[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Voorstel van wet

Tijdelijke regels over de opvang van ontheemden uit Oekraïne (Tijdelijke wet opvang ontheemden Oekraïne)

Voorstel van wet

Nummer: 2023D32313, datum: 2023-07-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36394-2).

Onderdeel van kamerstukdossier 36394 -2 Tijdelijke regels over de opvang van ontheemden uit Oekraïne (Tijdelijke wet opvang ontheemden Oekraïne).

Onderdeel van zaak 2023Z13591:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

36 394 Tijdelijke regels over de opvang van ontheemden uit Oekraïne (Tijdelijke wet opvang ontheemden Oekraïne)

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om te voorzien in een reguliere en tijdelijke wettelijke grondslag voor de opvang van ontheemden uit Oekraïne, zodat de artikelen 2c en 4 van de Wet verplaatsing bevolking buiten werking kunnen worden gesteld;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1. Definities

In deze wet en de daarop rustende bepalingen wordt verstaan onder:

ontheemde: de vreemdeling die tijdelijke bescherming geniet als bedoeld in artikel 1 van de Vreemdelingenwet 2000, omdat hij onder de reikwijdte valt van Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van de Raad van 4 maart 2022 tot vaststelling van het bestaan van een massale toestroom van ontheemden uit Oekraïne in de zin van artikel 5 van Richtlijn 2001/55/EG, en tot invoering van tijdelijke bescherming naar aanleiding daarvan, of een verlenging daarvan;

Onze Minister: Onze Minister van Justitie en Veiligheid.

Artikel 2. Taak

1. Het college van burgemeester en wethouders draagt zorg voor de materiële en immateriële opvang van ontheemden.

2. In afwijking van het eerste lid draagt Onze Minister zorg voor de dekking van de kosten van medische zorg aan ontheemden middels een daartoe door hem te treffen ziektekostenregeling, en voor de beschikbaarheid van medische zorg voor ontheemden.

Artikel 3. Delegatiegrondslag

1. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de wijze waarop het college van burgemeester en wethouders in de taak, bedoeld in artikel 2, eerste lid, voorziet, waaronder regels over de te bieden verstrekkingen aan ontheemden en regels over de voorwaarden waaronder ontheemden die verstrekkingen ontvangen.

2. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de wijze waarop Onze Minister in de taak, bedoeld in artikel 2, tweede lid, voorziet.

Artikel 4. Specifieke uitkering

Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over een specifieke uitkering, als bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet, die Onze Minister aan gemeenten verstrekt ter bekostiging van de kosten die zij maken ter uitvoering van de taak, bedoeld in artikel 2, eerste lid.

Artikel 5. Omhangen regelingen

1. Na de inwerkingtreding van deze wet berust de Regeling opvang ontheemden Oekraïne op artikel 3, eerste lid, van deze wet.

2. Na de inwerkingtreding van deze wet berust de Bekostigingsregeling opvang ontheemden Oekraïne op artikel 4 van deze wet.

Artikel 6. Bijzondere persoonsgegevens

1. Het college van burgemeester en wethouders kan gegevens over gezondheid als bedoeld in artikel 9 van de Algemene verordening gegevensbescherming verwerken, voor zover dat noodzakelijk is ter uitvoering van de taak, bedoeld in artikel 2, eerste lid.

2. Onze Minister kan gegevens over gezondheid als bedoeld in artikel 9 van de Algemene verordening gegevensbescherming verwerken, voor zover dat noodzakelijk is ter uitvoering van zijn taak, bedoeld in artikel 2, tweede lid.

3. De persoonsgegevens die door het college van burgemeester en wethouders en Onze Minister worden verwerkt worden niet langer bewaard dan noodzakelijk is ter uitvoering van de taken, bedoeld in artikel 2, en worden uiterlijk binnen vier jaar na de eerste verwerking verwijderd.

4. Bij ministeriële regeling wordt voorzien in passende en specifieke waarborgen voor de verwerking van de persoonsgegevens, bedoeld in het eerste en tweede lid.

Artikel 7. Gegevensdeling UWV

Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen verstrekt het college van burgemeester en wethouders gegevens die op grond van artikel 33, tweede lid, onderdelen a tot en met c, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen verwerkt worden in de polisadministratie, voor zover dat noodzakelijk is ter uitvoering van de taak van het college, bedoeld in artikel 2, eerste lid.

Artikel 8. Wijziging van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers

De Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

e. ontheemde: de vreemdeling die tijdelijke bescherming geniet als bedoeld in artikel 1 van de Vreemdelingenwet 2000, omdat hij onder de reikwijdte valt van Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van de Raad van 4 maart 2022 tot vaststelling van het bestaan van een massale toestroom van ontheemden uit Oekraïne in de zin van artikel 5 van Richtlijn 2001/55/EG, en tot invoering van tijdelijke bescherming naar aanleiding daarvan, of een verlenging daarvan.

B

Aan artikel 3 wordt een lid toegevoegd, luidende:

4. Dit artikel is niet van toepassing op ontheemden.

C

Na artikel 21 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 21a

1. Met ingang van het tijdstip waarop de Tijdelijke wet opvang ontheemden Oekraïne vervalt, vervalt onder vervanging van de puntkomma aan het slot van artikel 1, onderdeel d, door een punt, onderdeel e, en vervalt in artikel 3 het vierde lid.

2. Dit artikel vervalt op een bij Koninklijk Besluit te bepalen tijdstip.

Artikel 9. Samenloopbepaling Wet gemeentelijke taak opvang asielopvangvoorzieningen

Indien het bij koninklijke boodschap van 27 maart 2023 ingediende voorstel van wet houdende regels inzake een wettelijke taak van gemeenten om opvangvoorzieningen voor asielzoekers mogelijk te maken (36 333) tot wet is of wordt verheven en artikel 10 van die wet:

1. eerder in werking treedt of is getreden dan artikel 8 van deze wet, wordt dat artikel als volgt gewijzigd:

a. in onderdeel A wordt «onderdeel d» vervangen door «onderdeel e» en «e.» door «f.».

b. in onderdeel C wordt «onderdeel d» vervangen door «onderdeel e» en «onderdeel e» door «onderdeel f».

2. later in werking treedt dan artikel 8 van deze wet, wordt in artikel 10, onderdeel A van die wet «onderdeel d» vervangen door «onderdeel e« en «e.» door «f.».

Artikel 10. Inwerkingtreding en verval

1. Deze wet treedt in werking op een bij Koninklijk Besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

2. Deze wet vervalt op een bij Koninklijk Besluit te bepalen tijdstip. Dit tijdstip wordt niet later gesteld dan één jaar nadat de werking van Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van de Raad van 4 maart 2022 tot vaststelling van het bestaan van een massale toestroom van ontheemden uit Oekraïne in de zin van artikel 5 van Richtlijn 2001/55/EG, en tot invoering van tijdelijke bescherming naar aanleiding daarvan, of een verlenging daarvan, eindigt. Gedurende de hiervoor bedoelde periode van ten hoogste één jaar blijft deze wet van toepassing op vreemdelingen die tijdelijke bescherming genoten op de dag voorafgaand aan het eindigen van de tijdelijke bescherming.

Artikel 11. Citeertitel

Deze wet wordt aangehaald als: Tijdelijke wet opvang ontheemden Oekraïne.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,