). Op verzoek van de commandant van EUFOR Althea kunnen reserve-eenheden worden geactiveerd door de operationeel commandant gevestigd bij het militaire hoofdkwartier van de NAVO.

38

Wat wordt er precies bedoeld met de term «historisch revisionisme»?

Antwoord

Diverse politieke leiders in Bosnië en Herzegovina geven regelmatig een eigen beeld van de geschiedschrijving, met name met betrekking tot de gebeurtenissen tijdens de burgeroorlog in de jaren negentig. De ontkenning van de genocide in Srebrenica is daar het meest duidelijke voorbeeld van.

39

Wat is de rol van de Hoge Vertegenwoordiger in het tegengaan van de benoemde etnische scheidslijnen waar haat zaaien, genocide-ontkenning en historisch revisionisme op dit moment met regelmaat voorkomen?

Antwoord

De rol van de HV is toe te zien op de implementatie van de civiele aspecten uit het Dayton-verdrag. Hij kan zich in zijn rol uitspreken tegen haatzaaien, genocide-ontkenning en historisch revisionisme. De zogeheten Bonn Powers stellen hem in staat eenzijdig voor Bosnische autoriteiten bindende besluiten te nemen en Bosnische functionarissen die het Dayton-verdrag schenden, te ontslaan. Zo gebruikte de HV twee jaar geleden deze Bonn Powers om genocideontkenning en verheerlijking van oorlogsmisdadigers strafbaar te stellen.

40

Welke zes kleinere partijen nemen deel aan de coalitie?

Antwoord

De hoofdmoot van de coalitie wordt gevormd door de Kroatische HDZ BiH, de Servische SNSD en een «Trojka-groep» van drie partijen, bestaande uit de SDP-partij (voornamelijk Bosniaks), de Nasa Stranka (multi-etnisch) en NiP (Bosniaks). Daarnaast levert DNS, een partner van de SNSD, een Minister. HDZ en de Trojka worden tevens ondersteund door partnerpartijen, zonder Minister.

41

Wat zijn de gevolgen van het aanpassen van de kieswet en Grondwet door Hoge Vertegenwoordiger Schmidt?

Antwoord

Door de ingreep van de HV op 2 oktober 2022 zijn er in de Federatie van Bosnië en Herzegovina deadlines en mechanismes in het wetgevings- en formatieproces geïntroduceerd, waarmee de HV blokkades in deze processen tracht te voorkomen. Met zijn ingreep heeft de HV tevens wijzigingen aangebracht in de wijze waarop kantons in de Federatie leden kunnen afvaardigen voor het parlement van de Federatie. Het kabinet acht het zorgelijk dat door deze ingreep daarmee de etnische scheidslijnen in het Bosnische politieke systeem verder zijn verstevigd.

42

Kan worden gespecificeerd wat de militaire aspecten zijn van het Dayton akkoord waar EUFOR Althea op toeziet?

Antwoord

In bijlage 1A van het Dayton vredesakkoord (1995) staan de militaire aspecten omschreven. Hierin staat dat de ondertekenaars (de Republiek van Bosnië en Herzegovina, Federatie van Bosnië en Herzegovina en Republika Srpska) de volgende zaken overeenkomen: a) staakt-het-vuren en wapenstilstand, b) verlenen van toestemming aan de NAVO Implementation Force (voorloper van EUFOR Althea) en c) naleving van afspraken over wapenbeheersing. Voornaamste doel was het voorkomen van het uitbreken van nieuwe vijandelijkheden en het creëren van een safe and secure environment waar IFOR – en later EUFOR Althea – op toezien.

43

Kan worden gespecificeerd op welke manier de NAVO Stabilization Force tot nu toe heeft bijgedragen aan de stabilisatie van Bosnië en Herzegovina?

Antwoord

De NAVO Stabilization Force in Bosnia and Herzegovina (SFOR) is in december 2004 beëindigd. EUFOR Althea volgde deze operatie op, zoals vastgelegd in VNVR-resolutie 1575.

44

Kan worden aangegeven op welke manier EUFOR Althea samenwerkt met de strijdkrachten van Bosnië en Herzegovina?

Antwoord

Zie antwoord vraag 31.

45

Levert Rusland munitie, wapens of (onderdelen van) wapensystemen aan groepen of entiteiten in Bosnië en Herzegovina?

Antwoord

Het militair materieel van de Bosnische krijgsmacht bestaat in grote mate uit verouderd materieel van westerse makelij dat kort na de oprichting in 2004 is gedoneerd door de Verenigde Staten en Arabische landen. Rusland heeft geen (onderdelen van) wapensystemen aan de Bosnische krijgsmacht geleverd.

Rusland heeft wel steun geleverd aan de Bosnisch-Servische politie. Zo leverde Rusland in 2018 drie Kazan Ansat-helikopters aan de Bosnisch-Servische politie. Daarnaast heeft Rusland in 2018 een training verzorgd voor de Bosnisch-Servische politie ten behoeve van gebruik van 2500 automatische geweren, geleverd door Servië.

46

Wat hebben de MATRA-projecten in Bosnië en Herzegovina tot op heden aan verbeteringen en hervormingen opgeleverd? Kunt u enkele concrete en verifieerbare resultaten benoemen?

Antwoord

MATRA-projecten hebben in algemene zin bijgedragen aan het begrip van en respect voor de rechtstaat en mensenrechten in Bosnië en Herzegovina. Trainingen aan onder meer journalisten en rechters door de rechtbank in Amsterdam zijn voorbeelden van projecten met een positieve weerslag. De Nederlandse inzet heeft daarnaast onder meer als effect dat mensenrechtenverdedigers hun onderlinge netwerk uitbreiden en verstevigen. Dat stelt hen in staat zich effectiever te positioneren richting de Bosnische overheid.

47

Welk bedrag heeft Nederland tot op heden besteed aan de ontwikkeling van Bosnië en Herzegovina in het kader van hulpprojecten zoals het MATRA programma?

Antwoord

Nederland heeft Bosnië en Herzegovina sinds 1995 op diverse wijzen financieel ondersteund. Tussen 1995 en 2018 is in het kader van ontwikkelingssamenwerking circa 600 miljoen euro besteed. MATRA-projecten in het land zijn vanaf 2018 gestart. Op dit moment is het voor Bosnië en Herzegovina beschikbare MATRA-budget 670.000 euro. Daarnaast zijn er middelen voor regio brede MATRA-projecten en middelen uit het stabiliteitsfonds en mensenrechtenfonds beschikbaar voor projecten in Bosnië en Herzegovina.

48

Waarom wordt de Bosnische krijgsmacht geplaagd door financiële en materiële tekorten, verouderde wapensystemen, gebrekkige voorzieningen en personele leegloop? Waarom is hier vanuit de EU geen financiële hulp voor beschikbaar, zoals deze wel aan Oekraïne wordt gegeven?

Antwoord

De EU draagt financieel bij aan de versterking van de krijgsmacht van Bosnië en Herzegovina. In de afgelopen jaren is via de Europese Vredesfaciliteit (EPF) circa 20 miljoen euro aan non-lethale steun verleend, ten behoeve van onder andere (medische) transportcapaciteit en ontmijning.

Ook de NAVO ondersteunt de Bosnische krijgsmacht via het Defense Capacity Building-pakket voor Bosnië en Herzegovina. Dit pakket is in samenwerking met Bosnië en Herzegovina uitgewerkt en is in 2023 geïntensiveerd als onderdeel van de additional tailored support measures in het partnerschap met de NAVO. Door training en materiële steun helpt de NAVO de Bosnische weerbaarheid tegen veiligheidsuitdagingen te versterken.

Modernisering van de krijgsmacht wordt, naast het gebrek aan financiële middelen, bemoeilijkt door de verlamming van de politiek op het niveau van de centrale staat en de politieke weerstand van voornamelijk de Republika Srpska. Zie ook het antwoord op vraag 2.

Bosnië en Herzegovina is, anders dan Oekraïne, niet het slachtoffer van militaire agressie door een buurland. Dit verklaart in belangrijke mate het verschil in financiële bijstand door de EU.

49

Op welke manieren trachten Rusland en China hun invloed in Bosnië en Herzegovina nu al te gebruiken en te vergroten?

Antwoord

Rusland probeert zijn grip op de Republika Srpska te handhaven en te verstevigen door zich op te werpen als verdediger van Bosnisch-Servische belangen. De politieke en diplomatieke banden tussen Rusland en de Republika Srpska zijn innig. Daarnaast bindt Rusland de Republika Srpska aan zich door het sluiten van energiecontracten en aansluiting op Russische gaspijpleidingen. Daardoor wordt de Bosnisch-Servische afhankelijkheid van Rusland vergroot. Daarnaast blokkeert de Republika Srpska de overname van EU-sancties tegen Rusland.

China werkt aan het vergroten van zijn invloed in Bosnië en Herzegovina. Chinese bedrijven zijn vooral actief in de energiesector en infrastructuur, en pogen een grotere rol te spelen in de digitale infrastructuur van Bosnië en Herzegovina. De Chinese invloed is met name aanwezig in de Republika Srpska. China vormt daar een interessante alternatieve bron van investeringen. President Dodik heeft meerdere malen zijn steun uitgesproken voor China. Republika Srpska blokkeerde bijvoorbeeld verklaringen van Bosnië en Herzegovina over de behandeling van Oeigoeren in Xinjiang.

50

Welke invloed heeft het conflict tussen Rusland en Oekraïne op de veiligheid van de missie?

Antwoord

De oorlog in Oekraïne heeft geen directe invloed op de veiligheid van EUFOR Althea. Wel heeft de Russische aanval op Oekraïne de binnenlandse tegenstellingen in Bosnië en Herzegovina verder doen toenemen. Daarom is in februari 2022 de Intermediate Reserve Force geactiveerd. Ook lijkt na de Russische inval in Oekraïne de competitie tussen geopolitieke spelers verder te zijn toegenomen. Terwijl de Europese Unie, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten de stabiliteit van de Westelijke Balkan hoger op de agenda hebben geplaatst, probeert Rusland de Balkan-landen binnen de eigen invloedsfeer te trekken. Een van de instrumenten van Rusland in de strijd om politieke invloed in Bosnië en Herzegovina is een desinformatiecampagne ter ondersteuning van het Russische narratief ten aanzien van de oorlog in Oekraïne.

51

Verwacht u dat de VN-resolutie die de rechtsbasis vormt voor EUFOR Althea ook de komende jaren zonder problemen verlengd zal worden, of neemt het risico toe dat er een blokkade wordt opgeworpen door Rusland? Zo ja, wat is in een dergelijk scenario dan het plan?

Antwoord

Zie antwoord vraag 6.

52

Uit hoeveel militairen bestaat EUFOR? Is dit «ongeveer 1000» of de eerder genoemde 1200?

Antwoord

EUFOR Althea bestaat uit ongeveer duizend militairen. Het precieze aantal militairen kan fluctueren aan de hand van de vulling. Op dit moment is EUFOR Althea voor ruim 90% gevuld.

Het kabinet maakt tevens van de gelegenheid gebruik om te corrigeren dat in de artikel 100-brief per abuis stond dat het multinationaal bataljon, dat onderdeel is van EUFOR Althea, uit duizend militairen bestaat. Dit moet echter vijfhonderd militairen zijn.

53

Is het mandaat van operatie EUFOR Althea toereikend in het geval van een nationale of internationale escalatie? Indien nee, wat moet er veranderen om EUFOR Althea wel toereikend te maken?

Antwoord

Zie antwoord vraag 22.

54

Kunnen er voorbeelden worden gegeven op wat voor incidenten er op welke manier kan worden gereageerd door EUFOR Althea? En waar het mandaat in principe ophoudt?

Antwoord

Het kabinet acht het niet wenselijk om te speculeren over voorbeelden van incidenten waarop EUFOR Althea kan worden ingezet. De infanteriecompagnie is opgeleid en getraind om te kunnen reageren op incidenten. Voorbeelden van taken zijn het zorgdragen voor force protection van EUFOR, optreden als Quick Reaction Force en het ondersteunen van gecombineerde trainingen met de strijdkrachten van Bosnië en Herzegovina. Het mandaat is robuust genoeg om op te kunnen treden.

55

Wat kan worden verstaan onder destabiliserende actoren?

Antwoord

Met destabiliserende actoren wordt verwezen naar personen, partijen of organisaties die het Dayton vredesakkoord ondermijnen.

56

Wordt in de strategic review ook gekeken naar het functioneren van de Hoge Vertegenwoordiger? Zo nee, op welke andere manier wordt zijn functioneren geëvalueerd?

Antwoord

De positie van de HV is niet verbonden aan EUFOR Althea en zodoende wordt het functioneren van de HV niet meegenomen in de Strategic Review. De HV rapporteert periodiek aan de VN-Veiligheidsraad, aan de EU en aan geïnteresseerde overheden en partijen. De Steering Board van de Peace Implementation Council (PIC), welke politiek advies geeft aan de HV, komt op het niveau van hoofden van diplomatieke missies tweewekelijkse basis in Sarajevo bijeen. Daarnaast komt de voltallige PIC twee keer per jaar op hoofdstedenniveau in Sarajevo bijeen. Dit zijn momenten waarop landen standpunten over het werk van de HV met de HV kunnen delen.

57

Houdt Nederland naast de inzet van een infanteriecompagnie ter plekke ook militairen paraat als reserve-eenheden voor de Intermediate Reserve Force (IRF) en de Strategic Reserve Force (SRF)?

Antwoord

Nee.

58

Wat is de reden geweest dat België een tijd geen militaire bijdrage leverde aan EUFOR Althea? Klopt het dat de Belgen sinds kort wel weer een bijdrage leveren? Hoe omvangrijk is deze bijdrage?

Antwoord

België draagt sinds kort weer bij aan EUFOR Althea. Het kabinet doet geen uitspraken over de operationele capaciteiten of overwegingen van andere landen om deel te nemen aan EUFOR Althea.

59

Welke personen vertegenwoordigen Nederland in het Politiek en Veiligheidscomité dat de strategische leiding heeft over de missie?

Antwoord

Ambassadeur Roger van Laak is de Nederlandse vertegenwoordiger in het Politiek en Veiligheidscomité (PSC) van de Europese Unie.

60

Kunt u iets concreter aangeven wanneer u de Strategic Review van EUFOR Althea verwacht in 2023? Kan de Kamer van de belangrijkste bevindingen op de hoogte worden gebracht?

Antwoord

De Strategic Review van EUFOR Althea wordt naar verwachting eind juni 2023 geagendeerd in het PSC. Indien de Strategic Review daartoe aanleiding geeft, zal uw Kamer worden geïnformeerd.

61

Op welke manier kunnen de 1100 militairen van de IRF en de SRF worden ingezet? In welke landen bevinden deze 1100 militairen zich? Waar bevindt de Tactische Reserve zich en hoeveel militairen heeft deze?

Antwoord

De IRF en de SRF zijn reserve-eenheden en kunnen worden ingezet naar gelang de behoefte om de operatie te ondersteunen. Afhankelijk van welk land deelneemt, bevinden zich daar ook de eenheden («out of theatre-forces»). Zie ook het antwoord op vraag 14.

62

Welke bevoegdheden hebben de Force Commander van EUFOR en de Hoge Vertegenwoordiger ten opzichte van elkaar? Welke rol spelen hierin de Europese Raad en de PSC?

Antwoord

De Force Commander van EUFOR Althea ziet toe op implementatie van de militaire aspecten het Verdrag van Dayton, via ondersteuning van de centrale autoriteiten in Bosnië en Herzegovina en versterking van de krijgsmacht van Bosnië en Herzegovina via training en oefening.

De HV ziet op diens beurt toe op de implementatie van de civiele aspecten van het Verdrag van Dayton. Daarvoor onderhoudt de HV contacten met relevante partijen binnen Bosnië en Herzegovina. Tevens beschikt hij over de Bonn Powers, die hem in staat stellen eenzijdig voor Bosnische autoriteiten bindende besluiten te nemen en Bosnische functionarissen te ontslaan die het Verdrag van Dayton schenden.

De verschillende bevoegdheden van de Force Commander van EUFOR en de HV versterken de implementatie van het Verdrag van Dayton. Daarbij moet nadrukkelijk worden opgemerkt dat de HV geen opdracht kan verlenen aan de Force Commander van EUFOR Althea. De militaire aansturing van de operatie geschiedt vanuit het militaire NAVO-hoofdkwartier. Wel is er nauw contact tussen de HV en de Force Commander om ontwikkelingen te bespreken. Het PSC en de Raad Buitenlandse Zaken geven politieke richting aan EUFOR Althea en het bredere Europese beleid aangaande Bosnië en Herzegovina.

63

Kunt u toelichten hoe groot het politieke en maatschappelijke draagvlak in Bosnië en Herzegovina is voor de missie?

Antwoord (63 + 87 + 88)

In algemene zin is de analyse dat de bijdrage die EUFOR Althea levert aan de vrede en stabiliteit in Bosnië en Herzegovina onder de Bosnische bevolking en autoriteiten wordt gewaardeerd. Onder andere de huidige Minister van Buitenlandse Zaken, Elmedin Konaković, heeft de Nederlandse ambassadeur in Bosnië en Herzegovina in een persoonlijk gesprek bedankt voor de aangekondigde Nederlandse bijdrage aan EUFOR Althea. Ook vanuit de operatie zelf is de aangekondigde Nederlandse bijdrage verwelkomd. Het kabinet is niet bekend met cijfers over de waardering van EUFOR Althea onder de bevolking van Bosnië en Herzegovina.

64

Beschikte EUFOR Althea al over HUMINT voor het Nederlandse aanbod? Op welke manier werd deze capaciteit tot nu toe ingevuld?

Antwoord

Ja, EUFOR Althea beschikte al over HUMINT voor het Nederlandse aanbod. Tot nu toe werd deze capaciteit door andere landen ingevuld.

65

Krijgt de NAVO een vergoeding van de EU voor het feit dat EUFOR Althea gebruikt maakt van militaire middelen van de NAVO? Deelt de NAVO ook inlichtingen met EUFOR Althea en andersom?

Antwoord

De EU betaalt NAVO geen directe vergoeding voor het gebruik van faciliteiten en militaire middelen, maar voldoet eventuele kosten direct aan betrokken lokale partijen, zoals aan energieleveranciers. Andere kosten, zoals voor schoonmaak, worden gedeeld. De details hiervan zijn vastgelegd in een overeenkomst tussen de EU en NAVO en maken deel uit van de zogenaamde Berlijn Plus-afspraken uit 2003 die bepalen dat NAVO faciliteiten zonder vergoeding ter beschikking stelt, tenzij met het gebruik ervan door een andere partij sterk oplopende kosten gemoeid zijn.

Diezelfde Berlijn Plus-afspraken maken het tevens mogelijk om inlichtingen uit te wisselen.

66

Constaterende dat de brief als voornaamste reden voor de Nederlandse deelname aan de missie noemt om de vrede en stabiliteit te waarborgen op de Westelijke Balkan en de Nederlandse ambities om bij te dragen aan civiele en militaire EU-missies, wat zijn naast de bovengenoemde redenen andere zwaarwegende belangen of beweegredenen om te participeren?

Antwoord

Naast het bevorderen van vrede en stabiliteit op de Westelijke Balkan en het leveren van een substantiële bijdrage aan EU-missies wil het kabinet met deze bijdrage inzetten op intensievere samenwerking met en ondersteuning van landen op de Westelijke Balkan. Hieronder valt ook het tegengaan van Russische invloeden in de regio. De geografische nabijheid van de Westelijke Balkan en de kandidaat-lidmaatschapsstatus van Bosnië en Herzegovina maken dat er directe veiligheidsbelangen voor Nederland zijn.

67

Sluit het kabinet uit dat Nederlandse troepen ook na 2025 gestationeerd blijven in Bosnië en Herzegovina bij een eventuele verlenging van EUFOR Althea?

Antwoord

Nee, het kabinet sluit dat niet uit. Uw Kamer wordt hier in dat geval over geïnformeerd.

68

Kunt u de rol van de NAVO in deze operatie toelichten?

Antwoord

De rol van de NAVO in EUFOR Althea is cruciaal. Zo verzorgt de NAVO operationele ondersteuning van EUFOR Althea onder de zogenaamde Berlijn Plus-constructie. Deze constructie maakt een aantal belangrijke zaken mogelijk, zoals: logistieke ondersteuning, informatiedeling, samenwerking op onder andere het geven van training en oefenen, kennisuitwisseling en de beschikbaarheid over en de toegang tot reserve-eenheden, onder andere vanuit de NAVO-geleide operatie KFOR. Voorts verloopt de militaire aansturing van EUFOR via de operationeel commandant in het militaire NAVO-hoofdkwartier.

69

Hoe ziet het nationaal ondersteuningselement eruit dat door Nederland wordt opgezet? Wat maakt het opzetten van een nationaal ondersteuningselement noodzakelijk als ook gebruikt gemaakt kan worden van bestaande legering?

Antwoord

Het nationaal ondersteuningselement (national support element, NSE) heeft als doel de eenheid te ondersteunen op het gebied van voertuigonderhoud, goederenbeheer, opslag (wapens, munitie, reservedelen) en diverse andere zaken zoals postvoorziening, personeelszorg, administratie en medische zorg. De legering wordt verzorgd door EUFOR Althea, hier speelt het NSE geen rol in.

70

Waarom vallen de werkzaamheden van het genietaakteam buiten de reikwijdte van de artikel 100-procedure?

Antwoord

Zie antwoord vraag 15.

71

Hoe is de beslissing tot stand gekomen om de Nederlandse infanteriecompagnie deel uit te laten maken van een multinationaal bataljon met een relatief klein aantal landen?

Antwoord

De voornaamste reden voor Nederland bij te dragen aan EUFOR Althea is het bevorderen van vrede en stabiliteit op de Westelijke Balkan. Het kabinet heeft zich ten doel gesteld dat Nederland binnen de EU zal inzetten op intensievere samenwerking met en ondersteuning van landen op de Westelijke Balkan. Bovendien heeft Nederland in het kader van een sterk Europees veiligheid- en defensiebeleid de ambitie een evenredige bijdrage te leveren aan civiele en militaire EU-missies en -operaties. De Nederlandse inzet in EUFOR Althea draagt daaraan bij.

Deze overwegingen vormde aanleiding voor het kabinet om zich te oriënteren op een mogelijke militaire bijdrage aan EUFOR Althea. In het onderzoek naar de wenselijkheid en haalbaarheid van deze bijdrage is gekeken naar de behoefte van de operatie en vervolgens naar de beschikbaarheid van Nederlandse eenheden. EUFOR is verantwoordelijk voor de indeling en vulling van eenheden in de operatie, zoals het multinationaal bataljon. Binnen dit bataljon was een infanteriecompagnie vacant. Het kabinet heeft besloten deze te leveren.

72

Op welke manier kan het multinationaal bataljon ingezet worden bij het uitvoeren van Crowd & Riot Control? Geldt dat bijvoorbeeld ook voor haatdragende manifestaties met genocide-ontkenning? Of alleen wanneer deze ontaarden in fysiek geweld?

Antwoord

Het multinationaal bataljon kan voor Crowd and Riot Control worden ingezet indien de lokale autoriteiten hier niet toe in staat zijn of als de commandant hiertoe beslist. Tot nu toe is het multinationaal bataljon nog niet ingezet voor Crowd and Riot Control.

73

Hoe ziet de geweldsinstructie er precies uit?

Antwoord (73 + 75)

De geweldsinstructie, die voor de hele operatie geldt, biedt voldoende mogelijkheden om invulling te geven aan het mandaat van de operatie vanuit de VN-Veiligheidsraad en het Verdrag van Dayton. Wegens de rubricering van de geweldsinstructies kan het kabinet niet verder in detail treden.

74

Waarover gaan de aanvullende training en instructie over gendergerelateerde aspecten relevant voor deze bijdrage?

Antwoord

De aanvullende training en instructie over gender gerelateerde aspecten zal plaatsvinden gedurende de missie voorbereiding van de infanteriecompagnie tijdens de laatste twee weken van augustus. Het curriculum wordt op dit moment nog samengesteld, onder andere in samenspraak met de gender adviseur van Commandant EUFOR Althea. Aangezien het contact leggen met verschillende bevolkingsgroepen een onderdeel is van de taakstelling zal de infanteriecompagnie in ieder geval voorbereid worden op de gender gerelateerde rollen, relaties, normen en waarden die kunnen verschillen voor mannen, vrouwen, jongens en meisjes in het missiegebied.

75

De geweldsinstructie die de Nederlandse eenheden meekrijgen wordt als robuust omschreven, wat houdt dit precies in?

Antwoord

Zie antwoord vraag 73.

76

Op welke manier worden de spionageactiviteiten van Rusland en China tegengegaan?

Antwoord

Zie antwoord vraag 20.

77

Welke binnenlandse veiligheidsdreigingen in Bosnië en Herzegovina zijn er voor de Nederlandse militairen (naast de internationale statelijke actoren)?

Antwoord

Er is geen specifieke binnenlandse veiligheidsdreiging voor Nederlandse militairen. Wel kunnen zij worden geconfronteerd met civiele onrust in de vorm van betogingen, demonstraties en criminaliteit. De dreiging die hiervan uitgaat is laag tot matig. Daarnaast zijn er in het land nog grote aantallen klein kaliber wapens in omloop, onder andere door het oorlogsverleden en wapensmokkel door criminele organisaties. Meer wapenbezit leidt automatisch tot een groter risico om met wapengebruik in aanraking te komen.

78

Hoe vaak werden de militairen van EUFOR Althea tot nu toe ingezet voor Crowd & Riot Control incidenten in Bosnië en Herzegovina?

Antwoord

De militairen van EUFOR Althea zijn tot nu toe nog niet ingezet ten behoeve van Crowd and Riot Control.

79

Waarom worden de eenheden van het Korps Mariniers voornamelijk ingezet voor Crowd & Riot Control en waarom wordt het uitvoeren van politietaken bij hen neergelegd?

Antwoord

Eenheden van het Korps Mariniers worden niet voornamelijk ingezet voor Crowd and Riot Control. Crowd and Riot Control is één van de taken die de infanteriecompagnie uit moet kunnen voeren. Andere taken zijn bijvoorbeeld het zorgdragen voor force protection van EUFOR, optreden als Quick Reaction Force en het ondersteunen van gecombineerde trainingen met de strijdkrachten van Bosnië en Herzegovina. Hiertoe wordt de eenheid specifiek opgeleid. Crowd and Riot Control biedt de mogelijkheid om de-escalerend op te treden indien lokale autoriteiten hier niet meer toe in staat zijn.

80

In hoeverre en op welke wijze gaat u bij de exit-strategie rekening houden met de veiligheid van Bosniërs die direct en indirect waren betrokken bij de missie?

Antwoord

Indachtig de geleerde lessen van de internationale en Nederlandse inzet in Afghanistan, wordt rekening gehouden met verschillende scenario’s voor beëindiging van de internationale inzet in EUFOR Althea. Met inachtneming van de motie van het lid Belhaj (D66) c.s. over de kaders voor toekomstige inzet van lokaal personeel informeerde het kabinet uw Kamer op 15 mei jl. (Kamerstuk 36 200 X, nr. 85) (Kamerstuk 35 925 X, nr. 29) over de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de werkgeversverantwoordelijkheid die het kabinet neemt jegens lokaal personeel in onder andere civiele en militaire missies en operaties.

81

Op welke manier zal de monitoring van de kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren met de Kamer worden gedeeld?

Antwoord

Uw Kamer wordt schriftelijk geïnformeerd over de voortgang van EUFOR Althea en de bijdrage die Nederland aan deze operatie levert. Dat gebeurt via de reguliere verantwoordingscyclus of wanneer daar (eerder) aanleiding toe bestaat.

82

Welke hybride dreigingen vanuit Rusland spelen in Bosnië en Herzegovina?

Antwoord

Zoals onder meer gesteld in het antwoord op vraag 49 zijn de politieke en diplomatieke banden tussen Rusland en de Republika Srpska innig en bindt Rusland de Republika Srpska verder aan zich door het sluiten van lucratieve energiecontracten. De Russische (en Servische) invloed is dan ook met name aanwezig in de Republika Srpska. Ook herbergt de Republika Srpska een aantal ultranationalistische, en vaak ook extreemrechtse, groeperingen die banden onderhouden met Rusland en door Rusland financieel worden ondersteund.

Naar inschatting betreft spionage een van de voornaamste hybride dreigingen vanuit Rusland. Rusland is geïnteresseerd in de activiteiten van internationale organisaties, zoals de NAVO en EU en westerse (multilaterale) militaire operaties. Om hier inlichtingen over te vergaren zet Rusland zowel cyberinstrumenten als klassieke inlichtingenmiddelen in.

Verder maakt Rusland in Bosnië en Herzegovina gebruik van een desinformatiecampagne om antiwesters sentiment aan te wakkeren en om het eigen narratief te versterken.

83

Welke hybride dreigingen vanuit China spelen in Bosnië en Herzegovina?

Antwoord

Er is voor zover bekend geen sprake van een gerichte hybride dreiging vanuit China specifiek tegen EUFOR Althea of de Nederlandse bijdrage hieraan. Wel geldt dat China, net als Rusland, geïnteresseerd is in de activiteiten en besluitvorming van internationale organisaties, zoals de NAVO en EU en westerse (multilaterale) militaire operaties. Zie voorts het antwoord op vraag 49.

Daarnaast is het vermeldenswaard dat de Chinese staat wereldwijd een whole of nation-approach hanteert om zijn strategische doelstellingen te verwezenlijken. Dit betekent dat iedere burger, vereniging of bedrijf dient mee te werken met de Chinese inlichtingendiensten als hen dat gevraagd wordt.

84

Houdt EUFOR Althea zich ook bezig met hybride dreigingen?

Antwoord

Hoewel EUFOR Althea zich continu moet verhouden tot een omgeving waarin hybride dreigingen aanwezig zijn, ziet het mandaat van EUFOR Althea niet op (ondersteuning van de) aanpak van hybride dreigingen.

85

Welke eventuele aparte missie houdt zich bezig met hybride dreigingen in Bosnië en Herzegovina?

Antwoord

Naast verschillende individuele landen, ontplooien de OVSE-missie en de EU Delegatie in Bosnië en Herzegovina activiteiten om de autoriteiten van Bosnië en Herzegovina te ondersteunen bij het versterken van de weerbaarheid tegen en de aanpak van hybride dreigingen.

86

Waarop is het statement gebaseerd dat «de bijdrage die EUFOR Althea levert aan de veiligheid en stabiliteit Bosnië en Herzegovina wordt door autoriteiten en bevolking in Bosnië en Herzegovina gewaardeerd»?

Antwoord

Dit is gebaseerd op bilaterale contacten van het kabinet met de Bosnische autoriteiten, contacten met internationale partners en met de leiding van de operatie. Zie voorts het antwoord op vraag 63.

87

Welke cijfers bestaan er over de waardering van EUFOR Althea onder de bevolking van Bosnië en Herzegovina?

Antwoord

Zie antwoord vraag 63.

88

Hoe wordt de missie door de verschillende lokale autoriteiten geapprecieerd?

Antwoord

Zie antwoord vraag 63.

89

Welke risicoanalyse wordt er gemaakt mochten spanningen in Bosnië en Herzegovina opnieuw in een conflict uitlopen en welke risico's bestaan er daarbij voor het Nederlandse personeel van EUFOR Althea?

Antwoord

Er wordt door Defensie voorafgaand aan een uitzending een risicoanalyse gemaakt van de gevaren en risico’s waaraan het personeel kan worden blootgesteld. Hierbij wordt ook gekeken naar het risico op escalatie en de gevolgen daarvan voor de Nederlandse militairen die worden ingezet in EUFOR Althea. Een risico is bijvoorbeeld dat er gewapend conflict uitbreekt. De infanteriecompagnie is opgeleid om in dit geval de taken van EUFOR Althea, zoals het uitvoeren van peace support operations uit te kunnen voeren. In geval van escalatie bieden de rechtsbasis en het mandaat van de operatie voldoende ruimte om invulling te geven aan de taken. Op dit moment wordt de situatie in Bosnië en Herzegovina als relatief stabiel geschat.