[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Aanpak versterking toegang tot het recht

Rechtsstaat en Rechtsorde

Brief regering

Nummer: 2023D28795, datum: 2023-06-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29279-800).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 29279 -800 Rechtsstaat en Rechtsorde.

Onderdeel van zaak 2023Z12096:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde

Nr. 800 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 juni 2023

Toegang tot het recht is een voorwaarde voor een goed functionerende rechtsstaat. Het is mijn missie om de toegang tot het recht te versterken. Het recht dient er voor iedereen te zijn.

Levensgebeurtenissen, zoals het verbreken van een relatie, het verliezen van een baan maar ook alledaagse activiteiten, zoals het doen van aankopen, kennen vaak een juridisch aspect. Meestal levert het omgaan met die juridische dimensie geen problemen op. Een geschil of probleem kan echter iedereen overkomen. Een huurder die ten onterechte een waarschuwing ontvangt van de woningbouwvereniging en vreest voor uithuiszetting, een eigenaar van een kledingzaak die te maken krijgt met een inbreuk op merkregistratie, een echtgenoot die onverwacht met scheidingspapieren wordt geconfronteerd, een nieuwe huiseigenaar die erachter komt dat het huis niet overeenkomstig de koopovereenkomst is opgeleverd, een consument die een defect product geleverd krijgt, een ondernemer waarbij de aanvraag van een vergunning moeizaam verloopt. De voorbeelden zijn talloos en alledaags.

Onderzoeken zoals de periodieke Geschilbeslechtingsdelta’s van het WODC laten zien dat burgers, zzp’ers en bedrijven die met juridische problemen worden geconfronteerd, daar niet altijd bevredigende duurzame oplossingen voor vinden.1 Dit probleem speelt in versterkte mate bij mensen die economisch en/of sociaal kwetsbaar zijn alsook bij kleine bedrijven. Burgers en ondernemers ervaren de juridische wereld als een wereld die men niet kent. Omdat er (soms) veel op het spel staat, ervaart men een grote druk om niet het verkeerde te doen. Het idee heerst dat (ook met de juiste hulp en expertise) het veel tijd, moeite en geld kost om een juridisch conflict op te lossen en om je gelijk te halen.2 Als juridische conflicten niet worden opgelost kan dit leiden tot onvrede, onrecht en rechtsonzekerheid. Deze situaties kunnen mensen belemmeren in hun dagelijkse leven, het handelsverkeer belemmeren en uiteindelijk leiden tot schade voor de maatschappij en ontwrichting van de samenleving. De Kinderopvangtoeslagaffaire en het rapport Ongekend onrecht hebben pijnlijk blootgelegd hoe het fout kan gaan en hoe het recht daar niet de bescherming heeft geboden die mensen verdienden.

Dit alles onderstreept de noodzaak van goede toegang tot het recht. Ik vind het belangrijk dat burgers, zzp’ers, bedrijven en organisaties hun geschillen en/of problemen op een laagdrempelige, duurzame en passende wijze (kunnen) oplossen. Het is aan de overheid zorg te dragen voor een goede juridische infrastructuur, die duurzame oplossingen kan bieden voor problemen en geschillen. Betaalbaarheid, begrijpelijkheid, beschikbaarheid en tijdigheid vormen daarbij belangrijke uitgangspunten.

In deze brief licht ik toe wat ik onder de toegang tot het recht versta en wat de korte en lange termijn inzet is om die te versterken. Ook ga ik in op de financiële middelen en licht ik de gemaakte keuzes met betrekking tot de verlaging van de griffierechten toe.

Onder toegang tot het recht versta ik dat burgers, zzp’ers, bedrijven en organisaties die in geschil raken met elkaar of met de overheid of die een probleem hebben met een juridische component:3

1) kunnen beschikken over objectieve (betrouwbare) informatie over hun rechten en plichten;

2) advies en ondersteuning – waaronder rechtsbijstand – kunnen krijgen bij het uitoefenen van hun rechten en het oplossen van geschillen; en

3) de mogelijkheid hebben een beslissing te verkrijgen van een neutrale instantie.

Toegang tot het recht is dus breder dan alleen toegang tot de rechter. Mijn inzet is erop gericht de toegang tot het recht langs deze drie pijlers (1. informatie, 2. advies en ondersteuning en 3. beslissing van een neutrale instantie) te versterken waarbij het grondwettelijke recht op toegang tot de rechter wordt gerespecteerd. Daarnaast is van belang dat burgers, zzp’ers, bedrijven en organisaties hun (materiële) rechten kunnen effectueren. Effectuering van het recht draagt bij aan het vertrouwen in de uiteindelijk gekozen oplossingsrichting. Een gemaakte afspraak of een uitspraak vormt immers geen oplossing als een van de partijen zich hier niet aan houdt.

Ik vind het belangrijk dat de behoeften van hulp- en/of rechtzoekenden centraal staan en zet daar zoveel mogelijk op in. De behoeften zullen per persoon en per probleem/geschil verschillen. Voor het bereiken van een oplossing is het voor de een bijvoorbeeld nodig het geschil voor te leggen aan de rechter, terwijl het voor een ander passender is om een goed gesprek te voeren, een mediator in te schakelen, een betalingsregeling te treffen, het geschil voor te leggen aan een geschillencommissie etc. De toegang tot deze oplossingsvormen dient zo laagdrempelig mogelijk te zijn, waarbij uiteraard geldt dat dit wel haalbaar en uitvoerbaar moet zijn. Ook dient er rekening te worden gehouden met de organisaties die een plek hebben in het rechtsbestel.

Vormgeving aanpak versterking toegang tot het recht

De afgelopen periode heb ik verschillende trajecten in gang gezet om tot een aanpak te komen die ertoe leidt dat de toegang tot het recht wordt versterkt. Ik heb in kaart gebracht welke mogelijke maatregelen kunnen worden verkend, voortgezet of in gang gezet om de toegang tot het recht te versterken. Daarnaast heb ik gekeken hoe ik tot een lange(re) termijn aanpak kan komen. Dit is informeel voorgelegd aan organisaties die een plek hebben in het rechtsbestel of op een andere manier te maken hebben met de toegang tot het recht. Met de organisaties die daar de meerwaarde van in zagen, zijn aanvullende gesprekken gevoerd. Uit deze informele consultatie is gebleken dat organisaties het belang van het versterken van de toegang tot het recht onderschrijven en graag bereid zijn hieraan bij te dragen en mee te denken.

Daarnaast heb ik een kleinschalig onderzoek laten uitvoeren onder burgers en ondernemers. Het betrof een kwalitatief verkennend onderzoek uitgevoerd onder een aantal personen die te maken hebben gehad met juridische problemen. Niet met het idee om een totaalbeeld van de problematiek te krijgen, maar een indruk te krijgen van wat er leeft onder deze burgers en ondernemers. De eerder aangehaalde voorbeelden zijn afkomstig uit dit onderzoek. Ik heb het onderzoek als bijlage bij deze brief gevoegd.

Ten slotte heb ik het WODC opdracht gegeven in kaart te brengen welke drempels burgers ervaren met betrekking tot de toegang tot het recht, zodat aan de hand daarvan kan worden bezien welke (aanvullende) maatregelen kunnen worden genomen om deze drempels weg te nemen. Omdat het uitzetten van een (grootschalig) onderzoek veel tijd kost en het WODC de Geschilbeslechtingsdelta vijfjaarlijks uitbrengt, is als onderzoeksopzet gekozen voor een secundaire analyse van de dataset van de Geschilbeslechtingsdelta 2019 in combinatie met gegevens uit een pilotstudie. Ook dit onderzoek heb ik als bijlage bijgevoegd (bijlage).

Concrete maatregelen om de toegang tot het recht te versterken

De informele consultatie heeft tot een overzicht geleid van maatregelen die worden verkend, voortgezet of in gang gezet om de toegang tot het recht te versterken. Uit dit overzicht blijkt dat er al veel maatregelen lopen. Desalniettemin zie ik mogelijkheden de toegang tot het recht verder te versterken. Daarom neem ik bovenop de lopende maatregelen de volgende (nieuwe) maatregelen:

Betere informatievoorziening: Ik wil ervoor zorgen dat informatie over mogelijke oplossingsrichtingen rond veelvoorkomende juridische problemen en geschillen (online) bereikbaar, begrijpelijk en objectief is. Dit kan burgers en ondernemers helpen hun juridische vraag op een laagdrempelige wijze beantwoord te krijgen. Daarom pas ik de website van de Rijksoverheid aan om de informatievoorziening over de verschillende vormen van geschiloplossing te verbeteren en ontwikkel ik filmpjes en ander beeldmateriaal die uitleg geven over de verschillende manieren van geschiloplossing.

Startbijdrage mediation structureel: Om mediation toegankelijker te maken is vanaf 1 maart 2023, bij een verwijzing vanuit de rechtspraak naar mediation, de eerste tweeënhalf uur van de mediation kosteloos voor burgers die niet in aanmerking komen voor een toevoeging. Voor degene die al een toevoeging heeft, is en blijft de mediation kosteloos.4 De startbijdrage is ingesteld voor 2 jaar. Als de evaluatie van de startbijdrage positief is, maak ik de startbijdrage structureel.

Aanvullende financiering herstelrecht: Om een impuls te geven aan het herstelrecht en de grotere inzet van herstelrecht mogelijk te maken, verstrek ik hiervoor aanvullende financiering. Perspectief Herstelbemiddeling wordt hiermee in staat gesteld om extra aanmeldingen in behandeling te nemen. Daarnaast vangt deze aanvullende financiering het groeiend aantal mediations in strafzaken op en worden de vergoedingen voor mediators die mediations in strafzaken verrichten ermee verhoogd.

Verlagen griffierechten: Ik verlaag de griffierechten. De verlaging zal neerkomen op circa 13,5%. De griffierechten voor zaken betreffende een vordering of een verzoek met een waarde van meer dan € 100.000 in het civiel recht worden van de verlaging uitgezonderd. De manier waarop het beste uitvoering kan worden gegeven aan de verlaging wordt, ook gelet op de tussentijdse indexeringen, momenteel bekeken. Verderop in deze brief ga ik nader in op het verlagen van de griffierechten.

Verlagen griffierechten WHOA: Ik zorg ervoor dat zowel verzoeken tot homologatie van een akkoord op grond van de Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA) als verzoeken tot afwijzing van een dergelijk akkoord (art. 19a lid 3 Wgbz) onder hetzelfde lagere griffierecht vallen.

Vrijstelling griffierechten bij betalingsonmacht: Ik codificeer de mogelijkheid voor de rechter in het bestuursrecht om vrijstelling te verlenen van de griffierechten bij betalingsonmacht.

Verkenning vereenvoudiging procesregels en procedures: Ik ga verkennen of de procesregels en procedures eenvoudiger kunnen worden en of tot een afschaffing van het onderscheid tussen dagvaarding en verzoekschrift kan worden gekomen.

Aanvullende financiering SGC: Om een impuls te geven aan de Stichting Geschillencommissies voor Consumentenzaken (SGC) en een bijdrage te leveren aan het meer toegankelijk maken van de geschillencommissies heb ik de SGC in 2023 een aanvullende subsidie van € 500.000 gegeven. Ik wil deze aanvullende subsidie ook in 2024 verlenen. Ten aanzien van twee onderdelen wil ik de aanvullende subsidie vanaf 2025 structureel maken. Het gaat hierbij om het publiceren van uitspraken (€ 180.000) en communicatie met kwetsbare groepen (€ 75.000).

In de bijlage treft u een overzicht van alle maatregelen aan.5 Uit dit overzicht blijkt dat de inzet op de versterking van de toegang tot het recht niet scherp is afgebakend. Het versterken van de toegang tot het recht is verweven met en onderdeel van vele andere dossiers, waaronder verschillende ambities en maatregelen uit het coalitieakkoord. Daaronder vallen voor de hand liggende aspecten zoals de stelselvernieuwing rechtsbijstand, maar ook meer afgeleide onderwerpen, zoals de Wet kwaliteit incassodienstverlening, die de incassodienstverlening reguleert. Bijlage 1 toont de onderlinge samenhang tussen de onderwerpen en maakt inzichtelijk hoe de verschillende dossiers en maatregelen bijdragen aan de overkoepelende doelstelling van het versterken van de toegang tot het recht. Per pijler staat toegelicht wat er onder de pijler wordt verstaan, welke onderwerpen er onder de pijlers vallen en welke concrete maatregelen worden genomen. In onderstaand overzicht staan de belangrijkste (zowel nieuwe als eerder gecommuniceerde) maatregelen die de komende jaren worden genomen kort weergegeven. De maatregelen uit het coalitieakkoord (bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77) staan aangegeven met de aanduiding «CA».6

Pijler 1: Objectieve informatie

Verbeterde informatievoorziening

• Aanpassen website Rijksoverheid

• Ontwikkelen video’s met uitleg over de verschillende vormen van geschiloplossing

• Meer bekendheid/voorlichting herstelrechtvoorzieningen

• Doorlopend verbeteren website Juridisch Loket

• Verbeterde informatievoorziening Rechtspraak

Meer publiceren van uitspraken

• Meer publiceren gerechtelijke uitspraken (CA) en uitspraken Geschillencommissie

• Wettelijke regeling publiceren rechterlijke uitspraken

Pijler 2: Advies en ondersteuning

Voortzetting stelselvernieuwing rechtsbijstand (CA)

• Zie voortgangsrapportages stelselvernieuwing rechtsbijstand.1 De eerstvolgende is voorzien voor de zomer.

Stimuleren van onderlinge overeenstemming

• Stimuleren mediation, o.a. startbijdrage mediation naast rechtspraak en verkenning één register voor mediators (CA)

• Aanpak geldelijke vorderingen

• Verkenning naar Online Dispute Resolution, o.a. kleinschalig experiment Rechtspraak met ODR

Advocatuur

• Toezicht bij landelijke toezichthouder (voor sociale advocatuur wordt verwezen naar stelselvernieuwing rechtsbijstand (CA))

Notariaat

• Verkenning wenselijkheid sociaal notariaat

Stimuleren van herstelrecht (CA)

• Aanvullende financiering

• Evalueren beleidskader herstelrechtvoorzieningen

• Plan- en procesevaluatie mediation in strafzaken

Innovatieve juridische dienstverlening

• Verkenning bijdrage legal tech-sector aan versterking toegang tot het recht

Pijler 3: Beslissing van een neutrale en deskundige instantie

Rechtspraak

Praktische maatregelen

• Verlagen griffierechten (CA)

• Verbeteren communicatie met rechtzoekenden

• Inzetten op tijdige Rechtspraak

• Stimuleren maatschappelijk effectieve rechtspraak (CA)

• Verbeteren digitale toegankelijkheid

• Dialoog ambtshalve toetsing

Wettelijke maatregelen

• Bevoegdheid rechter opleggen betalingsregeling

• Duidelijke procesregels en eenvoudig en laagdrempelig aanbrengen van zaken

• Vereenvoudigen en moderniseren bewijsrecht

• Opstellen wetsvoorstel Versterking waarborgfunctie Awb

• Verkenning Innovatiewet bestuursprocesrecht

• Voorbereiding wijziging Grondwet constitutionele toetsing

Buitengerechtelijke geschilleninstanties

• Aanvullende subsidie (deels structureel) Stichting Geschillencommissies voor Consumentenzaken (SGC)

• Pilot Geschillencommissie hulp rechtzoekenden

• Meer aandacht rol geschilleninstanties

• Reactie op SER-advies Balans en houdbaarheid alternatieve geschillenbeslechting voor consumentenzaken

• Evaluatie Geschillencommissie (begin 2024)

1 Kamerstuk 31 753, nr. 268.

Bij het in kaart brengen van de maatregelen is rekening gehouden met de inbreng van partijen in de informele consultatie. Niet alle maatregelen die in de informele consultatie naar voren zijn gebracht, zijn echter overgenomen. Bepaalde maatregelen vergen nader overleg, onderzoek en/of uitwerking, andere maatregelen zijn heel specifiek voor een bepaald rechtsgebied, zijn reeds eerder onderzocht of zijn niet wenselijk vanwege de impact op andere partijen in het rechtsbestel. Zeker over de maatregelen die nadere overweging vragen, blijf ik met partijen in gesprek.

Toegang tot het recht vraagt een lange termijn aanpak en visie

Naast de genoemde maatregelen vraagt de toegang tot het recht om structurele en gestructureerde aandacht. Daarom vind ik het belangrijk om als vervolgstap te komen tot een aanpak en structuur die gedragen wordt door partijen en waarbij continu wordt gekeken of tot een versterking van de toegang tot het recht kan worden gekomen. Als onderdeel van de aanpak is er zowel aandacht voor de inrichting van het rechtsbestel als het blijven nemen van meer concrete maatregelen. Ik ga hier de komende periode mee aan de slag.7

Inrichting rechtsbestel

Om te zorgen voor (het behoud van) een goede juridische infrastructuur, die burgers, zzp’ers, bedrijven en organisaties duurzame oplossingen kan bieden voor hun (juridische) problemen en geschillen is het van belang dat er naar het stelsel in zijn geheel wordt gekeken. Als het gaat om de inrichting van het rechtsbestel is er een aantal fundamentele keuzes die daaraan ten grondslag liggen. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om de rol en positie van de verschillende actoren in het rechtsbestel, zoals de Rechtspraak, advocatuur, het notariaat en de gerechtsdeurwaarders. De rol en positie van alternatieve vormen van geschiloplossing, zoals mediation en de geschillencommissies, en de rol van de overheid daarin. Aandacht voor middeninkomens en zzp’ers en de rol van de steeds verdergaande digitalisering en globalisering. Over deze aspecten wil ik de komende periode graag het gesprek aangaan met relevante partijen en de wetenschap. Ik ben voornemens hiervoor expertsessies te organiseren. Ik wil de input uit de expertsessies gebruiken om tot een visie over versterking van de toegang tot het recht te komen.

Nemen van maatregelen nu en in de toekomst

Een ander onderdeel van de aanpak is blijvend te kijken naar lopende en nieuwe maatregelen om de toegang tot het recht te versterken. Daarbij wil ik de verschillende vraagstukken zoveel mogelijk in samenhang met elkaar bezien. Maatregelen op het ene terrein kunnen immers direct invloed hebben op een ander terrein. Voor het in kaart brengen van mogelijke maatregelen is het daarnaast belangrijk om te weten welke drempels burgers en ondernemers ervaren met betrekking tot de toegang tot het recht. In dat kader hecht ik veel waarde aan de signaleringsfunctie van partijen die een plek hebben in het rechtsbestel. Sinds 2021 vraagt de Rechtspraak in haar Jaarverslag aandacht voor knelpunten in de uitvoering van wetgeving en benoemt zij specifieke dossiers waarbij onrecht op de loer ligt, de zogenoemde buikpijndossiers. Ook het Juridisch Loket heeft er zicht op als bepaalde juridische problemen zich vaak voordoen. Ik ontvang deze signalen graag, zodat (gezamenlijk) kan worden bezien of er iets aan de gesignaleerde knelpunten kan worden gedaan. Daarnaast wil ik de volgende Geschilbeslechtingsdelta (die ziet op de periode 2020–2024) uitbreiden zodat meer inzicht ontstaat in de drempels die burgers ervaren en achterliggende oorzaken en overwegingen van respondenten en gesignaleerde trends, zodat gerichter tot maatregelen kan worden gekomen.

Monitoring

Ten slotte wil ik als onderdeel van de aanpak in kaart laten brengen of tot een systeem van monitoring en evaluatie kan worden gekomen om de werking van de maatregelen op langere termijn te kunnen volgen en na te gaan in welke mate ze bijdragen aan een versterking van de toegang tot het recht. De duurzame ontwikkelingsdoelen op het gebied van de toegang tot het recht (Sustainable Development Goal 16.3) kunnen hier mogelijk aanknopingspunten voor bieden.8 Op basis van de uitkomsten van de monitoring en evaluatie kunnen gerichtere keuzes worden gemaakt over de inzet van maatregelen en ontwikkeling van nieuw beleid en/of wetgeving.

Financiële middelen

Voor een aantal maatregelen die ik in deze brief heb aangekondigd zijn financiële middelen nodig. Het gaat hierbij onder andere om het verlagen van de griffierechten. Voor het verlagen van de griffierechten is er in het coalitieakkoord vanaf 2024 structureel € 55 miljoen gereserveerd. Vanwege de grote uitdagingen waarvoor het kabinet zich gesteld ziet, een aantal forse tegenvallers op de Rijksbegroting en een steeds hoger oplopende staatsschuld, is in het kader van de voorjaarsnota besloten te bezuinigen en dit bedrag terug te brengen naar structureel € 30 miljoen. Dit betekent dat het niet meer mogelijk is om, conform het coalitieakkoord, de griffierechten met 25% te verlagen.

Ik heb onderzocht hoe op een zo goed mogelijk manier kan worden omgegaan met de besteding van het bedrag van € 30 miljoen en de verlaging van de griffierechten. De verlaging van de griffierechten is een belangrijk middel in het bewerkstelligen van het doel: de toegang tot het recht te versterken. Tegelijkertijd ben ik genoodzaakt te kijken naar de meest efficiënte manier om de toegang tot het recht te versterken. Via welke maatregelen hebben de beperkte middelen die ik heb, het meeste effect? Naar aanleiding hiervan heb ik besloten niet het volledige bedrag in te zetten voor het verlagen van de griffierechten. Ik wil een deel van het bedrag (€ 3 miljoen) inzetten voor andere maatregelen die de toegang tot het recht versterken. Uit onderzoek blijkt namelijk dat slechts 3% van de geschillen bij de rechter komt. Bovendien zou het percentage waarmee de tarieven extra worden verlaagd circa 1,5% meer zijn als ook de overige € 3 miljoen wordt ingezet voor het verlagen van de griffierechten. Als naar de bedragen wordt gekeken is dit in absolute aantallen een relatief klein bedrag. Ik verwacht dat dit verschil nauwelijks tot geen invloed heeft op het besluit om al dan niet te procederen of verweer te voeren. Daarom ben ik van mening dat investeren van het bedrag in andere maatregelen een grotere bijdrage levert aan de versterking van de toegang tot het recht.

Ik wil de komende periode, naast het verlagen van de griffierechten om bij te dragen aan een laagdrempeligere toegang tot de rechter, met name extra investeren in het stimuleren van alternatieve vormen van geschilbeslechting en herstelrecht.9 Dit sluit aan bij mijn inzet om ook andere vormen van geschiloplossing zo laagdrempelig mogelijk te maken, zodat rechtzoekenden kunnen kiezen voor een oplossingsrichting die voor hen het meest passend is, en is conform het coalitieakkoord waarin staat dat meer wordt ingezet op laagdrempelige alternatieve geschilbeslechting en herstelrecht.

Inzet financiële middelen

Van de € 30 miljoen zet ik € 27 miljoen structureel in voor het verlagen van de griffierechten.10 Ik had een wetsvoorstel opgesteld en in consultatie gebracht op basis waarvan de griffierechten in civiele en bestuursrechtelijke procedures met 25% werden verlaagd, voor alle categorieën vorderingen, met uitzondering van de vorderingen boven de € 100.000 in het civiel recht. Voor die categorieën zaken heeft de hoogte van de griffierechten weinig of geen invloed op het besluit om wel of niet te procederen of verweer te voeren, waardoor het verlagen van deze griffierechten ook weinig of geen invloed zal hebben op de toegang tot het recht. De keuze om categorieën boven de € 100.000 in het civiel recht uit te sluiten, houd ik aan. Hierdoor kom ik op een verlaging van de griffierechten met circa 13,5%.11

De overige € 3 miljoen wil ik als volgt inzetten.

Stimuleren mediation
Structureel maken startbijdrage mediation naast rechtspraak € 850.000 € 850.000
Register voor mediators1 € 750.000 € 750.000
Stimuleren van herstelrecht
Extra personeel Perspectief herstelbemiddeling groeiend aantal aanmeldingen € 200.000 € 200.000 € 200.000
Extra zaken mediation in strafrecht € 300.000 € 300.000 € 300.000
Verhoging vergoedingen voor mediators die mediations in het strafrecht verrichten € 700.000 € 700.000 € 700.000
Geschillencommissie € 500.000 € 260.000 € 260.000
Aanpak versterking toegang tot het recht € 550.000 / € 700.000
Totaal (afgerond2) € 3 mln. € 3 mln. 3 mln.

1 Conform de motie van de leden Elian en Knops (Kamerstuk 29 279, nr. 724) streef ik ernaar te komen tot één register voor mediators. Het genoemde bedrag is een schatting op basis van het eerdere conceptwetsvoorstel inzake mediation waarvan begin 2021 is besloten dit niet in consultatie te brengen.

2 De bedragen in de tabel zijn afgerond op duizendtallen. Hierdoor zijn er afrondingsverschillen in de totaalbedragen.

In bijlage 2 licht ik de categorieën uit bovenstaande tabel nader toe.

Tot slot

Ik hecht veel waarde aan het versterken van de toegang tot het recht en zet me hiervoor in. In deze brief heb ik het belang hiervan geschetst en ben ik ingegaan op de vormgeving van de aanpak, waarbij ik op hoofdlijnen heb toegelicht om welke maatregelen het gaat en waarom ik het belangrijk vind hiervoor financiële middelen te reserveren. Daarnaast heb ik het belang van een lange termijn aanpak toegelicht, en de inzet die ik op dat punt wil nemen. Ik ben voornemens uw Kamer te blijven informeren over dit onderwerp. De eerstvolgende brief voorzie ik in december, waarna ik uw Kamer jaarlijks zal informeren over de ontwikkelingen.

De Minister voor Rechtsbescherming,
F.M. Weerwind


  1. M.J. ter Voert & M.S. Hoekstra, Geschilbeslechtingsdelta; Over verloop en afloop van (potentieel) juridische problemen van burgers, 2020 (Geschilbeslechtingsdelta 2019) en T. Geurts & M.J. ter Voert, Geschillen in het MKB; Over het verloop van conflicten bij bedrijven tot tien werkzame personen, 2019.↩︎

  2. Dit blijkt uit een kleinschalig onderzoek dat ik heb laten uitvoeren onder burgers en ondernemers. Het betreffende onderzoeksrapport is als bijlage 3 bijgevoegd bij deze brief.↩︎

  3. In deze onderverdeling wordt aangesloten bij de uitgangspunten zoals gehanteerd in het programma stelselvernieuwing rechtsbijstand.↩︎

  4. Als een partij niet op toevoeging procedeert en een toevoeging voor mediation aanvraagt, is een eigen bijdrage voor de toevoeging verschuldigd.↩︎

  5. In het commissiedebat modernisering van het ondernemingsrecht op 10 november 2022 (Kamerstuk 29 752, nr. 16) heeft Kamerlid Sneller (D66) gevraagd of ik mogelijkheden zie om de competentiegrens van de kantonrechter te verhogen van € 25.000 naar € 50.000. Uw Kamer zal daarover na de zomer separaat worden geïnformeerd.↩︎

  6. In het coalitieakkoord staat ook de introductie van laagdrempelige, onafhankelijke fiscale rechtshulp. Dit wordt opgepakt door de Minister van Financiën en blijft daardoor in deze brief en de bijlagen buiten beschouwing.↩︎

  7. Nederland bestaat uit een Europees en een Caribisch deel (de openbare lichamen Bonaire, St. Eustatius en Saba). De aanpak versterking toegang tot het recht ziet specifiek op het Europese deel van ons land. De beleidsopgave ten aanzien van Caribisch Nederland bevindt zich in een dusdanig ander stadium, dat er voor is gekozen om deze aanpak enkel van toepassing te laten zijn op Europees Nederland. Ten aanzien van Caribisch Nederland is het beleid de komende jaren gericht op het realiseren van een gelijkwaardig voorzieningenniveau ten opzichte van Europees Nederland. Daarin is toegang tot het recht een belangrijk referentiepunt.↩︎

  8. Goal 16 | Department of Economic and Social Affairs (un.org).↩︎

  9. Naast het verlagen van de griffierechten heb ik vorig jaar de totale begroting van de Rechtspraak structureel met ruim € 155 mln. verhoogd. Dit geld is bedoeld voor het aantrekken van meer rechters en ander personeel, maar bijvoorbeeld ook voor de inzet van maatschappelijk effectieve rechtspraak, digitalisering en innovatie. Ook dit draagt bij aan een versterking van de toegang tot het recht/de rechter.↩︎

  10. De financiële gevolgen van het verlagen van de griffierechten hebben betrekking op (lagere) griffierechtontvangsten en de uitgaven bij de Rechtspraak vanwege de verwachte toename van het aantal zaken en de gesubsidieerde rechtsbijstand.↩︎

  11. Zouden ook de categorieën met vorderingen boven de € 100.000 in het civiel recht worden meegenomen in de verlaging van de griffierechten dan zouden de tarieven met circa 12% worden verlaagd.↩︎