Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over o.a. de geannoteerde agenda voor de Raad Algemene Zaken van 10 juli 2023
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2023D30136, datum: 2023-07-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2023D30136).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: L. Bromet, voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken (GroenLinks-PvdA)
- Mede ondertekenaar: J.T. Poulino, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2023Z12460:
- Indiener: W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- 2023-07-03 14:00: Raad Algemene Zaken d.d. 10 juli 2023 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Europese Zaken
- 2023-09-07 11:30: Extra procedurevergadering commissie Europese Zaken (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Europese Zaken
- 2023-09-07 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-09-13 13:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Europese Zaken
Preview document (🔗 origineel)
2023D30136 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Europese Zaken bestond bij een aantal fracties de behoefte om aan de Minister van Buitenlandse Zaken enkele vragen en opmerkingen voor te leggen met betrekking tot de geannoteerde agenda Raad Algemene Zaken d.d. 10 juli 2023 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2690), het verslag schriftelijk overleg Informele Raad Zaken d.d. 21 en 22 juni 2023 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2689), het verslag van de Raad Algemene Zaken d.d. 27 juni 2023 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2671), Antwoorden op vragen commissie over de geannoteerde agenda voor de Raad Algemene Zaken van 27 juni 2023 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2671) Antwoorden op vragen commissie over o.a. de geannoteerde agenda voor de informele Raad Algemene Zaken van 21 en 22 juni 2023 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2670) en de Reactie op de berichtgeving inzake de bevriezing van EU-middelen bestemd voor Hongarije (Kamerstuk 21 501-20, nr.1970).
De voorzitter van de commissie,
Bromet
De adjunct-griffier van de commissie,
Poulino
Algemeen
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde voor de Raad Algemene Zaken van 10 juli 2023 en hebben hier nog enkele vragen over.
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde voor de Raad Algemene Zaken van 10 juli 2023 en hebben hier nog enkele vragen over.
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde voor de Raad Algemene Zaken van 10 juli 2023 en hebben hier nog enkele vragen over.
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde voor de Raad Algemene Zaken van 10 juli 2023 en hebben hier nog enkele vragen over.
De leden van de PvdA- en GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde voor de Raad Algemene Zaken van 10 juli 2023 en hebben hier nog enkele vragen over.
De leden van de SP-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde voor de Raad Algemene Zaken van 10 juli 2023 en hebben hier nog enkele vragen over.
Geannoteerde agenda informele Raad Algemene Zaken d.d. 10 juli 2023
Tussentijdse evaluatie van het Meerjarig Financieel Kader (MFK) 2021–2027
De leden van de VVD-fractie zijn tevreden met de terughoudend die het kabinet betracht bij de ophoging van het MFK. Ook delen zij de constatering dat de positie van het Europees Parlement erg ver staat van de Nederlandse positie. Kan de Minister een schets geven van het krachtenveld in de EU op dit dossier? Zijn er lidstaten die Europese Commissie en het Europees Parlement steunen voor het specifieke verzoek van meer begrotingsflexibiliteit, zo vragen de leden.
De leden van de D66-fractie lezen dat de onderhandelingen over het MFK nog niet gestart zijn en dat er slechts verduidelijkende vragen zijn gesteld in de technische bespreking van de raadswerkgroep. Kan de Minister een tijdspad schetsen van de te verwachten onderhandelingen op raadswerkgroep niveau, zo vragen de leden.
Voornoemde leden lezen dat het kabinet in principe tegen het verruimen van de bestaande budgetflexibiliteit is. Waarom is die keuze gemaakt? Zou het niet logisch zijn, juist gezien de Nederlandse wens om te korten binnen de bestaande begroting op te lossen, dat daar een flexibilisering van het budget tegenover staat? Is de kans niet aanzienlijk groter dat er ruimte in het bestaande budget gevonden kan worden voor de 66 miljard euro waar de Europese Commissie naar vraagt, als de budgetflexibiliteit verruimd wordt? Deze leden zijn van mening dat het MFK zoveel mogelijk ingezet moet worden ter ondersteuning van de voor Europa strategische industrieën. Wil de Minister dit bepleiten in de onderhandelingen? Zal hij zich deze keer echt inzetten voor een substantiële modernisering van het MFK? Met het oog op kennis als grondstof voor de Europese innovatieve industrie, achten deze leden het wenselijk dat de gelden gereserveerd voor Horizon en Erasmus in elk geval bewaard zullen blijven in de heronderhandelingen. Is de Minister bereid om zich daarvoor in te spannen, zo vragen de leden.
De aan het woord zijnde leden lezen ook dat het kabinet zich in wil zetten voor structurele financiële steun voor Oekraïne. Klopt het dat die structurele financiële steun, de door de Europese Commissie gevraagde 50 miljard euro betreft? Zo niet, hoe wenst de Minister structureel financiële steun voor Oekraïne te realiseren zonder daar extra aan bij te dragen, zo vragen de leden.
De leden van de PVV-fractie vragen of de Minister aan kan geven wanneer de herziening van het MFK en het structurele fonds voor Oekraïne nog meer op de agenda zal staan de komende tijd. Verder vragen deze leden hoe de Oekraïne faciliteit wordt opgebouwd. Welke garanties ziet de Minister dat Oekraïne de leningen die ze gaan krijgen, ook daadwerkelijk gaat terug betalen? Zit er voor Nederland een grens aan de financiële steun voor Oekraïne? Vindt de Minister dat de voorgestelde 50 miljard euro steun voor Oekraïne binnen de plafonds van het huidige MFK moet worden gevonden? Wat zou het Nederlands aandeel exact worden van deze 50 miljard euro? Eén van de beoogde doelen van de Oekraïne faciliteit is om de European Green Deal te ondersteunen en Oekraïne te helpen «transitioning» naar een «groene, digitale en inclusieve economie». Zijn dit niet hele rare prioriteiten voor een land in oorlog, zo vragen de leden.
Voornoemde leden vragen of de Minister aan kan geven waarom de Europese Commissie 1,9 miljard euro extra wil voor administratieve capaciteit. Alle burgers moeten vanwege de hoge inflatie besparen op hun uitgaven en de EU legt doodleuk de rekening van financieel wanbeleid bij de belastingbetaler neer. Deelt de Minister de mening van deze leden dat dit absurd is? Kan hij deze boodschap overbrengen aan de Europese Commissie? Kan de Minister bevestigen onder geen beding in te stemmen met extra budget voor de EU dan wel met extra fondsen binnen of buiten het MFK? Kan hij bovenstaande vragen apart beantwoorden, zo vragen de leden.
De leden van de CDA-fractie lezen dat de tussentijdse evaluatie van het MFK op de agenda staat. Het is belangrijk dat de EU eerst alle mogelijkheden benut binnen het MFK en de daarbij behorende budgetflexibiliteit alvorens het te gaan hebben over een herziening. De leden delen de mening dat blijvende solidariteit met Oekraïne van groot belang is en verwelkomen daarom het idee voor structurele steun aan Oekraïne. Wel vragen zij zich af in hoeverre Nederland medestanders in deze positie heeft voor de MFK-herziening. Hoe schat de Minister de kans in dat er extra geld bij het MFK moet? En kan eventuele steun aan Oekraïne buiten het MFK om geregeld worden, zo vragen de leden.
Voornoemde leden vinden een financieel gezonde Unie van groot belang. Een passende begroting hierbij is dan ook belangrijk. In de toekomst zijn er veel (kandidaat-) lidstaten van de EU welke financiële steun vragen voor de ondersteuning voor het voldoen aan de Kopenhagen criteria, of daarna te handhaven en voor hervormingen te gebruiken. Ook zullen aanstaande lidstaten van de EU waarschijnlijk aanzienlijk vaker aanspraak maken op EU-steun. De leden vragen hoe de Minister hier rekening mee houdt en hoe de begroting van de EU sluitend kan blijven. Hoe voorkomt hij dat de EU structureel de begrotingen wil uitbreiden en daardoor het risico loopt niet financieel te kunnen opereren zonder constant geld bij te vragen van de lidstaten? De aan het woord zijnde leden hechten groot belang aan een sterke en toekomstbestendige EU. Zij vragen daarom hoe een passend MFK eruit zou kunnen zien bij een volwassen Europa waar in de toekomst nog meerdere kandidaat-lidstaten zullen toetreden. Daarnaast vragen de leden zich af of het huidige MFK hiertoe voldoende mogelijkheden biedt.
De leden van de SP-fractie zijn redelijk tevreden met de grondhouding die het kabinet aanneemt ten opzichte van de intentie van de Europese Commissie om het MFK te verhogen. Deze leden steunen het kabinet in deze houding en zijn ook terughoudend met het verhogen van het MFK. Volgens eerdergenoemde leden worden veel ontwikkelingen, met name de oorlog in Oekraïne, onterecht aangewend om bevoegdheden van de EU ten opzichte van de lidstaten te vergroten. Volgens de leden moeten uitbreidingen van bevoegdheden van de EU en grotere financiële ruimte van de EU het gevolg zijn van een verdragswijziging die gepaard gaat met een brede maatschappelijke discussie. Die maatschappelijke discussie ontbreekt op dit moment.
Prioriteiten van het Spaanse voorzitterschap
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de prioriteiten van het Spaanse voorzitterschap. Met name investeren in onze strategische autonomie past goed bij het beleid dat ook deze kabinetsperiode zal moeten worden doorgezet in verband met de te grote afhankelijkheden van rivaliserende mogendheden. Hoe passen handelsverdragen in de prioriteiten van het Spaanse voorzitterschap? Welke kansen ziet de Minister voor de EU en Nederland op de genoemde prioriteiten? Welke rol gaat Nederland pakken om de «herindustrialisatie» invulling te geven, zo vragen de leden.
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de prioriteiten van het Spaanse voorzitterschap. Zij steunen de inzet van het Spaanse voorzitterschap en zien uit naar de verdere uitwerking van die prioriteiten.
Diversen: Toekomst van Europa
De leden van de D66-fractie zien dat de Raad geïnformeerd zal worden over welke hervormingen noodzakelijk zouden zijn binnen de EU, naar aanleiding van de Conferentie over de Toekomst van Europa. De leden vragen aan de Minister om hier een constructieve houding aan te nemen, en open te staan voor mogelijke verdragswijziging. Daarbij vragen zij of dit ook mogelijkheid biedt om onderzoek te doen naar de mogelijkheden voor een Spitzenkandidaten systeem. Kan in het verslag een gedetailleerde terugkoppeling geven worden van het informatiepunt van het Spaanse voorzitterschap, en kan teruggekoppeld worden hoe het Spaanse voorzitterschap dit punt verder wil brengen het komende half jaar, zo vragen de leden.
De leden van de PVV-fractie vragen wat de premier exact heeft ingebracht op de Europese Raad van afgelopen week over EU-uitbreiding / de toekomst van de Europese Unie. Wat gaat het voor Nederland betekenen als Oekraïne zou toetreden? Kan de Minister hierbij ingaan op de institutionele verhoudingen, maar ook financieel; betekent de toetreding van nieuwe lidstaten automatisch een verhoging van de begroting? Hoe groot is het gat dat in de begroting wordt geslagen bij uitbreiding van de EU? Kan de Minister dat per kandidaat-lidstaat aangeven? In het verslag van de Raad Algemene Zaken van 21 en 22 juni 2023 lezen we dat de Europese Commissie de budgettaire gevolgen van uitbreiding in kaart brengt. Wanneer is dit afgerond en kan de Kamer dit document tegemoet zien, zo vragen de leden.
De leden van de SP-fractie willen, gezien het feit dat de «Toekomst van Europa» ook op de agenda staat, de Minister vragen hoe hij tegenover het vooruitzicht van bevoegdheidsuitbreiding staat. Zoals gezegd is de beweging van de EU momenteel naar een uitbreiding van de bevoegdheden en wordt de oorlog in Oekraïne aangewend om deze uitbreidingen te legitimeren. Ziet de Minister dezelfde ontwikkeling? Is hij het met de leden eens dat uitbreiding van bevoegdheden alleen kan volgen op een verdragswijziging? Ziet de Minister een dergelijke verdragswijziging in de nabije toekomst plaatsvinden? Is hij het eens met deze leden dat een verdragswijziging gepaard moet gaan met een brede maatschappelijke discussie en dat deze op het moment ontbreekt, zo vragen de leden.
Diversen: Interinstitutioneel Ethiekorgaan
De leden van de VVD-fractie kijken uit naar het ontvangen van het BNC-fiche over het Interinstitutioneel Ethiekorgaan. Het is goed dat de EU stappen zet om gestandaardiseerde ethische normen te hanteren. De Tweede Kamer heeft zich hierover kamerbreed uitgesproken door te vragen om een grondige herziening van de integriteitssystemen van de EU (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1960, Van Wijngaarden c.s.). Op welke manier heeft de Minister zich het afgelopen halfjaar hard gemaakt voor de komst van dit ethiekorgaan? Zal hij eerdergenoemde motie meenemen in haar appreciatie en latere behandeling van het Interinstitutioneel Ethiekorgaan, zo vragen de leden.
De leden van de PvdA- en GroenLinks-fractie lezen dat de regering binnenkort een BNC-fiche naar de Kamer sturen over een op te richten Ethical Body. Toch hebben zij hierover nu al enkele vragen aan de regering. In zowel het Europees Parlement als bij anderen leven zorgen over het feit dat het Ethiekorgaan geen doorzettingsmacht krijgt. Daarom vragen de leden aan de Minister om hier in Europees verband voor te pleiten. Ook begrijpen zij dat in het huidige voorstel geen onderzoekscapaciteit is voorzien, maar dat dit wel noodzakelijk wordt geacht om adequaat toezicht te kunnen houden op de financiële stromen van EU-medewerkers van de 9 instituties. Daarom zouden deze leden graag zien dat de Minister zich inzet om voldoende onderzoekscapaciteit in het voorstel te laten opnemen. Is hij hiertoe bereid? Zo nee, waarom niet? Ook ontvangen de leden graag het standpunt van de Minister over het mogelijk uitbreiden van het Europees Parlement. Kan hij op dit punt nader ingaan op de te verwachten krachtsverhoudingen binnen de Europese Raad, zo vragen de leden.
Overig
De leden van de PVV-fractie vragen of er op de aankomende Raad Algemene Zaken conclusies worden aangenomen? Zo ja, waarover?
De leden van de PvdA- en GroenLinks-fractie zien dat de Europese Commissie voor de zomer met voorstellen zal komen om de bevroren Russische tegoeden in te zetten voor de wederopbouw van Oekraïne. Een EU-werkgroep heeft onder leiding van het Zweedse voorzitterschap opties in kaart gebracht om de tegoeden te gebruiken voor de wederopbouw. Graag ontvangen de leden een appreciatie van de regering op de door de werkgroep voorgestelde opties.
Voornoemde leden lezen zien dat de Hongaarse premier de afgelopen week in Duitse media uitspraken deed over Oekraïne en Rusland. Uitspraken die deze leden zeer verontrusten. Zo stelde de Hongaarse premier dat de Wagner-opstand betekenisloos was, dat Oekraïne geen soeverein land is en zei hij dat de Russische president Poetin geen oorlogsmisdadiger is. Deelt de Minister het standpunt van de leden dat dit onacceptabele uitspraken zijn van een EU-regeringsleider? Deze leden vragen ook of de Minister voornemens is zijn Hongaarse counterpart hier tijdens Raad Algemene Zaken direct op aan te spreken en deze uitspraken publiekelijk te veroordelen? Zo nee, waarom is hij dit niet van plan? Ook vragen de leden zich af of premier Rutte tijdens de Europese Raad zich hier expliciet over heeft uitgelaten tegen Orban? Zo nee, waarom niet? In het verlengde hiervan vragen deze leden hoe het staat met de uitvoering van de aangenomen motie om de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) om een advies te vragen over hoe om te gaan met de positie van Hongarije binnen de EU? Is er reeds contact geweest met de AIV over de uitvoering van deze motie? Zo ja, wat was de reactie van de AIV? Zo nee, waarom is dit nog niet gebeurd, zo vragen de leden.
De aan het woord zijnde leden maken zich zorgen over de gevolgen van de mogelijke inzet van Wagner-strijders in Belarus, in landen in Afrika en het Midden-Oosten. Zij vragen of de Minister er in Europees verband op wil aandringen deze ontwikkelingen nauwlettend te volgen. De leden vragen daarnaast om waar mogelijk ook – samen met bijvoorbeeld de VN en de Afrikaanse Unie – te bezien wat er mogelijk is om te voorkomen dat de invloed van Wagner en de Russische Federatie in Afrika groter wordt, met alle mogelijke desastreuze gevolgen voor de lokale bevolking van dien, zo vragen de leden.
Voornoemde maken zich al tijden zorgen over de situatie van vluchtelingen op de Middellandse Zee. Deze leden zouden daarom graag zien dat de Minister – net als de LIBE-commissie van het Europees Parlement – pleit voor een onafhankelijk onderzoek naar de recente scheepsramp voor de Griekse kust door een internationaal gerenommeerd orgaan; zoals de mensenrechtencommissaris van de Raad van Europa, de speciaal gezant voor Migratie en Vluchtelingen of een relevant VN-orgaan. Nu is er een onderzoek in gang gezet door het Griekse Openbaar Ministerie en de kustwacht zelf, wat zorgwekkend is gezien de berichten in de media over de mogelijke betrokkenheid van de Griekse kustwacht. Juist ook met onderzoeken omtrent de pushbacks aan de Griekse kust liepen de onderzoeken van de Griekse autoriteiten en mensenrechtenorganisaties sterk uiteen. Vandaar het belang om een onafhankelijk onderzoek te doen. Is de Minister hiertoe bereid? Zo nee, waarom niet, zo vragen de leden.
De aan het woord zijnde leden zien dat de Europese Rekenkamer zeer recent waarschuwde dat het onzeker is of de EU haar klimaatdoelstellingen voor 2030 haalt. Er zijn onvoldoende aanwijzingen, zo stelt de Europese Rekenkamer, dat de aangekondigde maatregelen door de lidstaten voldoende zijn om 55 procent reductie van CO2 te halen in 2030. De Rekenkamer noemt dit «bijzonder zorgwekkend». De leden delen deze grote zorgen. Deelt de Minister deze zorgen ook? Zo ja, wat gaat de Minister concreet doen om ervoor te zorgen dat de EU en de lidstaten de plannen wel gaan uitvoeren en de doelen wel gaan halen? Gaat hij hier bij de komende Raad Algemene Zaken actief aandacht voor vragen door te hameren op het belang van de uitvoering van de maatregelen en op transparantie over hoe de maatregelen worden uitgevoerd en of de lidstaten op koers liggen? Zo nee, waarom niet, zo vragen de leden.