Chroom-6 zaken
Schriftelijke vragen
Nummer: 2023D33483, datum: 2023-08-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiƫle HTML versie (kv-tk-2023Z13964).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.R. Fritsma, Tweede Kamerlid (Ooit PVV kamerlid)
Onderdeel van zaak 2023Z13964:
- Gericht aan: C.A. van der Maat, staatssecretaris van Defensie
- Indiener: S.R. Fritsma, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (š origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2023Z13964
Vragen van het lid Fritsma (PVV) aan de Staatssecretaris van Defensie over Chroom-6 zaken (ingezonden 1Ā augustus 2023).
Vraag 1
Bent u ermee bekend dat al in de jaren tachtig bij de Prepositioned Organizational Materiel Storage (POMS) locaties het middel chroom-6 werd gebruikt? Zo ja, kunt u een kopie van de toen aanwezige veiligheidsblad of -bladen zoals door de fabrikant opgesteld aan de Kamer doen toekomen?
Vraag 2
Deelt u de mening dat in de Material Safety Data Sheets (MSDS) een aantal risicoās stond vermeld, waaronder een aantal voor de mens gevaarlijke ziektes, onder andere het gevaar op darmkanker?
Vraag 3
Kunt u verklaren waarom juist deze dodelijke aandoening, darmkanker, door het RIVM van de lijst is geschrapt van mogelijke gevolgen van het gebruik van chroom-6 terwijl de fabrikant deze ziekte wel als risico heeft benoemd?
Vraag 4
Kunt u verklaren waarom darmkanker oorspronkelijk wel op de RIVM-lijst van mogelijke ziektes ten gevolge van chroom-6 gebruik stond en later van die lijst is verwijderd, in tegenspraak met de mening daarover van de fabrikant en de risicolijsten van de Amerikaanse Defensie?
Vraag 5
Waarom schrapt het RIVM gevaren van de lijst die de fabrikant juist wel als gevaarlijke risicoās aanmerkt?
Vraag 6
Bent u ervan op de hoogte dat de aan het personeel verstrekte persoonlijke beschermingsmiddelen (PBMās) in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw van inferieure kwaliteit waren en aan geen enkele norm voldeden, waardoor Defensiemedewerkers ondanks dat er PBMās gebruikt werden toch onnodig aan de gevaarlijke risicoās van chroom-6 werden blootgesteld?
Vraag 7
Bent u ervan op de hoogte dat medewerkers van Defensie die in de jaren tachtig en negentig bij POMS-faciliteiten werkten en uiteindelijk aan darmkanker zijn overleden tot op heden geen cent schadevergoeding, noch smartengeld hebben ontvangen?
Vraag 8
Bent u ermee bekend dat er door het werken met chroom-6 op enige termijn daarna psychische problemen dan wel hersenschade kan optreden?
Vraag 9
Bent u ermee bekend dat in de POMS-werkplaatsen tot wel 500 keer hogere concentraties van onder andere chroom-6 voorkwamen dan bij andere locaties waar met chroom-6 werd gewerkt?
Vraag 10
Bent u ermee bekend dat de NS, waar ook werknemers schade leden door het gebruik van chroom-6, tot bedragen van 42.000 euro zijn gecompenseerd voor de zware ziektegevallen?
Vraag 11
Waarom wordt door Defensie zonder verder voorbehoud vastgehouden aan het rapport Ā«Begrensde Ruimhartigheid' van de commissie Uitkeringsregeling chroom-6 vastgehouden, terwijl daar aantoonbaar onjuiste zaken in staan?
Vraag 12
Bent u ermee bekend dat een voorman van Defensie, werkzaam bij POMS in de jaren tachtig, die bij zijn superieur vroeg om betere beschermingsmiddelen te horen kreeg dat er voor hem tien anderen op een baan stonden te wachten en hij daarom tevergeefs om betere bescherming vroeg?
Vraag 13
Waarom houdt u vast aan het adagium dat de compensatie voor ex-chroom-6-gebruikers niet mag afwijken van ex-werknemers die met andere gevaarlijke stoffen werkten? Ontkent u dat niet alle toxische stoffen dezelfde gevaren en risicoās hebben en dat juist chroom-6, zoals ruimschoots aangetoond, zijn eigen bijzondere risicoās kent en daarom niet vergelijkbaar is met andere toxische middelen?
Vraag 14
Kunt u uitleggen waarom een weduwe van een chroom-6 slachtoffer, overleden aan darmkanker ten gevolge van zijn werk bij POMS in de jaren tachtig en negentig en overleden in 2009, tot op de dag van vandaag nul euro compensatie heeft ontvangen?
Vraag 15
Is het juist dat er aan sommige ex-werknemers van POMS wel grote compensatiebedragen zijn betaald maar dan slechts onder voorwaarde van het akkoord moeten gaan met een zwijgplicht? Zo ja, hoeveel ex-werknemers betrof dit en welke bedragen zijn aan deze ex-werknemers als compensatie betaald?
Vraag 16
Bent u ermee bekend dat slachtoffers van chroom-6 persoonlijk moesten tekenen om in aanmerking te kunnen komen voor compensatie en dat inmiddels overleden slachtoffers dat uiteraard niet konden en dat daarom hun nabestaanden geen enkele compensatie ontvingen?
Vraag 17
Bent u ermee bekend dat er in de jaren tachtig geen PBMās werden verstrekt als die niet door de Amerikanen werden betaald en dat terwijl er door Defensie mensen ter beschikking werden gesteld om voor de Amerikanen werkzaamheden uit te voeren waarbij er met ondere andere chroom-6 werd gewerkt?
Vraag 18
Kunt u aangeven hoe vaak (middels onderhoudslogs of anderszins) in die tijd de filters van de afzuiging werd vervangen of gereinigd? Is het uit te sluiten dat door te weinig vervanging er vrijwel constant te hoge concentraties chroom-6 stof in de lucht hingen die door de werknemers werd ingeademd?
Vraag 19
Bent u ermee bekend dat er ten tijde van de Golfoorlog een enorme toename was in de werkzaamheden met chroom-6 omdat alles op dat moment in zandkleur moest worden gespoten en geverfd? Is het niet zo dat juist in die tijd er wederom een hele groep werknemers onnodig en te vaak aan hoge concentraties chroom-6 werd blootgesteld?
Vraag 20
Deelt u de mening dat vanwege alle tekortkomingen in de bedrijfsvoering, waardoor veel werknemers ten onrechte bloot zijn gesteld aan hoge concentraties chroom-6, Defensie een ereschuld heeft aan de slachtoffers van chroom-6, ongeacht of ze inmiddels aan de gevolgen ervan zijn overleden of nog in leven zijn maar dagelijks de gevolgen van een of meerdere ziektes ten gevolge van blootstelling aan chroom-6 aan den lijve ervaren?