Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda informele JBZ-Raad van 20 en 21 juli 2023 (algemeen)(Kamerstuk 32317-845)
JBZ-Raad
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2023D32975, datum: 2023-07-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2023D32975).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H. Kat, voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid (Ooit D66 kamerlid)
- Mede ondertekenaar: S.F.F. Meijer, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2023Z13692:
- Indiener: D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
- Medeindiener: E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
- Medeindiener: F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2023-07-17 12:00: Informele JBZ-Raad van juli in Logroño, Spanje op 20 en 21 juli 2023 (algemeen) (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2023-07-17 12:00: Informele JBZ-Raad van juli in Logroño, Spanje op 20 en 21 juli 2023 (migratieonderwerpen) (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2023-09-05 15:20: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-09-07 13:45: Extra procedurevergadering commissie Justitie en Veiligheid (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2023-09-13 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2023-09-25 12:00: JBZ-Raad te Brussel op 28 september 2023 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
Preview document (🔗 origineel)
2023D32975 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd over de volgende stukken:
• Geannoteerde agenda informele JBZ-Raad van 20 en 21 juli 2023 (Kamerstuk 32 317, nr. 845);
• Verslag van de formele JBZ-Raad van 8–9 juni 2023 (Kamerstuk 32 317, nr. 842);
• Fiche: Aanbeveling inzake de bestrijding van online piraterij van live (sport)evenementen.
De voorzitter van de commissie,
Kat
De adjunct-griffier van de commissie,
Meijer
Inhoudsopgave
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
II Reactie van de bewindspersonen
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde agenda bij de informele JBZ-Raad op 20 en 21 juli 2023, alsmede het verslag van de formele JBZ-Raad van 8–9 juni 2023 en het BNC-fiche over de aanbeveling van de Europese Commissie inzake de bestrijding van online piraterij van live (sport)evenementen. Zij stellen nog enkele vragen.
Verslag van de formele bijeenkomst van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken 8 en 9 juni 2023
De leden van de VVD-fractie brengen in herinnering dat zij voorafgaand aan de JBZ-Raad van 8 en 9 juni 2023 vragen hebben gesteld over het Richtlijnvoorstel vermogensherstel en confiscatie. Onder andere vroegen deze leden wat de voornaamste verschillen zijn tussen de mandaten van het Europees parlement en van de Raad bij deze richtlijn. In reactie hierop antwoordde de Minister dat dit nog werd bestudeerd en dat de Kamer zou worden geïnformeerd bij het verslag van de JBZ-Raad.1 In het verslag van de JBZ-Raad wordt deze vraag echter niet beantwoord. Kan de Minister deze vraag alsnog beantwoorden?
Fiche: Aanbeveling inzake de bestrijding van online piraterij van live (sport)evenementen
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de aanbeveling van de Europese Commissie om commerciële onlinepiraterij van sport- en andere live-evenementen te bestrijden en hebben kennisgenomen van het BNC-fiche van het kabinet hierover. Zij stellen nog enkele vragen.
De leden van de VVD-fractie lezen dat het thans nog niet duidelijk is wat het mandaat van het Europees parlement zal zijn met betrekking tot de aanbeveling. Kan het de Minister de Kamer informeren wanneer het Europees parlement een standpunt heeft ingenomen en daarbij aangeven in hoeverre dat afwijkt van de positie die door Nederland is ingenomen in de Raad? Ook is het nog niet duidelijk in hoeverre de aanbeveling leidt tot aanvullende Commissievoorstellen tot aanpassing van bestaande EU-wetgeving. Kan de Minister een inschatting geven in hoeverre de aanbeveling leidt tot aanpassingen in Nederlandse wet- en regelgeving? Kan de Minister toezeggen dat de Commissie auteursrecht in een vroeg stadium zal worden geconsulteerd wanneer Commissievoorstellen worden gepubliceerd?
Tot slot lezen de leden van de VVD-fractie dat het belang van versterking van de samenwerking en gegevensuitwisseling tussen alle betrokken belanghebbenden wordt benadrukt. In hoeverre zijn er bij deze gegevensuitwisseling knelpunten in de praktijk en welke criteria hanteert de Minister bij het oplossen van deze knelpunten?
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
Een veilig Europa en Uitdagingen en justitiële samenwerking in de aanpak van georganiseerde criminaliteit
De leden van de CDA-fractie vragen of er ook inzicht kan worden verkregen in hoe bij het in kaart brengen van criminele netwerken en logistieke knelpunten ook de knooppunten omgeven door het buitengebied worden meegenomen en strategisch worden beveiligd.
De leden van de CDA-fractie vinden het belangrijk om, gezien het feit dat er miljarden aan crimineel vermogen via cryptomunten de wereld over gaan, op Europees niveau en internationaal niveau dit systeem beter in het vizier te krijgen en onderdeel te laten zijn van een afpakstrategie. Welke knelpunten zijn er nu op Europees niveau om dit criminele vermogen af te pakken? Deze leden vragen of er ook gesproken wordt over hoe opbrengsten van de afpakstrategie evenredig verdeeld kunnen worden tussen landen, aangezien veel leed in een land kan plaatsvinden en het crimineel vermogen zich in een ander land kan bevinden.
II Reactie van de bewindspersonen
Kamerstukken 32 317, nr. 841 p. 7.↩︎