[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Voortgang ROB-adviesrapport 'Sturen of gestuurd worden: over de legitimiteit van sturen met data'

Informatie- en communicatietechnologie (ICT)

Brief regering

Nummer: 2023D25308, datum: 2023-06-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-26643-1034).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 26643 -1034 Informatie- en communicatietechnologie (ICT).

Onderdeel van zaak 2023Z10564:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

26 643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT)

Nr. 1034 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 juni 2023

Op 16 december 2021 heeft het toenmalige kabinet zijn reactie1 gegeven op het rapport «Sturen of gestuurd worden: over de legitimiteit van sturen met data» van de Raad voor het Openbaar Bestuur (hierna: de Raad). In het commissiedebat van 5 oktober 2022 is toegezegd om uw Kamer op de hoogte te stellen van de voortgang van de uitvoering van die aanbevelingen. Hieronder zal ik per aanbeveling vanuit de Raad aangeven wat de voortgang is van de uitvoering hiervan.

1. Zorg voor inhoudelijke expertise en strategie ten aanzien van data-technologie op het hoogste politiek-bestuurlijke niveau

Zoals geschreven in de Kamerbrief2 over de I-strategie Rijk 2021–2025 wordt de komende jaren fors geïnvesteerd in de mensen, de organisaties en de cultuur om digitalisering vorm te geven. Hierbij wordt ook geïnvesteerd in inhoudelijke expertise op het hoogste politiek bestuurlijke niveau. Zo is er afgelopen jaar in opdracht van het Bureau van de Algemene Bestuursdienst door de Rijksacademie voor Digitalisering en Informatisering Overheid (RADIO) een opleidingsaanbod op het gebied van digitalisering en data-technologie ontwikkeld. De doelgroep hiervoor is de ambtelijke top. In dit aanbod wordt niet alleen kennis overgedragen, maar wordt ook ingegaan op de verschillende rollen en verantwoordelijkheden die bestuurders en topambtenaren hebben. RADIO biedt daarnaast regelmatig opleidingstrajecten op maat aan voor bestuurders en managers van specifieke organisaties. Dit aanbod voorziet in een groeiende behoefte. Naast specifiek opleidingsaanbod wordt ook gebruik gemaakt van het CIO stelsel voor het vergroten van het kennisniveau over digitalisering. Dit stelsel kan ervoor zorgen dat discussies over digitalisering worden geagendeerd in de politieke en ambtelijke top, wat tot bewustwording en kennisontwikkeling leidt.

Aanvullend op de kabinetsreactie op de aanbevelingen wordt er gewerkt aan een Chief Data Officer (CDO) stelsel. Daarnaast verken ik ook de mogelijkheden voor een Chief Privacy Officer (CPO) stelsel, zoals ook vermeld in 2.2 van de Werkagenda.

2. Werk samen met kennisinstellingen aan een gemeenschappelijke Onderzoeksagenda

In de reactie werd ingegaan op samenwerkingen op het gebied van onderzoek die ingezet zijn, zoals de Nederlandse Artificial Intelligence Coalitie (NLAIC) en de ELSA (ethical, legal, societal aspects) labs. In de NLAIC, en dan specifiek de werkgroep publieke diensten, zijn en worden lessen uit use cases verzameld en gedeeld. De ELSA labs zijn in 2021 van start gegaan. Voorbeelden van labs binnen dit netwerk zijn ELSA lab Schulden en Armoede, ELSA AI-lab Northern Netherlands, AI, media en democracy lab, en het ELSA lab defence.

Verder werk ik ook op veel andere onderwerpen samen met kennisinstellingen, universiteiten, hogescholen en NGO’s. Een goed voorbeeld daarvan zijn de techscans die ik in het kader van de Werkagenda uitvoer. Ik werk nu ook aan de kabinetsvisie op generatieve AI. Daarin betrek ik ook kennisinstellingen, universiteiten en hogescholen om de impact goed in kaart te brengen.

3. Maak werk van democratisch en digitaal burgerschap

Met de Werkagenda Waardengedreven Digitaliseren zet het kabinet erop in dat iedereen de digitale vaardigheden heeft om (zo veel mogelijk zelfstandig) mee te kunnen doen in de digitale samenleving. Naast basale digitale vaardigheden (knoppenkennis) gaat het hier ook om de kansen die technologie en digitalisering bieden, veilig en weerbaar te kunnen benutten. Op 1 oktober 2022 is het programma digitaal burgerschap in bibliotheken van start gegaan. Met dit programma helpen bibliotheken mensen de vaardigheden op te bouwen om zich actief, vaardig en weerbaar te kunnen bewegen in de online informatiesamenleving.

In het onderwijs wordt gewerkt aan een herziening van het curriculum voor het basis en voorgezet onderwijs. In afwachting van het nieuwe curriculum waarin digitale geletterdheid wordt opgenomen, ontvangen scholen in het funderend onderwijs via het Masterplan basisvaardigheden ondersteuning bij het geven van onderwijs in digitale geletterdheid.

Samen met de VNG, gemeenten en de partners van de Alliantie Digitaal Samenleven wordt gewerkt aan een publiek, privaat en maatschappelijk ondersteuningsnetwerk voor burgers die digitaal niet mee kunnen komen. Binnen dit netwerk zijn bijvoorbeeld de bankensector, telecompartijen en verzekeraars bezig met het aanbieden van of doorverwijzen naar passende hulp en ondersteuning bij digitale hulpvragen over digitale diensten en handelingen. Deze private partijen zijn lokaal onderdeel van een ondersteuningsnetwerk waarin ook publieke en maatschappelijke organisaties (gemeenten, bibliotheken, buurthuizen) een rol spelen. Zo verbinden we kennis, ervaring, oplossingen en netwerken om burgers beter te ondersteunen in de digitale samenleving.

Daarnaast kunnen mensen in hun eigen buurt terecht voor ondersteuning bij digitale uitdagingen in het dagelijks leven. Hiervoor zijn er verspreid over Nederland Informatiepunten Digitale Overheid. Ook wordt er door de Alliantie Digitaal Samenleven en de VNG gewerkt aan een ondersteuningsnetwerk, waarin publieke, private en maatschappelijke partners samenwerken.

4. Zorg voor een consistent juridisch kader dat publieke doelen en waarden centraal stelt

De Europese Digital Markets Act (DMA), Digital Services Act (DSA) en Data Governance Act (DGA) zijn allemaal gepubliceerd. Het kabinet werkt aan implementeren van deze Europese verordeningen. De onderhandelingen over de Data Act en AI-Act lopen nog. In die laatste onderhandelingen heeft het kabinet zich ingezet voor verplichtingen voor hoog risico AI-systemen, en zal dat ook blijven doen. Op nationaal niveau is het kabinet verder ook bezig met een implementatiekader «inzet van algoritmes» en het Algoritmeregister voor de Nederlandse overheid. Deze moeten in samenhang bezien worden met de AI-Act.

De Raad verwees verder ook naar de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) als een goed voorbeeld van wet- en regelgeving die de regulering van data-sturing mogelijk maakt. Het kabinet deelt die zienswijze en vindt het belangrijk dat het gegevensbeschermingsrecht bij de tijd blijft. Het kabinet heeft in dit licht een wijzigingsvoorstel3 ingediend dat onder meer ziet op de uitvoeringswet (UAVG). Dit voorstel is momenteel bij uw Kamer in behandeling.

5. Dwing transparantie af door de positie van onafhankelijke waakhonden te versterken

Het kabinet heeft in 2023 meer middelen vrijgemaakt voor de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) om zo het toezicht te versterken. Allereerst krijgt de AP extra middelen voor het handhaven van de AVG. Daarbij is de AP dit jaar gestart met de Directie Coördinatie Algoritmes die zich specifiek richt op algoritmes. Deze directie focust zich op het versterken van het toezichtlandschap door samenwerkingen te optimaliseren, signalen en risico’s te analyseren en te delen en door het streven naar gezamenlijke normuitleg. Daarbij wordt er door (digitale) toezichthouders actief samengewerkt binnen verschillende samenwerkingsplatforms. Dit betreft bijvoorbeeld de informele werkgroep «Toezichthouders op AI», die sinds 2020 actief is en waarin verschillende toezichthouders deelnemen om kennis en casuïstiek te delen en te bespreken. Daarnaast is er het Samenwerkingsplatform Digitale Toezichthouders (SDT) waar toezichthouders samenwerken bij het toezicht op het digitale domein. Ook is dit jaar het Algoritmeregister gelanceerd, wat dit jaar verbeterd en verder gevuld zal worden. Dit register kan intern en extern onderzoek naar algoritmes vergemakkelijken.

6. Haal expertise van buiten het openbaar bestuur naar binnen met een open cultuur van verantwoording

In de kabinetsreactie is aangegeven op welke wijze de overheid reeds expertise van buiten betrekt bij haar werkzaamheden. Het kabinet zet dit voort. Bij de totstandkoming van zowel de hoofdlijnenbrief digitalisering4 als de Werkagenda Waardengedreven Digitaliseren5 waren zeer veel en zeer diverse maatschappelijke partijen betrokken, zoals wetenschappers, bedrijven, NGO’s en uitvoeringsorganisaties. Het kabinet probeert verder trajecten zo transparant en toegankelijk mogelijk te maken, zoals de openbare sessies met betrekking tot de Europese id-wallet en het Algoritmeregister. Ook verkent het kabinet met verschillende partijen zoals de SER, ECP en het Rathenau instituut hoe hun expertise over digitalisering de samenleving ten goede kan komen. Hierop zal ik terugkomen in de Agenda Digitale Samenleving.

7. Creëer bestuurlijke en politieke portefeuilles voor digitalisering en Datahuishouding

Het kabinet heeft de aanbeveling aangenomen en heeft de portefeuille van digitalisering expliciet toegewezen aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Daarnaast is sinds 2022 ook de regeringscommissaris Informatiehuishouding aan de slag.

8. Werk vanuit de rol als opdrachtgever aan een (wettelijk) ordeningskader voor techbedrijven

Eind vorig jaar is er een akkoord gekomen op een herziening van de digitale dienstenverordening, die regelt hoe techbedrijven moeten omgaan met illegale content en met risico’s van hun diensten voor mensenrechten en democratie. Ook is er een akkoord gekomen op de digitale markten verordening, die regels omtrent concentratie van (data) marktmacht opstelt, en aanvullende regels opstelt voor poortwachterplatforms, zoals de verplichting om berichtendiensten interoperabel te maken. Deze wetten treden deels in de loop van dit jaar en begin 2024 in werking.

Ook als inkoper van producten van private marktpartijen werkt het kabinet aan verantwoorde inzet. Zoals aangekondigd in de kabinetsreactie is in september 2022 de Algemene Rijksinkoopvoorwaarden bij IT-overeenkomsten (ARBIT) herzien. Bij onder meer Facebook heeft het kabinet ook een Human Rights Impact Assessment (HRIA) en Data Protection Impact Assessment (DPIA) laten uitvoeren om de gevolgen op privacy en mensenrechten in kaart te brengen.

9. Bied tegenmacht aan techbedrijven door nauw samen te werken met de Europese Commissie, de media en burgers

Het kabinet heeft in de onderhandelingen voor onder meer de DSA, DGA, DMA, de AI-Act en eIDAS verordening ingezet op het bieden van tegenmacht. Ook spreek ik met techbedrijven zoals Facebook en TikTok en spreek hen aan op de zorgen omtrent onder meer privacy, maar ook de rechten van kinderen en de inzet van algoritmen. Met de inwerkingtreding van de DSA dit jaar zullen zeer grote online platforms verplicht worden om risico’s van hun systemen voor fundamentele rechten in kaart te brengen en deze te mitigeren. De inzet is dat bedrijven via de AI-act zullen worden verplicht om risico’s van AI systemen voor mensenrechten in kaart te brengen. Deze transparante risicoanalyses bieden concrete handvatten om proactief toezicht te houden op mogelijk risico’s, en een breed scala aan partijen als wetenschappers en maatschappelijke organisaties hier bij te betrekken.

Zoals ik in mijn Kamerbrief van 21 maart 2023 heb aangegeven, is in nauw contact met de Europese Commissie en een aantal partnerlanden onderzoek uitgevoerd naar apps op mobiele apparaten in gebruik door overheidsambtenaren.6 Binnen de rijksoverheid gaan wij mede daarom ook over op zogeheten «managed devices». Hiermee krijgen wij meer grip op de hoeveelheid data van Rijksambtenaren die private techbedrijven in handen krijgen. Tevens ben ik met medeoverheden in gesprek om deze lijn van het Kabinet te ondersteunen, zodat we als één overheid opereren.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A.C. van Huffelen


  1. Kamerstuk 26 643, nr. 806.↩︎

  2. Kamerstuk 26 643, nr. 779.↩︎

  3. Wetsvoorstel Wijziging van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming en enkele andere wetten in verband met het stroomlijnen en actualiseren van het gegevensbeschermingsrecht (Verzamelwet gegevensbescherming, Kamerstuk 36 264).↩︎

  4. Kamerstuk 26 643, nr. 842.↩︎

  5. Bijlage bij Kamerstuk, 26 643, nr. 940.↩︎

  6. Kamerstukken 26 643 en 30 821, nr. 984.↩︎