Motie van de leden Van den Brink en De Kort over het oneigenlijk innemen van reisdocumenten en bankpassen van arbeidsmigranten niet alleen bestraffen via artikel 447b van het Wetboek van Strafrecht
Arbeidsmigratie en sociale zekerheid
Motie
Nummer: 2023D27903, datum: 2023-06-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29861-115).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: G. van den Brink, Tweede Kamerlid (Ooit CDA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: A.H.J. de Kort, Tweede Kamerlid (VVD)
Onderdeel van kamerstukdossier 29861 -115 Arbeidsmigratie en sociale zekerheid.
Onderdeel van zaak 2023Z11724:
- Indiener: G. van den Brink, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: A.H.J. de Kort, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2023-06-22 19:50: Tweeminutendebat Arbeidsmigratie (CD 24/5) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
- 2023-06-27 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
29 861 Arbeidsmigratie en sociale zekerheid
Nr. 115 MOTIE VAN DE LEDEN VAN DEN BRINK EN DE KORT
Voorgesteld 22 juni 2023
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat uit de Monitor arbeidsuitbuiting en ernstige benadeling van de Arbeidsinspectie blijkt dat de langdurige inname van paspoorten en bankpassen van arbeidsmigranten vaak als ernstige benadeling of enkel met een geldboete conform artikel 447b van het Wetboek van Strafrecht wordt afgedaan;
overwegende dat de inspectie aangeeft dat het aantal tactische onderzoeken dat wordt gestart relatief klein is en dat dat verklaarbaar is vanuit de huidige juridische interpretatie van een ander artikel, namelijk 273f van het Wetboek van Strafrecht;
van mening dat wanneer arbeidsmigranten geen beschikking hebben over hun paspoort of hun bankpas omdat ze deze hebben moeten afgeven bij hun uitlener of huisbaas er sprake is van vrijheidsbeperking;
verzoekt de regering om voor de begrotingsbehandeling van Sociale Zaken met een plan te komen hoe het oneigenlijk innemen van reisdocumenten en bankpassen van arbeidsmigranten met als oogmerk het inperken van diens vrijheden niet enkel via artikel 447b van het Wetboek van Strafrecht kan worden bestraft,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van den Brink
De Kort