Ontwikkelingen voedselveiligheidsbeleid
Voedselveiligheid
Brief regering
Nummer: 2023D30677, datum: 2023-07-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-26991-584).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Onderdeel van kamerstukdossier 26991 -584 Voedselveiligheid.
Onderdeel van zaak 2023Z12858:
- Indiener: E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- : Voedselveiligheid (Commissiedebat), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2023-09-05 15:20: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-09-06 09:30: Extra procedurevergadering commissie VWS (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2023-09-13 17:15: Procedurevergadering VWS (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
26 991 Voedselveiligheid
Nr. 584 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 juli 2023
Het niveau van de voedselveiligheid in Nederland is hoog. Ook het consumentenvertrouwen in de veiligheid van ons voedsel is groot en al vele jaren redelijk stabiel zoals blijkt uit de recente uitkomsten van de Consumentenmonitor 2023 die door de NVWA periodiek wordt uitgevoerd.1 81% van de consumenten is het «(helemaal) mee eens» met de stelling «Over het algemeen zijn voedingsmiddelen veilig». Dit percentage is 1 procentpunt lager dan in 2021.
Met deze brief geef ik, mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), invulling aan het voornemen dat volgt uit de evaluatie van het actieplan voedselveiligheid om uw Kamer regelmatig te informeren over de belangrijkste beleidsontwikkelingen op het gebied van voedselveiligheid. Het Actieplan voedselveiligheid is in 2018 opgesteld naar aanleiding van het fipronil-incident in eieren. In 2020 is het actieplan afgerond en uw Kamer is in het voorjaar 2022 over de evaluatie geïnformeerd.2
In het vervolg van deze brief ga ik in op:
1. Acties om het systeem van voedselveiligheid nog verder te versterken;
2. Acties gericht op aanscherping van veiligheidsnormen;
3. Acties gericht op nieuwe voedselveiligheidsrisico’s en maatschappelijke trends.
In deze brief is tevens mijn reactie opgenomen op het recent uitgebrachte advies van de Gezondheidsraad over «Aanvaardbare bovengrenzen voor vitamines en mineralen». Dit onderwerp valt onder de beleidsverantwoordelijkheid van het Ministerie van VWS.
1. Versterken van het systeem van voedselveiligheid
Binnen het systeem van de voedselveiligheid hebben verschillende partijen een verantwoordelijkheid. Het bedrijfsleven is primair verantwoordelijk voor de voedselveiligheid van levensmiddelen en de naleving van de wettelijke voorschriften voor voedselveiligheid. De Ministeries van VWS en LNV hebben beiden verantwoordelijkheden voor het voedselveiligheidsbeleid. Zo is het Ministerie van VWS beleidsverantwoordelijk voor de voedselveiligheid van het eindproduct, in de fase van de verwerking en distributie en in de primaire productiefase (ook van primaire producten) waarvoor de Europese Algemene levensmiddelenverordening het belangrijkste wettelijk kader is. Het Ministerie van LNV draagt de verantwoordelijkheid voor aanverwante regelgeving die invloed heeft op voedselveiligheid zoals op het gebied van diervoeders, dierlijke bijproducten, diergezondheid, bemesting, diergeneesmiddelen en de toelating van gewasbescherming. Het Ministerie van LNV is ook verantwoordelijk voor het voedselveiligheidsbeleid omtrent het slachten en uitsnijden van vlees.
De NVWA is een belangrijke pijler in ons voedselveiligheidssysteem en houdt toezicht op de naleving van voedselveiligheidsregelgeving door de voedselproducerende- en voedselverwerkende bedrijven in de hele keten: «van boer tot bord». De NVWA doet dit risicogericht. De Ministeries van VWS en LNV zijn beiden opdrachtgever voor de toezichtstaken van de NVWA op het publieke belang voedselveiligheid. In het huidige Coalitieakkoord (bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77) zijn extra middelen opgenomen om de positie van de NVWA, ook voor deze taken, te versterken.
Om het voedselveiligheidssysteem te versterken zijn de volgende twee acties genomen. Deze acties vloeien nog voort uit het Actieplan voedselveiligheid en zijn bedoeld om de naleving van wettelijke voorschriften door bedrijven en het toezicht door de NVWA te verbeteren:
− Ik heb samen met de Minister van LNV een beleidsregel vastgesteld waarin is opgenomen dat de voedselproducerende bedrijven binnen 4 uur na vaststelling van een (mogelijk) voedselveiligheidsrisico de traceringsinformatie bij de NVWA moeten aanleveren3. Deze beleidsmaatregel is een nadere invulling van de Europese Algemene Levensmiddelenverordening (hierna: ALV) waarin de bepalingen zijn opgenomen die gelden als er eet- en drinkwaren die niet aan de voedselveiligheidsvoorschriften voldoen in de handel zijn gebracht. Door het vaststellen van een concrete tijdsnorm is voor bedrijven helder hoe snel zij moeten handelen en kan de NVWA hier beter toezicht op houden.
− Voorts werk ik aan de invoering van een wettelijke notificatieplicht voor laboratoria. De notificatieplicht houdt in dat de NVWA van de laboratoria die in opdracht van levensmiddelenbedrijven analyses uitvoeren, notificaties ontvangt van alle overschrijdingen van voedselveiligheidsnormen. Bedrijven moeten levensmiddelen die niet aan wettelijke eisen voldoen verplicht melden aan de NVWA. De NVWA constateert bij inspecties nog steeds dat bedrijven regelmatig niet, te laat of onvolledig melden. In 2018 is in het Sorgdrager rapport naar aanleiding van het fipronil-incident in eieren, al geconstateerd dat de meldplicht door bedrijven niet goed wordt nageleefd. Met de notificatieplicht voor laboratoria krijgt de NVWA een extra controle-instrument op de bestaande meldplicht van bedrijven. Naar verwachting kan in de loop van 2023 het wetsvoorstel in procedure worden gebracht. Zoals gebruikelijk zal ik de betrokken partijen, waaronder de levensmiddelenbedrijven, via het Regulier Overleg Warenwet consulteren.
Om de primaire verantwoordelijkheid van het bedrijfsleven voor voedselveiligheid verder te versterken werkt de private sector onder meer aan de onderstaande punten:
− Er wordt ingezet op verdere verbetering van private kwaliteitssystemen. Kwaliteitssystemen die voldoen aan de criteria van de (voormalige) Taskforce Voedselvertrouwen worden opgenomen op de website van de Stichting Ketenborging.nl. De Stichting Ketenborging.nl is een privaat initiatief dat in 2014 is opgericht als uitvloeisel van de Taskforce Voedselvertrouwen. De NVWA toetst de systemen die zich aanmelden voor Ketenborging.nl. Als deze systemen voldoen aan de afgesproken criteria kunnen zij een toezicht ondersteunende rol hebben. Dit is maatwerk per systeem. Er zijn op dit moment 15 geaccepteerde private kwaliteitssystemen op Ketenborging. Enkele private certificatie systemen die nog niet geaccepteerd zijn voeren momenteel voorbereidende gesprekken met de NVWA. Op dit moment heeft de NVWA voor 6 private systemen die geaccepteerd zijn op Ketenborging.nl het toezicht bij deelnemende bedrijven ook daadwerkelijk en gericht aangepast.
− Diverse Nederlandse sectororganisaties stellen hygiënecodes op die met de NVWA worden afgestemd. Deze codes vormen een praktische gids voor bedrijven om voedselveiligheidsprocedures te implementeren. Verschillende sectoren hebben ook monitoringsprogramma’s operationeel, waarmee informatie over potentiële gevaren in de keten zoals chemische stoffen en micro-organismen, wordt verzameld en gedeeld binnen de sector.
− Verder wisselen sectoren ook onderling kennis, informatie en signalen op het gebied van voedselveiligheid uit. Sinds 2014 bestaat de Federatie Nederlandse Diervoederketen. Dit is een platform voor afstemming in de diervoederketen over voeder- en voedselveiligheid en wetgeving gerelateerd aan diervoeders. In juli 2022 is ook het Platform Voedselveiligheid gestart waarin deskundigen van diverse brancheverenigingen van voedsel(verwerkende)-producenten op frequente basis onderling kennis uitwisselen op het gebied van voedselveiligheid.4
Omdat voedselveiligheid niet altijd 100% te garanderen is kan een incident of crisis nooit helemaal worden uitgesloten. Crisisparaatheid is daarom een belangrijk aandachtspunt voor zowel de voedselproducenten als de overheid. De Ministeries van LNV en VWS zullen in de komende jaren regelmatig oefeningen met een voedselproducerende keten organiseren waaraan zowel overheid als bedrijfsleven deelnemen. De eerste oefening vond plaats op 9 mei 2023 op basis van een scenario waarin een te hoge concentratie PFAS wordt aangetroffen in ontbijtgranen, mogelijk afkomstig uit de (kartonnen) verpakkingen. De betrokken negentien partijen gingen met dit scenario aan de slag om meer inzicht krijgen in zowel de individuele als gezamenlijke aanpak van een dergelijk incident.
Ook was het doel om meer inzicht te krijgen in de rolverdeling en samenwerking tussen betrokken partijen in het geval van een dergelijke crisis, met als bijzondere aandachtspunten de onderlinge informatie-uitwisseling tussen betrokken partijen vanaf de meldingsfase. Ook de wijze waarop betrokken partijen hun communicatie naar buiten zouden afstemmen was een punt van aandacht. De Ministeries van VWS en LNV zullen de uitkomsten dit jaar breed delen zodat ook de voedselsectoren die niet actief deelnamen aan de oefening ervan kunnen leren.
2. Aanscherping van bestaande voedselveiligheidsnormen
De diverse voedselveiligheidsnormen die zijn vastgelegd in de nationale en Europese regelgeving worden aangepast en geactualiseerd als hiervoor aanleiding is zoals ten gevolge van nieuwe inzichten naar aanleiding van voedselveiligheidsincidenten of nieuwe wetenschappelijke kennis. Soms worden nieuwe normen geïntroduceerd.
Normen kunnen betrekking hebben op:
− Chemische gevaren die verbonden zijn aan de aanwezigheid van onder andere milieu- en procescontaminanten, schimmeltoxinen, residuen van gewasbeschermingsmiddelen, dioxines, antibiotica, hormonen en allergenen.
− Microbiologische gevaren die het gevolg zijn van de aanwezigheid van schadelijke bacteriën, schimmels, virussen of parasieten.
− Fysische gevaren die verband houden met de aanwezigheid van schadelijke vormen van onder andere glas, plastic, hout en metaal.
Enkele recente aanpassingen worden hieronder toegelicht.
Maximum EU-limieten voor PFAS’s in levensmiddelen
Vorig jaar zijn in Brussel maximum limieten vastgesteld voor PFAS in voeding.5 Deze maximum limieten zijn per 1 januari 2023 van kracht gegaan. Voorlopig gelden deze limieten enkel voor de voedingscategorieën vlees, vis en eieren, maar op den duur kunnen daar andere voedingscategorieën aan worden toegevoegd. Dit betekent dat producten uit bovengenoemde voedingscategorieën aan de gestelde limieten moeten voldoen als deze op de markt worden gebracht. De Ministeries van VWS, IenW en LNV hebben gezamenlijk de opdracht gegeven aan het RIVM voor een meerjarig onderzoeksprogramma naar PFAS. Binnenkort zal uw Kamer via een Kamerbrief uitvoerig geïnformeerd worden over dit brede PFAS-onderzoeksprogramma.
Verbod op het gebruik van het additief titaandioxide (E171)
De Europese voedselveiligheidsautoriteit (EFSA) concludeerde in mei 2021 dat het niet zeker is dat het gebruik van de witte kleurstof titaandioxide (E171) in voedsel veilig is. Daarom is het gebruik van titaandioxide (E171) in de Europese Unie verboden. Vanaf augustus 2022 mogen er geen voedingsmiddelen die titaandioxide (E171) bevatten meer in de handel worden gebracht.
Actiegrenzen voor minerale oliën (MOAH)
MOAH is een groep stoffen waarvan is aangetoond dat verschillende leden van de groep verdacht genotoxisch en carcinogeen kunnen zijn. Wanneer deze stoffen (boven de actielimiet) in levensmiddelen worden aangetroffen kunnen risico’s voor de gezondheid niet worden uitgesloten en kan er dus sprake zijn van onveilig product. In 2022 heeft de Europese Commissie een verklaring naar buiten gebracht over de aanwezigheid van minerale oliën (MOAH) in levensmiddelen. Deze verklaring is onderschreven in het Permanent Comité voor Plant, Dier, Voedsel en Diervoeders. In deze verklaring zijn actiegrenzen opgenomen voor drie verschillende productcategorieën. De NVWA is samen met het Ministerie van VWS en het bedrijfsleven bezig om het handhavingsbeleid hiervoor vorm te geven.
Veilige voedselcontactmaterialen
In 2022 heb ik het gebruik van PFAS in papier en karton verboden voor voedselcontactmaterialen. Voorts wordt dit jaar de wetgeving in de hele Benelux voor metalen voedselcontactmaterialen gelijkgetrokken door de aanbevelingen van de Raad van Europa op dit punt over te nemen. Sinds kort streeft de Europese Commissie er ook nadrukkelijk naar om de wetgeving voor de duurzaamheid en de veiligheid van voedselcontactmaterialen meer te integreren. Het huidige gebrek aan volledige Europese harmonisatie bemoeilijkt de handel in voedselcontactmaterialen en brengt onduidelijkheid over de veiligheid ervan.
Aanscherping nationale regelgeving rauwe melk
Op verzoek van bet Ministerie van VWS heeft NVWA, Bureau Risicobeoordeling (Buro), het advies «Voedselveiligheidrisico’s van rauwe consumptiemelk gedurende de bewaarfase» opgesteld.6 In dit advies doet Buro verschillende aanvullende aanbevelingen om de veiligheid van rauwe consumptiemelk en rauwe room te vergroten. Rauwe melk is een risicovol product; er kunnen ziekmakende bacteriën in voorkomen en het kan erg snel bederven. Ik neem alle aanbevelingen van Buro over en ben voornemens om het Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen te wijzigen onder andere om de eisen ook voor andere diersoorten te laten gelden. Met de beoogde wijzigingen blijft de verkoop van rauwe melk door de veehouder mogelijk, maar wordt de veiligheid ervan beter geborgd.
Vernieuwing van het beleid voor allergische consumenten
Op dit moment werkt het Ministerie van VWS samen met de NVWA en betrokkenheid van belanghebbenden aan vernieuwing van het allergenenbeleid. Allergenen zijn stoffen in levensmiddelen die allergieën of intoleranties kunnen veroorzaken en waar consumenten ernstig ziek van kunnen worden. Het is de bedoeling om consumenten meer mogelijkheden te geven tot het eten van levensmiddelen waarbij tegelijkertijd de voedselveiligheid gewaarborgd is. Vorig jaar heeft Buro een advies uitgebracht.7 Op dit moment bereid ik in afstemming met de betrokken partijen een aanpassing voor van de bewoording van het huidige allergenenbeleid inclusief de waarschuwingstekst voor allergische consumenten.8 Het is mijn bedoeling om een besluit over deze aanpassingen na de zomer 2023 te kunnen nemen.
Verbod op onveilige stoffen en planten in voedingssupplementen en kruidenpreparaten
Op 22 maart 2022 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de voortgang van de aanpak versterking veiligheid van voedingssupplementen. Onderdeel van de aanpak is de voorbereiding van een wettelijk vastgestelde nationale lijst met onveilige stoffen en planten in voedingssupplementen en kruidenpreparaten die verboden dan wel gelimiteerd worden. Ik verwacht na de zomer het wetsvoorstel in procedure te kunnen brengen. In de aanpak is ook de inrichting van een notificatiesysteem voor voedingssupplementen als optie genoemd. Een notificatiesysteem waarbij de bedrijven eerst hun product moeten registreren voordat ze het op de markt brengen geeft de toezichthouder extra informatie die in het risicogerichte toezicht kan worden gebruikt. Het is mijn bedoeling om deze optie in afstemming met betrokken partijen nader te gaan verkennen.
Advies Gezondheidsraad: bovengrenzen aan vitamines en mineralen
De Gezondheidsraad heeft in haar advies «Aanvaardbare bovengrenzen voor vitamines en mineralen» geadviseerd om, vooruitlopend op de komst van Europese wettelijk vastgestelde maximumhoeveelheden voor vitamines en mineralen, voor de Nederlandse populatie de aanvaardbare bovengrenzen voor vitamines en mineralen over te nemen van EFSA.9 Dit is in lijn met hun voorlopige advies uit 2014. Dit geldt voor de bestaande EFSA-bovengrenzen en in principe ook voor de bovengrenzen die EFSA in de toekomst opstelt of bijstelt. Ik neem het advies van de Gezondheidsraad over. De EFSA-bovengrenzen worden nu ook al gebruikt voor de voedingsvoorlichting door onder andere het Voedingscentrum.
3. Voorbereiden op nieuwe risico’s en maatschappelijke trends
Ontwikkelingen en maatschappelijke trends die mogelijk tot nieuwe risico’s leiden voor de voedselveiligheid zijn circulaire economie, klimaatverandering en groei van de wereldbevolking. Ik volg deze ontwikkelingen op de voet in verband met de mogelijke impact voor het voedselveiligheidsbeleid en werk hierbij uiteraard nauw samen met de Minister van LNV. Zo draagt het hergebruiken van materialen zoals verpakkingen bij aan het duurzaam maken van de samenleving maar verhoogt tegelijkertijd de kans op introductie van (nieuwe) risico’s in de voedselketen. Klimaatverandering kan ertoe leiden dat grondstoffen uit allerlei nieuwe gebieden worden geïmporteerd met mogelijk nieuwe risico’s. Ook het gebruik van of verbod op specifieke gewasbeschermingsmiddelen kunnen nieuwe risico’s voor de voedselveiligheid veroorzaken.
Zicht krijgen op komende voedselveiligheidsrisico’s
Naar aanleiding van het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid over opkomende voedselveiligheidsrisico’s, is het Signaleringsoverleg Voedselveiligheid opgezet. Alle partijen die deelnemen aan de overleggen kunnen signalen over opkomende voedselveiligheidsrisico’s inbrengen. Wanneer naar aanleiding van een signaal meer onderzoek of maatregelen nodig zijn, wordt het signaal doorgestuurd naar het Coördinerend Overleg (CO). Elk jaar worden de signalen en eventuele vervolgacties gepubliceerd.10 In het CO zijn de Ministeries van VWS en LNV en de NVWA vertegenwoordigd. In november 2022 heeft een interne evaluatie plaats gevonden. Over het algemeen is geconcludeerd dat het Signaleringsoverleg bijdraagt aan het totale voedselveiligheidssysteem van Nederland.
Nieuwe Europese Kaderwetgeving «Sustainable Food Systems»
De Europese Commissie komt met een verdere invulling van de kaderwetgeving rondom «Sustainable Food Systems» die naast de huidige Europese kaderwetgeving over voedselveiligheid komt te staan. Doel is om de overgang naar duurzame voedselsystemen te versnellen en te bevorderen dat duurzaamheid in al het voedselgerelateerde beleid wordt meegenomen.
«Sustainable Food Systems» vloeit voort uit de Europese Farm-to-Fork strategie, als onderdeel van de Europese Green Deal. Voor Nederland is van belang dat beide verordeningen onderling de juiste balans krijgen en om ervoor te zorgen het huidige (hoge) voedselveiligheid niveau behouden blijft.
Veilige toepassing van nieuwe gentechnieken
De Europese Commissie heeft in 2021 aangegeven dat de huidige Europese wetgeving voor genetisch gemodificeerde organismen (ggo’s) niet meer geschikt is voor bepaalde nieuw genomische technieken. Daarom wordt er op Europees niveau gewerkt aan nieuwe wetgeving voor de veredeling van planten die worden geproduceerd met deze nieuw genomische technieken. Voedselveiligheid, traceerbaarheid en informatieverstrekking aan consumenten zijn belangrijke aandachtspunten binnen dit dossier voor het Ministerie van VWS. Uw Kamer is door de Minister van LNV mede namens mijzelf en de Minister van I&W over dit Europese traject geïnformeerd.11
Minder voedselverspilling door etikettering met een houdbaarheidsindicator
In 2023 start een proefperiode waarbij een Time-Temperature-Indicator (TTI) wordt getest op levensmiddelen. De indicator zal in eerste instantie op één enkel levensmiddel worden geplaatst, waarbij de NVWA heeft beoordeeld dat de indicator een betrouwbare houdbaarheid aangeeft. Uiteraard mag dit niet ten kosten gaan van de voedselveiligheid, daarom heeft het Ministerie van VWS uitgebreide overleggen gehad met de NVWA en lag een risicobeoordeling van Buro hieraan ten grondslag.12 De Europese Commissie is op de hoogte van deze proef in het kader van de Europese etiketteringsverordening 1169/2011.
Proeverijen voor kweekvlees
De motie van de leden Tjeerd de Groot en Valstar verzoekt de regering in overleg te treden met de Nederlandse kweekvleesproducenten om proeverijen onder gecontroleerde en veilige omstandigheden mogelijk te maken.13 Als overweging geven beide leden mee dat kweekvlees een positieve bijdrage kan leveren aan het verlagen van de effecten op het klimaat en dierenwelzijn van de wereldwijde vleesconsumptie. Uw kamer zal met een aparte brief worden geïnformeerd over de uitvoering van deze motie.
Trend van steeds verdergaande en gedetailleerde Europese normstelling
Het realiseren van voldoende monsternames is cruciaal voor een goed functionerend risicogericht toezicht door de NVWA en draagt bij aan het borgen van de voedselveiligheid. Hierbij constateer ik dat aan de ene kant het aantal monsters en specifieke stoffen waarvoor normen worden opgesteld steeds verder stijgen (vooral op het gebied van chemische voedselveiligheid) en dat aan de andere kant de meetmethodes in staat zijn om de huidige normen verder te verfijnen. Dit maakt het prioriteren van het toezicht een steeds lastiger opgave en leidt tevens tot het dilemma van proportionaliteit versus het voorzorgprincipe. Tot nu toe speelt discussie over dit dilemma mondjesmaat maar het is niet uit te sluiten dat dit op termijn veel meer gaat spelen op Europees niveau. Ik zal mij beraden op een Nederlands standpunt dat zonder concessies te doen aan voedselveiligheid, op een serieuze wijze rekening houdt met proportionaliteit.
Nieuw onderzoek naar in kaart brengen van cumulatieve effect gewasbeschermingsmiddelen
Sinds 2018 is het mogelijk om van residuen van gewasbeschermingsmiddelen ook het zogenaamde «cumulatieve effect» te berekenen. Dit betekent dat de werking van verschillende middelen in de dagelijkse voeding die eenzelfde werkingsmechanisme hebben, bij elkaar worden opgeteld. Deze berekening is voor steeds meer werkingsmechanismen mogelijk. Uw Kamer ontving op 6 juli 2018 (bijlage bij Kamerstuk 27 858, nr. 433) en 17 december 2020 (bijlage bij Kamerstuk 26 991, nr. 575) de resultaten van de eerste twee onderzoeken van het RIVM hiernaar. In beide onderzoeken vond het RIVM «geen gezondheidsrisico’s voor de Nederlandse bevolking». Inmiddels heeft het RIVM dit onderzoek met meer actuele gegevens opnieuw uitgevoerd. Ik zal de resultaten binnenkort aan uw Kamer toesturen.
Tot besluit
De consument moet erop kunnen vertrouwen dat het aangeboden voedsel veilig is. Gelukkig is het niveau van de voedselveiligheid in Nederland hoog. Dat wil ik graag zo houden. Met deze brief heb ik uw Kamer geïnformeerd over de belangrijkste beleidsontwikkelingen op het gebied van voedselveiligheid. Ik richt mij op het verder verbeteren van het systeem, aanscherping van normen als gevolg van (nieuwe) risico’s en het voorbereiden op nieuwe ontwikkelingen en trends, zoals duurzaamheid en circulaire economie. Ik verwacht hiermee samen met andere departementen, toezichthouders en het bedrijfsleven te kunnen blijven werken aan het behouden van een zo hoog mogelijk niveau van veilig voedsel in Nederland.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.J. Kuipers
https://www.nvwa.nl/documenten/consument/eten-drinken-roken/overige-voedselveiligheid/publicaties/nvwa-consumentenmonitor-voedselveiligheid-2023.↩︎
Kamerstuk 26 991, nr. 581.↩︎
Beleidsregel van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 21 juni 2022, 3373903-1030201-VGP, houdende nadere invulling van de artikelen 18, 19 en 20 van Verordening (EG) 178/2002 (Beleidsregel nadere invulling Verordening (EG) 178/2002).↩︎
Deelnemende partijen zijn AVINED, COV/VNV, FND, FNLI, GroentenFruit Huis, LTO Nederland, Nevedi, NZO en de Visfederatie.↩︎
L_2022316NL.01003801.xml (europa.eu).↩︎
NVWA BuRO, 2022. Risicobeoordeling voedselveiligheidsrisico’s van rauwe consumptiemelk gedurende de bewaarfase. TRCVWA/2022/2887. Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, Bureau Risicobeoordeling & onderzoek, Utrecht.↩︎
Advies van BuRO over referentiewaarden voor allergenen in voedingsmiddelen | Advies | NVWA.↩︎
Referentiewaarden geven een ondergrens aan. Als de hoeveelheid allergeen boven de referentiewaarde uitkomt, is er een risico voor de gezondheid.↩︎
Advies Aanvaardbare bovengrenzen voor vitamines en mineralen | Advies | Gezondheidsraad.↩︎
Signaleringsoverleg Microbiologische Voedselveiligheid | RIVM.↩︎
Kamerstuk 27 428, nr. 398.↩︎
Advies van BuRO over tijd-temperatuur-indicatoren op levensmiddelen | Risicobeoordeling | NVWA.↩︎
Kamerstuk 27 428, nr. 383.↩︎