[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Aanpak wachtlijsten zwemles en landelijk dekkend aanbod

Toekomstig sportbeleid

Brief regering

Nummer: 2023D26312, datum: 2023-06-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-30234-366).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 30234 -366 Toekomstig sportbeleid.

Onderdeel van zaak 2023Z10992:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

30 234 Toekomstig sportbeleid

Nr. 366 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR LANGDURIGE ZORG EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 juni 2023

De motie van de leden Van Nispen en Maeijer1 verzoekt de regering met een concreet plan te komen om de wachtlijsten voor het zwem-ABC terug te dringen, en de Kamer hier voor het commissiedebat Sportbeleid over te informeren. Met deze brief ga ik in op de achtergronden van de wachtlijsten voor het zwem-ABC, de acties die reeds zijn ondernomen en aanvullende acties die in samenwerking met de sector worden ondernomen. Met deze brief geef ik invulling aan de hierboven genoemde motie en beschouw ik deze als afgedaan.

Tevens zal ik in deze brief ingaan op de toezegging2 uw Kamer te informeren over de voortgang om binnen drie jaar tot een landelijk dekkend aanbod van zwemles voor alle kinderen te komen, in het bijzonder kinderen met een beperking.

Zwemles en wachtlijsten

Nederland kent een lange traditie van zwemles, waarbij kinderen en volwassenen worden voorbereid op de Nederlandse leefomgeving met veel water. Ieder jaar halen ongeveer 300.000 tot 400.000 kinderen3 een zwemdiploma en 91 procent van alle kinderen heeft minimaal een A-diploma4.

Het bouwen, onderhouden en exploiteren van zwemwater dat geschikt is voor zwemles, is een lokale verantwoordelijkheid die deels door de gemeente en deels door commerciële partijen uitgevoerd wordt. Op dit moment zijn ruim zeshonderd openbare zwembaden in goede spreiding aanwezig, aangevuld met een vergelijkbaar aantal semi-openbare (o.a. onderwijs en zorg) en commerciële (hotel, vakantiepark) baden. De gemiddelde afstand van huis tot het dichtstbijzijnde overdekte (semi-)openbare zwembad is 3,1 kilometer.

Toch kan lang niet ieder kind direct terecht bij een zwemlesaanbieder. Er bestaat geen centraal overzicht van wachttijden voor zwemles. Wachtlijsten bij individuele zwemscholen kunnen een vertekend beeld geven doordat kinderen vaak pas vanaf 5 jaar kunnen beginnen met zwemles vanwege de motorische vereisten, maar op jongere leeftijd worden aangemeld. Bovendien staan kinderen met regelmaat ingeschreven bij verschillende zwemscholen om zo de kans op een snelle plek te vergroten.

De Nationale Raad Zwemveiligheid (NRZ) geeft aan dat te lange wachttijden vanzelfsprekend ongewenst zijn omdat kinderen daarmee op latere leeftijd zwemveilig worden, maar dat een beperkte wachttijd voor zwemles wel bijdraagt aan een efficiënt en kosteneffectief stelsel van zwemlessen. Dit komt omdat wachtlijsten aanbieders helpen zwemlessen efficiënt in te richten. Dankzij een wachtlijst is het voor een aanbieder mogelijk om een realistisch rooster te maken voor instructeurs en te huren badwater, waarmee door optimale bezetting de zwemles ook betaalbaar blijft.

Ouders houden bij aanmelding van hun kinderen rekening met de bestaande wachttijden. Hoewel kinderen soms later dan gewenst hun diploma halen, leidt uitstel eigenlijk zelden tot nooit tot afstel gezien ook het hoge percentage kinderen met een zwemdiploma.

Huidige situatie

Tijdens de COVID-19 pandemie zijn de wachtlijsten toegenomen doordat zwembaden als gevolg van lockdowns gesloten waren en geen zwemles kon worden gegeven. De branche heeft veel initiatieven ondernomen om de opgelopen wachttijden voor zwemles terug te dringen. Zo werden examens tijdens reguliere zwemlessen ingepland, «turbolessen» tijdens de vakanties aangeboden, wezen gemeenten op eventuele plekken bij particuliere aanbieders of de meerwaarde die aanvullend zwemmen buiten de les om kan hebben. Dit heeft, samen met het opschonen van de wachtlijsten, geleid tot een terugloop van de wachttijd. Waar mogelijk zijn sommige van deze initiatieven blijven bestaan. Hoewel de wachttijden teruggedrongen zijn, stagneert volgens NRZ een verdere daling. De belangrijkste reden hiervoor is volgens hen een tekort aan personeel.

Aanpak lange wachttijden zwemles

Dat (een beperkte) wachttijd onderdeel is van de wijze waarop zwemles in ons land georganiseerd is, betekent niet dat ik het bestaan van lange wachttijden op zijn beloop laat. In de aanpak van lange wachttijden voor zwemles onderneem ik concrete acties om de branche hierin te ondersteunen. Dat doe ik in samenwerking met de NRZ en de Vereniging Sport en Gemeenten (VSG).

Pilot zwemles en regeling School en Omgeving

Een van de oplossingen om lange wachttijden voor zwemles tegen te gaan, is om kinderen zwemles te geven op tijden waarop het zwembad niet of nauwelijks in gebruik is. Dit is voor drie partijen interessant: voor kinderen die daarmee eerder aan zwemles kunnen beginnen, voor zwembaden die daarmee hun exploitatie verbeteren en voor instructeurs die meer lesuren in de week kunnen draaien. Een goed voorbeeld van die luwe uren in zwembaden is de tijd direct na school.

In de Kamerbrief Sportstelsel en Sportbeleid5 kondigde ik aan dat ik samen met de VSG ging onderzoeken wat de mogelijkheden waren van de regeling Sport en Omgeving in dit kader. In het afgelopen half jaar is duidelijk geworden dat hier kansen liggen omdat in enkele gemeenten de subsidieregeling School en Omgeving aangewend zal worden voor een samenwerking met het zwembad.

Om deze trajecten gestructureerd te volgen voer ik samen de VSG een pilot uit naar de kansen en knelpunten van zwemles via School en Omgeving. In de pilot zullen op ongeveer tien locaties de ervaringen van scholen, zwembaden en gemeenten met de invulling van zwemles binnen de regeling worden opgetekend. Met de resultaten van de pilot hoop ik samen met de VSG meer scholen en zwembaden te motiveren de samenwerking te zoeken, zodat de luwe uren benut kunnen worden om de lange wachttijden terug te dringen.

Human Capital in de zwembranche

Aan de door VWS in het leven geroepen Human Capital Agenda Sport6 wordt door onderwijs, werkgevers en werknemers gewerkt aan verbeteringen van diverse randvoorwaarden voor arbeidskrachten in de sport. Voorbeelden van acties die al in gang gezet zijn, zijn het opstellen van functie- en opleidingsprofielen, het uitvoeren van een cao-vergelijking en de totstandkoming van een gezamenlijke visie op de arbeidsmarkt sport. In de verdere uitwerking zal nadrukkelijk ook aandacht zijn voor zweminstructeurs.

Next Generation Lifeguards

Via het project Next Generation Lifeguards van de Nationale Raad Zwemveiligheid en Reddingsbrigade Nederland worden niet alleen nieuwe lifeguards opgeleid, maar wordt ook actief de instroom van potentiële zweminstructeurs in de arbeidsmarkt aangemoedigd onder deze groep. Dit heeft al diverse nieuwe zweminstructeurs opgeleverd. De NRZ zal hier de komende tijd extra op inzetten.

Natuurlijk doe ik, binnen de mogelijkheden die ik heb, mijn uiterste best om lange wachttijden voor zwemles weg te werken. Echter, ik wil wel duidelijk aanmerken dat het personeelstekort een breder maatschappelijk probleem is dan alleen de zwembranche. Bovendien heb ik geen bemoeienis met aspecten als beloning en arbeidsvoorwaarden van zweminstructeurs, omdat deze tussen werkgever en werknemer geregeld worden.

Periodiek bespreek ik met alle betrokken partijen (o.a. NRZ, VSG, WiZZ, FNV) of de ondernomen acties van branche en overheid daadwerkelijk bijdragen aan het tegengaan van lange wachtlijsten voor zwemles. Over de uitkomst van deze gesprekken informeer ik de Kamer in het voorjaar van 2024.

Flankerend beleid

Mede door de opgelopen wachttijden in de coronaperiode is door de zwembranche en de rijksoverheid veel gedaan om de wachttijden voor zwemles in te korten. Hoewel deze acties niet in alle gevallen uitsluitend gericht waren op het terugdringen van wachttijden, benoem ik hier enkele relevante inspanningen. Aangezien deze wel degelijk een groot effect hebben op de huidige wachttijden.

Steunmaatregelen energie

Om de exploitatie van zwembaden mogelijk te blijven houden zijn steunmaatregelen voor de gestegen energiekosten in het leven geroepen7. Hiermee beogen we enerzijds dat zwembaden open blijven om zwemles aan te bieden, anderzijds zorgt dit voor een verlichting van de exploitatiedruk waardoor zwemles niet duurder wordt.

Opleidingsbudget zwemlesinstructeurs

Rijksbreed is tot 2024 het STAP-budget beschikbaar voor het volgen van de opleiding tot zweminstructeur van de Nationale Beroepsopleiding zwemonderwijs. Daarmee is de helft van het cursusgeld te financieren. Iedere twee maanden wordt dit opnieuw opengezet.

Uitvoeringsbudgetten lokale sportakkoorden

De lokale uitvoeringsbudgetten die gekoppeld zijn aan Sportakkoord II, blijven beschikbaar om te besteden aan schoolzwemmen.

Toevoeging Jeugdfonds Sport en Cultuur

Na de verhoging van 500.000 euro van de bijdrage aan Jeugdfonds Sport en Cultuur specifiek gericht op het ondersteunen van zwemles eerder dit jaar volgen we in hoeverre deze toevoeging gebruikt wordt. Naar verwachting is er in de tweede helft van dit jaar duidelijk hoezeer deze toevoeging gebruikt wordt.

Landelijk dekkend aanbod zwemles voor kinderen met een beperking

Op dit moment kent ons land een fijnmazig netwerk van meer dan 600 openbare zwembaden, aangevuld met nog eens 1.200 zwembaden in eigendom bij zorginstellingen, onderwijs, vakantieparken en hotels. Een landelijk dekkend aanbod aan zwemwater lijkt daarmee voldoende aanwezig. De gemiddelde afstand van huis tot (semi-)openbaar zwembad betreft 3,1 kilometer.

Via de website van uniek sporten zijn ongeveer honderd zwemscholen te vinden die zwemles voor kinderen met een beperking aanbieden. Met uitzondering van enkele regio’s (in Groningen, Drenthe en Zeeland) lijkt het aanbod voor deze doelgroep aanvaardbaar omdat vrijwel iedere zwemschool voor deze doelgroep een verzorgingsgebied van minder dan 25 kilometer heeft.

Maar de aanwezigheid van zwemwater bepaalt niet alleen het aanbod. Ook docenten die gekwalificeerd en toegerust zijn om deze doelgroep les te geven zijn nodig. En net als in de rest van de zwembranche geldt hier dat sprake is van een personeelstekort. Ik maak daarom samen met de NRZ actief werk van de werving en bijscholing van docenten voor deze doelgroep.

Tot slot weet ik dat door de intensieve begeleiding die bij zwemles voor deze doelgroep benodigd is, ook de kosten hoger kunnen uitvallen. Daarom hoop ik dit najaar een gedetailleerd beeld te hebben van de inzet van het Jeugdfonds Sport en Cultuur voor de financiering van zwemles. Wanneer dit beeld aanleiding geeft om specifieke inzet te plegen voor deze doelgroep, zal ik daar in het voorjaar van 2024 de maatregelen voor presenteren.

Met bovenstaande update heb ik opvolging gegeven aan de toezegging u te informeren over de voortgang van de inspanningen om te komen tot een landelijk dekkend aanbod van zwemles voor kinderen met een beperking. Ik zal u op de hoogte houden van de voortgang hierop in het voorjaar van 2024.

Tot slot

Zwemvaardigheid is in een waterrijk land als Nederland van groot belang, en het aantal kinderen dat zwemlessen volgt en met goed resultaat afrond, ondersteunt dat deze overtuiging breed gedeeld wordt. Ik heb grote waardering voor de dagelijkse inzet van zweminstructeurs om kinderen hun zwemdiploma te laten halen. Enige wachttijd voor zwemles is niet problematisch maar te lange wachttijden zijn ongewenst. Door de sector is hard gewerkt om de, gedurende de lockdowns, opgelopen wachttijden zoveel als mogelijk terug te dringen en blijft men werken aan het tegengaan van te lange wachtlijsten. Ik blijf mij de komende tijd dan ook in samenwerking met betrokken partijen inzetten om te lange wachttijden terug te dringen.

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport,
C. Helder


  1. Kamerstuk 36 200 XVI, nr. 156.↩︎

  2. Kamerstuk 30 234, nr. 331↩︎

  3. Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 1433.↩︎

  4. Factsheet zwemvaardigheid 2020, Mulier Instituut↩︎

  5. Kamerstuk 30 234, nr. 239↩︎

  6. Kamerstuk 30 234, nr. 264↩︎

  7. Dit betreft de MEOZ regeling, waarin maximaal 207 miljoen euro beschikbaar is om gestegen energiekosten van zwembaden (gedeeltelijk) mee te vergoeden.↩︎