Antwoord op vragen van de leden Romke de Jong en Amhaouch over het bericht 'Den Haag verwaarloost innovatief mkb in de regio'
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2023D32827, datum: 2023-07-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiƫle HTML versie (ah-tk-20222023-3242).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat
Onderdeel van zaak 2023Z11072:
- Gericht aan: M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat
- Indiener: R.H. (Romke) de Jong, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: M. Amhaouch, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (š origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
3242
Vragen van de leden Romke deJong (D66) en Amhaouch (CDA) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over het bericht Ā«Den Haag verwaarloost innovatief mkb in de regioĀ» (ingezonden 16Ā juni 2023).
Antwoord van Minister Adriaansens (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 14Ā juli 2023).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht Ā«Den Haag verwaarloost innovatief mkb in de regioĀ»?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Wat is uw reactie op de oproep om nog veel beter gebruik te maken van de innovatiekracht van het midden- en kleinbedrijf (mkb) in de regio? Erkent u dat hier nog veel kansen liggen die nu onvoldoende worden benut?
Antwoord 2
Ik onderken het belang van het (regionaal) mkb voor het economisch en maatschappelijk verdienvermogen en zie ook de kansen die er liggen. Om die reden zet ik diverse instrumenten in om het (regionaal) mkb te ondersteunen in het bouwen van innovaties en netwerken. Voorbeelden hiervan zijn de Mkb-innovatiestimulering Regio en Topsectoren (MIT-regeling) en het regioluik in de Vroege Fase Faciliteit (VFF). Ik werk hierin intensief samen met de provincies en regionale ontwikkelingsmaatschappijen en kijk met hen hoe we de kansen nog beter kunnen benutten. Door goed gebruik van regionale netwerken, kunnen meer mkb-bedrijven worden bereikt en geactiveerd, en meer impact en schaal worden georganiseerd in de ontwikkeling en toepassing van kansrijke innovaties. Het vergroot het effect en bereik van onze investeringen. Deze partijen zijn ook betrokken bij de uitwerking van het missiegedreven innovatiebeleid, en afspraken die gemaakt worden in het nieuwe Kennis- & Innovatieconvenant later dit jaar.
Vraag 3 en 4
Deelt u de mening dat juist de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROMās) vanwege hun unieke regionale expertise een centrale rol kunnen spelen bij het ontwikkelen en ontsluiten van innovatie door het mkb in de regio?
Welke (verschillende) regionale structuren zijn er om de economie in de regio te faciliteren en stimuleren? Hoe kunt u vanuit uw regierol bijdragen om deze structuren beter in te zetten ten gunste van het mkb, zonder alles centraal te willen organiseren?
Antwoord 3 en 4
Ja, die mening deel ik aangezien dat ook precies de rol is die de ROMās vervullen voor EZK en haar regionale partners. De ROMās zijn een belangrijke uitvoerder van mijn ministerie voor ecosysteemontwikkeling, Ā«business developmentĀ», aanpakken van marktfalen, internationalisering en financiering van het innovatief mkb. De meerwaarde van de ROM zit in de geĆÆntegreerde aanpak van investeren, innoveren en internationaliseren in de regio terwijl gelijktijdig de verbindingen met landelijk beleid worden georganiseerd. De regionale expertise van de ROMās is belangrijk bij het ontsluiten van innovatie door het mkb in de regio. Daarom worden de ROMās door EZK ook al decennia gesteund en heb ik hen vroegtijdig betrokken bij het proces om de nieuwe Kennis- en Innovatieagendaās (KIAās) vorm te geven. Financieel worden de ROMās gesteund middels fondskapitaal en een exploitatiesubsidie van structureel ruim ā¬Ā 10 mln. per jaar. Daarmee wordt het innovatief mkb in de regio gesteund met financiering en met diverse Ā«business developmentĀ» activiteiten, innovatieprojecten en internationaliseringsactiviteiten. De ROMās hebben een goede relatie met het innovatief mkb in de regio door hun brede netwerk en zijn daarom ook goed in staat om deze ondernemers te ondersteunen in hun ontwikkeling en hen te helpen innoveren. De ROMās helpen startups onder andere bij het verbeteren van hun Ā«business caseĀ» en in hun zoektocht naar financiering. De ROMās financieren deze startups ook zelf vanuit de diverse fondsen die hiervoor beschikbaar zijn. In dit geheel kijken de ROMās altijd naar de wijze waarop deze ondernemers van toegevoegde waarde kunnen zijn voor de regionale innovatieve ecosystemen.
Vraag 5
Klopt het dat er relatief weinig geld uit het Nationaal Groeifonds terechtkomt bij het innovatieve mkb in de regio en dat de ROMās ervoor kunnen zorgen dat het mkb aanhaakt?
Antwoord 5
Binnen de pijler RD&I van het Nationaal Groeifonds worden bij de toegekende projecten calls uitgezet waar het mkb aan deel kan nemen. Voorbeelden hiervan zijn kwantum Delta NL en AiNed programma. Veel van de NGF-projecten komen nu pas goed uit de startblokken. Er is dus nu nog niet goed te zeggen hoe groot het aandeel van het mkb exact is.
De ROMās kennen het innovatieve mkb in de regio goed. Ze zijn daarmee goed gepositioneerd om mkbāers te betrekken bij NGF-consortia. In 2022 is aanvullend 1 miljoen euro vrijgemaakt voor de ROMās. Deze extra middelen worden onder andere gebruikt om NGF-consortia, die een departementaal voorstel ontwikkelen, te ondersteunen bij het actiever betrekken van het mkb.
Vraag 6
Deelt u de conclusie van het rapport Ā«Elke regio telt!Ā» dat juist vanuit de rijksoverheid een extra inspanning nodig is om de verbinding met de regio te herstellen en hier samen met de regio maatregelen voor te nemen?
Antwoord 6
Mijn collega van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties werkt momenteel aan een kabinetsbrede reactie op het rapport Ā«Elke regio teltĀ». In deze reactie, die naar verwachting voor de zomer naar de Tweede Kamer wordt gezonden, zal een eerste reactie geven worden op de conclusies van dat rapport.
Deze kabinetsreactie is op hoofdlijnen. Na de zomer wordt gestart met een meer inhoudelijke reactie op basis van het advies. Bij deze inhoudelijke reactie zullen gelet op het RLI-advies ook regionale stakeholders worden berokken.
Vraag 7
Deelt u de opvatting dat goed werkende regionale innovatieve ecosystemen een krachtige impuls kunnen geven aan de ontwikkeling van de brede welvaart in een regio en dat de ROMās hierin een krachtige rol kunnen spelen?
Antwoord 7
Ja, deze opvatting deel ik. Al in 2020 is mijn ministerie met een gerichte strategie gekomen om onderzoeks- en innovatie ecosystemen te versterken.2 Het regionale karakter varieert overigens per ecosysteem. De insteek en afbakening van ecosystemen verschilt. Zo kent Nederland thematische ecosystemen met enkele sterke regionale zwaartepunten, zoals automotive en fotonica, maar ook met juist een meer landelijke profiel zoals bouwinnovatie en slimme energiesystemen.
Binnen veel regioās wordt al in kennis- en innovatie-ecosystemen gewerkt en geĆÆnnoveerd, met de ROMās als belangrijke trekkers. Mijn ministerie is hierover continu in gesprek met de ROMās en stuurt aan op een integrale aanpak van de drie kerntaken van de ROMās bij het versterken van regionale innovatieve ecosystemen. De ROMās rapporteren hierover op kwartaalbasis aan EZK.
Vraag 8
Deelt u de mening dat de oproep om versterking van de ROMās perfect aansluit bij de aanbeveling uit het rapport Ā«nElke regio telt!Ā» om per regio kansenagendaās voor economische ontwikkeling op te stellen en daar langjarige programmaās en middelen aan te koppelen?
Antwoord 8
Of de ROMās een rol kunnen spelen in het kader van het rapport Ā«Elke regio teltĀ» vraagt nadere weging in het kabinet. Over de wijze waarop het kabinet die in wil vullen, wordt voor de zomer een separate brief naar uw kamer gezonden.
Vraag 9
Klopt het dat de ROMās ondanks hun groei naar een landelijk dekkend stelsel geen extra middelen hebben gekregen of niet evenredig?
Antwoord 9
Nee, deze constatering klopt niet. Bij de oprichting van nieuwe ROMās om tot een landsdekkend stelsel te komen zijn ook extra middelen beschikbaar gemaakt in de vorm van kapitaalstortingen en exploitatiesubsidies. Daarnaast is het fondsvermogen van alle ROMās recent versterkt met ā¬Ā 300 mln., waarvan ā¬Ā 150 mln. verstrekt door EZK en heb ik ruim ā¬Ā 1 mln. beschikbaar gesteld voor de bovenregionale samenwerking van de ROMās als landsdekkend stelsel. Met deze ā¬Ā 1 mln. worden de ROMās in staat gesteld om ook bovenregionale activiteiten op te pakken in het kader van het landsdekkend stelsel, zoals voor het opwerken van groeifondsvoorstellen.
Vraag 10
Bent u bereid om met de ROMās en provincies in gesprek te gaan om te kijken welke impuls op korte termijn noodzakelijk is om invulling te geven aan de grote behoeften en noodzaak om het innovatieve mkb in de regio verder aan te jagen, ook gezien de positieve evaluatie van de ROMās?
Antwoord 10
Hier ben ik al mee gestart. Op dit moment wordt gewerkt aan een meerjarenplan voor de ROMās, juist om te kijken waar zij structureel ingezet kunnen worden en het bovenregionale stelsel beter benut kan worden, bijvoorbeeld voor het verder aanjagen van het innovatieve mkb. Dit meerjarenplan wordt opgesteld in samenwerking met ROMās en provincies. Ik hoop uw Kamer hierover eind Q4 te informeren.