Afwikkeling restgeschil LEVVEL
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Mobiliteitsfonds voor het jaar 2023
Brief regering
Nummer: 2023D29366, datum: 2023-06-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36200-A-79).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 36200 A-79 Vaststelling van de begrotingsstaat van het Mobiliteitsfonds voor het jaar 2023.
Onderdeel van zaak 2023Z12351:
- Indiener: M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2023-07-04 15:40: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-07-05 10:15: Procedurevergadering Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2023-09-05 15:20: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
36 200 A Vaststelling van de begrotingsstaat van het Mobiliteitsfonds voor het jaar 2023
Nr. 79 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 juni 2023
Op 20 mei 2022 is de Kamer geïnformeerd over de stand van zaken van het project Afsluitdijk en over overeenstemming die Rijkswaterstaat en opdrachtnemer LEVVEL hadden bereikt over vergoedingen voor extra uitgevoerd werk en het opsplitsen van de projectopdracht1.
In die brief is ook aangeven dat Rijkswaterstaat en LEVVEL over een aantal geschilpunten nog geen overeenstemming hadden bereikt. Een Commissie van Deskundigen zou om advies gevraagd worden over de afwikkeling van deze punten en de hoogte van het te verrekenen bedrag.
Dit is achteraf niet nodig gebleken, Rijkswaterstaat en LEVVEL zijn gezamenlijk ook hier tot overeenstemming gekomen. De vergoeding aan LEVVEL bedraagt € 78,7 mln en is daarmee lager dan de, in de brief van 20 mei 2022 gemelde vastgestelde bovengrens van € 87 mln.
Daarnaast is met LEVVEL overeenstemming bereikt over de hoogte van de afrekening voor het uit de scope halen van de Bestaande Spuimiddelen (BSM). In de Wijzigings- en Vaststellingsovereenkomst was als bovengrens een bedrag van € 62,9 mln. opgenomen. Met LEVVEL is een bedrag van € 49,6 mln. overeengekomen. Met dit resultaat is sprake van een vrijval van € 13,3 mln.
In totaal is er als gevolg van deze uitkomsten een vrijval van € 21,6 miljoen. Dit bedrag vloeit terug naar de investeringsruimte op het Deltafonds.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers
Kamerstuk 35 925-A, nr. 73↩︎