Toezegging om de Kamer voorafgaand aan de plenaire afronding van het debat over de Artikel 100-bijdrage aan EUFOR Althea per brief een nader antwoord te sturen op de vraag van het lid Kuzu
Nederlandse deelname aan vredesmissies
Brief regering
Nummer: 2023D28620, datum: 2023-06-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29521-462).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 29521 -462 Nederlandse deelname aan vredesmissies.
Onderdeel van zaak 2023Z12023:
- Indiener: W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Defensie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2023-06-28 10:15: Debat over de Nederlandse bijdrage aan EUFOR Althea (Artikel 100-procedure) (plenaire afronding in 1 termijn) (Plenair debat (overig)), TK
- 2023-07-06 12:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2023-09-05 15:20: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
29 521 Nederlandse deelname aan vredesmissies
Nr. 462 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 juni 2023
In het Commissiedebat over de voorgenomen artikel 100-bijdrage aan EUFOR Althea van woensdag 21 juni jongstleden heb ik uw Kamer toegezegd nader in te gaan op de taakafbakening tussen de Hoge Vertegenwoordiger (HV) in Bosnië en Herzegovina en de Force Commander (FC) van EUFOR Althea. Met deze brief doe ik deze toezegging gestand.
Het kader voor de bevoegdheidsverdeling tussen de HV en de FC vloeit voort uit het Verdrag van Dayton enerzijds en VNVR-resolutie 1575 anderzijds. De FC ziet toe op implementatie van de militaire aspecten van het Verdrag van Dayton, met als concreet doel de veiligheid in en de capaciteiten van de krijgsmacht van Bosnië en Herzegovina te bevorderen.1 De HV ziet toe op de implementatie van de civiele aspecten van het Verdrag van Dayton.2 Daarvoor onderhoudt de HV contacten met relevante partijen binnen Bosnië en Herzegovina. Tevens beschikt de HV over zogenoemde Bonn Powers, die de HV in staat stellen eenzijdig voor Bosnische autoriteiten bindende besluiten te nemen en Bosnische functionarissen te ontslaan die naar zijn mening het Verdrag van Dayton schenden.
De verschillende bevoegdheden van de FC van EUFOR en de HV zijn complementair aan elkaar en beogen de implementatie van het Verdrag van Dayton te versterken. De HV kan de FC van EUFOR Althea informeren en om advies vragen over zijn voorgenomen besluiten ten aanzien van de civiele implementatie van het Verdrag van Dayton, maar blijft autonoom in zijn beslissingen. Daarbij moet nadrukkelijk worden opgemerkt dat de HV geen opdracht kan verlenen aan de FC van EUFOR Althea. De militaire aansturing van de operatie geschiedt door Commandant Operaties vanuit het militaire NAVO-hoofdkwartier. Het Politiek en Veiligheidscomité (PSC) en de Raad Buitenlandse Zaken van de Europese Unie geven politieke richting aan EUFOR Althea.
Uit navraag bij het kantoor van de HV en de FC EUFOR Althea blijkt dat de HV en FC elkaar ontmoeten op momenten dat zij dit noodzakelijk achten. Dit contact vindt frequent, op ad hoc-basis plaats, zo laten beiden weten. Daarnaast staan liaisonmedewerkers van het kantoor van de HV en de staf van de FC EUFOR Althea nauw met elkaar in contact.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra