Evaluatie gemeentelijke bekostiging lokale publieke omroepen 2019-2021
Toekomst mediabeleid
Brief regering
Nummer: 2023D28434, datum: 2023-06-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32827-282).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: G. Uslu, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Rapport evaluatie bekostiging lokale publieke mediainstellingen 2019-2021
- Beslisnota bij Kamerbrief Evaluatie gemeentelijke bekostiging lokale publieke omroepen 2019-2021
Onderdeel van kamerstukdossier 32827 -282 Toekomst mediabeleid.
Onderdeel van zaak 2023Z11954:
- Indiener: G. Uslu, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2023-06-29 14:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-07-06 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2023-09-06 11:30: Extra procedurevergadering commissie OCW (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2023-10-05 10:00: Lokale, regionale en streekomroepen (Commissiedebat), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2023-10-10 15:50: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
32 827 Toekomst mediabeleid
Nr. 282 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 juni 2023
Hierbij bied ik uw Kamer de evaluatie aan over de bekostiging van de lokale publieke media-instellingen (hierna: lokale omroepen) gedurende de periode 2019–2021. U ontvangt deze evaluatie conform artikel 2.170b, vijfde lid, van de Mediawet 2008.
Het beeld in de evaluatie is overeenkomstig de eerdere evaluaties over dit onderwerp, die ik heb aangehaald in mijn recent verzonden visiebrief.1
Ruim een derde van de gemeenten (37%) kent een bedrag toe dat lager is dan het afgesproken richtsnoerbedrag. Een kwart kent meer toe aan de lokale omroep, 38% financiert conform het richtsnoerbedrag. Hiermee is het aantal gemeenten dat lager bekostigt dan het richtsnoerbedrag flink toegenomen (van 24% in de periode 2016–2018 tot 37% in de periode 2019–2021).
Gemeenten zijn niet verplicht om het richtsnoerbedrag over te maken. Wel zijn er, in een convenant, afspraken gemaakt over het richtsnoerbedrag. In deze evaluatie is daarvan uitgegaan.
Lage bekostiging (<0,95 R.S.) | 137 | 43% | 127 | 42% | 82 | 26% | 115 | 37% | 72 | 24% |
Ca. Richtsnoerbedrag (0,95–1,05 R.S.) | 108 | 34% | 112 | 37% | 138 | 44% | 119 | 38% | 85 | 28% |
Hoge bekostiging (>1,05 R.S.) | 71 | 22% | 66 | 22% | 93 | 30% | 77 | 25% | 144 | 48% |
Bij veel gemeenten en lokale omroepen blijkt onduidelijkheid te bestaan over de vraag of er voorwaarden mogen worden verbonden aan de bekostiging of over de wijze van verantwoorden en het financieel toezicht. Het is gemeenten wettelijk niet toegestaan voorschriften te verbinden die strijdig zijn aan de Mediawet. Het Commissariaat heeft–in de bekostigingsbesluiten–geen voorwaarden gevonden die strijdig zijn met de Mediawet.
De financiële gezondheid van lokale omroepen blijft achter. De wet schrijft voor dat kosten die bedoeld zijn voor de totstandkoming van het media-aanbod en die niet op andere wijze worden gedekt, bekostigd moeten worden door de gemeente(n) waarvoor de lokale omroep is aangewezen. Desalniettemin heeft ruim een derde van het totaal aantal lokale omroepen (36%) een negatief resultaat.
De financiële positie van een kwart van de lokale omroepen is ongezond. Dat is een lichte verbetering, maar nog steeds is de positie kwetsbaar.
Op 30 mei jl. heb ik mijn, al eerder aangehaalde, visiebrief voor de toekomst van de lokale publieke omroepen naar uw Kamer gestuurd. Dit evaluatierapport van het Commissariaat onderstreept nogmaals de noodzaak van het overhevelen van de bekostiging van de lokale omroepen door gemeenten naar het Rijk en de extra investering die ik voorgenomen heb.
Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de Eerste Kamer der Staten-Generaal.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
G. Uslu
Kamerstuk 32 827, nr. 281.↩︎