[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Motie van de leden Raemakers en Den Haan over de 18-min/18-plusproblematiek een aanvullend onderdeel laten zijn van de hervormingsagenda

Jeugdzorg

Motie

Nummer: 2023D28859, datum: 2023-06-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31839-961).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 31839 -961 Jeugdzorg.

Onderdeel van zaak 2023Z12129:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

31 839 Jeugdzorg

Nr. 961 MOTIE VAN DE LEDEN RAEMAKERS EN DEN HAAN

Voorgesteld 27 juni 2023

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat 18-min/18-plusproblematiek nauwelijks aan de orde komt in de hervormingsagenda;

constaterende dat AEF – naar aanleiding van de motie-Raemakers – een onderzoek heeft uitgevoerd naar het gebruik van verlengde jeugdhulp door gemeenten, waaruit blijkt dat het verschil in gebruik van verlengde jeugdzorg erg groot is en dat verschil onverklaarbaar is door sociaal-economische of geografische factoren en ook niet verklaard kan worden door het aandeel reguliere jeugdhulp;

overwegende dat verlengde jeugdhulp goed kan helpen tegen dakloosheid bij jongeren, maar dat volgens AEF onduidelijk is hoe groot het aantal dakloze jongeren nu is;

spreekt uit dat veel gemeenten nu als standaard hebben om geen verlengde jeugdhulp toe te kennen (tenzij er bijzondere omstandigheden zijn), en dat dit principe omgekeerd zou moeten worden ter bescherming van de jongere («verlengde jeugdhulp, tenzij»);

verzoekt de regering de 18-min/18-plusproblematiek een aanvullend onderdeel te laten zijn van de hervormingsagenda en hiervoor onder meer te onderzoeken hoe de bewijslast voor verlengde jeugdzorg omgekeerd zou kunnen worden als de jongere dat zelf wil en wat de effecten daarvan zouden kunnen zijn, daarbij best practices uit voorbeeldgemeenten mee te nemen, evenals de Big Five, en de Kamer daarover voor het WGO Jeugd te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Raemakers

Den Haan