[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

36222, eindtekst

Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en andere wetten in verband met de modernisering van de strafbaarstelling van verschillende vormen van seksueel grensoverschrijdend gedrag (Wet seksuele misdrijven)

Eindtekst

Nummer: 2023D30880, datum: 2023-07-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2022Z19163:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

4 juli 2023

Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en andere wetten in verband met
de modernisering van de strafbaarstelling van verschillende vormen van
seksueel grensoverschrijdend gedrag (Wet seksuele misdrijven)







GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



	Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: 

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in verband
met ontwikkelingen inzake seksueel grensoverschrijdend gedrag het
Wetboek van Strafrecht te moderniseren door in het Tweede Boek Titel XIV
Misdrijven tegen de zeden te vervangen door een nieuwe Titel XIV
Seksuele misdrijven en een aantal misdrijven toe te voegen aan Titel V
Misdrijven tegen de openbare orde en in het Derde Boek in Titel II
seksuele intimidatie en openbare dronkenschap strafbaar te stellen als
overtreding tegen de openbare orde en als gevolg hiervan aanpassingen in
een aantal wetten door te voeren;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van Raad van State gehoord,
en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en
verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 7, tweede lid, onder c, wordt “240b en 242 tot en met
250” vervangen door “240 tot en met 243 en 245 tot en met 253”.

B

Artikel 14b wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het tweede lid wordt een zin toegevoegd, luidende: Onder gericht
zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het
lichaam van een of meer personen 

wordt voor de toepassing van dit artikel mede begrepen het misdrijf,
bedoeld in artikel 252.

2. In artikel 14b, derde lid, tweede zin, wordt “254 en 254a.”
vervangen door “254c en 254d.”.

C

In artikel 22b, eerste lid, onder b, wordt “240b, 248a, 248b, 248c en
250.” vervangen door “252 en 253.”.

D

In artikel 38z, eerste lid, onder c, wordt “240b, 248c, 248d, 248e,
250,” vervangen door “251 tot en met 253,”.

E

Artikel 70, tweede lid, onder 2°., komt te luiden:

2°. voor de misdrijven omschreven in de artikelen 242, 243, eerste lid,
245, 246, eerste lid, 247, eerste en tweede lid, 249, eerste lid, 252,
253 en het misdrijf omschreven in artikel 241, eerste en tweede lid,
indien het feit is gepleegd ten aanzien van een persoon die de leeftijd
van achttien jaren nog niet heeft bereikt.  

F

In artikel 71, onder 3Âș, wordt “de artikelen 240b, eerste lid, 247
tot en met 250, 273f, 284 en 285c, voor zover gepleegd tegen een persoon
die de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt,” vervangen
door “artikel 251 en de artikelen 284 en 285c, indien gepleegd tegen
een persoon die de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft
bereikt,” en wordt “de artikelen 300 tot en met 303” vervangen
door “de artikelen 300 tot en met 302”. 

G

Artikel 77d, tweede en derde lid, komt te luiden:

2. Het eerste lid is niet van toepassing op het misdrijf omschreven in
artikel 251 begaan door een persoon die ten tijde van het begaan van het
strafbaar feit de leeftijd van zestien jaren heeft bereikt ten aanzien
van een persoon die de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft
bereikt.  

3. Het recht tot strafvordering verjaart in twintig jaren voor:

a. misdrijven waarop gevangenisstraf van twaalf jaren of meer is
gesteld; en

b. de misdrijven omschreven in de artikelen 242, 243, eerste lid, 245,
246, eerste lid, 247, eerste en tweede lid, 249, eerste lid, 252, 253 en
het misdrijf omschreven in artikel 241, eerste en tweede lid, indien het
feit is gepleegd ten aanzien van een persoon die de leeftijd van
achttien jaren nog niet heeft bereikt. 

H

Artikel 77ma, eerste lid, komt te luiden:

1. Een taakstraf wordt niet opgelegd in geval van veroordeling voor een
misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van
zes jaren of meer is gesteld en dat een ernstige inbreuk op de
lichamelijke integriteit van het slachtoffer ten gevolge heeft gehad. 

I 

In artikel 136, eerste lid, wordt “verkrachting” vervangen door
“de in artikel 243, eerste en tweede lid, omschreven misdrijven”. 

Ia

Artikel 139h vervalt.

J

In Titel V van het Tweede Boek worden na artikel 151c drie artikelen
toegevoegd, luidende:

Artikel 151d 

Degene die weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat een visuele
weergave als bedoeld in artikel 239, derde lid, of een voorwerp
aanstotelijk voor de eerbaarheid is en die visuele weergave of dat
voorwerp:

a. op of aan een plaats, voor het openbaar verkeer bestemd, openlijk
tentoonstelt of aanbiedt; of

b. aan iemand, anders dan op verzoek van diegene, toezendt,

wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee maanden of
geldboete van de derde categorie.

Artikel 151e 

Degene die een visuele weergave als bedoeld in artikel 239, derde lid,
of een voorwerp, waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor
personen beneden de leeftijd van zestien jaren, verstrekt, aanbiedt of
vertoont aan een persoon beneden de leeftijd van zestien jaar wordt
gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van
de vierde categorie.

Artikel 151f 

1. Degene die

1°. aan iemand die in kennelijke staat van dronkenschap verkeert,
bedwelmende drank verkoopt of toedient;

2°. iemand beneden de leeftijd van achttien jaren dronken maakt;

3°. iemand door geweld of bedreiging met geweld dwingt tot het gebruik
van bedwelmende drank, 

wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste negen maanden of
geldboete van de derde categorie. 

2. Indien het feit zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft, wordt de
schuldige gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of
geldboete van de vierde categorie.

3. Indien het feit de dood ten gevolge heeft, wordt de schuldige
gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of geldboete
van de vijfde categorie.

4. Indien degene die schuldig is aan het misdrijf dit misdrijf in de
uitoefening van een beroep begaat, kan diegene van de uitoefening van
dat beroep worden ontzet.

K 

Titel XIV van het Tweede Boek komt te luiden: 

TITEL XIV SEKSUELE MISDRIJVEN

Artikel 239

1. In deze titel wordt onder degene die met een persoon seksuele
handelingen verricht mede verstaan: degene die een persoon seksuele
handelingen laat verrichten met diegene, met zichzelf of met een derde,
dan wel degene die een persoon seksuele handelingen laat ondergaan door
een derde.

2. In deze titel wordt onder degene die met een kind seksuele
handelingen verricht mede verstaan: degene die een kind seksuele
handelingen laat verrichten met diegene, met zichzelf of met een derde,
dan wel degene die een kind seksuele handelingen laat ondergaan door een
derde.

3. In deze titel wordt onder visuele weergave mede verstaan: gegevens
die geschikt zijn om een visuele weergave te vormen of een
gegevensdrager bevattende gegevens die geschikt zijn om een visuele
weergave te vormen.

Artikel 240

Als schuldig aan schuldaanranding wordt gestraft met gevangenisstraf van
ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie, degene die
met een persoon seksuele handelingen verricht terwijl diegene ernstige
reden heeft om te vermoeden dat bij die persoon daartoe de wil
ontbreekt.

Artikel 241

1. Als schuldig aan opzetaanranding wordt gestraft met gevangenisstraf
van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vierde categorie, degene
die met een persoon seksuele handelingen verricht terwijl diegene weet
dat bij die persoon daartoe de wil ontbreekt.

2. Als schuldig aan gekwalificeerde opzetaanranding wordt gestraft met
gevangenisstraf van ten hoogste acht jaar of geldboete van de vijfde
categorie, degene die zich schuldig maakt aan het misdrijf omschreven in
het eerste lid, voorafgegaan door, vergezeld van of gevolgd door dwang,
geweld, of bedreiging.

Artikel 242

Als schuldig aan schuldverkrachting wordt gestraft met gevangenisstraf
van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie, degene
die met een persoon seksuele handelingen verricht, welke handelingen
bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het
lichaam, terwijl diegene ernstige reden heeft om te vermoeden dat bij
die persoon daartoe de wil ontbreekt.

Artikel 243 

1. Als schuldig aan opzetverkrachting wordt gestraft met gevangenisstraf
van ten hoogste negen jaren of geldboete van de vijfde categorie, degene
die met een persoon seksuele handelingen verricht, welke handelingen
bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het
lichaam, terwijl diegene weet dat bij die persoon daartoe de wil
ontbreekt.

2. Als schuldig aan gekwalificeerde opzetverkrachting wordt gestraft met
gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde
categorie, degene die zich schuldig maakt aan het misdrijf omschreven in
het eerste lid, voorafgegaan door, vergezeld van of gevolgd door dwang,
geweld of bedreiging.

Artikel 244

Voor de toepassing van de misdrijven omschreven in de artikelen 240 tot
met 243 ontbreekt bij een persoon in ieder geval de wil tot seksuele
handelingen indien diegene in een staat van bewusteloosheid, verminderd
bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeert of een zodanige psychische
stoornis, psychogeriatrische aandoening of verstandelijke handicap heeft
dat deze niet of onvolkomen in staat is een wil te bepalen of kenbaar te
maken omtrent de seksuele handelingen of daartegen weerstand te bieden.

Artikel 245

1. Als schuldig aan aanranding in de leeftijdscategorie van zestien tot
achttien jaren wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes
jaren of geldboete van de vierde categorie, degene die met een kind in
de leeftijd van zestien tot achttien jaren seksuele handelingen
verricht:

a. indien het feit wordt begaan jegens een kind van diegene, jegens een
kind dat wordt verzorgd of opgevoed als behorend tot het gezin van
diegene, jegens een kind waarover diegene het gezag uitoefent of jegens
een anderszins aan de zorg, waakzaamheid of opleiding van diegene
toevertrouwd kind of jegens een aan diegene ondergeschikt kind;

b. indien het feit wordt begaan jegens een kind in een bijzonder
kwetsbare positie, waaronder in ieder geval wordt verstaan een bijzonder
kwetsbare positie ten gevolge van een psychische stoornis dan wel
verstandelijke of lichamelijke handicap, een situatie van
afhankelijkheid of een staat van lichamelijke of geestelijke onmacht;

c. indien het feit wordt begaan met misbruik van uit feitelijke
verhoudingen voortvloeiend overwicht, met gebruikmaking van giften of
beloften van geld of goed of met misleiding; of

d. indien dat kind zich beschikbaar stelt tot het verrichten van
seksuele handelingen met een derde tegen betaling.

2. Als schuldig aan gekwalificeerde aanranding in de leeftijdscategorie
van zestien tot achttien jaren wordt gestraft met gevangenisstraf van
ten hoogste acht jaren of geldboete van de vijfde categorie, degene die
zich schuldig maakt aan het misdrijf omschreven in het eerste lid,
voorafgegaan door, vergezeld van of gevolgd door dwang, geweld of
bedreiging.

Artikel 246 

1. Als schuldig aan verkrachting in de leeftijdscategorie van zestien
tot achttien jaren wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste
negen jaren of geldboete van de vijfde categorie, degene die met een
kind in de leeftijd van zestien tot achttien jaren seksuele handelingen
verricht, welke handelingen bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel
binnendringen van het lichaam:

a. indien het feit wordt begaan jegens een kind van diegene, van een
kind dat wordt verzorgd of opgevoed als behorend tot het gezin van
diegene, van een kind waarover diegene het gezag uitoefent of van een
anderszins aan de zorg, waakzaamheid of opleiding van diegene
toevertrouwd kind of van een aan diegene ondergeschikt kind;

b. indien het feit wordt begaan jegens een kind in een bijzonder
kwetsbare positie, waaronder in ieder geval wordt verstaan een bijzonder
kwetsbare positie ten gevolge van een psychische stoornis dan wel
verstandelijke of lichamelijke handicap, een situatie van
afhankelijkheid of een staat van lichamelijke of geestelijke onmacht;

c. indien het feit wordt begaan met misbruik van uit feitelijke
verhoudingen voortvloeiend overwicht, met gebruikmaking van giften of
beloften van geld of goed of met misleiding; of

d. indien dat kind zich beschikbaar stelt tot het verrichten van
seksuele handelingen met een derde tegen betaling.

2. Als schuldig aan gekwalificeerde verkrachting in de
leeftijdscategorie van zestien tot achttien jaren wordt gestraft met
gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde
categorie, degene die zich schuldig maakt aan het misdrijf omschreven in
het eerste lid, voorafgegaan door, vergezeld van of gevolgd door dwang,
geweld of bedreiging.

Artikel 247

1. Als schuldig aan aanranding in de leeftijdscategorie van twaalf tot
zestien jaren wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste acht
jaren of geldboete van de vijfde categorie, degene die met een kind in
de leeftijd van twaalf tot zestien jaren seksuele handelingen verricht.

2. Als schuldig aan gekwalificeerde aanranding in de leeftijdscategorie
van twaalf tot zestien jaren wordt gestraft met gevangenisstraf van ten
hoogste tien jaren en acht maanden of geldboete van de vijfde categorie,
degene die zich schuldig maakt aan het misdrijf omschreven in het eerste
lid, voorafgegaan door, vergezeld van of gevolgd door dwang, geweld of
bedreiging. 

3. Niet strafbaar is degene die als leeftijdsgenoot de in het eerste lid
bedoelde gedragingen begaat in het kader van een gelijkwaardige situatie
tussen diegene en dat kind.

Artikel 248

1. Als schuldig aan verkrachting in de leeftijdscategorie van twaalf tot
zestien jaren wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf
jaren of geldboete van de vijfde categorie, degene die met een kind in
de leeftijd van twaalf tot zestien jaren seksuele handelingen verricht,
welke handelingen bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel
binnendringen van het lichaam.

2. Als schuldig aan gekwalificeerde verkrachting in de
leeftijdscategorie van twaalf tot zestien jaren wordt gestraft met
gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de
vijfde categorie, degene die zich schuldig maakt aan het misdrijf
omschreven in het eerste lid, voorafgegaan door, vergezeld van of
gevolgd door dwang, geweld of bedreiging.

3. Niet strafbaar is degene die als leeftijdsgenoot de in het eerste lid
bedoelde gedragingen begaat in het kader van een gelijkwaardige situatie
tussen diegene en dat kind.

Artikel 249

1. Als schuldig aan aanranding in de leeftijdscategorie beneden twaalf
jaren wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste tien jaren of
geldboete van de vijfde categorie, degene die met een kind beneden de
leeftijd van twaalf jaren seksuele handelingen verricht.

2. Als schuldig aan gekwalificeerde aanranding in de leeftijdscategorie
beneden twaalf jaren wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste
dertien jaren en vier maanden of geldboete van de vijfde categorie,
degene die zich schuldig maakt aan het misdrijf omschreven in het eerste
lid, voorafgegaan door, vergezeld van of gevolgd door dwang, geweld of
bedreiging.

Artikel 250

1. Als schuldig aan verkrachting in de leeftijdscategorie beneden twaalf
jaren wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren
of geldboete van de vijfde categorie, degene die met een kind beneden de
leeftijd van twaalf jaren seksuele handelingen verricht, welke
handelingen bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen
van het lichaam.

2. Als schuldig aan gekwalificeerde verkrachting in de
leeftijdscategorie beneden twaalf jaren wordt gestraft met
gevangenisstraf van ten hoogste achttien jaren of geldboete van de
vijfde categorie, degene die zich schuldig maakt aan het misdrijf
omschreven in het eerste lid, voorafgegaan door, vergezeld van of
gevolgd door dwang, geweld of bedreiging.

Artikel 251

1. Degene die een kind beneden de leeftijd van zestien jaren of een
persoon die zich voordoet als een kind beneden de leeftijd van zestien
jaren:

a. indringend mondeling of schriftelijk seksueel benadert op een wijze
die schadelijk te achten is voor kinderen beneden de leeftijd van
zestien jaren;

b. getuige doet zijn van een handeling of een visuele weergave van
seksuele aard of met een onmiskenbaar seksuele strekking op een wijze
die schadelijk te achten is voor kinderen beneden de leeftijd van
zestien jaren; of

c. een ontmoeting voorstelt voor seksuele doeleinden en enige handeling
onderneemt tot het verwezenlijken van die ontmoeting, 

wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of
geldboete van de vierde categorie. 

2. Met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar en zes maanden of
geldboete van de vierde categorie wordt gestraft degene die de
gedragingen, bedoeld in het eerste lid, begaat ten aanzien van een kind
in de leeftijd van zestien tot achttien jaren of een persoon die zich
als zodanig voordoet onder de in artikel 245, eerste lid, omschreven
omstandigheden. 

3. Niet strafbaar is degene die als leeftijdsgenoot de in het eerste
lid, aanhef en onder c, bedoelde gedraging begaat in het kader van een
gelijkwaardige situatie tussen diegene en dat kind, voor zover dat kind
ten minste de leeftijd van twaalf jaren heeft bereikt.

Artikel 252

Degene die een visuele weergave van seksuele aard of met een
onmiskenbaar seksuele strekking waarbij een kind dat kennelijk de
leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt is betrokken of
schijnbaar is betrokken, verspreidt, aanbiedt, openlijk tentoonstelt,
vervaardigt, invoert, doorvoert, uitvoert, verwerft, in bezit heeft of
zich de toegang daartoe verschaft, wordt gestraft met gevangenisstraf
van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Artikel 253

Degene die opzettelijk een voorstelling bijwoont waarin een kind beneden
de leeftijd van achttien jaren is betrokken of schijnbaar is betrokken
bij handelingen van seksuele aard of met een onmiskenbaar seksuele
strekking dan wel waarin een visuele weergave als bedoeld in artikel 252
wordt getoond, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes
jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Artikel 254

1. De op het misdrijf gestelde gevangenisstraf kan met drie jaren worden
verhoogd in de onder a tot en met e omschreven gevallen: 

a. indien een in de artikelen 240 tot en met 253 omschreven feit wordt
begaan door twee of meer verenigde personen; of

b. in geval van de artikelen 240 tot en met 243:

1°. indien het feit wordt begaan in de hoedanigheid van ambtenaar,
waarmee wordt gelijkgesteld een persoon in de openbare dienst van een
vreemde staat die in Nederland op door het volkenrecht toegelaten wijze
zijn bediening uitoefent, jegens een persoon die aan het gezag van de
schuldige is onderworpen of aan de waakzaamheid van de schuldige is
toevertrouwd; of

2°. indien de schuldige werkzaam is in een penitentiaire inrichting,
een inrichting voor verpleging van ter beschikking gesteld en of een
instelling voor gezondheidszorg of maatschappelijke zorg en het feit
wordt begaan jegens een persoon die aan het gezag van de schuldige is
onderworpen of aan de waakzaamheid van de schuldige is toevertrouwd die
in die inrichting of instelling is opgenomen of wordt behandeld; of

3°. indien de schuldige werkzaam is in de gezondheidszorg of de
maatschappelijke zorg en het feit wordt begaan jegens een persoon die
zich voor hulp of zorg tot de schuldige heeft gewend; of

c. indien van het begaan van Ă©Ă©n in de artikelen 245 tot en met 253
omschreven feiten een beroep of gewoonte wordt gemaakt; of

d. indien een in de artikelen 247 tot en met 253 omschreven feit wordt
begaan onder de in artikel 245, eerste lid, onder a of b, omschreven
omstandigheden; of

e. indien een in de artikelen 247 tot en met 250 omschreven feit wordt
begaan met een kind dat zich beschikbaar stelt tot het verrichten van
seksuele handelingen met een derde tegen betaling.

2. De op het misdrijf gestelde gevangenisstraf kan met drie jaren worden
verhoogd indien Ă©Ă©n van de in de artikelen 241, 243 en 245 tot en met
250 omschreven misdrijven zwaar lichamelijk letsel tot gevolg heeft of
daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is.

3. Indien Ă©Ă©n van de in de artikelen 241, 243 en 245 tot en met 250
omschreven misdrijven de dood tot gevolg heeft, wordt levenslange
gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste dertig jaren of geldboete
van de vijfde categorie opgelegd.

Artikel 254a

1. Bij veroordeling wegens een van de in de artikelen 240 tot en met 253
omschreven misdrijven, kan ontzetting van de in artikel 28, eerste lid,
onder 1°, 2° en 4°, vermelde rechten worden uitgesproken.

2. Indien degene die zich schuldig maakt aan Ă©Ă©n van de misdrijven
omschreven in de artikelen 240 tot en met 253 het misdrijf in de
uitoefening van een beroep begaat, kan diegene van de uitoefening van
dat beroep worden ontzet.

Artikel 254b

Degene die opzettelijk in het openbaar of, indien een persoon daarbij
zijns ondanks tegenwoordig is, op een niet openbare plaats handelingen
die aanstotelijk zijn voor de eerbaarheid verricht, wordt gestraft met
gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde
categorie.

Artikel 254ba

1. Degene die 

a. opzettelijk en wederrechtelijk van een persoon een visuele weergave
van seksuele aard vervaardigt;

b. de beschikking heeft over een visuele weergave als bedoeld onder a
terwijl diegene weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat deze door of
als gevolg van een onder a strafbaar gestelde handeling is verkregen, 

wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete
van de vierde categorie.

2. Degene die 

a. een visuele weergave als bedoeld in het eerste lid, onder a, openbaar
maakt terwijl diegene weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat deze
door of als gevolg van een in het eerste lid, onder a, strafbaar
gestelde handeling is verkregen; 

b. van een persoon een visuele weergave van seksuele aard openbaar
maakt, terwijl diegene weet dat die openbaarmaking nadelig voor die
persoon kan zijn, 

wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of
geldboete van de vierde categorie. 

Artikel 254c

1. Degene die een visuele weergave van een seksuele handeling waarbij
een mens en een dier zijn betrokken of schijnbaar zijn betrokken
verspreidt, openlijk tentoonstelt, vervaardigt, invoert, doorvoert,
uitvoert, of in bezit heeft, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten
hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie.

2. Indien het in het eerste lid omschreven feit wordt gepleegd door een
persoon die daarvan een beroep of gewoonte maakt, wordt gevangenisstraf
van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie opgelegd.

Artikel 254d

Degene die seksuele handelingen verricht met een dier of een dier
seksuele handelingen laat verrichten met diegene of met zichzelf of met
een derde dan wel een dier seksuele handelingen laat ondergaan door een
derde, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar en
zes maanden of geldboete van de vierde categorie.

L

In artikel 273f, zevende lid, wordt “251” vervangen door “254a”.

M

In artikel 285, eerste lid, worden “met verkrachting, met feitelijke
aanranding van de eerbaarheid” vervangen door “met de misdrijven
omschreven in de artikelen 241 en 243”.

N

In Titel II van het Derde Boek wordt voor artikel 429quater een artikel
ingevoegd, luidende:

Artikel 429ter 

Degene die in het openbaar een ander indringend seksueel benadert door
middel van opmerkingen, gebaren, geluiden of aanrakingen op een wijze
die vreesaanjagend, vernederend, kwetsend of onterend is te achten,
wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete
van de derde categorie.

O

In Titel II van het Derde Boek wordt na artikel 430a een artikel
ingevoegd, luidende:

Artikel 430b 

Hij die zich in kennelijke staat van dronkenschap op de openbare weg
bevindt, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twaalf dagen of
geldboete van de eerste categorie.

P

Titel VI van het Derde Boek vervalt.

ARTIKEL II

Het Wetboek van Strafvordering wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 51e, eerste lid, wordt “240b, 247, 248a, 248b, 249, 250,”
vervangen door “240, 241, eerste lid, 242, 245, eerste lid, en
252,”.

B

In artikel 67, eerste lid, onder b, vervalt “139h, eerste en tweede
lid,” en wordt “254a, 248d, 248e,” vervangen door “251, 254b,
254ba, 254c,”.

C

Artikel 151da wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt “242, 243, 244, 245, 246, 247, 248, 248a,
248b, 249,” vervangen door “241, 243 en 245 tot en met 250,”.

2. In het derde lid wordt “247, 248a, 248b, 249,” vervangen door
“241, eerste lid, en 245, eerste lid,”.

D

In artikel 160, eerste lid, wordt “verkrachting” vervangen door
“verkrachting als bedoeld in de artikelen 243, 246, 248 en 250”. 

E

In artikel 167a wordt “245, 247, 248a, 248d of 248e” vervangen door
“245 tot en met 248 en 251”. 

F

Artikel 195g wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt “242, 243, 244, 245, 246, 247, 248, 248a,
248b, 249,” vervangen door “241, 243 en 245 tot en met 250”.

2. In het derde lid wordt “247, 248a, 248b, 249,” vervangen door
“241, eerste lid, en 245, eerste lid,”.

G

In artikel 481, tweede lid, wordt “240b, 247, 248a, 248b, 249, 250,”
vervangen door “241, eerste lid, 245, eerste lid, 252,”.

H

In artikel 551, eerste lid, wordt “240, 240a, 240b, 248a, 250”
vervangen door “151d, 151e, 245 tot en met 250, 252”.

I

In artikel 6:4:8, derde lid, wordt “gewelds- en zedenmisdrijven”
vervangen door “geweldsmisdrijven en seksuele misdrijven” en
“gewelds- of zedenmisdrijf” door “geweldsmisdrijf of seksueel
misdrijf”. 

ARTIKEL IIa

In artikel 3, eerste lid, onder a, van de Wet schadefonds
geweldsmisdrijven wordt na “opzettelijk gepleegd geweldsmisdrijf”
ingevoegd “dan wel schuldverkrachting of schuldaanranding,”.

ARTIKEL III

Artikel 51a, tweede lid, van de Uitleveringswet wordt als volgt
gewijzigd:

1. In het vijftiende gedachtestreepje wordt “240b” vervangen door
“252”.

2. In het negentiende gedachtestreepje wordt “240a, 240b,” vervangen
door “151e, 252,”.

3. In het twintigste gedachtestreepje wordt “240b, 242 tot en met
250” vervangen door “240 tot met 243 en 245 tot en met 253”.

4. In het vijfentwintigste gedachtestreepje wordt “240, 240a, 240b,
242, 244, 245, 246, 248a, 248d,” vervangen door “151d, 151e, 240 tot
en met 243, 245 tot en met 250, 251, eerste lid, onderdeel b, 252,”.

	

ARTIKEL IV

In artikel 4, vierde lid, van de Wet justitiële en strafvorderlijke
gegevens wordt “240b tot en met 250” vervangen door “241, 243, en
245 tot en met 253”. 

ARTIKEL V

In artikel 7, eerste lid, onder b, van de Wet wapens en munitie wordt
“242 tot en met 247, 248f, 249, 250,” vervangen door “241, 243, en
245 tot en met 250,”.

ARTIKEL VI

In artikel 3.28, derde lid, onder e, van de Wet natuurbescherming wordt
“242 tot en met 247, 248f, 249, 250,” vervangen door “241, 243, en
245 tot en met 250,”.

ARTIKEL VII

In artikel 2, eerste lid, onder b, van de Wet foetaal weefsel wordt
“242, 243, 244, 245, 246, 247, 248, 248a, 248b of 249,” vervangen
door “241, 243 en 245 tot en met 250”.

ARTIKEL VIII

Artikel 98a van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg
wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt “251,” vervangen door “254a”.

2. In onderdeel b wordt “240b tot en met 247, 248a tot en met 250,”
vervangen door “241, 243, 245 tot en met 253,”.

ARTIKEL IX

Artikel 1.3.8 van de Wet educatie en beroepsonderwijs wordt als volgt
gewijzigd:

1. In het opschrift wordt “zedenmisdrijven” vervangen door
“seksuele misdrijven”. 

2. In het eerste lid wordt “misdrijf tegen de zeden” vervangen door
“seksueel misdrijf”. 

ARTIKEL X

De Wet kinderopvang wordt als volgt gewijzigd: 

A

In artikel 1.51b wordt “misdrijf tegen de zeden” vervangen door
“seksueel misdrijf”. 

B

In artikel 1.51c wordt “misdrijf tegen de zeden” vervangen door
“seksueel misdrijf”. 

ARTIKEL XI

Artikel 4a van de Wet op de expertisecentra wordt als volgt gewijzigd:

1. In het opschrift wordt “zedenmisdrijven” vervangen door
“seksuele misdrijven”. 

2. In het eerste lid wordt “misdrijf tegen de zeden” vervangen door
“seksueel misdrijf”. 

ARTIKEL XII

Artikel 1.20 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk
onderzoek wordt als volgt gewijzigd:

1. In het opschrift wordt “zedenmisdrijven” vervangen door
“seksuele misdrijven”. 

2. In het eerste lid wordt “misdrijf tegen de zeden” vervangen door
“seksueel misdrijf”. 

ARTIKEL XIII

Artikel 4a van de Wet op het primair onderwijs wordt als volgt
gewijzigd:

1. In het opschrift wordt “zedenmisdrijven” vervangen door
“seksuele misdrijven”.

2. In het eerste lid wordt “misdrijf tegen de zeden” vervangen door
“seksueel misdrijf”. 

ARTIKEL XIV

Artikel 3 van de Wet op het voortgezet onderwijs wordt als volgt
gewijzigd:

1. In het opschrift wordt “zedenmisdrijven” vervangen door
“seksuele misdrijven”. 

2. In het eerste lid wordt “misdrijf tegen de zeden” vervangen door
“seksueel misdrijf”. 

ARTIKEL XV

De Wet op de rechtsbijstand wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, eerste lid, wordt “misdrijf tegen de zeden” vervangen
door “seksueel misdrijf”. 

B

In artikel 44, vierde lid, wordt “misdrijf tegen de zeden” vervangen
door “seksueel misdrijf”. 

ARTIKEL XVI

Indien de Wet van 8 juli 2020 tot wijziging van de Omgevingswet en
enkele andere wetten in verband met de overgang van de Wet
natuurbescherming naar de Omgevingswet (Aanvullingswet natuur
Omgevingswet) (Stb. 2020, 310) eerder in werking is getreden of treedt
dan deze wet, komt artikel VI van deze wet te vervallen, onder
vernummering van de artikelen VII tot en met XXI tot VI tot en met XX. 

ARTIKEL XVII

Indien het bij koninklijke boodschap van 15 juli 2021 ingediende
voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het
Wetboek van Strafvordering en de Wet dieren met het oog op de
versterking en aanvulling van het instrumentarium ten behoeve van de
opsporing, vervolging en bestuursrechtelijke sanctionering van
dierenmishandeling, dierverwaarlozing en overtreding van bepalingen
inzake dierenwelzijn, dierengezondheid en het aanhitsen van dieren (Wet
aanpak dierenmishandeling en dierverwaarlozing) (35892) tot wet is of
wordt verheven en artikel I, onderdeel A, van die wet eerder in werking
is getreden of treedt dan artikel I, onderdeel B, van deze wet, wordt
artikel I, onderdeel B, van deze wet als volgt gewijzigd: het tweede lid
alsmede de aanduiding ‘1.’ voor het eerste lid vervallen.

ARTIKEL XVIII

Indien het bij koninklijke boodschap van 13 december 2021 ingediende
voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband
met het zelfstandig strafbaar stellen van voorbereidingshandelingen met
het oog op het plegen van seksueel misbruik met kinderen (35991) tot wet
is of wordt verheven en die wet:

a. eerder in werking treedt of is getreden dan artikel I, onderdeel K,
van deze wet, wordt artikel I, onderdeel K, van deze wet als volgt
gewijzigd:

1. Na artikel 250 wordt een artikel ingevoegd, luidende: 

Artikel 250a

Degene die zich of een ander opzettelijk gelegenheid, middelen of
inlichtingen verschaft of tracht te verschaffen tot het plegen van een
misdrijf als omschreven in de artikelen 247 tot en met 250, dan wel zich
kennis of vaardigheden daartoe verwerft of een ander bijbrengt, wordt
gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van
de vijfde categorie.

2. In artikel 254, eerste lid, onderdeel d, wordt “de artikelen 247
tot en met 253” vervangen door “de artikelen 247 tot en met 250 en
251 tot en met 253”.

b. later in werking treedt dan artikel I, onderdeel K, van deze wet,
komt artikel I van die wet te luiden: 

ARTIKEL I

Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd: 

A

Na artikel 250 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 250a

Degene die zich of een ander opzettelijk gelegenheid, middelen of
inlichtingen verschaft of tracht te verschaffen tot het plegen van een
misdrijf als omschreven in de artikelen 247 tot en met 250, dan wel zich
kennis of vaardigheden daartoe verwerft of een ander bijbrengt, wordt
gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van
de vijfde categorie.

B

In artikel 254, eerste lid, onderdeel d, wordt “de artikelen 247 tot
en met 253” vervangen door “de artikelen 247 tot en met 250 en 251
tot en met 253”.

ARTIKEL XIX

Onze Minister van Justitie en Veiligheid zendt binnen vijf jaar na de
inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de
doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

ARTIKEL XX

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan
verschillend kan worden vastgesteld.

ARTIKEL XXI

Deze wet wordt aangehaald als: Wet seksuele misdrijven. 

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Justitie en Veiligheid,

De Minister van Justitie en Veiligheid,

 

 

 PAGE    

 PAGE   17