Reactie op verzoek commissie over de uitvoering van de gewijzigde motie van het lid Van den Berg c.s. over de wettelijke erkenning van spoedeisendehulpartsen als medisch specialisten (Kamerstuk 29247-392)
Acute zorg
Brief regering
Nummer: 2023D27601, datum: 2023-06-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29247-397).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Onderdeel van kamerstukdossier 29247 -397 Acute zorg.
Onderdeel van zaak 2023Z11554:
- Indiener: E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2023-06-27 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-07-05 10:15: Procedurevergadering VWS (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2023-09-06 09:30: Extra procedurevergadering commissie VWS (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2023-09-27 10:00: Arbeidsmarktbeleid in de zorg (Commissiedebat), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2023-09-28 13:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
29 247 Acute zorg
Nr. 397 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 juni 2023
Hierbij reageer ik op het verzoek van uw commissie om uw Kamer vóór het debat over «opnamestops en lange wachttijden bij en het sluiten van spoedeisende hulpposten» d.d. 22 juni 2023 te informeren over de uitvoering van de motie om het definitieve besluit van het College Geneeskundige Specialismen (CGS) tot erkenning van spoedeisende hulpartsen als medisch specialist over te nemen, en zo spoedig als mogelijk wettelijk erkend te laten zijn op grond van de Wet BIG.1
Allereerst spreek ik hierbij mijn waardering uit voor de inzet van de Spoedeisendehulp arts (SEH-arts) en de manier hoe zij hun vakgebied vormgeven. De aanvraag die het CGS bij mij heeft ingediend om de specialistentitel SEH-arts wettelijk te erkennen, heb ik op dit moment nog in behandeling. Op grond van de Wet BIG is erkenning een bevoegdheid en uitsluitend aan de orde indien dat wenselijk is ter bevordering van de goede uitoefening van de gezondheidszorg.2 Voor de beoordeling hiervan zijn beleidsregels opgesteld waarin deze bevoegdheid nader wordt uitgewerkt door middel van criteria waaraan een aanvraag wordt getoetst.3 Gelet hierop ben ik, naar aanleiding van het positieve besluit van het CGS, met de Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen (NVSHA) en de Federatie van Medisch Specialisten (FMS) in gesprek gegaan ter verheldering van een aantal punten die onder andere gaan over de toekomstige inrichting van de acute zorg en financiële middelen. Dit gesprek toonde dat het onderwerp nog verdere doordenking vraagt, in onderling overleg tussen de FMS en NVSHA. Hiervan ontvang ik nog een terugkoppeling. Voordat ik verdere stappen kan ondernemen zal ik dan ook de reactie van deze partijen afwachten.
Eén van de beleidscriteria waaraan de aanvraag getoetst wordt, is of de wettelijke erkenning past binnen de beleidsvisie van het Ministerie van VWS. Dit houdt onder andere in, dat de erkenning niet mag leiden tot negatieve effecten, zoals bijvoorbeeld een ongewenste verhoging van de zorgvraag of ongewenste macro-economische effecten. Bij deze integrale toets wordt gekeken naar de inbedding in het systeem, de gevolgen ten aanzien van opleidingsduur, financiële middelen en de verhouding met andere specialismen.
Gelet op genoemde beleidsregels, de toekomst van de acute zorg, en de rol van de SEH-arts daarin, hecht ik eraan om aan de voorkant volstrekt helder te zijn over de beleidscondities voor wettelijke erkenning en de betekenis daarvan voor de rol en inzet van de SEH-arts in de acute zorg. Het is belangrijk dat voor iedereen duidelijk is dat een mogelijke wettelijke erkenning geen aanzet mag zijn tot nadere kwaliteitseisen die niet passen binnen de toekomst van de acute zorg.
Onderhavig traject dient zorgvuldig te worden doorlopen. Ik zal uw Kamer hierover zo snel als mogelijk informeren.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.J. Kuipers