Reactie op het verzoek van het lid Omtzigt, gedaan tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 9 mei 2023, over of alle taken waar de Koningin zich mee bemoeit nu in een keer vallen onder de geheimhouding van de Kroon
Visie op het koningschap
Brief regering
Nummer: 2023D32667, datum: 2023-07-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32791-5).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M. Rutte, minister-president (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 32791 -5 Visie op het koningschap.
Onderdeel van zaak 2023Z13701:
- Indiener: M. Rutte, minister-president
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2023-09-05 15:20: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-09-06 18:30: Extra procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2023-09-14 11:30: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2023-09-21 14:46: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
32 791 Visie op het koningschap
Nr. 5 BRIEF VAN DE MINISTER-PRESIDENT, MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 juli 2023
In de regeling van werkzaamheden van dinsdag 9 mei jongstleden (Handelingen II 2022/23, nr. 78, item 29) is door het lid Omtzigt verzocht om uitleg over of alle taken waar de Koningin zich mee bemoeit nu in een keer vallen onder de geheimhouding van de Kroon, naar aanleiding van een brief van de Minister van Financiën van 8 mei jongstleden over Kamervragen van het lid Van Houwelingen (FvD) over het World Economic Forum (Aanhangsel Handelingen II 2022/23, nr. 2492).
Dit is niet het geval. In de brief van 8 mei 2023 wordt een toelichting gegeven over de stukken die zijn aangetroffen bij het Ministerie van Financiën die betrekking hebben op het Digital Currency Governance Consortium van het World Economic Forum. Er wordt in de brief in algemene zin opgemerkt dat het wenselijk is om de vertrouwelijkheid te handhaven voor het beraad tussen een Minister en Koningin Máxima, en tussen Ministers onderling. Er is geen beroep gedaan op een belang van de staat, noch op de eenheid van de Kroon.
Het bovenstaande doet niet af aan de ministeriële verantwoordelijkheid die voor nevenfuncties van leden van het Koninklijk Huis geldt, zoals deze ook in algemene zin is toegelicht in de brief van 9 september 2019 (Kamerstuk 32 791, nr. 2) en de vastgestelde lijst van vragen en antwoorden van 15 oktober 2019 (Kamerstuk 32 791, nr. 3). Koningin Máxima vervult sinds 2009 de functie van speciale pleitbezorger van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties voor inclusieve financiering voor ontwikkeling (UNSGSA). De nevenfunctie bij het Digital Currency Governance Consortium vloeit hieruit voort. Er is ministeriële verantwoordelijkheid voor de aanvaarding van de nevenfunctie en het functioneren van Koningin Máxima in de hoedanigheid van lid van consortium. Het consortium is per 1 juli 2023 opgeheven wegens afronding van de werkzaamheden. Hiermee is deze nevenfunctie opgehouden te bestaan. Daarnaast is de Minister van Financiën verantwoordelijk voor de beleidsvorming inzake de digitale euro. Zij informeert hierover ook met regelmaat de Tweede Kamer, zoals recentelijk in de brief van 16 mei 2023.
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,
mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister van
Financiën,
M. Rutte