[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Podt over het bericht ‘ Bijna elke dag verdwijnt er een kind uit de asielopvang’

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2023D33466, datum: 2023-08-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20222023-3316).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2023Z10008:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

3316

Vragen van het lid Podt (D66) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht «Bijna elke dag verdwijnt er een kind uit de asielopvang» (ingezonden 5 juni 2023).

Antwoord van Staatssecretaris Van der Burg (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 1 augustus 2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 3009.

Vraag 1

Kunt u per vorm van opvang (centrale ontvangstlocatie (col), asielzoekerscentrum (azc), (crisis)noodopvang) aangeven hoeveel kinderen in het afgelopen jaar zijn verdwenen?1

Antwoord 1

In deze set Kamervragen wordt gesproken over verdwijningen, hiervoor hanteert het COA de cijfers van kinderen die met onbekende bestemming uit de asielopvang vertrekken (hierna: mob).

Het overgrote deel van de kinderen dat de COA-opvang verlaat, betreft alleenstaande minderjarige vreemdelingen (hierna: amv), 91% van de vertrokken kinderen in de periode januari 2022 tot mei 2023 zijn amv. In de mob-registratie van het COA is de afgelopen jaren echter eerder een afname dan toename waarneembaar in absolute aantallen kinderen dat mob is gegaan. In 2018 betrof dit 540 kinderen, in 2019 waren het er 778, in 2020 waren het er 489, in 2021 waren het er 250, in 2022 waren het er 292. In deze periode is tegelijkertijd een sterke toename waarneembaar van het aantal kinderen (met name amv) dat het COA opvangt, waardoor in relatieve zin dus sprake is van een afname van het aantal mob-meldingen. Daarbij geldt tevens dat de cijfers hoger kunnen uitvallen omdat het bij mob-registraties om niet unieke personen gaat: soms wordt een kind meerdere malen mob-geregistreerd, omdat het kind zich na het vertrek weer opnieuw meldt bij het COA en daarna weer vertrekt uit de opvang.

Als we enkel kijken naar kinderen in een gezin zijn er vanuit de centrale aanmeldlocatie (col) in Ter Apel in 2022 9 mob-meldingen geregistreerd. Vanaf de reguliere asielopvang locaties (met uitzondering van amv-locaties) heeft het COA in 2022 en tot en met mei 2023 46 mob-registraties van kinderen in gezinnen gedaan. Vijf meldingen betreffen vreemdelingen die verbleven op noodopvanglocaties van het COA.

Amv verblijven eerst in Ter Apel op de procesopvanglocatie amv (poa). Vanaf de poa in Ter Apel zijn er in 2022 254 mob-registraties. Met betrekking tot alle poa’s heeft het COA van 2022 tot en met mei 2023 492 mob-registraties van amv geregistreerd. Dit is inclusief de eerder genoemde mob-registraties over 2022 vanuit amv Ter Apel, en daarvan ging het in 142 gevallen om een registratie vanuit een noodopvanglocatie.

Tot slot, gemeenten zijn verantwoordelijk voor de crisisnoodopvang, dat betekent dat daar geen informatie over gedeeld kan worden. Belangrijk daarbij te benoemen is dat er geen amv in de crisisnoodopvanglocaties worden geplaatst.

Vraag 2

Hoe is het mogelijk dat zoveel kinderen verdwijnen tussen aanmelding in Ter Apel en aankomst in een asielzoekerscentrum?

Antwoord 2

Minder dan 4% van de mob-registraties in Ter Apel betreft kinderen in gezinnen, de rest zijn amv. Een deel van de amv meldt zichzelf aan in Ter Apel, maar niet allemaal. Wanneer zij zich elders in Nederland melden, worden zij met taxivervoer gebracht naar Ter Apel. Wanneer zij worden doorgeplaatst vanuit Ter Apel naar een andere opvanglocatie, worden zij gebracht. Zowel de reguliere (amv-)opvanglocaties als de beschermde opvang voor amv hebben geen gesloten setting. Dat betekent dat amv zich vrij kunnen bewegen en de opvang kunnen verlaten.

Er wordt op verschillende manieren inzet gepleegd om dit te voorkomen. In de poa’s is 24 uur per dag begeleiding aanwezig en geldt een meldplicht voor 2 momenten per dag. Amv waarbij op voorhand een reëel vermoeden van slachtofferschap mensenhandel is, worden in de beschermde opvang geplaatst. Er worden in de beschermde opvang dan extra beschermingsmaatregelen getroffen, zoals extra bewaking en toezicht. Verder wordt de (plaatselijke) politie op de hoogte gesteld van eventuele risico’s.

Vraag 3

Wat is op dit moment de situatie in de alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv)-opvang in Ter Apel? Hoeveel kinderen worden er opgevangen, met hoeveel begeleiders?

Antwoord 3

De druk op de amv-capaciteit en daarmee ook op de poa in Ter Apel blijft hoog en loopt de laatste weken weer verder op, waardoor er op de locatie al geruime tijd meer amv verblijven dan beoogd (55). De afgelopen periode was dit aantal beheersbaar en kon het COA de jongeren een kwalitatief goede opvang en begeleiding bieden. Dit was mogelijk door de grote inzet van de medewerkers ter plaatse, waarvoor een compliment op zijn plaats is, en door de diverse door het COA getroffen maatregelen om de situatie verbeteren. Zo heeft het COA meer begeleiders beschikbaar gesteld, is er een straatcoach aangesteld, wordt Nederlandse les gegeven en wordt de locatie 24 uur per dag beveiligd. De gemiddelde verblijfsduur op de locatie is 1 tot 2 weken in verband met het aanmeldproces.

Vraag 4 en 5

Is er een verband tussen de verdwijningen van deze kinderen en de huidige situatie in de asielopvang?

Is er een verband tussen de verdwijningen van deze kinderen en de huidige maatregelen ten aanzien van amv'ers zoals het overplaatsen van kinderen onder de 18 jaar naar de volwassen opvang en de grotere groepsgrootte (waardoor er minder begeleiding per kind is)?

Antwoord 4 en 5

Ik ben niet bekend met signalen die duiden op een mogelijk verband tussen het vertrek van minderjarigen uit de asielopvang en de huidige maatregelen om het opvangtekort tegen te gaan, zoals de noodmaatregel inzake het doorplaatsen van amv van 17,9 naar reguliere opvanglocaties. Zoals reeds aangegeven is geen sprake van een absolute stijging van het aantal mob-registraties, in relatieve zin is zelfs sprake van een daling. Gebleken is dat bewoners vaak niet vooraf kenbaar maken dat zij van plan zijn om de opvang te verlaten, hetgeen onderzoek en onderzoek naar de reden van vertrek bemoeilijkt.

Vraag 6

Welke meldingen heeft het Expertisecentrum Mensenhandel en Mensensmokkel gekregen die met deze verdwijningen in verband kunnen worden gebracht?

Antwoord 6

Sinds de doorontwikkeling van het EMM ontvangen zij geen rechtstreekse signalen en/of meldingen van mensenhandel of mensensmokkel van externe organisaties. Signalen worden rechtstreeks gedeeld met de politie en de Kmar. Hier zijn COA medewerkers op getraind. Bij dergelijke vermoedens worden de signalen gemeld bij de politie (via het Nationaal Vreemdelingen Informatie Knooppunt (NVIL) en het Informatieknooppunt (IKP) van de Kmar. Daarnaast worden alle kinderen die mob gaan uit de asielopvang gemeld bij de politie, volgens bestaande protocollen. Wanneer sprake is van reeds bekende signalen ten aanzien van mensenhandel of mensensmokkel wordt dit eveneens vermeld in de melding.

In de periode van 2022–2023 zijn vanuit Ter Apel minder dan vijf meldingen via het protocol ingediend over het vertrek van een amv. Eén van de mob-gemelde amv verblijft momenteel opnieuw in de asielopvang.

Vraag 7

Klopt het dat de samenstelling van de amv-groep anders is dan enkele jaren geleden, toen eerder is gesproken over het verdwijnen van amv’ers uit de opvang? Welke invloed heeft dat op de (mogelijke) redenen voor de verdwijningen?

Antwoord 7

Gelet op de overeenkomstige kenmerken van de amv die mob gaan, is het mogelijk dat een verband bestaat tussen amv die mob gaan en amv die minder kans hebben op het verkrijgen van een verblijfsvergunning.

Vraag 8

Op welke wijze worden de (huidige) verdwijningen gemonitord, onderzocht en voorkomen?

Antwoord 8

Indien een amv aangeeft te willen vertrekken, gaan de COA-medewerkers hierover in gesprek met de amv waarin zij voorlichting geven over de gevolgen voor de asielprocedure. Ook wordt in dit gesprek benoemd welke risico’s het illegaal verblijf in Nederland oplevert en wat de mogelijkheden zijn voor terugkeer naar het land van herkomst. Voorts wordt benoemd dat het aan de vreemdeling is om de keuze te maken om te vertrekken en het een ieder vrijstaat om de locatie te verlaten. In de meeste gevallen wordt een besluit om te vertrekken echter vooraf niet kenbaar gemaakt.

Het COA zet zich dus voortdurend in om vroegtijdig te signaleren of een minderjarige van plan is om de opvang te verlaten. Er is een verplichte training voor alle bewoners waarin de gevaren van het leven in illegaliteit worden toegelicht. Ook streeft het COA ernaar om op alle locaties een contactpersoon mensenhandel/mensensmokkel te hebben. Daarnaast worden amv waar op voorhand een reëel vermoeden van slachtofferschap mensenhandel is, in de beschermde opvang geplaatst. Hier wordt de jongere uit het mogelijk onveilige netwerk gehaald en wordt er gewerkt aan weerbaarheid en zelfredzaamheid. De politie wordt hiervan op de hoogte gesteld. In deze opvang worden op basis van een individuele risico-inschatting extra beschermingsmaatregelen getroffen, zoals extra bewaking en toezicht. Indien sprake is van een signaal van mensenhandel of mensensmokkel wordt dat, conform de aanwijzing mensenhandel van het OM, in alle gevallen opgepakt.

Het verdwijnen van amv uit de asielopvang wordt gemonitord door het registreren van alle gevallen van vertrek met onbekende bestemming door het COA. Het WODC heeft reeds onderzoek gedaan naar rondreizende amv, dit wordt op korte termijn gepubliceerd.

Niet elke mob-registratie van het COA leidt tot een melding van vermissing bij de politie. In de volgende gevallen gebeurt dit wel. Indien een amv zich op twee opeenvolgende meldmomenten binnen 24 uur niet bij het COA meldt, wordt hier standaard melding van gemaakt bij de politie en wordt het Nidos op de hoogte gebracht. Daarnaast maakt het COA of Nidos direct melding bij de politie wanneer sprake is van aanwijzingen dat de veiligheid van de amv in het geding is, bijvoorbeeld omdat sprake is van ontvoering, vermoeden van mensenhandel of direct levensgevaar van het kind. Het COA en Nidos hebben de taak om de politie zo goed mogelijk te voorzien van informatie, zodat de politie tot een zorgvuldige inschatting kan komen van de betreffende zaak. Tevens wordt de wijkagent van de gemeente geïnformeerd.

In eerste instantie verricht de betrokken mentor van COA onderzoek door middel van locatieonderzoek, netwerkonderzoek, en door zelf contact op te proberen te nemen met de jongere. De melding en het meldingsnummer worden vervolgens aan Nidos overgedragen en het onderzoek wordt dan overgenomen door de jeugdbeschermer van Nidos om te bepalen of de verblijfplaats van de amv bekend is. Indien de verblijfplaats niet bekend blijkt, gaat de politie naar aanleiding van de melding verder met het onderzoek waar mogelijk.

Indien sprake is van aanwijzingen dat het vertrek van een kind uit de asielopvang is voorafgegaan, vergezeld of een gevolg is van een misdrijf, wordt een opsporingsonderzoek onder strafrechtelijke titel en onder regie van het OM uitgevoerd. De politie kan de op dat moment passende bevoegdheden toepassen.

Nidos doet, indien daar indicaties van zijn, aangifte van mensenhandel of onttrekking aan gezag door de amv zelf. Het strafbare feit waarvan Nidos aangifte doet is afhankelijk van het ingeschatte risico dat de minderjarige loopt.

Vraag 9

Op welke wijze worden gemeenten (verantwoordelijk voor crisisnoodopvang) ondersteund in het voorkomen van dit soort verdwijningen?

Antwoord 9

In CNO’s worden dezelfde maatregelen genomen als in de reguliere asielopvang om vertrek met onbekende bestemming tegen te gaan. Zie hiervoor het antwoord op vraag 8. Daarbij wel de opmerking dat amv niet op CNO-locaties verblijven.

Vraag 10

Wat wordt er nu gedaan om de verdwenen kinderen te vinden?

Antwoord 10

Zie hiervoor het antwoord onder vraag 8.

Vraag 11

Op welke wijze worden signalen van gemeenten en lokale partners ten aanzien van verdachte situaties actief geregistreerd en gebruikt om verdwijningen te voorkomen en op te lossen?

Antwoord 11

Zoals reeds aangegeven worden verdachte signalen door het COA gedeeld met de politie. Dit gebeurt ad-hoc, per telefoon en per mail, of ze worden gedeeld in het maandelijkse veiligheidsoverleg waarbij tevens de gemeente vertegenwoordigd is. Naar aanleiding van de ontvangen signalen bekijkt de politie welke interventies passend zijn en kunnen worden ingezet. Verdachte signalen worden standaard geregistreerd in het systeem van de politie.

Vraag 12

Ziet u de huidige maatregelen om verdwijningen van kinderen te voorkomen als afdoende? Zo ja, kunt u dit onderbouwen? Zo nee, kunt u aangeven wat er de komende tijd wordt gedaan?

Antwoord 12

Ik heb het volste vertrouwen in de deskundigheid van de COA medewerkers om zo goed als mogelijke begeleiding aan de amv kunnen bieden en waar mogelijk verdwijningen te voorkomen, in samenwerking met de reeds benoemde ketenpartners en organisaties. In de beantwoording op de voorgaande vragen heb ik uiteengezet hoe het COA en de politie dat samen met andere partners doen en zal blijven doen.


  1. AD, 26 mei 2023, Bijna elke dag verdwijnt er een kind uit de asielopvang (https://www.ad.nl/binnenland/bijna-elke-dag-verdwijnt-er-een-kind-uit-de-asielopvang~aa9402f9/).↩︎