[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Evaluatie ministeriële regeling en beleidsregel CBS

Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2023

Brief regering

Nummer: 2023D32539, datum: 2023-07-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36200-XIII-131).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36200 XIII-131 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2023.

Onderdeel van zaak 2023Z13660:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

36 200 XIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2023

Nr. 131 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 juli 2023

Het onderzoeks- en adviesbureau KWINK groep heeft in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) de «Regeling werkzaamheden derden CBS» (hierna: ministeriële regeling) en de «Beleidsregel taakuitoefening CBS» (hierna: beleidsregel) geëvalueerd. Deze evaluatie volgt vanuit de toezegging1 deze regelingen te evalueren, twee jaar nadat ze in werking zijn getreden. In deze brief geef ik u mijn reactie op de uitkomsten van de evaluatie. Het rapport van KWINK groep vindt u in de bijlage. Daarnaast treft u in de bijlage de bestuurlijke reactie van het Centraal Bureau voor de Statistiek (hierna: CBS) op dit rapport aan.

Aanleiding voor regelingen

Bij de vraag of het CBS de aangewezen partij is om een statistisch onderzoek te verrichten spelen twee publieke belangen een rol. Het is een publiek belang dat praktijk, beleid en wetenschap toegang hebben tot hoogwaardige statistische informatie, zoals ook genoemd in artikel 3 van de Wet op het Centraal bureau voor de statistiek (hierna: Wet op het CBS). Tegelijk is het van belang dat er voldoende ruimte is voor private statistische dienstverleners (hierna: marktpartijen) om statistisch onderzoek te verrichten.

Omdat een aantal jaar geleden onduidelijkheid ontstond of in bepaalde gevallen het CBS, naast marktpartijen, statistische diensten zou mogen leveren zijn op 1 juli 2020 de ministeriële regeling en de beleidsregel in werking getreden. Deze regelingen beogen meer duidelijkheid te scheppen over de rolverdeling tussen marktpartijen en het CBS. Daarnaast beogen de regelingen een relatieverbetering tussen het CBS en een aantal marktpartijen en brancheverenigingen te faciliteren, zodat meer kansen voor productieve samenwerking benut worden. In deze evaluatie is onderzocht in hoeverre de regelingen hebben bijgedragen aan deze doelen.

De evaluatie geeft een goed beeld van de beleving van een zeer brede groep partijen over de regelingen. Het onderzoeksbureau KWINK Groep heeft hiertoe een zo breed mogelijke groep marktpartijen, overheidspartijen en derden aangeschreven en gesproken.

Bevindingen: duidelijkheid scheppen over rolverdeling

De regelingen beogen allereerst meer duidelijkheid te scheppen over de rolverdeling tussen marktpartijen en het CBS. Ik ben blij dat de evaluatie laat zien dat de regelingen hieraan hebben bijgedragen. Onderzoeksbureau KWINK Groep stelt vast dat in de ministeriële regeling verduidelijkt is wat «derden» zijn. Hiermee is ook verduidelijkt wat de rol van het CBS is waar het gaat om dienstverlening aan niet-overheidspartijen. Daarnaast heeft de beleidsregel op punten duidelijk gemaakt wat het CBS wel en niet mag. Onderzoeksbureau KWINK Groep merkt hierbij wel op dat de beleidsregel de bestaande onduidelijkheid over de rolverdeling tussen het CBS en marktpartijen niet volledig heeft weggenomen. In een aantal gevallen is de demarcatie tussen overheids- en niet-overheidspartij niet eenduidig, bijvoorbeeld in het geval van zelfstandig bestuursorganen die zowel wettelijke taken als niet-wettelijke taken uitvoeren. Dit blijft volgens het kabinet echter beperkt tot bepaalde randgevallen die niet te voorkomen zijn. Daarnaast constateert onderzoeksbureau KWINK Groep dat sommige marktpartijen meer transparantie verwacht hadden over hoe de interne processen bij het CBS bij het toe- en afwijzen van verzoeken verloopt. In reactie, verwijs ik hen graag op de jaarlijkse rapportage van de Competitive Neutrality Officer (CNO) van het CBS2 waarin het CBS zijn overwegingen beschrijft.

De ministeriële regeling beoogt verder de werkzaamheden voor derden door het CBS in te perken. Onderzoeksbureau KWINK Groep schrijft dat er indicaties zijn dat dit doel bereikt is. Dit blijkt uit gesprekken met derden, maar ook met verschillende marktpartijen en publieke partijen die aangeven dat het CBS strikter is geworden in het toekennen van verzoeken. Ook het CBS zelf geeft aan meer verzoeken af te wijzen dan voor de inwerkingtreding van de regelingen. Afgewezen derden geven aan dat ze statistieken die ze voorheen afnamen bij het CBS nu niet meer mogen afnemen. Deze partijen zelf zijn hier overigens kritisch over, omdat het in een aantal gevallen gaat om kleine verzoeken, waarvoor ze graag terecht zouden willen kunnen bij het CBS. Deze verzoeken bij een marktpartij uitzetten vergt volgens deze gesprekspartners te veel inspanningen of kent voor hen hoge kosten.

De beleidsregel heeft als doel opdrachtgevers van overheidspartijen bewust de afweging te laten maken of zij het CBS of een marktpartij willen inschakelen voor dienstverlening. Geconstateerd wordt dat overheidspartijen een bewuste afweging maken bij hun keuze voor het CBS of een marktpartij. Onderzoeksbureau KWINK Groep merkt hierbij echter op dat deze partijen ook voor de inwerkingtreding al een bewuste afweging maakten om het CBS in te schakelen voor dienstverlening. Met de beleidsregel wordt deze afweging ook naar de toekomst toe geborgd.

Voor de implementatie van de regelingen heeft het CBS diverse inspanningen moeten verrichten. De evaluatie is positief over de door het CBS bereikte werkwijze. Zo stelt het vast dat het CBS een zorgvuldig proces heeft ingericht om verzoeken van derden af te wegen. Het CBS heeft conform de beleidsregel een onafhankelijke klachtencommissie ingesteld waar partijen terecht kunnen indien zijn menen dat het CBS zich niet houdt aan de regels. Er is in de onderzoeksperiode 1 juli 2020 tot en met 1 juli 2022 één klacht ingediend bij deze klachtencommissie met betrekking tot de toepassing van de ministeriële regeling.3 Jaarlijks stelt de CNO van het CBS een openbaar toegankelijke rapportage op met een overzicht van de implementatie en de naleving van de regelingen. Deze rapportages deel ik ook met uw Kamer.4

Bevindingen: relatieverbetering

Onderzoeksbureau KWINK Groep stelt dat de meeste marktpartijen en derden geen (kritische) mening over de (effecten van) de regelingen hebben. Dit blijkt onder meer uit de beperkte respons en reacties van partijen op de uitvraag in deze evaluatie. Echter, constateert onderzoeksbureau KWINK Groep ook dat de regelingen niet hebben geleid tot een relatieverbetering tussen het CBS en een aantal marktpartijen en een branchevereniging.

In de gesprekken die het onderzoeksbureau KWINK Groep voor deze evaluatie heeft gevoerd, heeft een aantal marktpartijen zich kritisch uitgelaten, in de eerste plaats over de inhoud van de regelingen. Deze marktpartijen zouden graag de werkzaamheden van het CBS voor overheidspartijen ingeperkt zien. De ministeriële regeling heeft echter expliciet geen betrekking op overheidspartijen en perkt de werkzaamheden van het CBS voor overheidspartijen dus ook niet in. Het van overheidswege verrichten van statistisch onderzoek ten behoeve van praktijk, beleid en wetenschap is immers de wettelijke taak van het CBS. Dit is ook onderwerp van een rechtszaak tussen Data & Insights Network (voorheen de MOA) en Staat der Nederlanden en het CBS. De Rechtbank Den Haag heeft op 31 augustus 2022 uitspraak gedaan en oordeelt dat de regelingen niet in strijd zijn met de Wet op het CBS. In eerste aanleg zijn de Staat en het CBS hiermee in het gelijk gesteld en de vorderingen van Data & Insights Network zijn afgewezen. Data & Insights Network heeft echter besloten om in hoger beroep te gaan. Momenteel loopt het hoger beroep in deze zaak nog.

Aanbevelingen

Hoewel ik zie dat het CBS met veel partijen naar tevredenheid samenwerkt, ook met marktpartijen, en dat het CBS veel marktpartijen voorziet in statistieken van het CBS, moet ik op basis van deze evaluatie constateren dat de regelingen er onvoldoende in zijn geslaagd om relatieverbetering tot stand te brengen met een aantal marktpartijen. Het doel van relatieverbetering met ook deze marktpartijen onderschrijf ik nog steeds, al kan ik mij vinden in de conclusie van het onderzoeksbureau KWINK Groep dat meer of strengere regelgeving niet de oplossing zal zijn, en niet afdoende zijn om tot relatieverbetering te komen.

Ik wil dan ook andere manieren verkennen om tot relatieverbetering te komen. Daarbij geeft KWINK Groep terecht aan dat het nuttig is te leren van andere vergelijkbare gevallen. Ik wil dan ook, zoals onderzoeksbureau KWINK Groep aanbeveelt, inspiratie opdoen over ervaringen in andere situaties waarbij de overheid activiteiten uitvoert die marktpartijen ook (zouden kunnen) uitvoeren. Verder neem ik het advies van onderzoeksbureau KWINK Groep ter harte om, gezamenlijk met het CBS, te spreken met betrokken marktpartijen. Ik volg daarbij de aanbeveling van onderzoeksbureau KWINK Groep op om de uitspraak in het hoger beroep in de zaak van Data & Insights Network tegen de Staat der Nederlanden en het CBS af te wachten.

Onderzoeksbureau KWINK Groep constateert verder dat er bij partijen beelden leven over de regelingen die feitelijk onjuist zijn. Sommige van deze partijen hebben het beeld dat alle aanvullende statische diensten (ASD) die het CBS verricht evenzo goed door een marktpartij uitgevoerd zouden kunnen worden. Ik ga graag met het CBS in gesprek hoe het CBS meer duidelijkheid kan scheppen en uitleg kan geven over de gebruikte terminologie, zoals ASD.

Conclusie

Ik ben blij dat de meeste doelen van de regelingen zijn behaald. Ik neem de aanbevelingen van onderzoeksbureau KWINK Groep over, om zo ook het doel van relatieverbetering dichterbij te brengen. Daarbij teken ik aan dat het CBS reeds met veel marktpartijen een goede samenwerking heeft.

Deze evaluatie komt twee jaar na de inwerkingtreding van de regelingen. Er is, mede door inspanningen van het CBS, reeds veel vooruitgang geboekt, zo laat deze evaluatie zien. De wijze waarop de beide regelingen in de beschreven doelen bereiken zal vanaf nu onderdeel zijn van de reguliere evaluaties van de Wet op het CBS en de onderliggende regelgeving. De volgende evaluatie gaat over de periode 2021–2025.

Ik wil het onderzoeksbureau KWINK Groep graag bedanken voor deze gedegen evaluatie. Zij hebben veel partijen aangeschreven, bereikt en gesproken om een goed beeld te krijgen van de ervaringen met de regelingen. Ik ben hen hiervoor dan ook erkentelijk.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
M.A.M. Adriaansens


  1. Kamerstuk 35 000 XIII, nr. 84.↩︎

  2. Kamerstuk 35 925 XIII, nr. 100. Bijlage 1: CBS (2022) Voortgangsrapportage naleving Regeling werkzaamheden derden CBS en Beleidsregel taakuitoefening CBS 2022.↩︎

  3. De klacht die is ingediend bij de klachtencommissie was van een partij (derde) wiens verzoek om statistische dienstverlening is afgewezen. De klacht is door de klachtencommissie ongegrond verklaard.↩︎

  4. Kamerstuk 35 925 XIII, nr. 100.↩︎