Stand van zaken nieuw te bouwen kerncentrales en m.e.r.-procedure wijziging Kernenergiewet
Kernenergie
Brief regering
Nummer: 2023D29268, datum: 2023-06-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32645-117).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie (D66)
Onderdeel van kamerstukdossier 32645 -117 Kernenergie.
Onderdeel van zaak 2023Z12322:
- Indiener: R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie
- Volgcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2023-07-06 10:00: Procedurevergadering commissie EZK (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2023-09-05 15:20: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-09-05 17:30: Extra procedurevergadering commissie Economische Zaken en Klimaat (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2023-09-13 10:00: Energiesysteem 2050 & kernenergie (Commissiedebat), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2023-09-14 15:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
32 645 Kernenergie
Nr. 117 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR KLIMAAT EN ENERGIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 juni 2023
Om in de toekomst CO2-neutraal elektriciteit op te wekken, zet het kabinet in op het langer in bedrijf houden van de huidige kerncentrale in de gemeente Borsele en worden de voorbereidingen getroffen voor de bouw van twee nieuwe kerncentrales. Voor de nieuwbouw geldt Borsele als voorkeurslocatie en is de Maasvlakte II als alternatieve locatie aangewezen. In mijn brief van 9 december 20221 heb ik deze keuze onderbouwd en toegelicht hoe het kabinet deze ambities stap voor stap gaat realiseren. Het is van groot belang om hiervoor een betrouwbaar en zorgvuldig proces in te richten. In de brief van december staat daarom een routekaart met betrekking tot de nieuw te bouwen centrales gepresenteerd waarin op hoofdlijnen vier fases te onderscheiden zijn: (1) voorbereiden besluitvorming, (2) uitvoeren tender, (3) vergunningverlening, (4) bouw en ingebruikname. Ik werk op dit moment de eerste fase verder uit en laat onderzoek uitvoeren naar onder andere de financierbaarheid, technische haalbaarheid en veiligheid, organisatiestructuren, ruimtelijke inpassing en milieueffecten. Parallel hieraan ben ik met de regio in gesprek over de voorwaarden waaronder kernenergie in de regio gerealiseerd kan worden. Na de onderzoeksfase, als alle elementen in kaart gebracht zijn, zal het kabinet een integraal voorstel voorgeleggen aan beide Kamers.
Met deze brief ga ik in op het verzoek van de Tweede Kamer om u voor aanvang van het zomerreces te informeren over de voortgang van de bouw van de nieuwe kerncentrales. Ik licht toe hoe ik de regio Zeeland heb betrokken bij mijn werkzaamheden van de afgelopen maanden. Daarnaast neem ik u mee in de stappen die sindsdien zijn gezet in de voorbereiding van het tenderproces voor de nieuwbouw van kerncentrales. Tot slot informeer ik met deze brief uw Kamer over de eerste stappen die zijn gezet in de m.e.r.-procedure voor de aanpassing van de Kernenergiewet. De wetswijziging is nodig om de huidige kerncentrale in Borssele langer in bedrijf te kunnen houden. Parallel informeer ik u via een aparte brief over de actuele ontwikkelingen rondom de versterking van de nucleaire kennisinfrastructuur.
Contacten met de regio
De voorbereidende stappen voor twee nieuwe kerncentrales hebben een grote impact op de regio Borsele. Daarom heb ik uitgebreid contact met de regio. In april 2023 zijn vertegenwoordigers van de Rijksoverheid bij de gemeenteraad Borsele aanwezig geweest om de beoogde stappen verder toe te lichten en eventuele vragen te kunnen beantwoorden. In Zeeland zijn afgelopen mei de eerste informatieavonden over kernenergie georganiseerd. Op drie verschillende locaties – te weten Borsele, Terneuzen, en Vlissingen – is uitgelegd welke stappen worden ondernomen, zijn vragen beantwoord en konden mensen hun zorgen uiten. Deze avonden, waarbij er naast algemene inloop ook kleinschalige informatiesessies zijn gegeven, zijn in nauwe afstemming met de gemeente Borsele en de provincie Zeeland georganiseerd. Er volgen nog meer bijeenkomsten in Zeeland. Ook hebben in april en mei verschillende gesprekken plaatsgevonden met medewerkers van het ministerie en belangengroepen in de regio Zeeland.
Zelf ben ik begin juni weer op bezoek geweest in Zeeland en heb daar verschillende groepen bewoners gesproken, onder andere middels een kennismaking met Borssele 100. Deze groep van 100 inwoners is samengesteld door de gemeente Borsele om randvoorwaarden voor de bouw van nieuwe kerncentrales te bespreken. Ook ben ik op dezelfde dag in gesprek gegaan met tegenstanders, en heb ik met jongeren uit de buurt een bezoek gebracht aan de kerncentrale Borssele. Ik heb hier ook gesproken met EPZ, de huidige exploitant. Ik vind het belangrijk dat we omwonenden en andere belangstellenden goed informeren over de keuzes die we maken. Ik heb daarom tijdens mijn bezoek ook aangegeven de communicatie te intensiveren. Daarom is er een webinar opgenomen waarin de ambities van het kabinet worden toegelicht. Deze webinar kan online worden teruggekeken. Daarnaast is de website www.overkernenergie.nl gelanceerd. Op deze website kan alle relevante informatie worden teruggevonden op het gebied van kernenergie en de kabinetsplannen op dit onderwerp. De komende tijd zal de website verder worden aangevuld met nieuwe informatie en visuals. Voor de bedrijfsduurverlenging en de wetswijziging zijn door de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) en mij in juni informatieavonden en twee webinars georganiseerd. Samen met de regio wordt ook gewerkt aan een informatiecentrum op locatie.
Naast de contacten met Zeeland, is er ook contact met de gemeente Rotterdam en de provincie Zuid-Holland. Naarmate de procedure voor de twee nieuwe kerncentrales dichterbij komt, zullen het contact en de participatieactiviteiten ook in Rotterdam intensiveren, zolang de definitieve locatiekeuze nog niet is gemaakt.
Op nationaal niveau is er een participatie- en communicatieplan opgesteld waarin wordt uitgelegd hoe geïnteresseerden en belanghebbenden kunnen meepraten over de ontwikkelingen op het gebied van kernenergie. Het participatie- en communicatieplan is op 31 mei jl. tezamen met de stukken voor de concept Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) voor de m.e.r-procedure voor de wetswijziging van de Kernenergiewet gepubliceerd. Het bestaat uit een overkoepelend strategisch deel voor drie verschillende besluitvormingstrajecten rondom kernenergie (de bedrijfsduurverlenging van de Kerncentrale Borssele, nieuwbouw van twee kerncentrales, en actualisatie van het Nationaal Programma radioactief Afval) en een specifieke uitwerking per traject. Het participatie- en communicatieplan is een levend document en kan in de loop van de tijd worden bijgewerkt en aangepast, bijvoorbeeld als blijkt dat de voorgestelde aanpak niet goed genoeg aansluit bij de wensen en behoeften van de belanghebbenden.
Voorbereiding tenderproces voor nieuwe centrales
Het Ministerie van EZK is in contact met een drietal potentiële en geïnteresseerde leveranciers van kerncentrales.2 Dit zijn de leveranciers met ervaring van het bouwen van generatie III+ reactoren met een minimaal vermogen van 1.000 MW. In lijn met staand beleid voor vitale infrastructuur, heeft het kabinet besloten om bepaalde leveranciers wegens geopolitieke verhoudingen niet te benaderen en niet toe te laten tot het tenderproces.
In samenwerking met deze leveranciers wordt nader onderzocht onder welke financiële en technische voorwaarden nieuwe kerncentrales in Nederland kunnen worden gerealiseerd. Deze voorwaarden vormen ook de kaders voor de besluitvorming over onder andere de locatie, het ontwerp van de centrales, het financieringsmodel, en de rol van de overheid. De voorwaarden worden nader onderzocht in een technische haalbaarheidsstudie en marktconsultatie. Daarbij wordt ook gekeken naar de voorwaarden in relatie tot de leefomgeving, zoals die op dit moment worden vormgegeven in de Borselse 100. Door de provincie Zeeland zullen ook regiovoorwaarden worden vormgegeven. Het proces hierbij is dat de Borsele 100 een zwaarwegend advies opstelt, dat door de gemeente wordt besproken en vastgesteld. De gemeente en de provincie zullen dit vervolgens meenemen in hun onderhandeling met het Rijk.
In de technische haalbaarheidsstudie wordt onderzocht of de ontwerpen van de verschillende leveranciers geschikt zijn voor de beoogde locatie in Borssele en passen binnen de Nederlandse regelgeving. Door deze studie nu al uit te voeren worden eventuele benodigde ontwerpaanpassingen al in een vroeg stadium in beeld gebracht en kan een betere inschatting worden gemaakt van de te verwachte kosten en tijdslijn van het nieuwbouwproject. Hierdoor zal het toekomstige aanbestedingsproces kunnen worden versneld en worden de risico’s op vertragingen en budgetoverschrijdingen in een latere fase van het project verkleind. Op dit moment wordt de input voor de technische haalbaarheidsstudie verzameld, zoals de specifieke Nederlandse veiligheidsvereisten en locatie-specifieke informatie zoals afmetingen, geologie, seismologie en hydrologie. Aan de hand van deze informatie zullen de technologieleveranciers onderzoeken in hoeverre hun ontwerp passend is voor de beoogde nieuwbouwlocatie en welke ontwerpaanpassingen nodig zijn. Een deel van deze onderzoeken wordt ook uitgevoerd voor in ieder geval de waarborglocatie Rotterdam, omdat een vergelijk met alternatieven in het MER wordt vereist.
Naar verwachting kunnen de beoogde technologieleveranciers na de zomer starten met de uitvoering van de technische haalbaarheidsstudie die ongeveer zes maanden in beslag zal nemen. Zoals aangekondigd in de brief van 9 december 2022, wordt hiervoor door het Rijk een financiële tegemoetkoming beschikbaar gesteld. Allereerst als prikkel voor de technologieleveranciers om hieraan deel te nemen en zo de competitie te bevorderen, maar ook omdat dit engineering werkzaamheden betreffen die niet meer in een latere fase hoeven plaats te vinden. De extra kosten die het Rijk maakt om drie potentiële leveranciers deze technische haalbaarheidsstudies te laten uitvoeren, wegen op tegen de inzichten die worden verkregen waarmee budget- en tijdsoverschrijdingen in een latere fase worden voorkomen. Dit sluit ook aan bij de wens vanuit de Tweede Kamer tot versnelling.
Parallel aan de technische haalbaarheidsstudie zal in de marktconsultatie met de technologieleveranciers en financiële instellingen worden gesproken over de commerciële randvoorwaarden en mogelijke financieringsmodellen voor het nieuwbouwproject. Belangrijke gespreksonderwerpen zijn de allocatie van financiële risico’s, de businesscase, mogelijkheden tot financiering en investering en voor- en nadelen van mogelijke financieringsmodellen. Dit wordt ook voorafgaand aan de aanbesteding gedaan, om zo inzicht te verkrijgen in de realistische opties en (eventuele impliciete) keuzes die hierin nog te maken zijn. Tot slot geeft de marktconsultatie een beter beeld van de inzet van de middelen uit het Klimaatfonds ten behoeve van het nieuwbouwproject.
Vendorbezoeken
Voor een succesvolle uitvoering van de technische haalbaarheidsstudie en marktconsultatie is een nauwe samenwerking met de technologieleveranciers van cruciaal belang. Voor de zomer worden de technologieleveranciers dan ook uitgenodigd door het Ministerie van EZK voor een driedaags bezoek aan Nederland in het kader van kennismaking en wederzijdse informatie-uitwisseling. Tijdens dit bezoek zullen het nieuwbouwproces, de procedures onder de Omgevingswet, de Nederlandse nucleaire regelgeving, en het proces van de marktconsultatie en technische haalbaarheidsstudies met de leveranciers worden doorgesproken. Uiteraard wordt ook een bezoek gebracht aan de waarborglocatie Borssele, waarin er aandacht zal worden besteed aan de impact, kansen en risico’s van twee nieuwe kerncentrales in de regio. Dit gebeurt in nauwe afstemming met de gemeente Borsele, de provincie Zeeland, en EPZ.
Samenwerkingsovereenkomst EPZ
Zowel tijdens het bezoek van de technologieleveranciers als in het bredere nieuwbouwtraject is het wenselijk om reeds in deze fase een samenwerking aan te gaan met EPZ, de huidige exploitant van de Kerncentrale Borssele. EPZ is de enige operator van een kerncentrale in Nederland, en heeft daardoor veel nucleaire en locatie-specifieke kennis. Het ligt voor de hand deze kennis effectief in te zetten. Daarom wordt beoogd deze zomer de samenwerking met EPZ te versterken, waarbij wordt toegewerkt naar een samenwerkingsovereenkomst. Zodra deze gereed is, zal ik uw Kamer nader informeren.
Aanpassing Kernenergiewet
Eén van de andere ambities van het kabinet op het gebied van kernenergie is het mogelijk maken dat de Kerncentrale Borssele na 2033 in bedrijf kan blijven. Zoals eerder aan uw Kamer gemeld3, moet als eerste stap de Kernenergiewet worden aangepast om dit mogelijk te maken. Voor de besluitvorming over de wetswijziging wordt een m.e.r.-procedure doorlopen om de mogelijke milieueffecten van de wetswijziging in kaart te brengen. Het Ministerie van EZK is hiervoor de initiatiefnemer. Eén van de eerste stappen in deze procedure is het opstellen van een concept NRD. Het concept NRD is een document waarin wordt opgeschreven wat er onderzocht moet worden in het MER. De concept NRD is op 31 mei jl. ter inzage gelegd voor inspraak voor een periode van zes weken. Conform de verdragen van Espoo en Aarhus wordt tevens de mogelijkheid geboden voor internationale inspraak. Ook is het document voor advies aangeboden aan de Commissie voor de m.e.r.-procedure en een aantal medeoverheden.
Na afloop van de termijn van inspraak zullen de zienswijzen door de verantwoordelijke Ministeries van Infrastructuur en Waterstaat en van Economische Zaken en Klimaat worden behandeld. Nadat alle zienswijzen zijn beoordeeld en eventueel verwerkt wordt de concept NRD definitief vastgesteld. De Staatssecretaris van IenW heeft hierbij de rol van bevoegd gezag. Vervolgens zal het MER worden opgesteld. Het MER beschrijft de milieueffecten van de beoogde wetswijziging en vergelijkt die met een aantal alternatieven. Daarnaast wordt een wetsvoorstel voor de wijziging van de Kernenergiewet voorbereid. Vervolgens zal het wetsvoorstel tezamen met het MER ter inzage worden gelegd. Hierop kunnen opnieuw zienswijzen worden ingediend. De huidige verwachting is dat dit de eerste helft van 2024 zal plaatsvinden. De Staatsecretaris van IenW heeft hier de rol van bevoegd gezag. Na afronding van de reactienota kan vervolgens het wetsvoorstel voor advies worden voorgelegd aan de Raad van State, waarna het voor behandeling aan de Tweede Kamer kan worden aangeboden.
Nadat de wet is aangepast, kan vergunninghouder EPZ een (wijziging van) vergunning aanvragen voor de bedrijfsduurverlenging. De ANVS zal die aanvraag beoordelen. Alleen bij een positief oordeel kan de bedrijfsduur worden verlengd. De aandeelhouders van EPZ zullen een besluit moeten nemen over de beslissing tot vergunningaanvraag. Tevens zal het Rijk in overleg gaan met de huidige aandeelhouders over hun toekomstige rol hierin.
De Minister voor Klimaat en Energie,
R.A.A. Jetten