[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag van een schriftelijk overleg over de verzamelbrief opvang Oekraïne (Kamerstuk 19637-3093)

Vreemdelingenbeleid

Verslag van een schriftelijk overleg

Nummer: 2023D28814, datum: 2023-06-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-19637-3128).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 19637 -3128 Vreemdelingenbeleid.

Onderdeel van zaak 2023Z12104:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

19 637 Vreemdelingenbeleid

36 045 Situatie in de Oekraïne

Nr. 3128 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 29 juni 2023

De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de brief van 14 april 2023 inzake de verzamelbrief opvang Oekraïne (Kamerstukken 19 637 en 36 045, nr. 3093).

De vragen en opmerkingen zijn op 9 juni 2023 aan Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid voorgelegd. Bij brief van 27 juni 2023 zijn de vragen beantwoord.

De voorzitter van de commissie,
Kat

Adjunct-griffier van de commissie,
Meijer

II. Reactie van de Staatssecretaris Justitie en Veiligheid, mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

1. Opvang, verstrekkingen en voorzieningen

De vragen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie halen de bezettingsgraad in de noodopvang van 97,3 procent aan. Zij vragen wat de implicaties zijn voor de capaciteit van de noodopvang mocht de prognose van het aantal ontheemden uit Oekraïne voor het eind van het jaar hoger uitvallen. Ook vragen zij of ik voldoende mogelijkheid zie om op te schalen. De leden van de VVD-fractie delen de waardering van de Europese Commissie voor de vele particuliere initiatieven die zijn opgezet in Nederland om ontheemden uit Oekraïne op te vangen. Deze initiatieven dragen in bredere zin bij aan een verlichting van de druk op de asielketen. Zij vragen of ik inschat dat dit ook op de lange termijn een werkbare oplossing is en welke mogelijkheden ik zie om dergelijke initiatieven te blijven ondersteunen. Ook vragen deze leden of ik de gelijkstelling van de nationale wetgeving op het gebied van bijstand en verstrekkingen voor ontheemden uit Oekraïne met asielzoekers en statushouders om hun zelfredzaamheid te bevorderen nader kan toelichten.

De vragen van het lid van de BBB-fractie

Het lid van de BBB-fractie constateert dat Wouter Kolff, voorzitter van het Veiligheidsberaad, met 25 burgemeesters bekend heeft gemaakt dat zij per 1 juli gaan stoppen met de crisisnoodopvang. Dit lid stelt dat ook hieruit zou blijken dat de asielcrisis allang niet meer tijdelijk is, de hele asielketen uitgeput is en Nederland het simpelweg niet meer aankan. Zij vraagt of dit ook bij mij doordringt en hoe ik de aantallen asielzoekers ga onderbrengen als straks meerdere veiligheidsregio’s gaan stoppen met (crisis)noodopvang. Het lid van de BBB-fractie heeft verder gelezen dat er de komende maanden nog tienduizenden (alleen nog maar Oekraïners) deze kant op komen en vraagt om een reflectie en hoe het hoofd wordt geboden aan een volgende situatie: de (crisis-)noodopvang is voor 97,3 procent vol, veiligheidsregio’s willen niet meer meewerken en vele gemeenten zijn klaar met de uitzichtloosheid. Ook vraagt het lid naar de politiecapaciteit. Door de enorme instoom in algemene zin wordt de politiecapaciteit opgeschaald om goed te identificeren wie zich in Nederland meldt. Zij stelt dat in de asielketen politie opschalen elders afschalen betekent en vraagt waar er politiecapaciteit wordt afgeschaald en wat de effecten hiervan zijn.

De vragen van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie zien graag dat er zo spoedig mogelijk gewerkt gaat worden aan een educatieplan voor locatiemanagers waarin zij leren om te gaan met mensen met trauma’s zodat ontheemden uit Oekraïne die gevolgen ervaren van traumatische gebeurtenissen goed geholpen kunnen worden. De leden geven verder aan eerder vragen te hebben gesteld over de omgang op (sommige) gemeentelijke opvanglocaties met ontheemden, de omgang met huisregels, overplaatsingen en klachten.1 In de beantwoording op deze vragen is opgenomen dat er wordt gewerkt aan handelingsperspectief en klachtenregelingen. Deze leden vragen hoe het hiermee staat en of ik, net als deze leden, de toegevoegde waarde zie van Oekraïens-sprekende vertrouwenspersonen op of gelieerd aan de opvang of een meldpunt waar Oekraïners terecht kunnen die ongewenst gedrag of gevoelens van onveiligheid ervaren. Daarnaast vragen de leden van de D66-fractie naar de huidige status van de opvang en huisvesting van Oekraïners. In dit verband halen zij aan dat op verschillende locaties is gewerkt aan het zorgen voor meer privacy en het meer geschikt maken van bewoning op de langere termijn van de opvang. De leden vragen of er een beeld is van op hoeveel locaties dit het geval is en op welke wijze gemeenten ondersteund kunnen worden hierin – bijvoorbeeld ook in het onderling uitwisselen van goede voorbeelden.

Antwoord:

Bezetting en prognose

Het bezettingspercentage in de noodopvang schommelt al langere tijd rond de 97% en de opvangcapaciteit is tot nu toe toereikend om de instroom aan ontheemden uit Oekraïne te kunnen opvangen. De gerealiseerde instroom van het aantal Oekraïense ontheemden is tot nu toe minder dan de instroom die verwacht werd op basis van de prognose. Waar de prognose uitging van een netto instroom van 900 per week, ligt de gemiddelde daadwerkelijk netto instroom nu rond de 300 per week. Op dit moment vindt een herijking van de prognose plaats, waarna deze naar verwachting wordt bijgesteld. Aan de hand van de herijkte prognose zal de opvangopgave richting begin 2024 worden vastgesteld. Dit zal in augustus richting de gemeenten en veiligheidsregio’s worden gecommuniceerd. Het verloop van de oorlog en daarmee de instroom van Oekraïense ontheemden blijft echter lastig voorspelbaar.

Ik zie dat veiligheidsregio’s en veel gemeentes zich dagelijks met veel toewijding inzetten voor deze pittige maatschappelijke opgave. Vanuit het Rijk ondersteunen wij de gemeentes zoveel mogelijk bij de opvang van ontheemden uit Oekraïne, conform het bestuurlijk afsprakenkader. In geval van acute grote instroom staan de Veiligheidsregio’s klaar voor het opschalen van crisisnoodopvang. We zijn continu in overleg met de VNG en veiligheidsregio’s over de opvangopgave en waar zij in de uitvoering tegenaan lopen.

Ten aanzien van de rol van de veiligheidsregio’s en het Veiligheidsberaad hebben de regio’s en het beraad aangegeven dat ze tot ingang van de Tijdelijke wet opvang ontheemden uit Oekraïne en tot uiterlijk 1 januari 2024 hun coördinerende rol blijven vervullen voor de opvang van ontheemden uit Oekraïne. Bestuurlijke afstemming zal met ingang van de Tijdelijke wet opvang ontheemden uit Oekraïne lopen via de Landelijke Regietafel Migratie & Integratie (LRT). Momenteel werken we, samen met alle partners, aan een nieuw bestuurlijk afsprakenkader (BAK) waarin deze werkwijze wordt opgenomen. Hierin wordt meegenomen hoe de taak belegd wordt die nu nog door de veiligheidsregio’s wordt ingevuld. Hierbij wordt ook bezien welke rol de Provinciale Regietafels (PRT) kunnen spelen.

Ook blijf ik maatregelen nemen om de asieldruk te verminderen. Die maatregelen bestaan uit kortetermijnmaatregelen, zoals het uitplaatsen van statushouders en het vinden van overlooplocaties en doorstroomlocaties. En uit langetermijn-maatregelen, zoals het versterken van de Provinciale Regietafels (PRT) en het gebruik van flexwoningen. Met het Veiligheidsberaad is afgesproken dat de rol van het Veiligheidsberaad voor asielopvang stopt per 1 juli 2023. Wel kunnen individuele veiligheidsregio’s doorgaan na 1 juli met het aanbieden van crisisnoodopvang (CNO) locaties onder beheer van gemeenten. Veel veiligheidsregio’s en gemeenten zijn hiertoe bereid. Daarnaast vinden er overdrachten plaats van locaties van het beheer van gemeenten naar het COA, waar dat mogelijk is.

Politiecapaciteit

Allereerst wil ik benadrukken hoe dankbaar ik ben voor de onvermoeibaarder inzet van agenten in heel Nederland. De druk op de politie blijft namelijk onverminderd hoog. De handhaving van de openbare orde en de aanpak van criminaliteit, maar ook de boerenprotesten en klimaatdemonstraties, vragen veel van de politie. Het is wel zo dat de AVIM haar capaciteit maximaal heeft opgeschaald en andere partijen in de aankomende periode zullen bijspringen om de voorraad weg te werken. Voor de middellange termijn wordt momenteel gewerkt aan de mogelijkheid om externe partijen in te zetten voor de I&R-procedure, zodat er minder politiecapaciteit gevraagd hoeft te worden wanneer de asielinstroom toeneemt.

Educatieplan personeel opvanglocaties

Gemeenten bepalen zelf, afhankelijk van de behoefte op de specifieke opvanglocaties, welke opleiding geschikt is voor het personeel dat werkzaam is op een opvanglocatie. Kosten die gemeenten hiervoor maken kunnen gefinancierd worden uit het normbedrag van de Bekostigingsregeling opvang ontheemden uit Oekraïne (BooO). Daarnaast kunnen de locatiemanagers bij het Loket Ontheemden Oekraïne Psychosociale hulpverlening (LOOP) terecht voor vragen en advies over het vinden van passende psychosociale hulp voor ontheemden uit Oekraïne die bij hen in de opvang verblijven.

Handelingsperspectief overlast en klachtenregeling GOO

In afstemming met de VNG en een aantal gemeenten ben ik bezig met het opstellen van een handelingsperspectief voor de aanpak van overlast door onaangepast gedrag in de Gemeentelijke Opvang voor Oekraïners (GOO). Het doel van dit handelingsperspectief is om gemeenten te ondersteunen bij de aanpak van overlast en zal bestaan uit: een voorbeeld van huishoudelijke reglementen, een voorbeeld van een maatregelenpakket en een handreiking voor het opzetten van lokale time-outlocaties. Daarnaast onderzoek ik de mogelijkheid of de Regeling opvang ontheemden Oekraïne (hierna: RooO) kan worden aangevuld met de bevoegdheid van burgemeesters om maatregelen te kunnen nemen bij overtreding van huishoudelijke reglementen. Ter preventie van overlast is het mogelijk dat het personeel op de GOO opleidingen volgt. Deze kunnen bekostigd worden uit de BooO. Het streven is dit handelingsperspectief voor het zomerreces afgerond te hebben om te kunnen delen met gemeenten.

Ontheemden hebben, net als iedereen in Nederland, het recht om een klacht in te dienen bij een overheidsinstantie over behandeling die zijzelf of een derde hebben ontvangen. Het is aan gemeenten om klachten over gemeentelijke opvanglocaties, het gedrag van het personeel op deze locaties of een maatregel die kan worden opgelegd te behandelen en af te handelen. Om ontheemden uit Oekraïne in staat te stellen een klacht in te dienen wordt er, als onderdeel van het genoemde handelingsperspectief, ook een beschrijving van een klachtenprocedure beschikbaar gesteld aan gemeenten met een voorbeeld klachtenformulier.

Ontheemden kunnen ook ongewenst gedrag ervaren of zich onveilig voelen in de opvang. Hiervoor kunnen zij nu terecht bij medewerkers van de opvanglocaties en bij de ngo’s die aanwezig zijn op de opvanglocaties. Verder erken ik de toegevoegde waarde van de inzet van contactpersonen die Oekraïens spreken op opvanglocaties. Hier kunnen ontheemden op een laagdrempelige manier terecht met klachten. Ik zal gemeenten adviseren om, waar mogelijk, gebruik te maken van deze mogelijkheid. Net als Nederlanders kunnen ontheemden uit Oekraïne ook terecht bij de Nationale ombudsman voor behandeling van hun individuele klacht.

Inzet particuliere initiatieven

De particuliere initiatieven in de opvang van ontheemden uit Oekraïne zijn van grote waarde voor logées en gasthuishoudens en hebben gezorgd voor verlichting van de druk op de gemeentelijke opvang. Ik beschouw deze opvang evenwel als tijdelijk, waarbij vrijwilligheid een belangrijk uitgangspunt is. Momenteel krijgen we signalen van een lichte uitstroom uit de particuliere opvang naar de gemeentelijke opvang. Ik houd dit nauwlettend in de gaten en zal deze informatie meenemen in de nieuwe prognose voor het benodigde aantal plekken in de gemeentelijke opvang voor de toekomst. Ook wordt de inzet van het landelijk consortium RefugeehomeNL geëvalueerd en geleerde lessen worden meegenomen voor de toekomst. In het reguliere asieldomein wordt particuliere opvang reeds ingezet voor statushouders die wachten op huisvesting in de gemeente. Zij worden – zeker wanneer ze verblijven bij Nederlandse gasthuishoudens – ondergedompeld in de Nederlandse taal en cultuur en bouwen een netwerk op waarmee zij bijvoorbeeld een baan vinden.

Verstrekkingen

Het kabinet heeft verstrekkingen aan ontheemden uit Oekraïne niet volledig gelijkgetrokken met de bijstand en verstrekkingen aan asielzoekers en statushouders. Wel zijn verstrekkingen aan ontheemden meer in lijn gebracht met deze minima. Dit is in februari 2023 gedaan door het leefgeld van ontheemden uit Oekraïne te wijzigen, door gezinsgrootte mee te laten wegen in het bedrag dat ontheemden ontvangen en door gemeentes de mogelijkheid te geven leefgeld in te houden wanneer een gezinslid inkomsten uit arbeid heeft.2 Voor het zomerreces informeer ik uw Kamer over de verkenning naar het aanpassen van de financiële verstrekkingen met het oog op zelfredzaamheid.

Duurzame opvang

Duidelijk wordt dat de opvang langer nodig zal zijn, waardoor het ook nodig is te kijken hoe gemeenten ondersteund kunnen worden om de opvang waar mogelijk duurzamer te maken, zodat deze ook geschikt is voor de wat langere termijn. Na de zomer zal ik uw Kamer hier verder over informeren.

2. Status – RTB en langetermijnbeleid

De vragen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie erkennen het belang van de opvang van Oekraïense ontheemden naar aanleiding van de Russische agressie. Zij vragen welke afwegingen ik heb gehanteerd voor de Nederlandse steun aan de verlenging van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming (RTB) met een jaar tot 4 maart 2024. De leden van de VVD-fractie zijn verheugd met het nieuws dat het kabinet voornemens is om de steun aan Oekraïne te blijven voortzetten. Zij vragen het kabinet om hier wel nauwkeurig mee om te gaan en kritisch de uitbreiding van rechten en vrijheden te toetsen. Zij vragen of het kabinet de mening van deze leden deelt dat er voldoende draagvlak moet blijven voor de Oekraïners om uiteindelijk terug te keren. Zij vragen ook hoe het Nederlandse beleid zich verhoudt ten opzichte van andere Europese lidstaten. Verder vragen deze leden welke mogelijkheden het kabinet momenteel nationaal en internationaal verkent om na maart 2025 de coördinatie op Europees niveau te laten plaatsvinden. Zij vragen ook hoe de voorgenomen Nederlandse participatie in het Multi-agency Donor Coordination Platform gaat bijdragen aan de terugkeer van ontheemden ten behoeve van de wederopbouw van Oekraïne.

De vragen van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie zien dat veel Oekraïners worstelen met de tijdelijkheid van hun status, omdat deze vragen oproept over de noodzaak tot integratie en investering in een toekomst in Nederland of in Oekraïne. Mensen kunnen hierdoor geen arbeidscontracten of huurcontracten voor de lange termijn aangaan. Deze leden vragen daarom in hoeverre er, vooruitlopend op het besluit over de verlenging van de RTB, actief wordt nagedacht in Nederland en in Europees verband. Zij vragen wat de tijdslijn is ten aanzien van de (eventuele) verlenging van de RTB in 2024. Zij willen weten op welk moment hiervoor de eerste stappen worden gezet. Ook vragen zij of ik vind dat deze verlenging helderheid zal moeten bieden voor meer dan (opnieuw) een jaar verblijf. Ook vragen deze leden of er door toedoen van het opnieuw verlengen van het besluitmoratorium tot 28 augustus 2023 mensen met Oekraïense nationaliteit zijn die niet onder de RTB vallen – bijvoorbeeld omdat ze tijdelijk buiten Oekraïne verbleven – en hierdoor ook geen besluit op hun asielaanvraag kunnen krijgen. Indien dit het geval is, vragen zij of het mogelijk is een uitzondering voor te maken zodat zij duidelijkheid kunnen krijgen, nu het er immers helaas niet op lijkt dat de situatie in Oekraïne snel zal veranderen.

De leden van de PvdA- en GroenLinks-fractie hebben gelezen dat de RTB op 4 maart 2024 eindigt en door middel van Europese besluitvorming op politiek niveau nogmaals kan worden verlengd met een jaar, tot 4 maart 2025. Zij vragen of ik bereid ben om eventueel zélf een initiatief te nemen tot spoedige verlenging van de verblijfstermijn en verzoeken het kabinet om de Kamer tijdig over de voortgang van de Europese besprekingen te blijven informeren. Ook horen deze leden graag meer over de Europese gecoördineerde aanpak van eventuele opvang van na 4 maart 2025. Zij vragen of ik kan toelichten waaraan het kabinet zoal denkt bij mogelijkheden om door middel van nauwere Europese samenwerking grote verschillen in aanpak tussen lidstaten – en als gevolg daarvan mogelijk secundaire stromen van ontheemden – te voorkomen. Zij vragen ook of het kabinet ervoor open staat dat in 2025 het vrij verkeer van personen met Oekraïne mogelijk wordt gemaakt en of het kabinet al scenario’s heeft geschetst voor de periode na 4 maart 2025. De leden van de PvdA- en GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van het rapport van de Speciaal Adviseur voor Oekraïne, Lodewijk Asscher, over de opvang en integratie van Oekraïense vluchtelingen in de EU. Zij vragen of ik de conclusies, uitdagingen en aanbevelingen van de Speciaal Adviseur deel en welke lessen ik uit het rapport trek, in het bijzonder voor de opvang van zowel derdelanders met een tijdelijke verblijfsvergunning uit Oekraïne als reguliere asielzoekers in Nederland zonder connectie met Oekraïne.

De vragen van het lid van de BBB-fractie

Het lid van de BBB-fractie laat weten in mijn brief gelezen te hebben dat de noodopvang nu voor 97,3 procent vol zit en vindt het compleet onacceptabel en onbegrijpelijk dat deze mensen hier zo lang in zitten. Dit lid vraagt mij heel concreet aan te geven wat het perspectief is voor deze mensen en wat het concreet uitgewerkte plan is om deze mensen uit de noodopvang te halen. Het lid vraagt waar deze mensen naartoe gaan als zij eenmaal uit de (crisis-)noodopvang zijn en of dit neveneffecten heeft voor de Nederlandse burger. Het lid van de BBB-fractie denkt dat een langetermijnstrategie noodzakelijk is en vraagt of ik het met dit lid eens ben en bereid ben om dit te doen. Het lid van de BBB-fractie vraagt ook of er overleg is in Europees verband of overleg tussen Nederland en Oekraïne, over het huisvesten van Oekraïense vluchtelingen in veilige gebieden van Oekraïne, voor mensen die terug willen keren.

Antwoord:

Inzet verlenging verblijfstermijn

Zoals bij uw Kamer bekend, was de situatie in Oekraïne de afgelopen periode nog steeds erg volatiel. Het kabinet achtte het – mede gelet op die volatiele (veiligheids-)situatie – daarom nog te vroeg om te spreken over het aflopen van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming per 4 maart 2023, zonder verlenging. Het kabinet kon zich om die reden ook vinden in het voorstel van de Europese Commissie om de RTB te verlengen tot 4 maart 2024. Door besluitvorming in de Raad kan de RTB nog eenmaal verlengd worden tot maximaal 4 maart 2025.

Zoals vermeld in het verslag van de JBZ-raad van 8 juni jl. heeft de Europese Commissie aangekondigd in een volgende JBZ-raad terug te willen komen op de discussie over mogelijke verlenging van de RTB. Omdat de oorlog nog steeds een onzekere situatie is, waarin ontwikkelingen elkaar snel op volgen, is het kabinet voorstander van verlenging van de RTB tot 4 maart 2025, waarmee een voorstel terzake van de Europese Commissie door het kabinet met een positieve grondhouding bekeken zal worden. Ook wijst het kabinet in Europees verband op het belang van tijdige besluitvorming. Het kabinet zal uw Kamer, conform het verzoek van de leden van de PvdA- en GroenLinks-fractie, tijdig op de hoogte houden van de voortgang van de Europese besprekingen alsook van de voortgang van de nationale verkenning.

Tegelijkertijd is de Tijdelijke wet opvang ontheemden uit Oekraïne in voorbereiding. Met deze wet blijven gemeenten verantwoordelijk voor de opvang van ontheemden uit Oekraïne tot een jaar na afloop van de RTB. Dat betekent dat ontheemden tot dat moment in de gemeentelijke opvang terecht kunnen. Naar verwachting wordt het wetsvoorstel op korte termijn bij uw Kamer ingediend.

Met interesse heb ik kennisgenomen van het rapport van EU-adviseur de heer Asscher over de opvang en integratie van ontheemden uit Oekraïne in de Europese Unie. Dit advies is opgesteld op verzoek van de Europese Commissie. In mijn Verzamelbrief opvang Oekraïne, verzending voorzien op 7 juli 2023, geef ik een nadere inhoudelijke reactie op een aantal aanbevelingen die Asscher doet in zijn rapport.

Langetermijnstrategie

Het kabinet werkt aan langetermijnbeleid ten aanzien van ontheemden uit Oekraïne met als doel het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie. Op de verschillende niveaus voert het kabinet hiervoor overleg. Dit is zowel in het belang van de ontheemde als van de Nederlandse maatschappij. Verblijfsrecht van ontheemden na het aflopen van de RTB is daarin een belangrijk element.

Per brief van 9 juni jl. heb ik uw Kamer geïnformeerd over de voortgang van de verkenning verblijfsrecht en terugkeer over het «post-RTB-tijdperk».3 Het kabinet vindt het van belang om in te zetten op een EU-gecoördineerde en geharmoniseerde aanpak na afloop van de RTB met name om bijvoorbeeld secundaire bewegingen van ontheemden te voorkomen veroorzaakt door een gefragmenteerde aanpak. Verschillende opties worden nu zowel op nationaal als Europees en op ambtelijk niveau besproken. Bij het beoordelen van opties, betrekt het kabinet uiteraard het perspectief en het belang van de ontheemden zelf, de druk op voorzieningen en het draagvlak in de samenleving, maar heeft het ook oog voor Europese ontwikkelingen en verhoudingen met Oekraïne. Gedurende de JBZ-Raad van 8 juni jl. is afgesproken om hierover tijdens een volgende JBZ-Raad door te spreken.

Het Multi-Agency Donor Coordination Platform heeft als doel om met meerdere partijen en samen met Oekraïne herstel en wederopbouw van Oekraïne zo goed mogelijk vorm te geven. Gezamenlijk en efficiënt investeren in herstel en wederopbouw van het land kan bijdragen aan de mogelijkheid dat gevluchte Oekraïners weer kunnen terugkeren naar de plek waar ze vandaan komen. Daar levert Nederland graag een bijdrage aan. Het kabinet acht het echter – gelet op dat de (veiligheids-)situatie in Oekraïne nog steeds erg volatiel is – te vroeg om te spreken over mogelijkheden tot grootschalige terugkeer van ontheemden naar Oekraïne. Er worden nog geen concrete gesprekken gevoerd met Oekraïne of in Europees verband wat betreft grootschalige hervestiging van ontheemden in Oekraïne. Wel biedt de Dienst Terugkeer & Vertrek (DT&V) op maat gemaakte ondersteuning indien een ontheemde uit Oekraïne vrijwillig en bestendig wenst terug te keren naar Oekraïne. Het gaat hierbij niet om grote aantallen personen.

Besluitmoratorium

Per brief van 16 maart 2023 is uw Kamer geïnformeerd over mijn besluit om het besluitmoratorium met nog eens zes maanden te verlengen, tot 28 augustus 2023.4 Het besluitmoratorium staat los van de inwerkingstelling van RTB. In de praktijk is het besluitmoratorium van toepassing op personen met de Oekraïense nationaliteit die niet onder de RTB vallen, bijvoorbeeld omdat zij tijdelijk buiten Oekraïne verbleven. Dit betekent dat deze personen gedurende de periode van het besluitmoratorium geen besluit op hun asielaanvraag krijgen. Ik acht het niet wenselijk hiervan af te wijken door een uitzondering te maken. Het is onduidelijk hoe de situatie zich verder zal ontwikkelen en welke gevolgen dit zal hebben voor de Oekraïense burgers. Juist daarom heb ik eerder het besluit genomen om het besluitmoratorium te verlengen en de aanwijzing van Oekraïne als veilig land van herkomst op te schorten voor dezelfde periode. Het moratorium verkleint ook het verschil in behandeling tussen personen met de Oekraïense nationaliteit die niet onder de RTB of wel onder de RTB vallen.

3. Participatie, taal en gezondheid

De vragen van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie vragen of de noden op het gebied van huisvesting, veiligheid, werk, voedsel, gezondheidszorg, familie en de toekomst van Oekraïners in Nederland nu voldoende in beeld zijn, welke onderzoeken hiernaar wellicht reeds lopen en of het zinvol is om deze zaken nader te onderzoeken, om ook de komende tijd te kunnen zorgen voor goede opvang. De leden van de D66-fractie vragen ook of er voldoende voorlichting wordt geboden aan opgevangen Oekraïners over de Nederlandse systemen aangaande educatie, veiligheid en gezondheidszorg, waar mogelijk in de eigen taal. Deze leden horen verder graag hoe de gelden voor taalonderwijs voor Oekraïners worden ingezet en of er mogelijkheden zijn om te borgen dat mensen die deze lessen hebben gevolgd bij een eventuele formele inburgering in de toekomst, deze lessen mee kunnen laten tellen. Daarnaast zouden deze leden graag zien dat er, naast de inzet op taal, gewerkt gaat worden aan beleid om de gaststatus van Oekraïners zoveel mogelijk te beperken door hen actief mee te laten doen met de Nederlandse samenleving. De leden van de D66-fractie geven mee heel blij te zijn met het programma voor Oekraïense psychologen dat nu van start is gegaan. Zij vragen mij nog of het mogelijk is om goede koppelingen te maken tussen dit programma en de opvanglocaties, zodat mentale gezondheidsklachten ook daar tijdig worden gesignaleerd bij mensen die zelf misschien minder snel aan de bel trekken of die onvoldoende kennis hebben van het Nederlands gezondheidssysteem. Deze leden zijn ook blij met dat de mogelijkheid voor Oekraïners om als zelfstandige zonder personeel (zzp’er) te werken er komt en vragen vanaf wanneer deze mogelijkheid ingaat en welke voorwaarden hiervoor eventueel gaan gelden.

De vraag van het lid van de BBB-fractie

Het lid van de BBB-fractie constateert dat het mogelijk is gemaakt dat kinderen vanuit Oekraïne in Nederland naar school kunnen en dat, in verband met personeelstekorten in Nederland in het onderwijs, het nu mogelijk is dat Oekraïense bevoegde leerkrachten in Nederland les mogen geven aan Oekraïense kinderen. Het lid vindt dit een mooie oplossing, maar stelt dat dit niet bijdraagt aan de integratie van deze kinderen in de Nederlandse samenleving. Dit lid vraagt of ik hierop kan reflecteren en kan laten weten hoe ik hierin sta.

Antwoord:

Onderzoek

Het Rijk blijft gemeenten ondersteunen in hun opvangtaak. Hierbij hoort ook het ontvangen van signalen uit het veld en het in contact blijven met ontheemden en gemeenten. Vanaf januari 2023 is gestart met het Longitudinaal Onderzoek Cohort Oekraïense Vluchtelingen (LOCOV). Centraal in dit onderzoek staat het structureel verzamelen van data over ontheemden uit Oekraïne die sinds 24 februari 2022 naar Nederland zijn gevlucht. Met behulp van het LOCOV brengen we de positie en leefsituatie van ontheemden uit Oekraïne in kaart en volgen we de ontwikkelingen op het gebied van werk, taal, sociale contacten en (psychische) gezondheid. Het onderzoek beschrijft hierbij welke factoren en interventies deze ontwikkeling verklaren. Het onderzoek levert in de komende jaren verschillende rapportages op. Op basis van deze rapportages kan ook een vergelijking worden gemaakt met andere groepen vluchtelingen, zoals asielzoekers en statushouders, aangezien deze groepen al geruime tijd op vergelijkbare wijze gemonitord worden. Lessen uit het LOCOV zijn daarmee ook van belang voor de bredere ontwikkeling van het beleid ten aanzien van arbeidsparticipatie van statushouders en andere nieuwkomers. De eerste rapportage van het LOCOV verwacht ik in Q4 van 2023 en ik zal uw Kamer daar te zijner tijd over informeren.

Voorlichting

De regering streeft ernaar voorlichting zo dicht mogelijk bij de ontheemden uit Oekraïne beschikbaar te maken. Verschillende ministeries waaronder JenV, VWS, OCW en SZW dragen zorg voor het actief informeren van ontheemden. Zij organiseren onder meer zogenaamde focusgroepen. Dit zijn bijeenkomsten waarin ontheemden hun ervaringen met bijvoorbeeld onderwijs, zorg en welzijn kunnen delen en vragen die onder ontheemden leven onder de aandacht brengen. Op basis van deze gesprekken richten deelnemende departementen hun communicatie over deze onderwerpen in, of zij passen die op basis van deze feedback aan. Daarnaast staat op Government.nl informatie voor ontheemden in het Engels. Ook wordt samengewerkt met Refugeehelp.nl waar informatie voor ontheemden in verschillende talen beschikbaar is, waaronder Oekraïens, over onder andere wonen, werk, onderwijs en gezondheidszorg.

Specifiek ten behoeve van informatie over het onderwijsstelsel is er door OCW voorlichtingsmateriaal (factsheets) over het Nederlandse onderwijssysteem ontwikkeld voor de Oekraïense gemeenschap in Nederland. Doel is om de ontheemden uit Oekraïne in ons land te voorzien van juiste en betrouwbare informatie over het Nederlandse onderwijssysteem. Hiervoor is op Government.nl (Engelstalige versie van RO.nl) een deelsite ingericht waar vwb onderwijs informatie wordt gedeeld. De webteksten zijn in het Engels en het voorlichtingsmateriaal wordt zowel in het Engels als in het Oekraïens aangeboden. Via diverse Oekraïense sleutelfiguren en organisaties zoals Refugeehelp is de betreffende informatie gedeeld met de doelgroep. Wat de informatie over zorg betreft, worden ook factsheets in het Oekraïens en Russisch over de zorgverzekering voor Oekraïense ontheemden (RMO) verspreid. Algemene informatie is te vinden op de rijksoverheid.nl en op Government.nl in het Engels. Een deel van de informatie is in het Oekraïens. Andere voorbeelden van informatievoorziening over zorg is de huisartsenapp, waarmee ontheemden online in contact kunnen treden met de huisartsen in het Oekraïens. Ze kunnen hier terecht voor medisch advies, aanvraag van een consult, (herhaal)medicatie aanvragen en de informatie die gemeenten op hun websites plaatsen. Ten aanzien van de veiligheid van ontheemden is het onder meer van belang dat ontheemden op de hoogte zijn van de rechten en plichten omtrent werken in Nederland om zo uitbuiting van Oekraïense ontheemden te voorkomen. Gelet hierop is het centrale informatiepunt Work in NL, waar informatie op staat voor mensen die in Nederland wonen en werken, in het Oekraïens (en Russisch) vertaald.

Taalonderwijs

Via de meicirculaire (31 mei jl.) is met gemeenten gedeeld dat de gelden vanuit het Ministerie van SZW voor taalonderwijs voor volwassen ontheemden uit Oekraïne mee zullen lopen in de uitbetalingen van het gemeentefonds vanaf juli 2023. Gemeenten kunnen, op basis van deze decentrale uitkering, bepalen hoe deze gelden het beste ingezet kunnen worden voor taallessen voor deze groep. Of er in de toekomst sprake zal zijn van formele inburgering hangt af van besluiten rond het verblijfsrecht na afloop van de RTB en daar kan ik niet op vooruitlopen. Mocht er in de toekomst sprake zijn van een inburgeringsplicht dan zal iedere vorm van reeds opgedane Nederlandse taalvaardigheid hierbij helpen. Het is niet zo dat het voldoen aan de inburgeringsplicht enkel gebaseerd is op het aantal lessen dat gevolgd is. In beginsel wordt immers aan de inburgeringsplicht voldaan door het behalen van een aantal examens. Wat betreft het stimuleren van het actief meedoen van Oekraïners aan de Nederlandse samenleving, benadruk ik dat het kabinet inzet op participatie en zelfredzaamheid van Oekraïners. Voor wat betreft werk is de inzet van het kabinet dat ontheemden uit Oekraïne meer aan het werk kunnen in sectoren die passen bij hun genoten opleiding en ervaring en in maatschappelijk essentiële sectoren waar krapte bestaat. Het Ministerie van SZW heeft in het kader hiervan inmiddels verdiepingssessies georganiseerd, die zijn aangekondigd in de lessons learned-brief5 van de Minister van SZW van 22 februari jl. Op 28 juni aanstaande organiseert het Ministerie van SZW, in samenwerking met NLwerktaanwerk, een werkconferentie over dit onderwerp ter afsluiting van deze verdiepingssessies. Tijdens de conferentie worden er concrete werkafspraken gemaakt, waar uw Kamer na de zomer over geïnformeerd zal worden door de Minister van SZW.

Inzet Oekraïense leerkrachten

Net zoals in andere landen in de Europese Unie kunnen leraren die een opleiding van tenminste gelijkwaardig niveau succesvol hebben afgerond en in het buitenland bevoegd zijn, hun beroepskwalificaties laten erkennen. Leraren met een erkenning zijn bevoegd om zelfstandig les te geven. Het onderwijs wordt in beginsel in het Nederlands verzorgd, maar de Wet op het primair onderwijs en Wet op het voortgezet onderwijs bieden ruimte om instructie aan leerlingen – die in beginsel in het Nederlands wordt gegeven – mede in de taal van het land van herkomst aan te bieden. De invulling dient altijd in het belang van de onderwijsontwikkeling van leerlingen en de kwaliteit van het onderwijs te zijn.

Nuffic waardeert de lerarenopleidingen in Oekraïne in beginsel als gelijkwaardig met de Nederlandse diploma’s. Daarmee komen de leraren vaak in aanmerking voor een erkenning. Het kabinet heeft vanwege de massale toestroom tijdelijk inhoudelijke wijzigingen in de procedure voor erkenning doorgevoerd voor de doelgroep buitenlandse leraren die (alleen) les willen geven in een tijdelijke onderwijsvoorziening voor het primair onderwijs. Voor het lesgeven in deze voorziening is het niet verplicht dat leraren het Nederlands op tenminste B2-niveau beheersen. Wel moeten zij in het kader van de onderwijskwaliteit onverkort voldoen aan andere eisen, zoals een tenminste gelijkwaardig diploma en een lesbevoegdheid. Ook is de bevoegdheid begrensd tot ten hoogste twee jaar.

Het kabinet deelt dat Oekraïense kinderen in staat moeten worden gesteld om te participeren in de samenleving en zo zelfredzaam mogelijk te worden. Om die reden is het verblijf van een leerling in een tijdelijke onderwijsvoorziening altijd tijdelijk en zo kort mogelijk. Elke leerling stroomt zodra dit haalbaar en uitvoerbaar is en past bij de onderwijsontwikkeling van de leerling, door naar een reguliere of speciale school. De tijdelijke onderwijsvoorzieningen houden uiterlijk 1 augustus 2024 op te bestaan. Daarnaast is in de regelgeving opgenomen dat het schoolbestuur dat een Oekraïense leraar met een tijdelijke erkenning aanstelt, afspraken met de leraar moet maken om hem of haar tijdig in staat te stellen de Nederlands taal op tenminste B2-niveau te leren beheersen. Op deze wijze kan de leraar desgewenst een reguliere erkenning aanvragen.

Oekraïense psychologen

De partijen die dit programma coördineren en uitvoeren, het consortium Empatia en het Loket Ontheemden Oekraïne Psychosociale Hulpverlening (LOOP) zijn aangewezen omdat ze primair inzetten op het bereiken van (1) Oekraïense psychologen, (2) ontheemden uit Oekraïne met een psychische en/of psychosociale zorgbehoefte en (3) Nederlandse overheidsinstanties, zorgaanbieders en organisaties die in contact staan met ontheemden uit Oekraïne. Het LOOP is daarbij het bovenregionale informatie- verwijs- en adviescentrum voor partijen zoals opvanglocaties. Door op deze manier geestelijke gezondheidszorg op een laagdrempelige manier toegankelijk te maken, is het streven om ook meer bewustwording te creëren over mentale gezondheidsklachten onder Oekraïense ontheemden zodat dit tijdig gesignaleerd en ondervangen kan worden. Sinds de landelijke uitrol van dit traject op 12 mei, hebben zich 106 Oekraïense psychologen gemeld bij Empatia. Uit deze groep zijn inmiddels 10 psychologen gematcht met een werkplek (GGZ-instellingen, gemeenten en GGD-locaties).

Mogelijkheid werken ZZP

Per 1 april 2022 geldt een vrijstelling van de tewerkstellingsvergunningsplicht met meldplicht voor werkgevers die ontheemden uit Oekraïne arbeid in loondienst willen laten verrichten. Er is voor gekozen om in eerste instantie de vrijstelling van de tewerkstellingsvergunningplicht te beperken tot arbeid in loondienst, omdat naar verwachting de ontheemden hierbij beter beschermd zijn tegen misstanden zoals onderbetaling. Een ontheemde uit Oekraïne kan als zelfstandige werken als aan de opdrachtgever een tewerkstellingsvergunning is afgegeven. Momenteel worden de mogelijkheden in kaart gebracht die er zijn om de vrijstelling te verruimen voor het verrichten van arbeid als zelfstandige. De Minister van SZW verwacht u hierover na de zomer te kunnen informeren.

4. Kwetsbare groepen

De vraag van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie vragen om een nadere toelichting op de inzet van het kabinet met betrekking tot het risico dat ontheemden uit Oekraïne en met name de meest kwetsbare groepen (zoals alleenstaande vrouwen en (minderjarige) kinderen) gedurende hun reis door EU-landen en ook bij aankomst in een EU-land ten prooi kunnen vallen aan mensensmokkel. Zij vragen ook of er cijfers bekend zijn vanaf 24 februari 2022 en om hoeveel gevallen dit in Nederland gaat.

De vraag van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie vragen waar mensen terecht kunnen met vragen over oudere Oekraïners in Nederland in relatie tot (de opbouw van) hun pensioen. In het verlengde hiervan vragen deze leden ook of de aanwezigheid van relatief veel oudere ontheemden opvanglocaties en gemeenten nog voor specifieke uitdagingen stelt.

Antwoord:

Mensenhandel

Het is belangrijk om samen alert te blijven op signalen van mensenhandel en mensensmokkel. Zo monitort Europol gezamenlijk met de desbetreffende grenslanden de signalen van mensenhandel en mensensmokkel nauwlettend. Zij hebben daarbij in het bijzonder aandacht voor kwetsbare groepen. Ook is er op nationaal niveau een overleg ingesteld met alle betrokken ketenpartners en organisaties van het maatschappelijk middenveld binnen het mensenhandel domein in relatie tot Oekraïne.

De Europese Commissie heeft hiervoor ook aandacht gevraagd tijdens eerdere JBZ-Raden en het 10-punten plan gepresenteerd waar de bestrijding van mensenhandel deel van uitmaakt. Sinds het begin van de oorlog in Oekraïne heeft de Anti-Trafficking Coordinator van de Europese Commissie regelmatig extra vergaderingen van de Europese werkgroep rondom mensenhandel georganiseerd, met als doel het informeren van elkaar ten aanzien van de situatie van mogelijke concrete meldingen van mensenhandel en van de activiteiten op het gebied van bewustwording. Binnen de EU vindt ook informatie-uitwisseling plaats in reguliere vergaderingen van dit netwerk en het door Nederland geleide, operationele samenwerkingsverband rond mensenhandel.

Sinds 24 februari 2022 zijn in Nederland enkele opsporingsonderzoeken naar mensenhandel gestart waarbij sprake was van indicaties van slachtofferschap van Oekraïense slachtoffers. In deze onderzoeken is van mensenhandel niet gebleken.

Oudere ontheemden

Tot nu toe heb ik geen meldingen ontvangen dat de opvang van oudere ontheemden uit Oekraïne een uitdaging vormt voor de gemeenten. Ik blijf uiteraard nauwlettend het opvanglandschap volgen en waar nodig worden de gemeenten zoveel mogelijk ondersteund door de Nationale Opvangorganisatie (NOO) bij het aanpakken van eventuele knelpunten in de opvang. Voor vragen over mogelijke pensioensopbouw kunnen ontheemden uit Oekraïne bij hun werkgever terecht. Voor vragen over de opbouw van hun AOW kunnen zij terecht bij de SVB (of svb.nl). Over het algemeen geldt dat Oekraïense ontheemden die sinds de start van de oorlog in Oekraïne naar Nederland zijn gevlucht en hier inmiddels werk hebben gevonden AOW opbouwen. Voor een deel is er mogelijk ook sprake van aanvullend pensioenopbouw. Indien de ontheemde geen (of onvoldoende) AOW of aanvullend pensioen heeft opgebouwd, is de ontheemde aangewezen op de leefgeldregeling. Ontheemden hebben vanwege hun verblijfsstatus geen recht op de Aanvullende Inkomensvoorziening Ouderen.

5. Derdelanders uit Oekraïne

De vragen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie lezen dat er 6.320 ontheemden uit Oekraïne met een andere nationaliteit zijn ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP) en 1.260 die zich weer hebben uitgeschreven. Zij vragen of het aantal ingeschrevenen verder toegelicht kan worden, om welke nationaliteiten het gaat en of dit vluchtelingen zijn die op andere wijze hier in Nederland zouden mogen blijven of dienen terug te keren naar het land van herkomst? De leden van de VVD-fractie vragen of ik kan garanderen dat de termijn van het bieden van tijdelijke bescherming aan derdelanders met een tijdelijke verblijfsvergunning tot en met 4 september niet wordt verlengd.

De vraag van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie vragen welk effect te verwachten is op de asielopvang en -procedures van de vele derdelanders uit Oekraïne die vanaf september een asielaanvraag moeten doen. Ook vragen zij welke extra druk dit geeft op de asielopvang en wat dit doet met de wachttijden bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).

De leden van de PvdA- en GroenLinks-fractie vragen of ik preciezer kan aangeven uit welke vijf landen de meeste derdelanders komen, met daarbij de specifieke aantallen. Verder vragen zij of ik kan aangeven op basis waarvan de derdelanders een tijdelijke verblijfsvergunning in Oekraïne hebben gekregen en hoeveel kinderen er tussen de derdelanders zitten. Ook vragen de leden van de PvdA- en GroenLinks-fractie of ik kan verduidelijken of studerende derdelanders die na 4 september vertrekplichtig zijn hun opleiding kunnen afronden. De leden van de PvdA- en GroenLinks-fractie hebben gelezen dat het Ministerie van Justitie en Veiligheid bezig is met vraagstukken omtrent werk van derdelanders gedurende deze overgangsperiode en vragen of derdelanders die op dit moment in Nederland werk hebben, hun werk kunnen behouden na 4 september, ook al zitten zij nog in de asielprocedure. Daarnaast vragen deze leden van de PvdA- en GroenLinks-fractie om een verdere toelichting op hoe de logeerregeling van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) eruit komt te zien waaraan nu wordt gewerkt voor derdelanders uit Oekraïne die nu in de Particuliere Opvang (POO) verblijven en op basis waarvan de particuliere opvang kan worden voortgezet. Zij vragen hoe deze logeerregeling betrekking zal hebben op de asielprocedure en de toegang tot de voorzieningen waar asielzoekers recht op hebben, zoals medische zorg, onderwijs en leefgeld. Ook vragen deze leden of ik kan ophelderen waarom gasthuishoudens die opvang bieden onder de logeerregeling van het COA daarvoor wellicht op hun toeslagen gekort worden. De leden van de PvdA- en GroenLinks-fractie vragen tenslotte waarom het kabinet een afbouwcomponent hanteert bij de remigratiebijdrage aan derdelanders; bij aanmelding van 1 juni tot 1 juli 2023 eenremigratiebijdrage van 5.000 euro per persoon en van 1 juli tot 1 augustus 2023 een remigratiebijdrage van 2.000 euro per persoon.

Antwoord:

Registratie en nationaliteit

Het aantal inschrijvingen in de BRP van personen met een andere nationaliteit betreft personen die vanuit Oekraïne zijn gekomen, maar niet de Oekraïense nationaliteit hebben. De zogenoemde derdelanders. De groep is divers en omvat meerdere nationaliteiten. Het gaat hier onder meer om de groep ontheemden die een permanente of tijdelijke verblijfsvergunning in Oekraïne heeft. Derdelanders met een permanente verblijfsvergunning in Oekraïne, met internationale bescherming in Oekraïne of diegenen met Oekraïense familieleden in Nederland blijven ook na 4 september 2023 onder de RTB vallen.

Voor wie dit niet geldt, vervalt de tijdelijke bescherming per 4 september 2023. De volgende nationaliteiten komen het meeste voor onder de groep derdelanders van wie de tijdelijke bescherming per 4 september 2023 wordt beëindigd (peildatum 19 januari): Nigeriaanse (1.160), Marokkaanse (750), Algerijnse (340), Turkmeense (320) en Indiase (240). De verblijfsdoelen van ontheemden met een tijdelijke verblijfsvergunning voor Oekraïne variëren en zijn bijvoorbeeld verstrekt vanwege werk of studie. 260 derdelanders zijn minderjarig.

Onder deze groep valt een groot aantal personen dat afkomstig is uit veilige landen van herkomst. Voor zover zij hebben aangegeven dat zij hun asielaanvraag willen doorzetten, is of wordt op deze asielaanvragen beslist. Op een aantal kansrijke zaken (personen uit Jemen en Syrië met tijdelijk verblijfsrecht in Oekraïne) is inmiddels inwilligend beslist. Op de overige spoor 4 zaken zal – indien ontheemden de asielprocedure willen doorlopen – na 4 september 2023 worden beslist. Of zij in aanmerking komen voor verblijfsvergunning asiel, is afhankelijk van de persoonlijke situatie van een aanvrager waarbij elke asielaanvraag op zijn eigen merites zal moeten worden beoordeeld. Een ander deel van de groep zal hier geen aanspraak op maken of niet wensen de asielprocedure te doorlopen. Zij dienen terug te keren naar hun land van herkomst of een ander land waar de toegang is gewaarborgd.

Aanpak overgang derdelanders

Samen met de migratiepartners wordt op dit moment hard gewerkt aan het uitwerken en uitvoeren van het plan van aanpak dat is opgesteld om de beëindiging van de RTB, en het vertrek uit Nederland of de overdracht van opvang in gemeenten naar de opvang van het COA goed te laten verlopen. In de Kamerbrief van 8 juni 2023 over de opvang van derdelanders heb ik uw Kamer geïnformeerd over de strekking van dit plan dat ten dele al tot uitvoering wordt gebracht.6 Zo is de IND reeds gestart met in een beperkt aantal zaken het verblijfsrecht onder de RTB te beëindigen en het behandelen van asielaanvragen. Verder kunnen derdelanders middels het remigratiebeleid extra (financiële-) ondersteuning krijgen bij bestendige terugkeer naar het land van herkomst, of een land buiten de Europese Unie waar zij duurzaam kunnen verblijven. Het COA zal gefaseerd derdelanders die recht hebben op opvang door het COA uit de gemeentelijke opvang overnemen. Deze overgang zal in de zes weken vóór en na 4 september 2023 zijn beslag krijgen. Alle inzet is er op gericht om de overgang naar de COA-opvang of vertrek uit Nederland goed te laten verlopen.

Effect op asielopvang en IND

Het aflopen van de tijdelijke bescherming heeft (mogelijk) gevolgen voor de asielopvang en de doorlooptijd van de asielprocedures. Om zicht te krijgen op de groep derdelanders die daadwerkelijk de asielprocedure wil doorlopen, heeft de IND alle derdelanders een brief gestuurd waarin wordt verzocht aan te geven of een betrokkene wel of niet de asielprocedure wil doorlopen. Na afloop van de reactietermijn kan een beeld worden gevormd hoe groot de extra druk op asielopvang en de doorlooptijd van de asielprocedures daadwerkelijk zal zijn. Enkel wanneer een derdelander de asielaanvraag doorzet, is er recht op opvang door het COA gedurende de asielprocedure. Als de asielprocedure nog vóór 4 september 2023 is doorlopen en de asielaanvraag definitief is afgewezen dan eindigt het recht op opvang op 4 september. Er hoeft dan geen COA-opvang te worden aangeboden.

Logeerregeling COA

De COA-logeerregeling wordt ingezet voor vergunninghouders die in afwachting zijn van huisvesting. De regeling biedt vergunninghouders de mogelijkheid om met het behoud van verstrekkingen buiten de COA-opvanglocaties te verblijven bij familie, vrienden of een derde gasthuishouden. Momenteel wordt een vorm van deze regeling ook toepasbaar gemaakt voor ontheemden van wie de tijdelijke bescherming wordt beëindigd en voor wie een recht op opvang bij het COA ontstaat omdat de asielprocedure wordt doorlopen. Dit houdt in dat betrokkenen de particuliere opvang kunnen voortzetten, indien zij en het gasthuishouden daarmee instemmen, onder verantwoordelijkheid van het COA. De betrokkene verblijft daarmee dus langer op het adres van het gasthuishouden. De betrokkene dient tijdens het verblijf in een logeerregeling beschikbaar te zijn voor het doorlopen van de asielprocedure bij de IND. Daarnaast keert het COA eet- en leefgeld uit. Hoewel de toegang tot zorg lokaal geregeld wordt, bijvoorbeeld via de huisarts van het gasthuishouden, worden eventuele kosten vergoed via de Regeling medische zorg asielzoekers; een verstrekking die tevens via het COA is georganiseerd. Voor schoolgaande kinderen verandert niets; de gemeente blijft verantwoordelijk voor het faciliteren van voldoende onderwijsvoorzieningen.

Het voortzetten van de logeerconstructie na het wegvallen van de tijdelijke bescherming van de ontheemde heeft mogelijk gevolgen voor de eventuele toeslagen die een gasthuishouden ontvangt. Dit heeft de volgende redenen. Na de inval van Rusland in Oekraïne was het onduidelijk hoeveel ontheemden naar Nederland zouden vluchten en gebruik zouden maken van de particuliere opvangvoorzieningen. Gelet op de tijdelijke bescherming die ontheemden uit Oekraïne genieten, de schaarse opvangfaciliteiten en om het gebruik van de particuliere opvangvoorzieningen niet in de weg te staan, heeft het kabinet besloten om gasthuishoudens die ontheemden uit Oekraïne met tijdelijke bescherming opvangen niet te korten op hun eventuele toeslagen. Wanneer een gasthuishouden een ontheemde uit Oekraïne opvangt, wordt de ontheemde daarom niet als medebewoner voor toeslagen of toeslagpartner meegeteld. Deze maatregel is uitzonderlijk omdat er tevens sprake is van een uitzonderlijke situatie met betrekking tot de opvang van ontheemden uit Oekraïne. De maatregel geldt zolang de RTB geactiveerd is; maximaal drie jaar (tot 4 maart 2025). Wanneer een ander individu (niet zijnde een ontheemde uit Oekraïne die valt onder de RTB) tijdelijk verblijft op een particulier adres, telt deze wel mee als medebewoner of toeslagpartner voor het gasthuishouden (het gaat dan bijvoorbeeld om een vergunninghouder). Zodra de tijdelijke bescherming wordt beëindigd zal iemand die gebruik wenst te maken van de asielprocedure ook meetellen als medebewoner of toeslagenpartner voor het gasthuishouden. Betrokken ontheemden en gasthuishoudens worden hierover geïnformeerd. Verder merk ik nog op dat uw Kamer op 10 november 2022 een motie van de leden Alkaya (SP) en Maatoug (GL) bij de behandeling van het Belastingplan 2023 om gasthuishoudens die vergunninghouders of ontheemden opvangen, ongeacht hun afkomst, niet te korten op toeslagen heeft verworpen.7

Werk en studie

Vanaf 4 september 2023 geldt voor diegenen die hebben aangegeven de asielprocedure te willen doorlopen dezelfde toegang tot de arbeidsmarkt als voor andere asielzoekers. De werkgever zal derhalve een tewerkstellingsvergunning verleend moeten krijgen waarmee de asielzoeker 24 weken per 52 weken kan werken. Ook geldt het vereiste dat de asielaanvraag ten minste zes maanden in behandeling moet zijn voordat een tewerkstellingsvergunning kan worden afgegeven. Aangezien deze personen zich voor 19 juli 2022 hebben ingeschreven in de BRP en op dat moment ook een asielaanvraag hebben ingediend, zullen zij naar verwachting voldoen aan de voorwaarde dat zij ten minste zes maanden in procedure moeten zitten. Studenten die voor 4 september 2023 al volgens de geldende regels waren ingeschreven bij een Nederlandse onderwijsinstelling, mogen hun studie afronden. Het is daarbij van belang dat er op het moment van inschrijving sprake is van een rechtmatig verblijf in Nederland. Derdelanders die op 4 september 2023 niet rechtmatig in Nederland verblijven, mogen niet met een nieuwe opleiding beginnen.

Remigratiebijdrage

Het uitgangspunt van het remigratiebeleid is het ontlasten van de reguliere asielketen door een substantieel deel van de derdelanders in de GOO en Particuliere Opvang Oekraïners (POO) die tot 4 september 2023 onder de RTB vallen, op korte termijn te stimuleren om vrijwillig terug te keren naar hun land van herkomst of een ander land buiten de Europese Unie waar het verblijf duurzaam is geborgd. Er is een afbouwcomponent aan de financiële ondersteuning gekoppeld om vroegtijdig vertrek van de groep te stimuleren.

Tot 27 juni waren er 70 aanmeldingen voor het remigratiebeleid. 10 derdelanders zijn inmiddels vetrokken. De overige aanmeldingen zijn nog in behandeling. Aanmelden voor het remigratiebeleid kan tot 1 augustus 2023.


  1. Aanhangsel Handelingen II 2022/23, nr. 1007.↩︎

  2. Kamerstukken 19 637 en 36 045, nr. 3004↩︎

  3. Kamerstukken 19 637 en 36 045, nr. 3121.↩︎

  4. Kamerstukken 19 637 en 36 045, nr. 3077.↩︎

  5. Kamerstukken 36 045 en 29 861, nr. 149↩︎

  6. Kamerstukken 19 637 en 36 045, nr. 3117↩︎

  7. Kamerstukken II 2022/23, 36 202, nr. 99↩︎