Reactie op de motie van de leden Slootweg en Kuiken over concrete maatregelen om de bereikbaarheid van de regio te behouden en te verbeteren (Kamerstuk 36350-17)
Openbaar vervoer
Brief regering
Nummer: 2023D25677, datum: 2023-06-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-23645-804).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Onderdeel van kamerstukdossier 23645 -804 Openbaar vervoer.
Onderdeel van zaak 2023Z10699:
- Indiener: V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2023-06-20 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-07-05 10:15: Procedurevergadering Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2023-09-05 15:20: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
23 645 Openbaar vervoer
Nr. 804 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 juni 2023
Naar aanleiding van de tijdens het debat over de voorjaarsnota 2023 aangekondigde motie van de leden Slootweg en Kuiken1, geef ik uw Kamer graag mijn reactie op deze motie.
De motie verzoekt de regering in afstemming met provincies, gemeenten en vervoersdiensten te werken aan concrete maatregelen voor 2024 en 2025 om de bereikbaarheid van de regio te behouden en te verbeteren en alles op alles te zetten om het huidige OV-niveau niet verder te laten verschralen. En hierbij voor plannen met een financieel beslag opties voor dekking te onderzoeken.
Ik herken de aanleiding voor de motie. Na de pandemie heeft de OV-sector, net als andere sectoren, te maken met uitdagingen door de inflatie en de stijgende energie-, materiaal en personeelskosten. Daarbij heeft de sector ook te maken met lange naweeën van de pandemie, waardoor de reizigersinkomsten zich slechts geleidelijk herstellen. Vanwege deze ontwikkelingen maken de verantwoordelijke decentrale overheden momenteel keuzes ten aanzien van het regionale OV-aanbod. Het kabinet hecht aan voldoende bereikbaarheid voor alle mensen in heel het land, ook in dunner bevolkte gebieden. De motie van de leden Slootweg en Kuiken sluit daarop aan en sluit aan bij mijn toezegging zoals gedaan tijdens het Commissiedebat Spoor van 8 juni jl. Bij de invulling van de toezegging is het van belang uit te blijven gaan van de verantwoordelijkheidsverdeling tussen de decentrale overheden en het Rijk, de effectiviteit van maatregelen en het financiële kader zorgvuldig mee te wegen. Zoals ik in de brief op van 17 maart jl. 2 en 21 april jl. 3 heb gecommuniceerd, ontbreken op dit moment voldoende middelen bij de rijksoverheid. Ik zal uw Kamer naar aanleiding van de bestuurlijke overleggen Leefomgeving / MIRT volgende week per brief nader informeren en daarbij ook ingaan op het financiële kader.
Het is mijn streven om, met inachtneming van bovenstaande opmerkingen en kanttekeningen, de Kamer nog voor de begrotingsbehandelingen van de Ontwerpbegroting 2024 per brief te informeren over de eventuele mogelijkheden. Daarmee is mijn appreciatie ten aanzien van deze motie oordeel Kamer.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
V.L.W.A. Heijnen
Motie van de leden Slootweg en Kuiken over concrete maatregelen om de bereikbaarheid van de regio te behouden en te verbeteren, 8 juni 2023, Kamerstuk 36 350, nr. 17↩︎
Kamerbrief «Vooruitblik MIRT 2023», 17 maart 2023, Kamerstuk 36 200 A, nr. 65↩︎
Kamerbrief «Gesprekken met OV-sector n.a.v. NOVB-conferentie», 21 april 2023, Kamerstuk 23 645, nr. 801↩︎