Uitstel beantwoording vragen van de leden Van der Lee en Kathmann over een uitspraak van de Hoge Raad over het uitzendbeding
Mededeling (uitstel antwoord)
Nummer: 2023D29714, datum: 2023-06-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20222023-3068).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2023Z10346:
- Gericht aan: C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Indiener: T.M.T. van der Lee, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: B.C. Kathmann, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
3068
Vragen van de leden Van der Lee (GroenLinks) en Kathmann (PvdA) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over een uitspraak van de Hoge Raad over het uitzendbeding (ingezonden 8 juni 2023).
Mededeling van Minister Van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 30 juni 2023).
Vraag 1
Bent u bekend met de uitspraak van de Hoge Raad op 17 maart 2023 met nummer 21/04342?1
Vraag 2
Wat zijn de implicaties van de uitspraak van de Hoge Raad?
Vraag 3
Klopt het dat de nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst (cao) voor uitzendkrachten bepaalt dat uitzendovereenkomsten voor minimaal vier weken aangegaan kunnen worden?
Vraag 4
Klopt het dat er door het inroepen van het uitzendbeding elke keer weer opnieuw contracten van vier weken aangeboden kunnen worden, oplopend tot wel dertien contracten (gegeven de voorgenomen duur van 52 weken voor fase A)?
Vraag 5
Zo ja, deelt u de opvatting dat dit door kwaadwillende inleners misbruikt kan worden om het uitbetalen van vakantiedagen of verloven te voorkomen? Of om arbeidsvoorwaarden bij een nieuw contract onopvallend te wijzigen? Wat vindt u daarvan?
Vraag 6
Zijn er signalen dat dit gebeurt? Welke signalen?
Vraag 7
Zijn er signalen dat dit gebeurt ook als er geen sprake is van ziekte?
Vraag 8
Zou de ketenbepaling niet ook van toepassing moeten zijn op contracten binnen fase A en op het uitzendbeding?
Vraag 9
Zou de duur van vier weken niet langer moeten zijn?
Vraag 10
Bent u bereid vragen 8 en 9 mee te nemen in uw verkenning naar dit onderwerp?
Mededeling
Hierbij deel ik u mede dat de beantwoording van de Kamervragen van de leden van der Lee (GroenLinks) en Kathmann (PvdA) over «over een uitspraak van de Hoge Raad over het uitzendbeding» niet binnen de gestelde termijn van drie weken mogelijk is omdat er meer tijd nodig was voor de interne afstemming over de beantwoording.
ECLI:NL:HR:2023:426↩︎