[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Ontwikkelingen Caribisch Nederland

Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2023

Brief regering

Nummer: 2023D29778, datum: 2023-07-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36200-XVI-237).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36200 XVI-237 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2023.

Onderdeel van zaak 2023Z12526:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

36 200 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2023

Nr. 237 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 juli 2023

Middels deze brief informeer ik u over de bevindingen van mijn reis naar Bonaire en Curaçao van maandag 5 juni tot en met vrijdag 9 juni. Op Bonaire heb ik kennis gemaakt met de nieuwe bestuursleden en verschillende zorgpartijen. Ik informeer u middels deze brief onder andere over de uitkomsten van de gesprekken rondom de laboratorium zorg op Bonaire. Op Curaçao nam ik deel aan het vijfde ministeriële Vierlandenoverleg. Daarnaast informeer ik u conform toezegging van Minister voor Langdurige Zorg en Sport over de aanpak van de ratificatie en implementatie van het VN-verdrag voor de rechten van mensen met een beperking in Caribisch Nederland1. Tenslotte geeft ik weer welke stappen er gezet worden om elektronische gegevensuitwisseling in Caribisch Nederland mogelijk te maken en ga ik in op de stappen die ik zet naar aanleiding van het toezicht op jeugdzorg.

Verslag bezoek Bonaire en Curaçao

Bonaire

Dinsdagochtend 6 juni jl. heb ik kennis gemaakt met de nieuwe bestuursleden van het openbaar lichaam van Bonaire en gesproken over de ontwikkelingen op het gebied van zorg, welzijn en jeugd. Er is onder andere stilgestaan bij de situatie rondom de ziekenhuiszorg waarover ik u parallel aan deze brief apart over informeer.

Met het bestuurscollege heb ik ook gesproken over de laboratoriumzorg. Zeer recent heeft de werkgroep Laboratoriumzorg Bonaire aan het bestuurscollege van Bonaire en mij een advies uitgebracht over de toekomst van de laboratoriumzorg op Bonaire. In deze werkgroep zijn alle betrokken partijen vertegenwoordigd. De werkgroep constateert unaniem dat overcapaciteit, overdiagnostiek en dubbeldiagnostiek problemen zijn in de laboratoriumzorg op Bonaire en dat hervorming noodzakelijk is om aan deze problemen een einde te maken.

In het advies worden verschillende oplossingsrichtingen genoemd maar omdat er nog onvoldoende data zijn kan op dit moment nog niet een weloverwogen keuze worden geadviseerd. Met het bestuurscollege heb ik afgesproken dat het advies wordt gebruikt om met elkaar keuzes te maken over de volgende stappen. Ik verwacht voor het einde van het jaar met partijen verdere afspraken over de hervorming van het laboratoriumlandschap op Bonaire te maken. Daarnaast heb ik toegezegd dat het contract met BonLab tot eind 2023 zal worden verlengd.

Op woensdag 7 juni jl. heb ik kennis genomen van de mooie ontwikkelingen binnen de huisartsenzorg op Bonaire. In 2022 heeft een van de praktijken als eerste in Caribisch Nederland de Nederlandse Huisartsen Genootschap (NHG) praktijkaccreditatie behaald. Deze praktijk heb ik bezocht. Ook zijn er met de huisartsen van Bonaire begin dit jaar goede afspraken met elkaar gemaakt over de versterking van de huisartsenzorg en zijn deze vastgelegd in een nieuwe meerjarenovereenkomsten voor de periode 2023 tot en met 2027. Samen wordt er gebouwd aan een toekomstbestendige huisartsenzorg.

Verder heb ik op 7 juni de bestuurders van Bonaire, Sint Eustatius en Saba ontmoet, gedeeltelijk fysiek op Bonaire en gedeeltelijk online. Ik heb met alle aanwezige partijen de bestuurlijke afspraken jeugdzorg Caribisch Nederland ondertekend, die ik als bijlage bij deze brief mee stuur. Deze afspraken bevatten de uitgangspunten voor de inzet van jeugdzorg in Caribisch Nederland en gaan in op de verantwoordelijkheidsverdeling tussen Zorg en Jeugd Caribisch Nederland (ZJCN) en de openbare lichamen. Ook de toegang, samenwerking en het waarborgen van kwaliteit zijn onderdeel van de afspraken. De Europees Nederlandse Jeugdwet is voor deze bestuurlijke afspraken richtinggevend geweest, maar zijn er waar nodig aanpassingen gemaakt ten behoeve van de Caribische context. Met deze afspraken is een volgende stap gezet in het uitwerken van de organisatie van jeugdzorg in Caribisch Nederland. We hebben afgesproken om de komende periode van twee jaar te gebruiken om de werking en het effect van de afspraken te monitoren en evalueren.

Tijdens deze bijeenkomst is eveneens gesproken over het bekrachtigen van de planning voor het implementatietraject van maatschappelijke ondersteuning in Caribisch Nederland. Beoogd wordt dat de voorgenomen algemene maatregel van bestuur Maatschappelijke ondersteuning en bestrijding huiselijk geweld BES die recentelijk aan uw Kamer is gestuurd in het kader van de voorhang, in werking treedt op 1 januari 20242. Hierin is beschreven hoe de openbare lichamen en ZJCN samenwerken in het organiseren van maatschappelijke ondersteuning. Sinds begin dit jaar zijn de voorbereidingen van start, zodat alle organisaties er klaar voor zijn om de nieuwe verantwoordelijkheden uit te voeren. Alle aanwezigen onderstreepten op 7 juni hun inzet hiervoor.

Curaçao

De bewindspersonen belast met volksgezondheid van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Nederland hebben elkaar op 9 juni jl. ontmoet tijdens het 5e Bestuurlijke Vierlandenoverleg Volksgezondheid in Curaçao. De landen hebben afspraken gemaakt over verschillende onderwerpen, waaronder de implementatie van de internationale gezondheidsregeling (IHR), pandemische paraatheid, voorbereiding op en samenwerking bij crises en rampen, geestelijke gezondheidszorg, preventie, kwaliteit van zorg, ontwikkeling capaciteit zorgpersoneel en samenwerking tussen de ziekenhuizen (in de vorm van de Dutch Caribbean Hospital Alliance – DCHA). Om vorm te geven aan de gemaakte afspraken zijn verschillende conclusies en acties geformuleerd3.

Een belangrijke uitkomst van het Vierlandenoverleg is onder andere de oprichting van de Caribische HUB voor Publieke Gezondheid, een platform voor duurzame versterking van de lokale capaciteit, kennis en expertise op het gebied van pandemische paraatheid en infectieziektebestrijding in het Caribisch deel van het Koninkrijk. In dit platform is de samenwerking tussen de vier landen onderling en met het RIVM stevig verankerd.

Daarnaast hebben de landen aangegeven zorgen te hebben over het gebrek aan leveringszekerheid van (essentiële) medische producten in de regio. Afgesproken is om op korte termijn te komen tot een knelpuntenanalyse. Op basis daarvan zal samen met betrokken stakeholders (zoals onder andere de DCHA) geïnventariseerd worden hoe de leveringszekerheid van medische producten binnen het Koninkrijk versterkt kan worden.

Een nieuwe toevoeging aan de agenda van het Vierlandenoverleg betrof de doorwerking van het slavernijverleden op de volksgezondheid. De landen hebben afgesproken een gezamenlijke commissie in te stellen die zich gaat buigen over de gevolgen van en de mogelijkheden voor mitigatie van de effecten op mentale en fysieke gezondheid van de inwoners van het Caribisch deel van het Koninkrijk.

Ten aanzien van de geestelijke gezondheidszorg is in het Vierlandenoverleg afgesproken om de gezamenlijke ontwikkeling van wetgeving op het gebied van gedwongen zorg voort te zetten. Zoals toegezegd informeer ik u over de aanpak zoals besproken in dit Vierlandenoverleg4. Eerder hebben alle landen van het Koninkrijk de wens uitgesproken te komen tot één gezamenlijke basis voor wetgeving met aanvullende procedures passend per land als vervanging van de oude Krankzinnigenwet. Tijdens het Vierlandenoverleg is afgesproken om gezamenlijk een Kaderwet gedwongen zorg uit te werken voor het Caribisch deel van het Koninkrijk. Een aantal uitgangspunten hierin zullen zijn, de definitie van gedwongen zorg en de reikwijdte, de rechten van de patiënten en het verwijssysteem tussen de eilanden. Deze Kaderwet zal de basis vormen voor alle lokale wetgevingen van de afzonderlijke landen. Om tot de Kaderwet te komen zal een gezamenlijke wetgevingsjurist worden ingezet, die zo snel mogelijk van start zal gaan. In een later stadium zal deze Kaderwet als basis dienen voor een lokale wetgeving voor Caribisch Nederland. Dit traject zal begin volgend jaar van start gaan.

Tijdens mijn dienstreis bracht ik op 9 juni in het kader van samenwerking in de geestelijke gezondheidszorg ook een bezoek aan de Klinika Capriles, het algemeen psychiatrisch ziekenhuis op Curaçao.

Ratificatie en implementatie VN Verdrag Handicap

Het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (hierna Verdrag) is in 2016 voor het hele Koninkrijk der Nederlanden goedgekeurd. Voor Caribisch Nederland is het Verdrag nog niet geratificeerd, omdat nog niet voldaan kan worden aan de uit het Verdrag voortvloeiende verplichtingen en bijbehorende wet- en regelgeving5. Vanwege de legislatieve terughoudendheid die vanaf 2010 van kracht was na de veranderde staatkundige verhoudingen, is de inzet van VWS erop gericht geweest om de positie van personen met een handicap in de praktijk te verbeteren6. Voorbeelden hiervan zijn de dagbesteding op Bonaire, de beschikbaarheid van hulpmiddelen, de inzet van een Arts Verstandelijk Gehandicapten en de voorzieningen op gebied van maatschappelijke ondersteuning.

In mijn visiebrief van 29 september 2022 heb ik de ambitie uitgesproken om op termijn tot ratificatie van dit Verdrag over te willen gaan7. Ik heb uw kamer beloofd een inventarisatie maken van de stappen die nodig zijn en welk tijdpad realistisch is om over te gaan tot medegelding.

Om te kunnen ratificeren moeten de eilanden voldoen aan de burgerlijke en politieke rechten zoals gedefinieerd in het Verdrag. Hiervoor is naar alle waarschijnlijkheid uitvoeringswetgeving nodig. Nu het uitgangspunt van «legislatieve terughoudendheid» is vervangen voor «comply or explain» pak ik dit wetstraject, samen met mijn collega’s van de betrokken departementen, op. Inmiddels loopt het wetgevingstraject van het Ministerie van BZK voor de integrale invoering van de gelijkebehandelingswetgeving in Caribisch Nederland, waaronder de Wet gelijke behandeling handicap of chronische ziekte. Beoogd wordt dat deze wet op 1 januari 2025 in gaat8. Daarnaast werk ik zelf zoals hierboven toegelicht aan de invoering van het Besluit Maatschappelijke Ondersteuning en bestrijding van Huiselijk Geweld en Kindermishandeling en start ik nog dit jaar met een herziening van de wetgeving gedwongen zorg. Deze wetgeving is enorm belangrijk in het bevorderen, beschermen en waarborgen van mensenrechten van mensen met een beperking. Daarnaast zijn op een aantal andere terreinen nog aanpassingen in bestaande wetgeving noodzakelijk om tot ratificatie over te kunnen gaan9. In het najaar informeer ik u over het vervolg en verwacht ik u een nog meer specifieke tijdsplanning te kunnen geven.

Naast het wetgevingsproces om tot ratificatie over te kunnen gaan, blijf ik werken aan het verbeteren van de toegankelijkheid en participatie voor mensen met een beperking. Ik wil hier een impuls aan geven de komende periode vanuit een meer programmatische aanpak, zoals ook in Europese deel van Nederland is gebeurd via het programma Onbeperkt meedoen! Begin november organiseer ik op Bonaire een congres om het met alle betrokkenen te werken aan de opzet van deze aanpak. Vermeldenswaardig is dat aansluitend op dit congres de allereerste editie van de Special Olympics Kingdom Games wordt georganiseerd. Een tweedaags sportevenement met 200 atleten uit alle zes Caribisch eilanden en Europees Nederland.

Ontwikkelingen informatievoorziening Caribisch Nederland

In de huidige situatie werkt een deel van de zorginstellingen in Caribisch Nederland nog met papieren patiëntendossiers. Daar waar er wel sprake is van digitalisering is er geen sprake van gestructureerde uitwisseling van gegevens; net als in Europees-Nederland is het applicatielandschap op de eilanden gefragmenteerd. De zorgaanbieders werken grotendeels met een eigen informatiesysteem. Dit geldt ook voor de ziekenhuizen op Curaçao, Aruba en St. Maarten en in Colombia, waar medische uitzendingen naartoe plaatsvinden.

Het kunnen uitwisselen en kunnen beschikken over de juiste gegevens is cruciaal voor patiënten en de betrokkenen in het zorgnetwerk. Daarnaast is het van belang voor de samenwerking binnen het Koninkrijk. Om een solide basis te leggen voor betere elektronische gegevensuitwisseling onderzoek ik de mogelijkheden van een (regionaal) elektronisch patiënten dossier voor de eilanden. Ik onderzoek hierbij in welke mate de coalitieakkoord-middelen (bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77) voor standaardisatie van gegevensuitwisseling in de zorg voor Caribisch Nederland kunnen worden ingezet.

In mijn verkenning hou ik rekening met de recentelijk opgestelde Nationale Visie en Strategie voor het gezondheidsinformatiestelsel. Hierbij is het belangrijk te melden dat het comply explain principe van toepassing is. De samenhang met Europees-Nederlandse ontwikkelingen is belangrijk, maar voor Caribisch Nederland is maatwerk het uitgangspunt en zal vaker sprake zijn van explain.

Toezicht jeugdzorg

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) heeft in januari op Bonaire de kwaliteit van de pleegzorg bij Zorg en Jeugd Caribisch Nederland (ZJCN) en de kwaliteit van de residentiële jeugdzorg bij Stichting Project onderzocht. Gezien de uitkomsten van het toezicht en mijn verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg in Caribisch Nederland, stuur ik de rapporten met deze brief mee en informeer ik uw Kamer hierbij over de wijze waarop ZJCN opvolging zal geven aan de uitkomsten van de beide rapporten.

Pleegzorg

Pleegzorg wordt in Caribisch Nederland uitgevoerd door de afdeling Jeugdzorg van ZJCN. De beoordeling van de IGJ van de kwaliteit van de pleegzorg door ZJCN is matig. Het rapport maakt inzichtelijk welke kwaliteitsnormen nog onvoldoende worden behaald. Die raken op verschillende punten de transitie die de afdeling Jeugdzorg vanaf 2019 heeft gemaakt om te werken vanuit 1 gezin, 1 plan, 1 regisseur. De jeugdzorgprofessionals geven sindsdien uitvoering aan zowel ambulante gezinsbeleiding, de kinderbeschermingsmaatregelen áls de pleegzorgbegeleiding, waar dit voorheen nog in verschillende teams was ondergebracht. De inspectie is positief over de gezinsgerichte aanpak, maar constateert ook dat het planmatig en doelgericht werken ten aanzien van het pleeggezin nog onvoldoende is en dat de risico’s rondom een pleegzorgplaatsing onvoldoende worden ingeschat. ZJCN werkt aan een verbeterplan om uitvoering te geven aan de verbeterpunten die de inspectie heeft geconstateerd. Daarin neemt ZJCN mee wat er nodig is zodat jeugdzorgprofessionals voldoende tijd hebben binnen hun «caseload» om pleeggezinnen te begeleiden en proactief te handelen.

Residentiële jeugdzorg

Stichting Project ontvangt een instellingssubsidie van VWS op basis van de kaderregeling subsidies OCW SZW en VWS voor de uitvoering van residentiele jeugdzorg op Bonaire. De beoordeling van de kwaliteit van de residentiële jeugdzorg door Stichting Project is onvoldoende. De IGJ heeft besloten Stichting Project onder verscherpt toezicht te stellen voor de duur van 9 maanden.

De kwaliteit van zorg bij Stichting Project heeft al langer mijn aandacht. Ik zie dat de stichting hard werkt om de kwaliteit te verbeteren. Om dat proces te ondersteunen, heb ik opdracht gegeven tot een actieonderzoek dat in januari van start is gegaan en een looptijd van 12 maanden heeft, met als doel een behandelaanbod te realiseren dat aansluit bij de complexe problematiek van de jongeren die Stichting Project opvangt. Het actieonderzoek ziet onder andere op het implementeren van een passende methodiek en deskundigheidsbevordering van de medewerkers. Verder wordt op dit moment geworven voor een gedragswetenschapper die een belangrijke rol heeft ten aanzien van het opstellen van begeleidingsplannen voor de jongeren, het inschatten van risico’s en het inzicht bieden aan medewerkers in de achterliggende problematiek van de jongeren.

Ik heb Stichting Project gevraagd om samen met de onderzoekers van het actieonderzoek aan de slag te gaan met de verbeterpunten. Daarnaast is Stichting Project samen met Jeugdzorg door middel van gezamenlijke werksessies bezig om de verbeterpunten die de onderlinge samenwerking betreffen, op te pakken. ZJCN monitort de voortgang op de verbeterpunten in een 8-wekelijks overleg met de directeur en leden van de Raad van Toezicht van Stichting Project.

Naast de kwaliteit van de residentiele jeugdzorg bij Stichting Project heeft de financiële verantwoording over de instellingssubsidie aan Stichting Project mijn aandacht. Stichting Project heeft bij de verantwoording over 2021 geen goedkeurende accountantsverklaring kunnen overleggen. Op basis van de beleidsregels handhaving subsidiebepalingen VWS kan ik op de subsidie een bedrag van minstens 20% in mindering brengen. Voor een stichting van een kleine omvang en die voor de financiering volledig afhankelijk is van de subsidie van VWS heeft dit enorme gevolgen. Bovendien zou deze korting ook de kwaliteitsimpuls van het actieonderzoek teniet doen. Gezien het beperkt beschikbare aanbod op Bonaire is het noodzakelijk dat de residentiele hulpverlening en begeleiding door Stichting Project gecontinueerd wordt. Hoewel dit leidt tot een onrechtmatigheid, heb ik daarom besloten af te wijken van de beleidsregels en een percentage van 3% toe te passen. De stichting heeft de implementatie van de verbeteringen versneld uitgevoerd en heeft over de verantwoording over 2022 wel een goedkeurende accountantsverklaring kunnen overleggen.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M. van Ooijen


  1. Toezegging debat over de implementatie van het VN-verdrag Handicap in (Europees) Nederland op 22 december 2022 (Handelingen II 2022/23, nr. 39, item 43),↩︎

  2. Kamerstukken 28 345 en 31 015, nr. 266.↩︎

  3. Zie bijlage; Conclusies vijfde bestuurlijk Vierlandenoverleg van 9 juni te Curaçao, betreffende samenwerking op het gebied van volksgezondheid binnen het Koninkrijk.↩︎

  4. Kamerstuk 36 200 XVI, nr. 215.↩︎

  5. Onderzoek VN-Verdrag inzake rechten van personen met een handicap in Caribisch Nederland, 2016.↩︎

  6. Kamerstuk 24 170, nr. 238.↩︎

  7. Kamerstuk 36 200 XVI, nr. 9.↩︎

  8. Aanbiedingsbrief Verkenning naar de invoering van de gelijkebehandelingswetgeving op Bonaire, Saba en Sint Eustatius, Kamerstuk 36 200 IV, nr. 47.↩︎

  9. Onderzoek VN-Verdrag inzake rechten van personen met een handicap in Caribisch Nederland, 2016.↩︎