Beleidsreactie op het eindrapport van de commissie Wet wapens en munitie en plan van aanpak vervolgproces
Wapen- en munitiebezit
Brief regering
Nummer: 2023D30393, datum: 2023-07-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-33033-37).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid (VVD)
Onderdeel van kamerstukdossier 33033 -37 Wapen- en munitiebezit.
Onderdeel van zaak 2023Z12732:
- Indiener: D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2023-09-05 15:20: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-09-07 13:45: Extra procedurevergadering commissie Justitie en Veiligheid (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2023-09-13 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2023-12-21 15:00: Politie (Commissiedebat), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2024-01-18 15:20: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
33 033 Wapen- en munitiebezit
Nr. 37 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 juli 2023
Met mijn brief van 20 december 2022 heb ik uw Kamer het eindrapport «Ringen rond de roos» van de commissie Wet wapens en munitie aangeboden en toegezegd mijn beleidsreactie op het rapport met een plan van aanpak voor het vervolgproces naar uw Kamer te sturen.1 In deze brief geef ik uitvoering aan deze toezegging.
Allereerst licht ik de totstandkoming van de commissie Wet wapens en munitie en de opdracht die ik aan deze commissie heb gegeven toe. Daarna benoem ik de belangrijkste punten uit het rapport van de commissie en geef ik mijn reactie hierop. Vervolgens zet ik uiteen welke onderwerpen ik op korte termijn ga uitwerken teneinde de huidige Wet wapens en munitie en de uitvoeringspraktijk te verstevigen. Hierna zal ik ingaan op mijn verkenning om de Wet wapens en munitie fundamenteel te wijzigen. Tenslotte informeer ik u over het vervolgproces.
Totstandkoming commissie Wet wapens en munitie en opdracht
Bij brief van 18 december 2020 bent u door mijn ambtsvoorganger geïnformeerd over de voortgang van het traject inzake de herziening van de Wet wapens en munitie.2 In die brief is uiteengezet dat naar aanleiding van onder meer rechterlijke uitspraken is gebleken dat het wettelijk kader en de (gewenste) praktijk niet (meer) op elkaar aansluiten. Mijn ambtsvoorganger kondigde in zijn brief aan deze problematiek uit te werken ten einde te beoordelen of en onder welke voorwaarden een wetswijziging nodig was.
Na de brief van 18 december 2020 is door uw Kamer op 9 februari 2021 een motie3 aangenomen van de (voormalige) leden Van Dam (CDA) en Van Nispen (SP), waarin werd verzocht om een commissie in te stellen en deze commissie een basisplan op te laten stellen voor een nieuwe Wet wapens en munitie. In lijn met de motie heb ik op 28 januari 2022 een commissie ingesteld om de mogelijkheden in kaart te brengen voor een nieuwe Wet wapens en munitie.4
Ik heb de commissie Wet wapens en munitie twee taken gegeven. Ten eerste; het maken van een probleeminventarisatie ten aanzien van het functioneren van de huidige Wet wapens en munitie en de onderliggende regelgeving. Hierbij moeten ook de onderwerpen uit de brief van 18 december 2020 worden meegenomen. Ten tweede; het in kaart brengen van de mogelijkheden (gebaseerd op de probleeminventarisatie) voor de modernisering van de Wet wapens en munitie en onderliggende regelgeving. Hierbij moeten de geïnventariseerde mogelijkheden passen bij het doel van de huidige Wet wapens en munitie, namelijk de openbare orde en veiligheid te waarborgen door het illegale bezit van wapens en munitie te bestrijden en het legale bezit zoveel mogelijk te beheersen.
Ik heb de commissie tevens drie kaders meegegeven:
1. De commissie zal zo veel als mogelijk aangeven in hoeverre de mogelijkheden proportioneel zijn ten opzichte van het te verwachten resultaat, de te verwachten impact ervan en de te verwachten kosten bij implementatie en uitvoering.
2. De commissie zal zo veel als mogelijk inzichtelijk maken hoe de mogelijkheden zijn afgebakend en op welke wijze zij te implementeren, en voor zover relevant, te handhaven zijn.
3. De mogelijkheden dienen zo veel als mogelijk aan te sluiten bij de door het kabinet vastgestelde normen zoals opgenomen in het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving (tegenwoordig het Beleidskompas5).
De begeleidingscommissie van de commissie Wet wapens en munitie heeft de werkzaamheden van de commissie voorzien van wetenschappelijk commentaar en advies. De commissie heeft haar eindrapport op 20 december 2022 aan mij overhandigd. De commissie was ingesteld tot en met 31 december 2022 en op die datum zijn de werkzaamheden van de commissie formeel geëindigd.
Advies commissie Wet wapens en munitie
De commissie heeft een advies gegeven over de ontwikkeling van een basisplan voor de nieuwe Wet wapens en munitie. De commissie noemt in haar advies acht primaire thema’s. Deze acht thema’s heb ik hieronder kort samengevat:
1. Het meer beleggen van taken en verantwoordelijkheden bij de verschillende belanghebbende partijen uit het «Wwm-veld» in de uitvoering van het legale wapenstelsel, met als doel om de risico’s meer te beperken.
2. Het wettelijk verplicht stellen van lidmaatschap van een vereniging die aangesloten is bij een erkende koepel.
3. De nieuwe wet- en regelgeving inrichten naar de specifieke gebruikersgroepen.
4. Het hanteren van duidelijke en specifieke definities in de nieuwe wet- en regelgeving (zoals het afschaffen van het begrip «sprekende gelijkenis») en hierbij meer aansluiten bij begrippen die worden gehanteerd in juridische kaders van de Europese Unie.
5. Het gebruiken van één begrip «wapenvergunning» in plaats van meerdere termen (verlof, akte, consent en ontheffing) en een modernisering van het fysieke vergunningsdocument.
6. Het terugdringen van administratieve lasten bij de politie.
7. Het definitief stoppen met de computergestuurde psychologische test en investeren in andere maatregelen die voorkomen dat personen over een wapenvergunning kunnen beschikken terwijl dat gezien hun psychische gesteldheid niet aan hen kan worden toevertrouwd.
8. Het afzonderlijk in de Wet wapens en munitie strafbaar stellen van voorbereidingshandelingen voor het vervaardigen van vuurwapens, waaronder 3D-printen.
Een aantal thema’s is volgens de commissie dermate urgent dat niet gewacht kan worden op een nieuwe Wet wapens en munitie. De commissie adviseert mij om een wetsvoorstel bij uw Kamer in te dienen die vooruitlopend op een nieuwe wet, de huidige Wet wapens en munitie wijzigt op de onderstaande vijf punten:
1. Het anders definiëren van het begrip «overdragen».6
2. Het terugdringen van administratieve lasten bij de politie door het verlengen van de geldigheidsduur van een wapenvergunning (verloven en jachtaktes).
3. Het wettelijk vastleggen van duidelijke juridische grondslagen over specifieke informatieverwerking bij de uitvoering van de taken op de vergunningverlening, toezicht en handhaving door de politie.
4. Het kunnen tegengaan van 3D-printen van wapens op basis van een specifieke strafbaarstelling van voorbereidingshandelingen.
5. Het wettelijk regelen van een meldplicht voor bestuurders van (erkende en gecertificeerde) verenigingen om melding te doen bij de overheid over leden met een wapenvergunning waarbij bijvoorbeeld twijfels zijn over de psychische gesteldheid.
Reactie op advies commissie Wet wapens en munitie
Allereerst wil ik nogmaals mijn waardering uitspreken voor het werk dat de commissie verricht heeft. Deze bundeling van deskundigheid heeft ertoe geleid dat de commissie een waardevol rapport heeft opgeleverd met vernieuwende inzichten.
De commissie doet twee verschillende soorten voorstellen; ten eerste op korte termijn de huidige Wet wapens en munitie wijzigen en ten tweede het ontwikkelen van een nieuwe Wet wapens en munitie.
Ten aanzien van beide voorstellen constateer ik dat de commissie de verschillende thema’s niet volledig in lijn met de eerdergenoemde drie kaders heeft kunnen uitwerken vanwege de omvang en complexiteit van het onderwerp en de beperkte tijdsduur waarvoor de commissie was ingesteld. Deze kaders hebben betrekking op het Beleidskompas.7 Het volgen van de stappen van het Beleidskompas is van belang voor het doorlopen van een zorgvuldig proces. De reden waarom ik het Beleidskompas nadrukkelijk vermeld, is om uw Kamer duidelijk te maken dat de adviezen van de commissie nadere uitwerking vergen. Ik had uw Kamer graag mijn visie willen geven op de beleidscontouren van de nieuwe Wet wapens en munitie, maar ik constateer dat hier nog veel werk moet worden verricht voordat ik keuzes over deze contouren kan maken.
Het huidige stelsel ter beheersing van legaal bezit van wapens en munitie bestaat uit verschillende regels en verplichtingen voor de vergunninghouder en betrokken overheden. De verschillende regels en verplichtingen binnen dit stelsel hangen met elkaar samen en maakt het legaal bezit van wapens en munitie voor particulieren mogelijk. Dit stelsel is zo sterk als de zwakste schakel. Dit betekent dat een wijziging op een onderdeel van dit stelsel altijd moeten worden bezien vanuit het grotere geheel en daarom kan een wijziging niet (of in beperkte mate) zelfstandig uitgewerkt worden. Ik heb de verantwoordelijkheid voor dit stelsel van legaal bezit van wapens en munitie voor particulieren en het is mijn taak om het stelsel zodanig in te richten dat de risico’s voor de veiligheid van de samenleving zo veel als mogelijk worden beperkt. Ik moet daarom zorgvuldig te werk gaan bij het doorvoeren van wijzigingen in de huidige wet- en regelgeving en het ontwikkelen van een nieuwe Wet wapens en munitie.
Een groot deel van de huidige regels en verplichtingen in de Wet wapens en munitie is ontwikkeld naar aanleiding van het schietincident in de gemeente Alphen aan den Rijn in 2011. Zes mensen zijn toen doodgeschoten en zestien mensen verwond door een persoon die legaal in het bezit was van wapens en munitie. De Onderzoeksraad voor Veiligheid heeft destijds aanbevelingen gedaan om het stelsel ter beheersing van het legale wapenbezit te versterken.8 Deze versterkingen zijn de afgelopen jaren doorgevoerd in wet- en regelgeving. Het is voor mij belangrijk om zicht te krijgen op de uitvoering van deze versterkingen en of deze versterkingen het beoogde effect hebben bereikt. Een belangrijk aandachtspunt hierbij is het in artikel 6a, eerste lid onder b Wet wapens en munitie genoemde onderzoek naar de psychische gesteldheid van wapenbezitters (en personen die daarvoor in aanmerking willen komen).
Wijzigen huidige Wet wapens en munitie
Zoals hierboven aangegeven geeft de commissie aan dat een aantal thema’s dermate urgent is dat het noodzakelijk is om de huidige wet- en regelgeving op korte termijn te wijzigen. Deze urgentie heeft mijn ambtsvoorganger in zijn eerdergenoemde brief van 18 december 2020 aangekaart. Mijn ministerie heeft de opvolging van deze thema’s onmiddellijk opgepakt. Ik streef er dan ook naar om in de tweede helft van 2024 een conceptwetsvoorstel in openbare consultatie te brengen voor de wijziging van de huidige Wet wapens en munitie. De door de commissie genoemde prioritaire thema’s worden hierin meegenomen. Deze thema’s zijn als volgt:
• Ik ga de problematiek rondom het begrip overdragen aanpakken. In de wet is bepaald dat een persoon alleen met een wapenvergunning legaal de beschikking mag hebben over een wapen. Echter, de praktijk, die momenteel is verankerd in de Circulaire wapens en munitie, voorziet bijvoorbeeld in de mogelijkheid dat leden van een schietvereniging, die zelf geen wapen willen aanschaffen en dus niet over een wapenvergunning beschikken, gebruik kunnen maken van verenigingswapens. Deze praktijk is nog niet in de wet geregeld. Hierbij kijk ik ook naar andere situaties die worden geraakt door deze problematiek.
• In het kader van het terugdringen van de administratieve lasten bij de politie ga ik de mogelijkheden voor het verlengen van de geldigheidsduur van een wapenvergunning uitwerken.
• Ook werk ik de mogelijkheid van een wettelijke meldplicht voor bestuurders van verenigingen uit. Dit betreft de verplichting voor bestuurders om melding te doen bij de overheid over leden met een wapenvergunning waarbij bijvoorbeeld twijfels zijn over de psychische gesteldheid.
• Het wettelijk vastleggen van duidelijke juridische grondslagen over specifieke informatieverwerking bij de uitvoering van de taken op de vergunningverlening, toezicht en handhaving door de politie.
• Het kunnen tegengaan van 3D-printen van wapens op basis van een specifieke strafbaarstelling van voorbereidingshandelingen.
Naast deze thema’s neem ik ook de volgende onderwerpen mee:
• Hoe de beoordeling van de psychische gesteldheid op een effectieve en efficiënte wijzen kan worden geregeld. Een onafhankelijke en professionele periodieke beoordeling van de psychische gesteldheid is naar mijn oordeel een uitgangspunt om in aanmerking te komen, en te blijven, van een wapenvergunning. De opschorting van de e-screener betrek ik hierbij.9 Dit betekent concreet dat, in afwijking van het advies van de Commissie, de inzet is om de e-screener niet definitief af te schrijven, maar zo aan te passen dat de e-screener gebruikt kan worden om de onafhankelijke en professionele beoordeling van de psychische gesteldheid van (aankomende) wapenvergunninghouders te maken. Momenteel wordt onderzocht hoe de e-screener, op een goede manier, kan worden ingezet.
• Het vastleggen van duidelijke juridische grondslagen in de huidige wet- en regelgeving over de volgende onderwerpen:
○ Verwerking van persoonsgegevens (gegevensverwerking tussen politie, koepelorganisaties en verenigingen);
○ Certificering van schietverenigingen;
○ Verplicht lidmaatschap (schietsport)vereniging; en
○ Vaststellen van schietsportdisciplines.
Bij de uitwerking van deze punten reken ik op de medewerking van de verschillende overheidspartijen en externe belanghebbende partijen. Gezien de ervaring met de samenwerking tussen de betrokken partijen bij de totstandkoming van het rapport van de commissie Wet wapens en munitie heb ik het volste vertrouwen dat alle partijen hun bijdrage zullen leveren aan dit traject.
Nieuwe wet wapens en munitie
De adviezen van de commissie vormen een goed startpunt voor de ontwikkeling van een nieuwe Wet wapens en munitie. De adviezen zien op de systematiek van de wet, het (her)beleggen van taken, rollen en verantwoordelijkheden, maar ook worden er inhoudelijke wijzigingsvoorstellen gedaan ten aanzien van vergunningverlening en toezicht hierop. Ik benadruk wederom dat de adviezen van de commissie in samenhang dienen te worden uitgewerkt en slechts tot op zekere hoogte zelfstandig uitgewerkt kunnen worden.
Op basis van de analyse en aanbevelingen van de commissie zal ik – parallel aan de aanpassingen in de huidige wet – starten met het uitwerken van een nieuwe Wet wapens en munitie. Bij de ontwikkeling van een nieuwe Wet wapens en munitie focus ik mij op de vier in het eindrapport genoemde aspecten: (1) een nieuw ontwerp maken van de Wet wapens en munitie, (2) een betrouwbare en efficiënte organisatie van de keten neerzetten, (3) de mens en veilig legaal wapengebruik centraal stellen en (4) de strafrechtelijke en strafvorderlijke aspecten van de Wet wapens en munitie borgen. Een verbod voor zware luchtdrukwapens, zoals toegezegd door mijn ambtsvoorganger10, betrek ik hierbij.
De huidige uitgangspunten van de wet zullen mijns inziens niet veranderen. Hieronder licht ik deze uitgangspunten toe.
Uitgangspunten nieuwe Wet
De Wet wapens en munitie heeft ten doel de openbare orde en veiligheid te waarborgen door het illegale bezit van wapens en munitie te bestrijden en legaal bezit zoveel mogelijk te beheersen. Wapens en munitie vormen een potentieel ernstige bedreiging voor de veiligheid in de samenleving. In Nederland geldt daarom een algeheel wapen- en munitieverbod. Mijn leidende uitgangspunt is en blijft dat het bezit van wapens en munitie verboden is, en dat een restrictief beleid wordt gehanteerd voor legaal bezit van wapens en munitie. Een persoon kan alleen onder strenge voorwaarden wapens en munitie voorhanden hebben. Degene aan wie een bevoegdheidsdocument wordt verleend voor het voorhanden hebben van wapens en munitie, komt immers in een bijzondere positie te verkeren ten opzichte van zijn medeburgers.
Bij geringe twijfel van enige aard over de vraag of iemand een wapen verantwoord kan worden toevertrouwd is reden voor weigering of intrekking van het bevoegdheidsdocument. Het kan namelijk grote gevolgen hebben voor de veiligheid in de samenleving als iemand achteraf gezien toch geen wapen toevertrouwd had kunnen worden.
Vanuit dit vertrekpunt is een voor mij zeer belangrijk uitgangspunt dat wordt voorkomen dat personen beschikking hebben over wapens terwijl dat gezien hun psychische gesteldheid niet aan hen kan worden toevertrouwd.
Onderdeel van het restrictieve beleid is dat de wapenbezitter (of aspirant-wapenbezitter) dient te voldoen aan alle verplichtingen die de overheid heeft gesteld om de risico’s die gepaard gaan met het bezit van wapens en munitie, te kunnen beperken. Bij dit beleid wordt rekening gehouden met het feit dat iedereen die op legale wijze in het bezit is gekomen van een wapen of munitie door omstandigheden toch een risico voor zichzelf of voor anderen kan gaan vormen. Personen die beschikken over een bevoegdheidsdocument of dit document aanvragen (nieuw bevoegdheidsdocument of een verlenging) hebben daarom een uitgebreide en actieve informatieplicht. Hierbij dient de persoon aan te tonen dat hij of zij geen risico vormt. De bewijslast ligt dus bij de wapenbezitter en de aanvrager. De politie betrekt de informatie die de persoon heeft verstrekt bij beslissingen over het al dan niet verlenen (of verlengen) van het bevoegdheidsdocument dan wel intrekking daarvan.
De commissie heeft in haar rapport aanbevelingen gedaan met betrekking tot het beperken van de administratieve lasten -bij onder andere de politie- die ik verder zal uitwerken met alle betrokken partners. Ik wil hierbij benadrukken dat het terugdringen van de administratieve lasten altijd ondergeschikt zal zijn aan het uitgangspunt van het maatschappelijke belang om de veiligheidsrisico’s vanuit het legaal wapen- en munitiebezit zoveel mogelijk te beperken.
Naast het belang van de veiligheid zijn er ook andere belangen die een rol spelen bij het legaal wapenbezit, waaronder de uitoefening van een sport, jagers die zich willen bezighouden met wildbeheer en bestrijding van wildschade, en het behoud van cultuurhistorie. De verantwoordelijkheid voor deze belangen ligt niet bij mijn ministerie maar bij andere ministeries. Ik zal met de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in overleg treden hoe hun verantwoordelijkheden in de nieuwe Wet wapens en munitie geborgd kunnen worden.
Vervolgproces
De komende periode richt ik mij op het wijzigen van de huidige Wet wapens en munitie. Ik streef ernaar om in de tweede helft van 2024 een conceptwetsvoorstel in openbare consultatie te brengen. Parallel aan dit traject zal mijn ministerie de ontwikkeling van een nieuwe Wet wapens en munitie nader uitwerken. Eind dit jaar zal ik uw Kamer informeren over de voortgang van beide trajecten.
Ik zal in het bijzonder de verschillende belanghebbende partijen die met de uitvoering van de wet- en regelgeving zijn belast goed betrekken. Ook zal ik zo nodig advies opvragen bij de ministeriele Werkgroep Advies Wet wapens en munitie.
Bij het inrichten en uitvoering geven van het legale wapenstelsel staat de maatschappelijke veiligheid voorop. Het behartigen van de maatschappelijke belangen is een essentieel onderdeel van mijn beleid op het legale bezit van wapens en munitie. Voor een zorgvuldige afweging is het betrekken van het maatschappelijk middenveld dan ook randvoorwaardelijk.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yesilgöz-Zegerius
Kamerstuk 33 033 nr. 36↩︎
Kamerstuk 33 033, nr. 29↩︎
Kamerstuk 29 628, nr. 1001, Handelingen II 2020/21, nr. 54, item 16↩︎
Stcrt. 2022, nr. 3320↩︎
Sinds 29 maart 2023 is het Beleidskompas de centrale werkwijze voor het maken van beleid bij de rijksoverheid en vervangt het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving. Alles wat essentieel is voor een goede beleidsvoorbereiding zit in het Beleidskompas.↩︎
Zoals opgenomen in artikel 1, 11° van de Wet wapens en munitie↩︎
Het Beleidskompas biedt een structuur met vijf stappen:
1. Wat is het probleem?
2. Wat is het beoogde doel?
3. Wat zijn opties om het doel te realiseren?
4. Wat zijn de gevolgen van de geschetste opties?
5. Wat is de voorkeursoptie?↩︎
Onderzoeksraad voor Veiligheid, Wapenbezit door sportschutters, Den Haag, september 2011.↩︎
Kamerstuk 33 033, nr. 33↩︎
Kamerstuk 33 033, nr. 18↩︎