Arrest gerechtshof Amsterdam in het hoger beroep KLM c.s./IATA e.a. versus de Staat
Evaluatie Schipholbeleid
Brief regering
Nummer: 2023D31998, datum: 2023-07-07, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29665-478).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 29665 -478 Evaluatie Schipholbeleid.
Onderdeel van zaak 2023Z13508:
- Indiener: M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2023-09-05 15:20: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-09-07 09:30: Extra procedurevergadering commissie Infrastructuur en Waterstaat (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2023-09-12 15:05: Stemmingen (Stemmingen), TK
- 2023-09-13 10:15: Procedurevergadering IenW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2023-10-25 13:00: Luchtvaart (Commissiedebat), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2023-10-26 14:24: Aansluitend aan de Stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
29 665 Evaluatie Schipholbeleid
Nr. 478 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 juli 2023
Eerder is de Kamer geïnformeerd over het kort geding dat KLM c.s. en IATA e.a. hebben aangespannen tegen de Staat en Schiphol. Op 5 april jongstleden heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Holland vonnis gewezen. In reactie op het vonnis is aangegeven dat de Staat heeft besloten om in hoger beroep te gaan, aangezien het vonnis niet in het belang van de omwonenden van Schiphol is.1 De mondelinge behandeling van het hoger beroep diende op 21 juni jongstleden.
Op 7 juli 2023 heeft het gerechtshof Amsterdam arrest gewezen in het hoger beroep. Het gerechtshof heeft de Staat in het gelijk gesteld, het vonnis in eerste aanleg vernietigd en de tegen de Staat en de tegen Royal Schiphol Group N.V. ingestelde vorderingen afgewezen. Dit betekent dat de Staat het anticiperend handhaven na 31 maart 2024 mag beëindigen. Door te stoppen met anticiperend handhaven kan de rechtspositie van omwonenden worden hersteld.
Het gerechtshof oordeelde ook dat een experimenteerregeling mag worden vastgesteld. Met die experimenteerregeling wordt het strikt preferentieel baangebruik – met per saldo de minste hinder voor de omgeving – behouden.
Als gevolg van het stoppen met anticiperend handhaven, en de invoering van de experimenteerregeling, is de verwachting dat we teruggaan naar maximaal 460.000 vliegtuigbewegingen op Schiphol.
Op dit moment wordt het arrest nader bestudeerd en in kaart gebracht hoe de vervolgstappen worden ingevuld. De verwachting is dat de Kamer uiterlijk begin september daarover nader wordt geïnformeerd.
Het kabinet blijft zich ook voor de verdere toekomst inzetten om tot een betere balans te komen tussen het belang van een internationale luchthaven en de leefomgevingskwaliteit in de Schipholregio. Op dit moment wordt de balanced approach-procedure doorlopen, in het kader van spoor 2 van het Hoofdlijnenbesluit.2 De consultatieperiode is op 15 juni gesloten. De Kamer zal begin september worden geïnformeerd over de opvolging van het arrest in het hoger beroep alsmede de voorgenomen stappen richting notificatie bij de Europese Commissie, in het kader van de balanced approach-procedure.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers