Gegevensdeling 1F IND en OM
Vreemdelingenbeleid
Brief regering
Nummer: 2023D30801, datum: 2023-07-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-19637-3130).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid (VVD)
- Mede ondertekenaar: E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (VVD)
Onderdeel van kamerstukdossier 19637 -3130 Vreemdelingenbeleid.
Onderdeel van zaak 2023Z12923:
- Indiener: D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
- Medeindiener: E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2023-09-05 15:20: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-09-07 13:45: Extra procedurevergadering commissie Justitie en Veiligheid (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2023-09-13 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2023-12-20 10:00: Vreemdelingen- en asielbeleid (Commissiedebat), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2023-12-21 13:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
19 637 Vreemdelingenbeleid
Nr. 3130 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 juli 2023
Nederland mag geen vrijhaven zijn voor daders van internationale misdrijven, zoals oorlogsmisdrijven en genocide, en deze misdrijven mogen niet onbestraft blijven. Op de strijd tegen straffeloosheid voor deze zeer ernstige misdrijven wordt actief ingezet, met zowel een strafrechtelijke als een vreemdelingrechtelijke aanpak.
In de Rapportagebrief Internationale Misdrijven 20221 werd uw Kamer geïnformeerd over het besluit om de IND te laten stoppen met het spontaan verstrekken van 1F-dossiers aan het OM. Er bleek ruimte voor een verschil in interpretatie met betrekking tot de vraag of deze gegevensdeling in lijn was met de geldende privacywetgeving, gebaseerd op de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). Uit verder onderzoek is gebleken dat met de inwerkingtreding van de AVG en de nadere uitwerking in nationale wetgeving er niet langer een grondslag is voor het integraal leveren van algemene en bijzondere persoonsgegevens door de IND aan het OM.2
Om de samenwerking tussen strafrechtketen en vreemdelingenketen te blijven waarborgen heeft gedurende 2022 een pilot plaatsgevonden waarin een OM-medewerker was gedetacheerd bij de IND. In december 2022 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen de IND en het OM om de resultaten van deze pilot te evalueren. Deze resultaten zijn meegenomen in de verkenning van een mogelijke wetswijziging inzake gegevensdeling.
Naar aanleiding van de evaluatie is besloten te starten met een wetgevingstraject om zeker te stellen dat het verstrekken van (onderdelen) van 1F-dossiers door de IND aan het OM ook in de toekomst weer kan plaatsvinden.
Gelet op het belang van verstrekking van 1F-dossiers aan het OM in de strijd tegen straffeloosheid voor internationale misdrijven zal gedurende het wetgevingstraject een periodieke overlegtafel plaatsvinden tussen IND en OM, waar de IND de meest prangende casuïstiek geanonimiseerd kan inbrengen. Indien daartoe aanleiding blijkt, kan in individuele zaken vervolgens aangifte worden gedaan door de IND, waarbij ook persoonsgegevens kunnen worden verstrekt.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yeşilgöz-Zegerius
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
E. van der Burg
Kamerstuk 27 925, nr. 939.↩︎
In het kader van de ketenaanpak internationale misdrijven is het lang gebruik van de IND geweest om onderdelen van het IND-dossier in 1F-zaken spontaan aan het OM te verstrekken. De basis voor deze werkwijze, die zijn grondslag vond in de voormalige Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp), werd in 2011 vastgelegd in een convenant tussen het OM, de IND en het Korps Landelijke Politiediensten.↩︎