[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Motie van het lid Van Baarle over het met spoed starten van een extern onderzoek naar de handhavingspraktijk van DUO

Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2023

Motie

Nummer: 2023D27926, datum: 2023-06-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36200-VIII-234).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36200 VIII-234 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2023.

Onderdeel van zaak 2023Z11745:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

36 200 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2023

Nr. 234 MOTIE VAN HET LID VAN BAARLE

Voorgesteld 22 juni 2023

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat studenten met een migratieachtergrond volgens journalistiek onderzoek vaker worden beschuldigd van fraude als gevolg van het huidige algoritme en de controlepraktijk die door Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) worden gebruikt;

overwegende dat het algoritme in het algemeen ook onvoldoende gevalideerd zou zijn, waardoor mensen in het algemeen onterecht als mogelijke fraudeur aangemerkt zouden kunnen worden;

overwegende dat alle studenten gelijk en eerlijk behandeld dienen te worden;

verzoekt de regering met spoed een onafhankelijk en extern onderzoek uit te laten voeren naar de handhavingspraktijken van DUO en hierbij expliciet aandacht te hebben voor:

• de totstandkoming van het algoritme, de validatie ervan en de mogelijk (indirect) discriminerende werking ervan in de praktijk;

• de gegevenshuishouding en het vraagstuk van mogelijke zwarte lijsten;

• de mogelijk (indirect) discriminerende werking van de persoonlijke beoordeling en de handhavingspraktijken, alsmede de bejegening hierin van onderzochten;

• het aantal gevallen waarin een mogelijk (indirect) discriminerende werking mogelijk tot schade heeft geleid bij betrokkenen;

verzoekt de regering tevens om op basis van het onderzoek bindende maatregelen voor te stellen om mogelijke geïdentificeerde misstanden direct en permanent te corrigeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Baarle