[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

36380 Advies Afdeling advisering Raad van State inzake wijziging van diverse wetten ter implementatie van Richtlijn (EU) 2019/882 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende de toegankelijkheidsvoorschriften voor producten en diensten (Implementatiewet toegankelijkheidsvoorschriften producten en diensten)

Wijziging van diverse wetten ter implementatie van Richtlijn (EU) 2019/882 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende de toegankelijkheidsvoorschriften voor producten en diensten (Implementatiewet toegankelijkheidsvoorschriften producten en diensten)

Advies Afdeling advisering Raad van State

Nummer: 2023D26231, datum: 2023-06-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2023Z10949:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


No. W13.23.00011/III 's-Gravenhage, 12 april 2023

Bij Kabinetsmissive van 5 januari 2023, no.2023000017, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister voor Langdurige Zorg en Sport, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot wijziging van diverse wetten ter implementatie van Richtlijn (EU) 2019/882 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende de toegankelijkheidsvoorschriften voor producten en diensten (Implementatiewet toegankelijkheidsvoorschriften producten en diensten), met memorie van toelichting.

Het wetsvoorstel strekt tot de wijziging van meerdere wetten ter uitvoering van de Europese Richtlijn betreffende de toegankelijkheidsvoorschriften voor producten en diensten (hierna: richtlijn).1

De Afdeling advisering van de Raad van State merkt op dat een goede beoordeling van het voorgestelde systeem van toezicht en handhaving niet goed mogelijk is, nu een inhoudelijke reactie op de uitvoeringstoetsen van de aangewezen toezichthouders ontbreekt. De Afdeling adviseert de toelichting met inachtneming van het voorgaande aan te vullen. Daarnaast adviseert de Afdeling nader in te gaan op de wijze waarop de betrokkenheid van relevante belanghebbenden bij de totstandkoming van richtsnoeren en instrumenten wordt gewaarborgd. In verband daarmee is aanpassing van de toelichting wenselijk.

1. Achtergrond

De richtlijn heeft tot doel een bijdrage te leveren aan het goed functioneren van de interne markt door de toegankelijkheidsvoorschriften van lidstaten voor bepaalde producten en diensten voor personen met een handicap te harmoniseren.2 De richtlijn heeft ook als doel deze producten en diensten toegankelijker te maken voor personen met een handicap om zo hun maatschappelijke participatie te vergroten. Op grond van deze richtlijn zijn de lidstaten verantwoordelijk voor het beschikbaar maken van passende en doeltreffende middelen om te waarborgen dat de bepalingen van deze richtlijn worden nageleefd.3

Het wetsvoorstel regelt een gedeeltelijke implementatie van de richtlijn in onder andere de Warenwet (producten), het Burgerlijk Wetboek (e-handelsdiensten), Wet op het financieel toezicht (bankdiensten), Telecommunicatiewet (elektronische communicatiediensten) en de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte en creëert onder andere grondslagen om voor de overige producten en diensten eisen te stellen op lager niveau.

2. Toezicht

In de toelichting wordt vermeld dat het toezicht en de handhaving van de nieuwe regels bij bestaande toezichthouders van de verschillende sectoren wordt belegd.4 Door middel van dit wetsvoorstel krijgen de aangewezen toezichthouders meerdere taken toebedeeld voor de handhaving van de verplichtingen die voortvloeien uit het bij of krachtens het wetsvoorstel bepaalde. Aan de uitoefening van het toezicht op de naleving kan op verschillende manieren door de toezichthouders invulling worden gegeven, aldus de toelichting.5

De Afdeling merkt op dat de aangewezen toezichthouders een uitvoerings- en handhaafbaarheidstoets hebben uitgebracht. De toelichting gaat echter inhoudelijk enkel in op de reactie van de Autoriteit Consument & Markt. De toelichting vermeldt dat de resultaten van de overige toetsen worden verwerkt in de diverse algemene maatregelen van bestuur die in het kader van de implementatie van de richtlijn zijn of worden gemaakt.6

Nu een reactie op deze uitvoeringstoetsen in de toelichting bij het wetsvoorstel ontbreekt, is een goede beoordeling van de handhaafbaarheid en uitvoerbaarheid van het voorstel niet goed mogelijk. Dit klemt te meer nu de betrokken toezichthouders in hun uitvoeringstoetsen ingaan op de vormgeving van het toezicht als zodanig.7 Verschillende aangewezen toezichthouders uiten daarin hun zorgen over het verdeelde toezicht. Tevens benadrukken zij dat de toezichtstaak op het gebied van toegankelijkheidsvereisten een nieuw toezichtterrein is.8 Het stimuleren van afstemming tussen toezichthouders door de regering in een werkgroep om het toezicht waar mogelijk te uniformeren,9 lijkt daardoor des te belangrijker.

De Afdeling adviseert in de toelichting nader in te gaan op alle uitvoeringstoetsen van de aangewezen toezichthouders en daarbij met name aandacht te besteden aan de wijze waarop het toezicht wordt afgestemd en geüniformeerd.

3. Richtsnoeren en instrumenten micro-ondernemingen

De Afdeling vraagt aandacht voor de positie van personen met een handicap die op voet van gelijkheid met anderen de toegang dienen te verkrijgen tot producten en diensten. Het is de bedoeling dat de nieuwe regels – gelet op de geformuleerde ambitie uit de richtlijn10 – ervoor gaan zorgen dat veelgebruikte producten en diensten tegemoetkomen aan de specifieke behoeften van deze personen. De vraag is echter hoe dit gewaarborgd wordt bij de ontwikkeling van instrumenten voor micro-ondernemingen.

Hoewel sommige micro-ondernemingen zijn vrijgesteld van de toegankelijkheidsvoorschriften uit de richtlijn, dienen lidstaten aan micro-ondernemingen richtsnoeren en instrumenten te geven ten behoeve van de toepassing van de nationale maatregelen ter omzetting van de richtlijn. Dit dient in samenspraak met relevante belanghebbenden en vertegenwoordigers van personen met een handicap te gebeuren.11 Het is daarmee de bedoeling om deze ondernemingen, ook die zijn vrijgesteld, aan te moedigen te voldoen aan de toegankelijkheidsvoorschriften van de richtlijn.12

De afzonderlijke departementen bezien of het nodig is om te bepalen welke richtsnoeren en instrumenten als effectief gezien worden om de micro-ondernemingen te ondersteunen. Voorts meldt de toelichting dat er samenwerking zal zijn wat betreft de totstandkoming van richtsnoeren met MKB-Nederland en VNO-NCW.13 De toelichting maakt echter niet duidelijk op welke wijze de samenwerking met relevante belanghebbenden en vertegenwoordigers van personen met een handicap zal worden gewaarborgd bij de ontwikkeling van instrumenten. Het betrekken van diverse partijen in de implementatie van de richtlijn in onderhavige wet- en regelgeving is niet voldoende, nu het geven van de nodige richtsnoeren en instrumenten geen deel uitmaakt van dit implementatietraject.

De Afdeling adviseert in de toelichting op het voorgaande in te gaan en daarbij nader te motiveren hoe wordt gewaarborgd dat relevante belanghebbenden worden betrokken bij het ontwikkelen van de nodige richtsnoeren en instrumenten voor micro-ondernemingen.

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft een aantal opmerkingen bij het voorstel en adviseert daarmee rekening te houden voordat het voorstel bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal wordt ingediend.





De vice-president van de Raad van State,


  1. Richtlijn (EU) 2019/882 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende de toegankelijkheidsvoorschriften voor producten en diensten, Pb EU 2019, L 151.↩︎

  2. Het gaat om personen met langdurige fysieke, mentale, intellectuele of zintuiglijke beperkingen die in hun interactie te kampen hebben met diverse drempels die hen kunnen beletten volledig, effectief en op voet van gelijkheid met anderen in de samenleving te participeren. Zie artikel 3 van de richtlijn.↩︎

  3. Zie artikel 29 van de richtlijn.↩︎

  4. Memorie van Toelichting, paragraaf 3.1.↩︎

  5. Idem.↩︎

  6. Memorie van Toelichting, hoofdstuk 4.↩︎

  7. Autoriteit Consument & Markt, advies 18 november 2022; Inspectie Leefomgeving en Transport, advies van 28 juli 2022 en 6 oktober 2022.↩︎

  8. Idem en Autoriteit Financiële Markten, advies 14 oktober 2022.↩︎

  9. Memorie van Toelichting, paragraaf 3.1.↩︎

  10. Richtlijn, considerans, onderdeel 3.↩︎

  11. Artikel 4, lid 5 en 6 van de richtlijn. Voor wat betreft de relevante belanghebbenden, noemt de richtlijn personen met een handicap en organisaties die hen vertegenwoordigen (considerans, overweging 96).↩︎

  12. Richtlijn, considerans, overweging 72.↩︎

  13. Memorie van Toelichting, hoofdstuk 4.↩︎