[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Uitvoering van de motie van het lid Van Nispen c.s. over voorkomen dat het Huis voor Klokkenluiders afgeluisterd kan worden (Kamerstuk 28844-206)

Integriteitsbeleid openbaar bestuur en politie

Brief regering

Nummer: 2023D30848, datum: 2023-07-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-28844-268).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 28844 -268 Integriteitsbeleid openbaar bestuur en politie.

Onderdeel van zaak 2023Z12939:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

28 844 Integriteitsbeleid openbaar bestuur en politie

Nr. 268 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 juli 2023

Op 29 september 2020 heeft uw Kamer een motie van het lid Van Nispen (SP) c.s. aangenomen (Handelingen II 2020/21, nr. 7, item 8) waarin de regering wordt verzocht om ervoor te zorgen dat het Huis voor klokkenluiders (hierna: het Huis) niet kan worden afgeluisterd, bijvoorbeeld door een systeem van nummerherkenning in te voeren, zoals ook voor advocaten is gedaan.1 Met deze brief informeer ik u, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, hoe ik deze motie zal uitvoeren.

Het Huis vervult een belangrijke maatschappelijke functie. Zo adviseert de afdeling advies van het Huis (potentiële) melders onder meer over de te nemen stappen bij een vermoeden van een misstand. Om te voorkomen dat (potentiële) melders de stap naar het Huis niet durven zetten is het van belang dat zij zich in vertrouwelijkheid voor advies tot het Huis kunnen wenden. Daarom rust er op medewerkers van het Huis een geheimhoudingsplicht (artikel 3i Wet bescherming klokkenluiders). Gelet daarop vind ik het net als de indieners van de motie van belang dat ook de vertrouwelijkheid van telefoongesprekken van (potentiële) melders met de adviseurs van het Huis is gewaarborgd. Daarom ben ik voornemens de vertrouwelijkheid van telefoongesprekken met adviseurs van het Huis te beschermen door toepassing van de reguliere geheimhoudersprocedure op grond van artikel 126aa, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv). Deze procedure wordt ook toegepast ten aanzien van verschoningsgerechtigde beroepsgroepen, zoals artsen en notarissen. Ik licht dit hieronder toe. Daarbij zal ik tevens ingaan op de vraag waarom een systeem van nummerherkenning niet geschikt is.

De geheimhoudersprocedure

Voor verschoningsgerechtigde beroepsgroepen, zoals artsen en notarissen, geldt de geheimhoudersprocedure op grond van artikel 126aa, tweede lid, Sv. Die procedure houdt in dat gesprekken wel kunnen worden opgenomen, maar vervolgens worden vernietigd, tenzij de rechter-commissaris besluit dat de gesprekken mogen worden toegevoegd aan het strafdossier. Op die manier is een onafhankelijke rechterlijke toets verzekerd, waarmee enerzijds een veilige en vertrouwelijke melding van een misstand en anderzijds de waarheidsvinding in het strafproces wordt gewaarborgd. Deze reguliere procedure functioneert in de praktijk ten aanzien van de genoemde groepen verschoningsgerechtigden overigens naar behoren. Er is althans niet gebleken dat bij de cliënten van notarissen en patiënten van artsen sprake is van enige terughoudendheid om contact op te nemen met deze dienstverleners. Samen met het OM zal ik ervoor zorgen dat deze procedure in de praktijk ook wordt toegepast op gesprekken van de adviseurs van het Huis.

Systeem van nummerherkenning

De motie noemt specifiek, als voorbeeld, het systeem van nummerherkenning. Een systeem van nummerherkenning geldt alleen voor advocaten en houdt in dat het opnemen van de gesprekken automatisch wordt gestaakt op het moment dat wordt gebeld met de «advocatentelefoon» van een advocaat. Nu de essentie van het systeem van nummerherkenning is dat gesprekken niet worden opgenomen, is ook achteraf, indien de verdenking van misbruik ontstaat, de inhoud van de gevoerde gesprekken niet meer te achterhalen. Een ruimhartige toedeling van het systeem van nummerherkenning zou daarom de waarheidsvinding in het strafproces ernstig kunnen belemmeren. Het systeem van nummerherkenning is daarom een bijzondere uitzondering op de reguliere geheimhoudersprocedure die voor andere verschoningsgerechtigde beroepsgroepen dan de advocatuur dan ook niet wordt gebruikt.

De uitzondering voor de advocatuur werd gerechtvaardigd omdat in de praktijk enkele malen getapte en uitgewerkte geheimhoudergesprekken ten gevolge van administratieve omissies onbedoeld in strafdossiers terecht waren gekomen.2 Bovendien kon het systeem van nummerherkenning voor de advocatuur worden ingevoerd omdat ten aanzien van deze beroepsgroep verschillende waarborgen gelden ter voorkoming van misbruik van het systeem van nummerherkenning. Zo gelden voor de advocatuur door de eigen beroepsorganisatie opgestelde gedragsregels en is er een wettelijk systeem van tuchtrecht om naleving van deze gedragsregels te handhaven.3

Deze waarborgen tegen misbruik van een systeem van nummerherkenning gelden niet ten aanzien van het Huis. Zoals hiervoor uiteen is gezet is het bestaan hiervan echter noodzakelijk om misbruik van het systeem van nummerherkenning te voorkomen. Het belang daarvan is groot, nu een fundamenteel uitgangspunt van het strafproces, namelijk waarheidsvinding, in het geding is. Om die reden bestaat er geen juridisch aanknopingspunt om voor het Huis een systeem voor nummerherkenning, vergelijkbaar met de advocatuur, in te voeren.

Waarborging vertrouwelijkheid telefoongesprekken van melders

Ter uitvoering van de eerdere genoemde motie zal het Openbaar Ministerie (hierna: OM) de reguliere procedure voor verschoningsgerechtigden in de praktijk ook gaan toepassen op telefoongesprekken met adviseurs van het Huis. Dit betekent aldus dat gesprekken met medewerkers van de afdeling advies van het Huis wel kunnen worden opgenomen, maar vervolgens worden vernietigd, tenzij de rechter-commissaris anders besluit. Een en ander zal ook worden vastgelegd in de OM-aanwijzingen.

De medewerkers van de afdeling advies van het Huis worden hiermee de facto gelijkgesteld aan verschoningsgerechtigde beroepsgroepen, zoals artsen en notarissen.

De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yeşilgöz-Zegerius


  1. Kamerstuk 28 844, nr. 206.↩︎

  2. Kamerstuk 30 517, nr. 8.↩︎

  3. Kamerstuk 30 517, nr. 8.↩︎