De ongelijke fiscale behandeling grenswerkers
Schriftelijke vragen
Nummer: 2023D25985, datum: 2023-06-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiƫle HTML versie (kv-tk-2023Z10819).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E. Boutkan, Tweede Kamerlid (Ooit Volt kamerlid)
- Mede ondertekenaar: I. (Inge) van Dijk, Tweede Kamerlid (CDA)
Onderdeel van zaak 2023Z10819:
- Gericht aan: M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiƫn
- Indiener: E. Boutkan, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: I. (Inge) van Dijk, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (š origineel)
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
| Vergaderjaar 2022-2023 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2023Z10819
Vragen van de leden Boutkan (Volt) en Inge van Dijk (CDA) aan de Staatssecretaris van FinanciĆ«n over de ongelijke fiscale behandeling grenswerkers (ingezonden 14Ā juni 2023).
Vraag 1
Bent u van mening dat het ontbreken van gelijke fiscale behandeling voor grenswerkers problematisch kan zijn voor de brede welvaart in de grensregioās?
Vraag 2
Bent u van mening dat het ontbreken van een fiscale regeling voor de thuiswerkende grenswerkers leidt tot een ongelijke behandeling op de werkvloer, een verstoring van de grensregionale arbeidsmarkt en de goede arbeidsverhouding tussen de grenswerker en zijn werkgever onder druk zet?
Vraag 3
Kunt u aangeven hoe de onderhandelingen met Duitsland en Belgiƫ over de thuiswerkende grenswerkers verlopen en een mogelijke doorkijk geven in het verwachte resultaat?
Vraag 4
Bent u bereid om, vooruitlopend op een definitieve bilaterale overeenkomst met de buurlanden, een tijdelijke overeenkomst af te sluiten met de buurlanden, die vergelijkbaar is met de overeenkomst die gold tijdens de COVID-19 crisis?
Vraag 5
Bent u van mening dat het wenselijk en noodzakelijk is om op EU-niveau een commissie/werkgroep/platform op te richten, waarin het gebrek aan samenhang tussen de bilaterale belastingverdragen en de EU-coƶrdinatieverordening 883/2004 geagendeerd wordt?