Geannoteerde agenda voor de Europese Raad van 29 en 30 juni 2023
Europese Raad
Brief regering
Nummer: 2023D28196, datum: 2023-06-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-20-1969).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 20-1969 Europese Raad.
Onderdeel van zaak 2023Z11845:
- Indiener: W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- 2023-06-28 11:30: Debat over de Europese top van 29 en 30 juni 2023 (Plenair debat (overig)), TK
- 2023-06-29 11:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Europese Zaken
- 2023-07-04 15:40: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-09-05 15:20: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
21 501-20 Europese Raad
Nr. 1969 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 juni 2023
Hierbij bied ik u, mede namens de Minister-President, de geannoteerde agenda aan voor de Europese Raad van 29 en 30 juni 2023.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra
GEANNOTEERDE AGENDA VAN DE EUROPESE RAAD VAN 29 EN 30 JUNI 2023
Op donderdag 29 en vrijdag 30 juni a.s. vindt een Europese Raad (ER) plaats in Brussel. Op de agenda van de ER staan de Russische agressie jegens Oekraïne, economie en concurrentievermogen, veiligheid en defensie, migratie en China. Onder externe betrekkingen zal worden gesproken over de voorbereiding van de Top van staatshoofden en regeringsleiders van de EU en de Gemeenschap van Latijns-Amerikaanse en Caraïbische Staten (CELAC), de situatie in Noord Kosovo, de relatie tussen de EU en Mediterrane partners (specifiek Tunesië) en de vertegenwoordiging van de Afrikaanse Unie in internationale fora. De Minister-President is voornemens deel te nemen aan de ER.
Russische agressie jegens Oekraïne
De ER zal stilstaan bij de laatste ontwikkelingen van de oorlog in Oekraïne. De inzet van het kabinet blijft onverminderd gericht op het verhogen van de druk op Rusland om de agressie tegen Oekraïne te beëindigen. Daarnaast blijft het kabinet inzetten op het zoveel mogelijk steunen van Oekraïne op militair, financieel, humanitair gebied en met de wederopbouw, zowel bilateraal als vanuit de EU en in nauwe samenwerking met internationale partners en organisaties.
De ER zal naar verwachting stilstaan bij de laatste stand van zaken omtrent de aanslag op en de doorbraak van de dam bij Nova Kakhovka. Het kabinet heeft direct hulpgoederen zoals boten, waterpompen en reddingsvesten richting Oekraïne gestuurd.1 Oekraïense en internationale hulporganisaties zijn momenteel bezig met het bieden van de noodzakelijke noodhulp. Naast het verlenen van directe noodhulp vindt het kabinet het van belang dat de dam zo snel mogelijk weer kan worden opgebouwd en dat er adequaat wordt ingespeeld op eventuele neveneffecten van de doorbraak, zoals toegang tot drinkwater. De verwoesting van de dam past daarnaast binnen de bredere, aanhoudende kabinetsinzet op het gebied van accountability. Een volwaardig compensatiemechanisme voor oorlogsschade en een tribunaal voor het misdrijf agressie zijn hier fundamenteel onderdeel van. Het kabinet heeft de verwoesting van de dam veroordeeld als een oorlogsmisdrijf.
Het kabinet acht het tevens van belang dat de militaire steun aan Oekraïne wordt voortgezet, waaronder door de EU Military Assistance Mission en steun uit de Europese Vredesfaciliteit. Om te kunnen voldoen aan de grote vraag naar munitie steunt het kabinet tevens de nieuwe Commissievoorstellen voor het opschalen van de productiecapaciteit van de Europese defensie-industrie.2
Het kabinet blijft zich daarnaast inzetten voor verdere aanscherping van de sancties tegen Rusland. Nederland maakt zich hard voor een stevig elfde EU-sanctiepakket tegen Rusland dat bijdraagt aan het tegengaan van sanctie-omzeiling en aanvullende listings gericht tegen de verantwoordelijken van kindontvoeringen en Russische wapenproducenten.
Economie
Concurrentievermogen
De ER zal de discussie over het versterken van Europese concurrentievermogen voortzetten. Het kabinet verwelkomt de geboekte voortgang en het behoud van een hoog ambitieniveau. Dit is van belang voor het realiseren van de digitale en groene transities en open strategische autonomie van de EU.3 De ER zal aandacht hebben voor thema’s die hier aan bijdragen, zoals de Europese aanpak om kunstmatige intelligentie te reguleren, de Commissievoorstellen voor een Critical Raw Materials Act en Net Zero Industry Act, de leveringszekerheid van kritieke geneesmiddelen4 en de inwerkingtreding van het unitaire octrooipakket.5
Ook steunt het kabinet de oproep van een aantal lidstaten om een high-level rapport over de toekomst van de interne markt te presenteren en dit te agenderen tijdens de ER in maart 2024. Voor het kabinet is het van belang dat een dergelijk rapport goed aansluit op de jaarlijkse beleidscyclus die de voortgang monitort op het gebied van het concurrentievermogen.6 Daarnaast is een sterke economische basis, conform de Nederlandse inzet ten aanzien van open strategische autonomie, van belang voor het versterken van de economische veiligheid van de EU.
Europese Economische Veiligheid
De ER zal daarnaast spreken over de Europese Economische Veiligheid (EEV) strategie, die op 20 juni jl. is gepresenteerd door de Commissie.7 Deze strategie is gebaseerd op de pijlers promote, protect en partners en is daarmee grotendeels in lijn met de Nederlandse inzet op economische veiligheid en bouwt voort op het versterken van de open strategische autonomie van de EU. Het kabinet verwelkomt meer Europese samenwerking, informatie-uitwisseling en coördinatie op het gebied van economische veiligheid, bijvoorbeeld op het gebied van kennisveiligheid en de screening van inkomende buitenlandse investeringen. Dit draagt bij aan de economische weerbaarheid en veiligheid van de EU en een gelijk speelveld tussen EU lidstaten. Het is positief dat de EEV strategie gericht is op zowel stimulerende als beschermende maatregelen en het belang van internationale partnerschappen omarmt. Daarnaast is voor het kabinet van belang dat mogelijke instrumenten onder de EEV-strategie landenneutraal, noodzakelijk en proportioneel zijn, uitgaan van een risk-based approach, en nationale competenties in acht te nemen. Het kabinet zal de Kamer volgens de reguliere afspraken via een BNC-fiche een nadere appreciatie geven van de EEV strategie.
Herziening Meerjarig Financieel Kader 2021–2027 (MFK)
Op 20 juni jl. presenteerde de Commissie voorstellen voor een tussentijdse herziening van het MFK.8 De verwachting is dat de ER kennis zal nemen van de voorstellen, maar deze nu nog niet inhoudelijk zal bespreken. Ook hier zal het kabinet de Kamer een nadere appreciatie van de voorstellen geven via een BNC-fiche volgens de reguliere afspraken. Onderaan de brief volgt een samenvatting en eerste appreciatie.
Herziening begrotingsraamwerk (SGP)
Wat betreft de herziening van het Europees begrotingsraamwerk zal de ER mogelijk kort van gedachten wisselen en het belang van de herziening voor de Europese economie onderstrepen. Tijdens de Ecofinraad van 15 juni jl.9 vond een eerste gedachtewisseling over de wetgevende voorstellen voor herziening van het raamwerk plaats. De meeste lidstaten, waaronder Nederland, vinden het te vroeg voor conclusies tijdens deze ER. Zoals beschreven in het BNC-fiche over de Commissievoorstellen over de herziening, zal Nederland in blijven zetten op een ambitieuze uitkomst, waarin houdbare overheidsfinanciën, opwaartse economische convergentie en verbeterde naleving en handhaving centraal staan.10
Europees Semester
Op 24 mei jl. heeft de Commissie haar voorstellen voor landspecifieke aanbevelingen in het kader van het Europees Semester gepubliceerd. Het Europees Semester is het jaarlijkse proces waarin lidstaten hun economisch en budgettair beleid coördineren.11 De ER zal naar verwachting de landspecifieke aanbevelingen bekrachtigen, zodat zij vervolgens officieel kunnen worden aangenomen tijdens de Ecofinraad van 14 juli a.s. Daarmee zal de Europees Semester cyclus van 2023 worden afgerond.
Veiligheid en defensie
De ER zal stilstaan bij veiligheid en defensie om de voortgang van de uitvoering van eerdere conclusies over dit onderwerp te bespreken, waaronder het Strategisch Kompas en de Versailles-verklaring van maart 2022.12 Daarnaast zal de ER naar verwachting verdere sturing geven aan capaciteitsontwikkeling op het gebied van veiligheid en defensie van de EU, met een specifieke nadruk op aanbestedingen, investeringen en productie. In dit kader zal de ER onder andere stilstaan bij de initiatieven om de levering van met name artilleriemunitie aan Oekraïne te vergroten en te versnellen, en de productiecapaciteit van de Europese defensie-industrie op te schalen (de Act in Support of Ammunition Production, ASAP13), het instrument voor de versterking van de Europese defensie-industrie door middel van gemeenschappelijke aanbestedingen (European defence industry reinforcement through common procurement act, EDIRPA14) en mogelijk het nog te presenteren European Defence Investment Programme (EDIP). Ten slotte zal de ER het nieuwe Civiel Compact verwelkomen.
Het kabinet acht het van belang dat de EU meer verantwoordelijkheid neemt voor de eigen veiligheid en haar slagvaardigheid op defensiegebied vergroot. In dit kader is het belangrijk dat de doelstellingen die in het Strategisch Kompas zijn afgesproken worden geïmplementeerd. De urgentie hiervan is toegenomen door de Russische agressie tegen Oekraïne.
Met het oog op de aankomende NAVO-top in Vilnius op 11 en 12 juli a.s. zullen regeringsleiders tevens een informele uitwisseling houden over EU-NAVO-samenwerking met Secretaris-Generaal van de NAVO Jens Stoltenberg. Het kabinet hecht veel waarde aan EU-NAVO-samenwerking en benadrukt de noodzaak om praktische samenwerking verder vorm te geven. Beide organisaties hebben unieke instrumenten en zijn complementair aan elkaar, zo laat ook de gelijkgezinde reactie op de Russische agressie zien.
Migratie
De ER zal kennisnemen van het akkoord dat op 8 en 9 juni jl. in de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken (JBZ-Raad) werd bereikt over een Raadspositie op belangrijke onderdelen van het Asiel- en Migratiepact.15 Een inhoudelijke bespreking van het Pact wordt niet verwacht. Mogelijk zal een beperkt aantal lidstaten aandacht vragen voor de tijdens de JBZ-Raad gevolgde stemprocedure. Wat Nederland betreft is met de Raadspositie een belangrijke stap voorwaarts gezet om tot een herzien effectief en menswaardig Europees asielsysteem te komen en zijn de juiste procedures zoals vastgelegd in de EU-Verdragen gevolgd. In lijn met motie van de leden Van den Brink en Ceder,16 zet het kabinet er op in dat er voor de verkiezingen van het Europees Parlement in 2024 een stevig resultaat ligt waarin solidariteit en verantwoordelijkheid in evenwicht zijn.
Naast de inzet voor nieuwe wetgeving blijft Europese actie van belang om grip op migratie te versterken. Daarom heeft de ER in de conclusies van februari en maart mede op aandringen van Nederland stappen geïdentificeerd die nu al gezet kunnen worden.17 De ER in juni zal, mede aan de hand van een update van de Commissie, stilstaan bij de implementatie van deze conclusies. Voor het kabinet is daarbij in het bijzonder van belang dat aspecten zoals versterking van grensbeheer door middel van aanvullende financiering en asielgrensprocedurepilots, visumharmonisatie door naburige landen zoals op de Westelijke Balkan, en implementatie van de Dublin Roadmap verder worden gebracht. In de conclusies van februari kondigde de ER eveneens aan de samenwerking van de EU en de lidstaten met landen van herkomst en doorreis op gecoördineerde wijze te willen intensiveren middels wederzijds voordelige migratiepartnerschappen. In dit kader trekt Nederland, in lijn met de oproep van de meerderheid van de Kamer, op met verschillende lidstaten waaronder Denemarken. Eveneens zal onder «Externe betrekkingen» het partnerschap met Tunesië worden toegelicht, waar afspraken over migratie een onderdeel van vormen.
China
De ER zal een strategische discussie over China houden, die voortbouwt op een gedachtewisseling tijdens de informele RBZ (Gymnich) van 12 mei jl. over China,18 met als doel verdere richting te geven aan de toekomstige EU-China relaties en de EU-China agenda te concretiseren. Het kabinet zal het belang van een meer geïntegreerde, geïnstitutionaliseerde discussie in de EU over de politieke, economische en veiligheidsaspecten van de relatie met China benadrukken. Ook zal het kabinet het belang onderstrepen van EU-eenheid in het engageren met China en consistentie in het uitdragen van boodschappen richting China.
Externe betrekkingen
Voorbereiding EU-CELAC Top
De ER bespreekt de inzet voor de EU-CELAC Top die op 17 en 18 juli a.s. plaatsvindt in Brussel. De Top dient de basis te leggen voor een diepgaander en gemoderniseerd partnerschap met landen in Latijns-Amerika en de Caribische regio. Het kabinet ziet kansen om de samenwerking tussen de EU en deze regio te verdiepen op terreinen als internationale rechtsorde en multilateralisme, de aanpak van grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit, klimaat, water, kritieke grondstoffen en de energietransitie.
Noord Kosovo
De ER zal spreken over de recent opgelopen spanningen in Noord-Kosovo. Verwacht wordt dat de ER de recente geweldsincidenten zal veroordelen en zal oproepen tot onmiddellijke de-escalatie, waarbij steun uitgesproken zal worden voor de diplomatieke oplossingen die de EU heeft gepresenteerd om verder te de-escaleren alsook de eventuele consequenties die de EU voorziet als partijen zich niet aan het de-escalatieplan houden. Nederland steunt de oproepen tot de-escalatie en onderschrijft hierbij het belang van een evenwichtige aanpak met beide partijen, inclusief het inzetten van eventuele consequenties als partijen zich niet aan het de-escalatieplan houden. De recente ontwikkelingen benadrukken het belang van beide partijen om de door de EU geleide dialoog ten behoeve van de normalisering van de betrekkingen voort te zetten. Normalisering van de betrekkingen is essentieel voor de veiligheid en stabiliteit in beide landen en de bredere regio, en een voorwaarde voor toekomstig EU lidmaatschap.
Mediterrane partners, specifiek Tunesië
De ER zal spreken over EU-relaties met partnerlanden in het Zuidelijk Nabuurschap en in het bijzonder over Tunesië. Het kabinet onderstreept het strategisch belang van gelijkwaardige partnerschappen met landen in het Zuidelijk Nabuurschap, gezien het bevorderen van politieke en economische stabiliteit, het versterken van energie- en voedselzekerheid en wederzijdse uitdagingen en belangen op het tegengaan van irreguliere migratie.
Met betrekking tot Tunesië zal worden teruggeblikt en voortgebouwd op het bezoek dat Commissievoorzitter Von der Leyen, de Italiaanse Minister-President Meloni en Minister-President Rutte in het kader van Team Europe aflegden aan Tunis op 11 juni jl. Tijdens het bezoek spraken zij met president Saied en premier Bouden over het versterken van het partnerschap tussen de EU en Tunesië.
In Tunis zijn zij de hoofdlijnen overeengekomen van dit veelomvattend partnerschap. Dit pakket (het zogenaamde comprehensive partnership package19) bestaat uit vijf pilaren: macro-financiële bijstand en additionele steun, versterkte economische- en handelsrelaties, groene energietransitie, migratie en people-to-people contacten. Ook maakt een versterkte politieke en beleidsdialoog onderdeel uit van de afspraken. De Europese Commissie werkt concrete afspraken over het pakket uit met Tunesië. Zodra hierover meer bekend is, zal de Kamer worden geïnformeerd.20
Het kabinet verwelkomt de gezamenlijke inspanningen om een breed en gebalanceerd partnerschap met Tunesië overeen te komen om gezamenlijke uitdagingen, waaronder op migratie, het hoofd te bieden. Het kabinet is van mening dat er structurele verbeteringen in het Tunesisch migratiemanagement nodig zijn. Daarbij verwelkomt het kabinet ook de hervatting van de EU-Tunesië Associatieraad om de politieke dialoog met Tunesië te continueren, mede om onderwerpen te bespreken waarover zorgen bestaan, zoals de achteruitgang op democratie, rechtsstaat en mensenrechten.
Afrikaanse Unie
De ER zal spreken over de relatie met de Afrikaanse Unie. Verwacht wordt dat de ER steun zal uitspreken voor versterkte vertegenwoordiging van de Afrikaanse Unie in internationale fora, en specifiek het G20-lidmaatschap.
Nederland is geen permanent lid van de G20, maar ziet de noodzaak, zoals ook opgenomen in de Nederlandse Afrikastrategie, om inclusiever te opereren op het multilaterale toneel om de legitimiteit van de VN en andere multilaterale organisaties zoals de G20 te bewaren. Het kabinet zal vanuit dit opzicht de steun vanuit de ER voor AU-lidmaatschap van de G20 verwelkomen.
Toelichting Commissievoorstellen MFK
De voorgestelde MFK-herziening bestaat uit een aantal onderdelen.21 Ten eerste stelt de Commissie voor om een Oekraïne-faciliteit op te richten van waaruit de EU meerjarig financiële steun aan Oekraïne kan verstrekken.22 In het voorstel heeft deze faciliteit een maximale omvang van 50 miljard euro. De steun kan bestaan uit leningen, giften en garanties en is gericht op liquiditeitssteun, herstel, investeringen en technische assistentie. Aan de steun zijn voorwaarden verbonden ten aanzien van corruptiebestrijding, goed bestuur en rechtsstaat. Ten tweede omvat de MFK-herziening de instelling van een platform voor de ondersteuning van strategische technologieën (STEP) om de Europese concurrentiekracht te versterken.23 Dit platform maakt gebruik van bestaande EU-instrumenten. De Commissie stelt voor een aantal bestaande programma’s te flexibiliseren en het budget van een aantal andere bestaande programma’s specifiek voor dit doel te verhogen. Ten derde kent het Commissievoorstel extra budget toe vanwege onvoorziene omstandigheden op de terreinen migratie, het externe beleid, administratieve uitgaven en de rentekosten voor het EU-herstelinstrument Next Generation EU.24 Tot slot bevat het voorstel voor de MFK-herziening verruimde begrotingsflexibiliteit voor de resterende jaren van dit MFK (tot en met 2027).
Sinds de vaststelling van de MFK-verordening in 2020 is de EU voor ingrijpende uitdagingen komen te staan, met name als gevolg van de Russische oorlog in Oekraïne. Het kabinet vindt het van belang dat de EU in staat is deze uitdagingen adequaat het hoofd te bieden. Het uitgangspunt voor het kabinet is dat dit in principe moet gebeuren binnen de bestaande uitgavenplafonds van het MFK en de bestaande budgetflexibiliteit bovenop deze uitgavenplafonds. Het kabinet staat dan ook terughoudend tegenover een herziening van het MFK. Het kabinet staat in beginsel positief ten aanzien van het bovengenoemde voorstel om de financiële EU-steun aan Oekraïne structureler vorm te geven, in lijn met de inzet van het kabinet voor blijvende solidariteit met Oekraïne. Het kabinet zal een uitgebreide appreciatie van de voorstellen geven via een BNC-fiche volgens de reguliere afspraken.
Nederlandse hulp- en reddingsmiddelen onderweg naar overstroomd gebied in Oekraïne | Nieuwsbericht | Rijksoverheid.nl https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2023/06/12/nederlandse-hulp--en-reddingsmiddelen-onderweg-naar-overstroomd-gebied-in-oekraine.↩︎
Kamerstuk 22 112, nr. 3720.↩︎
Kamerstuk 35 982, nr. 9.↩︎
Kamerstuk 36 365, nr. 2.↩︎
Zie Kamerstuk 30 635, nr. 10.↩︎
Zie Kamerstuk 21 501-20, nr. 1949.↩︎
Zie https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/ip_23_3358.↩︎
Zie https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/ip_23_3345.↩︎
Zie Kamerstuk 21 501-07, nr. 1953.↩︎
Zie Kamerstuk 22 112, nr. 3699.↩︎
Zie Kamerstuk 21 501-20, nr. 1951.↩︎
Zie EU strategisch kompas en Versailles Declaration.↩︎
Zie Act in Support of Ammunition Production.↩︎
Zie EU to reinforce the European defence industry (europa.eu).↩︎
Zie Kamerstuk 32 317, nr. 842.↩︎
Kamerstuk 32 317, nr. 839.↩︎
Kamerstuk 21 501-02, nrs. 2621, 2625, 2661 en 2669 en Kamerstuk 21 501-20, nrs. 1948 en 1949.↩︎
Kamerstuk 21 501-02, nr. 2662.↩︎
Zie hiervoor Partnership (europa.eu).↩︎
Hiermee komt het kabinet het verzoek van het lid Eerdmans, gedaan tijdens het ordedebat (Handelingen II 2022/23, nr. 92, Regeling van Werkzaamheden) tegemoet.↩︎
Zie: Documents (europa.eu).↩︎
Zie Facility to support Ukraine (europa.eu).↩︎
Zie voor STEP: EU budget (europa.eu).↩︎
ZIe voor Next Generation EU: EU budget (europa.eu).↩︎