Aanvullende informatie ten behoeve van het conceptadvies van de commissie Rijksuitgaven over de motie Omtzigt (29023, nr. 429)
Brief lid / fractie
Nummer: 2023D27143, datum: 2023-06-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: P.H. Omtzigt, Tweede Kamerlid (Nieuw Sociaal Contract)
Onderdeel van zaak 2023Z11333:
- Indiener: P.H. Omtzigt, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: commissie voor de Rijksuitgaven
- 2023-06-21 13:30: Procedurevergadering commissie Rijksuitgaven (Suze Groenewegzaal) (Procedurevergadering), commissie voor de Rijksuitgaven
Preview document (🔗 origineel)
Verzoek ten behoeve van de commissie regeling van werkzaamheden van de commissie rijksuitgaven van 21 juni 2023
d.d. 20 juni 2023, 13:57 uur.
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Beste griffie van de commissie voor de Rijksuitgaven,
Graag zou ik onderstaand verzoek willen agenderen voor de Regeling van de Werkzaamheden van de procedurevergadering van de commissie op 21 juni a.s. Waarschijnlijk kom ik precies op tijd aan om het verzoek daar toe te lichten
Als indiener van de motie Omtzigt c.s. (Kamerstuk 29023, nr. 429), die met algemene stemmen door de Kamer is aangenomen, wil ik u graag de volgende aanvullende informatie meegeven en de commissie in overweging geven zich op basis hiervan positief uit te spreken over het verzoek om onderzoek aan de Algemene Rekenkamer.
In de motie wordt de wens uitgesproken voor een onderzoek van de Algemene Rekenkamer naar de werking, doelmatigheid en doeltreffendheid van het prijsplafond en andere energiesubsidies. Tevens wordt gevraagd om een tussenrapportage voor Prinsjesdag. Aangezien de interne procedures van de Algemene Rekenkamer een tussenrapportage op een dergelijk korte termijn niet toestaan, stel ik voor dat deze in het verzoek aan de Algemeen Rekenkamer kan vervallen. Afhankelijk van de vraag of de Algemene Rekenkamer het onderzoek als afzonderlijk onderzoek of als deel van het Verantwoordingsonderzoek over 2023 zou willen uitvoeren kan het onderzoek zo snel mogelijk, of in mei 2024 worden verzocht.
Het prijsplafond voor energie heeft zekerheid over maximumprijzen gebracht voor consumenten. De uitwerking van het prijsplafond was bijzonder: het is namelijk een subsidie aan de leveranciers van gas en elektriciteit, niet een subsidie regeling aan burgers.
De hoogte van de subsidie hangt af van de inkoopprijs van de elektriciteit en het gas: energiemaatschappijen kopen dat vaak van tevoren in. Wanneer ze tegen een lage prijs hadden ingekocht, hadden ze een sterke prikkel om de al ingekochte toekomstige energie tegen een hoge prijs te verkopen en opnieuw tegen die hoge prijs in te kopen. Dan konden ze namelijk zeggen dat ze een hoge inkoopprijs betaald hadden.
En er kunnen meer dingen zijn waarmee ze de subsidie kunstmatig konden verhogen voor zichzelf ten koste van de staatskas. Dit is ook aan de orde geweest in het debat over het prijsplafond.
Daarnaast zou een mogelijke onderzoekvraag als volgt in deelvragen geformuleerd kunnen worden:
- Op welke wijze, en met welke omvang, is er gebruik gemaakt van de prijsplafonds voor aardgas en elektriciteit in de periode januari-juli of januari-december 2023
- Wat is daarvan het financieel beslag voor de overheid?
- Wat is de omvang van de uitvoeringskosten voor energiebedrijven en de overheid?
- Hebben de energiebedrijven al ingekochte (goedkope) energie op de termijnmarkt verkocht voor de ingang van het prijsplafond? Hebben zij andere transacties gedaan of kunnen doen die nadelig waren voor de overheid?
- Hoeveel van de subsidie is effectief terecht gekomen bij de huishoudens in de vorm van lagere prijzen?
- Welk effect hebben de prijsplafonds gehad op de koopkracht van verschillende type huishoudens?
- Wat kan op basis hiervan worden geconcludeerd over de doeltreffendheid en doelmatigheid van het prijsplafond?
Met de formulering ‘andere energiesubsidies’ uit de motie worden (in ieder geval) de volgende subsidies bedoeld:
- Energietoeslag voor lage inkomens van ongeveer 1300 euro die via de gemeenten is uitgekeerd;
- Korting op de maandelijkse energierekening van 190 euro in november / december 2022;
- De tijdelijke regeling tegemoetkoming blokaansluitingen;
- Tegemoetkoming energiekosten Studenten;
- Tijdelijk Noodfonds Energie.
Voor ieder van bovengenoemde regelingen kunnen de volgende vragen worden gesteld. Uiteraard is het aan de Algemene Rekenkamer om haar eigen vraagstelling en onderzoekmethoden vast te stellen, indien zij besluit in te gaan op het verzoek.
- Op welke wijze, en met welke omvang, is er gebruik gemaakt van de subsidie, gedurende de looptijd?
- Wat is het totale financiële beslag?
- Wat is de omvang van de uitvoeringskosten, uitgesplitst naar verschillende actoren?
- Welk effect heeft de subsidie gehad op de koopkracht van verschillende type huishoudens?
- Zijn er categorieën huishoudens die niet of onvoldoende bereikt zijn en zijn er categorieën huishoudens die te veel toegang hadden tot subsidies?
De commissie EZK kan deze informatie eveneens betrekken bij haar besluitvorming over de uitvoering van de motie.
Met vriendelijke groet,
Pieter Omtzigt