Verslag van een schriftelijk overleg over het Toetsingskader Risicoregelingen Rijksoverheid en Conceptregeling inzake de Subsidiemodule BMKB (Kamerstuk 32637-563)
Bedrijfslevenbeleid
Verslag van een schriftelijk overleg
Nummer: 2023D24920, datum: 2023-06-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32637-568).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: P.J. Valstar, ondervoorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: D.D. van Dijke, adjunct-griffier
Onderdeel van kamerstukdossier 32637 -568 Bedrijfslevenbeleid.
Onderdeel van zaak 2023Z10391:
- Indiener: M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2023-06-13 17:15: Procedurevergadering commissie EZK (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2023-06-14 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-09-05 15:20: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
32 637 Bedrijfslevenbeleid
Nr. 568 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 13 juni 2023
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over de brief van 17 april 2023 over Toetsingskader Risicoregelingen rijksoverheid en Conceptregeling inzake de Subsidiemodule BMKB (Kamerstuk 32 637, nr. 563).
De vragen en opmerkingen zijn op 23 mei 2023 aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat voorgelegd. Bij brief van 8 juni 2023 zijn de vragen beantwoord.
De ondervoorzitter van de commissie,
Valstar
De adjunct-griffier van de commissie,
Van Dijke
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties en reactie van de bewindspersoon
1
De leden van de D66-fractie vragen of de Minister kan verduidelijken of de BMKB-Groen ook tot 1 juli 2027 is verlengd?
Antwoord
Ja, de BMKB-Groen wordt ook verlengd tot 1 juli 2027. De BMKB-Groen is een luik in de BMKB regeling, net zoals het Innovatieve-, Klein-Krediet- en Startersluik. De BMKB inclusief al haar luiken wordt verlengd tot 1 juli 2027 (Kamerstuk 32 637, nr. 563).
2
De leden van de D66-fractie merken op dat vooral kleine ondernemingen de BMKB-Groen moeilijk kunnen benutten, omdat hun uitgaven te laag zijn of omdat zij geen bankrelatie hebben. In dat kader vragen ze of de Minister kan ingaan op de doelmatigheid en doeltreffendheid van de BMKB-Groen?
Antwoord
De BMKB-Groen is onderdeel van de BMKB-regeling en loopt mee met de reguliere evaluatiecyclus van de BMKB waarbij de regeling elke vijf jaar wordt geëvalueerd op doeltreffendheid en doelmatigheid. De BMKB-Groen is eind vorig jaar opengesteld en sinds april dit jaar wordt het door alle grootbanken aangeboden. Het is daarom te vroeg om iets te kunnen zeggen over de doelmatigheid en doeltreffendheid van dit groene luik. Ik begrijp uw zorgen over de benutting van de BMKB-Groen en daarom monitor ik het gebruik en informeer ik uw Kamer hierover aan het einde van het derde kwartaal van dit jaar.
3
Voorts vragen zij of de Minister zicht heeft op de vraag vanuit kleine bedrijven en de daadwerkelijke leningen die hen via de BMKB-Groen verstrekt worden en of de Minister toegang heeft tot informatie over de benutting van de BMKB-Groen en deze cijfers met de Kamer delen? In het verlengde daarvan vragen ze hoeveel leningen onder de 50.000 euro zijn er tot nu toe verstrekt?
Antwoord
Ja, ik heb inzicht in de huidige benutting van de BMKB-Groen. Aangezien de grootbanken pas in april zijn begonnen met het aanbieden van de BMKB-groen zegt het gebruik op dit moment weinig. De grootbanken zijn bij de BMKB doorgaans verantwoordelijk voor 95% van de verstrekkingen. Onder de € 50.000 zijn op dit moment nog geen kredieten verstrekt. In de Kamerbrief Verduurzaming mkb (Kamerstuk 32 637, nr. 562) heb ik toegelicht waarom ik uw Kamer aan het eind van het derde kwartaal informeer over het gebruik van de BMKB-Groen. Daarbij neem ik ook een kwalitatieve evaluatie mee over de vraag naar en het gebruik van de BMKB-Groen. Ik zal hierbij specifiek ingaan op het gebruik voor kleine kredieten onder de € 50.000. Als de BMKB onvoldoende benut wordt voor kleine kredieten zorg ik dat er een alternatief plan klaarligt.
4
De leden van de CDA-fractie vragen of de Minister kan reageren op de zorgen of de regeling voldoende aansluit bij het kleine mkb (kredieten tot 250.000 euro) en of de regeling niet te veel gericht is op de traditionele financiers?
Antwoord
Het gemiddelde leningsbedrag onder de BMKB bedroeg in 2021 € 265.000 en in 2022 € 310.000. In de eerste maanden van dit jaar was circa 1/5e deel van de kredieten een krediet onder de € 250.000. Dit laat zien dat een belangrijk deel van de BMKB kredieten ook terecht komt bij het kleine mkb. Alhoewel dit niet uit de cijfers blijkt, begrijp ik de zorgen die bestaan ten aanzien van het gebruik van de BMKB voor kleine kredieten en de aansluiting van de regeling bij non-bancaire financiers. Daarom ben ik ook continu bezig om de BMKB zo goed mogelijk aan te laten sluiten bij het mkb. Naar aanleiding van de recente evaluatie zijn er gesprekken gevoerd met zowel bancaire als non-bancaire financiers en op basis daarvan is de regeling op een aantal cruciale punten aangepast om de BMKB nog beter aan te laten sluiten bij het kleine mkb (zie antwoord op vraag 5).
Het gebruik van de regeling is echter afhankelijk van de mate waarin financiers het instrument inzetten. Van oudsher maken de banken het meest gebruik van de BMKB omdat zij ook verantwoordelijk zijn voor het overgrote deel van de kredietverlening aan het mkb. De BMKB staat echter open voor alle type financiers: non-bancaire financiers kunnen een verzoek tot deelname (accreditatie) indienen bij RVO. Een adviescommissie adviseert de Minister of de financier voldoet aan de eisen. Daarbij kijkt de commissie onder meer naar de organisatie, het financieringsproces, deskundigheid en stabiliteit van de financier. Als de financier aan deze eisen voldoet dan kan gebruik gemaakt worden van de BMKB. Inmiddels zijn 10 non-bancaire financiers geaccrediteerd voor de BMKB.
5
Voorts vragen zij of de Minister wil toelichten of en zo ja op welke manier is overwogen om de BMKB-regeling te verbeteren.
Antwoord
Ik heb de volgende onderdelen aangepast naar aanleiding van de aanbevelingen uit de evaluatie en de gesprekken met de (non) bancaire financiers:
• Het ruimere garantiepercentage van 76,5% voor het Starters en Klein Krediet luik onder BMKB geldt nu voor kredieten tot € 250.000 i.p.v. € 200.000.
• De aflossingsperiode is met twee kwartalen verlengd zodat de ondernemer meer tijd heeft om de lening af te lossen.
• Een versoepeling van de aanvraagbehandeling bij financiers door vereenvoudiging in de uitvoering bij kredieten tot € 250.000 om op die manier betere aansluiting te vinden bij het kleine mkb:
○ Voor toetsing continuïteitsperspectief (criterium) kan de financier volledig afgaan op de historische cijfers. Op die manier is minder toelichting en bewijslast vanuit de ondernemer nodig en kan de financier sneller overgaan tot het gebruik van de BMKB;
○ Zekerheden hoeven alleen gevestigd te worden als er sprake is van onroerend goed dat niet elders is gefinancierd;
○ Voor controle op financieringsdoel kan financier afgaan op verklaring ondernemer;
○ Voor controle op aanwezigheid vermogen kan financier afgaan op verklaring ondernemer.
• Betere stroomlijning van de registratie (administratie): Voor registreren van nieuwe borgstellingskredieten en wijzigingen krijgt de financier de mogelijkheid tot registratie via een batch.
• BMKB-Groen is geïntroduceerd.
• Conform motie van het lid Romke de Jong (Kamerstuk 35 420, nr. 494) heb ik hierbij ook specifiek gekeken naar de toegankelijkheid van financiering. Hiermee geef ik invulling aan deze motie.