Gewijzigd amendement van de leden Teunissen en Van Raan ter vervanging van nr. 28 over het voorkomen dat de inzet van houtige biomassa gesubsidieerd kan worden vanuit het Klimaatfonds
Tijdelijke regels inzake de instelling van een Klimaatfonds (Tijdelijke wet Klimaatfonds)
Amendement (gewijzigd/nader/vervangend)
Nummer: 2023D30907, datum: 2023-07-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36274-47).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C. Teunissen, Tweede Kamerlid (PvdD)
- Mede ondertekenaar: L. van Raan, Tweede Kamerlid (Ooit PvdD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 36274 -47 Tijdelijke regels inzake de instelling van een Klimaatfonds (Tijdelijke wet Klimaatfonds) .
Onderdeel van zaak 2023Z12957:
- Indiener: C. Teunissen, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: L. van Raan, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2023-07-06 01:00: Einde vergadering: STEMMINGEN (over alle resterende onderwerpen) (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
36 274 Tijdelijke regels inzake de instelling van een Klimaatfonds (Tijdelijke wet Klimaatfonds)
Nr. 47 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN TEUNISSEN EN VAN RAAN TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 28
Ontvangen 5 juli 2023
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Aan artikel 3 wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Onze Minister kan niet oordelen dat een maatregel kan worden gefaciliteerd, als de maatregel financiële middelen beschikbaar stelt ten aanzien van de inzet van bosbiomassa als bedoeld in artikel 2, onder 26, van de Richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees parlement en de Raad van 11 december 2018 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen (PbEU 2018, L2001), of overige biomassa als bedoeld in artikel 2, onder 24, van die richtlijn, dat bestaat uit houtig materiaal.
Toelichting
Dit amendement voorkomt dat de inzet van houtige biomassa gesubsidieerd kan worden vanuit het Klimaatfonds. De inzet van houtige biomassa is niet duurzaam. Houtige biomassa is niet CO2-neutraal en het certificeringsysteem voor duurzame winning is niet waterdicht. Hierdoor zijn er onaanvaardbare risico’s voor de natuur, die zich volgens onderzoek van o.a. SOMO ook al gemanifesteerd hebben. Daarnaast zorgt een opschaling van de inzet van het houtige biomassa voor extra druk op landgebruik. Natuurlijke bossen met oude bomen – die een bron van biodiversiteit zijn en onze natuurlijke CO2-opslagen vormen – moeten plaatsmaken voor productiebossen die niet dezelfde kwaliteiten hebben. Ook moet er door de toenemende vraag naar productiebossen voor de winning van houtige biomassa landbouwgrond geofferd worden, terwijl die landbouwgrond juist nodig is voor de voedselzekerheid in de toekomst.
Teunissen
Van Raan