[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over het Fiche: Verordening ondersteuning munitieproductie

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2023D27434, datum: 2023-06-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2023D27434).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2023Z11134:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2023D27434 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Binnen de vaste commissie voor Defensie hebben de onderstaande fracties enkele vragen en opmerkingen over het Fiche: Verordening ondersteuning munitieproductie.

De voorzitter van de commissie,

De Roon

De adjunct-griffier van de commissie,

Goorden

Inhoudsopgave

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

II Antwoord / Reactie van de Minister

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie steunen het voorstel conform de wijzigingen waar het kabinet nog voor pleit om gericht financiering beschikbaar te stellen om productiecapaciteit voor munitie en raketten uit te breiden, gezien de grote en urgente behoefte hieraan bij Oekraïne nu en naar verwachting in de komende jaren.

De leden van de VVD-fractie vragen de Minister wel of er op langere termijn geen geschiktere en minder verregaande instrumenten dan een apart subsidiefonds zijn om ervoor te zorgen dat de defensiesector toegang heeft tot adequate financiering. Is de Minister bereid ervoor te pleiten dat de European Investment Bank (EIB) gericht investeert in de defensiesector? Het gaat er hierbij niet perse om dat de EIB zelf grote bedragen reserveert, maar vooral dat indien de EIB een bepaalde sector niet uitsluit, private partijen deze criteria volgen. Kan de Minister erop reflecteren hoe de huidige uitsluiting door de EIB de toegang tot private financiering voor de defensiesector bemoeilijkt?

Daarnaast vragen de leden van de VVD-fractie hoe de Minister ernaar kijkt om ook na 2025 structuurfondsen open te stellen voor de defensiesector. Het kabinet lijkt daar nu afhoudend over, onder andere omdat deze fondsen moeten zorgen voor «innovatie». Maar is het niet zo dat juist de defensiesector vaak innovatief is, gezien ook het hoge percentage dat hier volgens bijvoorbeeld de Defensie Industriestrategie wordt gestoken in onderzoek en ontwikkeling?

De leden van de VVD-fractie hebben ook nog enkele vragen over mogelijke precedenten rond dit voorstel. Deze landen zijn van mening dat indien de Act in Support of Ammunition Production (ASAP) op enig moment als inspiratie zou dienen voor langjariger stimulering van de defensiesector, hierin ook mechanismen moeten zitten die samenwerking met gelijkgestemde partners, met name binnen de NAVO, mogelijk maken. Is de Minister dat met hen eens?

Daarnaast vragen de leden van de VVD-fractie de Minister om meer concreet te zijn over hoe Nederlandse bedrijven, ook toeleveranciers uit het mkb, via ASAP een bijdrage kunnen leveren aan ophoging van productiecapaciteit. Hoe wordt hun toegang geborgd en wordt voorkomen dat al het geld naar een paar grote producten met hun nationale toeleveringsketen gaat? Welke inzet is er vanuit de Minister op dit punt?

Tot slot vragen de leden van de VVD-fractie zich af welke mogelijkheden de Minister ziet voor het stimuleren van munitieproductie in Nederland op de korte, midden- en langere termijn.

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het kabinetsstandpunt over de verordening ondersteuning munitieproductie.

De leden van de CDA-fractie onderschrijven de noodzaak en urgentie om de productiecapaciteit van de Europese munitie-industrie te versterken. Het productievermogen van de industrie is op dit moment ontoereikend om militaire steun aan Oekraïne voort te zetten en te intensiveren en tegelijkertijd de eigen voorraden aan te vullen.

De leden van de CDA-fractie delen de overwegend positieve positie van het kabinet over de conceptverordening, alsmede de kritische positie ten aanzien van enkele voorstellen. Het kabinet is kritisch over het voorstel om bedrijven te kunnen verplichten om munitieorders van EU-lidstaten («als prioritair aangemerkte orders») voorrang te geven op andere orders; dit zou «potentieel negatieve gevolgen voor de werking van de interne markt» hebben. Het kabinet pleit daarom voor aanpassing over verwijdering van deze mogelijkheid. Naar verluidt is binnen de Raad inmiddels een akkoord bereikt om de prioritair aangemerkte orders in zijn geheel uit de richtlijn te halen. Klopt dit?

Het kabinet is ook kritisch over de door de Europese Commissie voorgestelde rapportageverplichtingen. Ook wat de leden van de CDA-fractie betreft gaat de informatie die de Europese Commissie vraagt voor monitoring van productieprocessen en de voorgestelde notificatieplicht voor aanbestedingen verder dan noodzakelijk om het doel te bereiken. Verwacht de Minister dat de Raad instemt met het naar beneden bijstellen van de rapportageverplichtingen, zoals Nederland bepleit?

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

Het motto «nood breekt wet» wordt als drijvende kracht gepresenteerd achter de plannen van de Europese Commissie bij het investeringsplan in de munitie-industrie, de ASAP. De ontwikkelingen in de oorlog in Oekraïne en de keuze van de Europese Commissie om de EU tot leverancier van wapens te maken, leveren een tussentijdse aanpassing van de begrotingsregels op, zoals neergelegd in deze verordening ondersteuning munitieproductie.

Uit oogpunt van urgentie heeft de Europese Commissie geen effectbeoordeling opgesteld bij het voorstel en heeft zij evenmin overleg gepleegd met relevante belanghebbenden. Dit laatste vanwege de «politiek gevoelige aard» van het voorstel, boven op de urgentie. De spoed waarmee wordt aangedrongen om de meerjarige begroting te veranderen, bewijst naar het oordeel van de leden van de SP-fractie dat de militarisering van de EU in een hoog tempo doorgaat. Het is een definitieve breuk met de EU als vredesproject. Hoewel het Europees parlement over het voorstel heeft gestemd en het besluit daarmee een democratische legitimatie heeft gekregen, is er in het Europees parlement inhoudelijk niet over gedebatteerd.

De leden van de SP-fractie betreuren de haast – «in juni klaar», aldus de Eurocommissaris – en delen de strekking van het Fiche verordening ondersteuning munitieproductie niet. Overwogen wordt zelfs om, naast de instemming met ASAP, de middelen uit Europese structuur- en investeringsfondsen of het coronaherstelfonds toe te mogen kennen aan investeringen in munitieproductie. Anders dan het kabinet zijn deze leden hiervan geen voorstander.

Daarbij komt dat bedrijven onder druk van de Europese Commissie komen te staan om voorrang te geven aan bepaalde munitieorders, die voor EU-lidstaten. De Europese Commissie stelt zich op als hoofdaannemer in de oorlogslogistiek en wil de munitiemarkt dwingen zich aan dit beleid aan te passen.

Daarnaast brengt deze verordening verslechteringen in het arbeidsrecht voort. De leden van de SP-fractie vragen de Minister te voorkomen dat gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid om Richtlijn 2003/88/EG betreffende de organisatie van de arbeidstijd te omzeilen door nacht- en weekenddiensten toe te staan. «Om het gebruik van bestaande toeleveringsketens te optimaliseren en zo de continuïteit van de productie van relevante defensieproducten te waarborgen, moeten de lidstaten de mogelijkheid overwegen om een beroep te doen op de voorziene afwijkingen of betrokken bedrijven aanmoedigen om gebruik te maken van de voorziene afwijkingen», aldus de richtlijn. Ondanks deze haast lopen de onderhandelingen over de aanpassing van de European Defence Industrial Reinforcement through Common Procurement Act (EDIRPA), het instrument voor gezamenlijke aanschaf van defensiematerieel, op dit moment nog. Wat zijn de verschillende standpunten die thans in de onderhandelingen voorliggen?

De leden van de SP-fractie sluiten zich aan bij de tegenstanders in het Europees parlement.

II Antwoord / Reactie van de Minister