Vrachtschip Fremantle Highway aangekomen in de Eemshaven
Zee- en binnenvaart
Brief regering
Nummer: 2023D33582, datum: 2023-08-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31409-413).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 31409 -413 Zee- en binnenvaart.
Onderdeel van zaak 2023Z13996:
- Indiener: M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2023-09-05 15:20: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-09-07 09:30: Extra procedurevergadering commissie Infrastructuur en Waterstaat (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2023-09-13 10:15: Procedurevergadering IenW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2024-02-08 13:45: Maritiem (Commissiedebat), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2024-02-29 12:35: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-03-13 14:00: Wadden (Commissiedebat), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
31 409 Zee- en binnenvaart
Nr. 413 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 augustus 2023
Op 25 juli jl. is rond middernacht ten noorden van Ameland brand ontstaan op het vrachtschip Fremantle Highway. In vervolg op de eerdere brieven aan uw Kamer1 wordt u hierbij over de laatste stand van zaken met betrekking tot de situatie en positie van het vrachtschip geïnformeerd en wordt er een toelichting gegeven op het besluit om de Fremantle Highway naar de Eemshaven te verslepen.
Sinds 31 juli was het schip gesitueerd op open water ten noorden van Schiermonnikoog. Het schip ligt in de territoriale zee, in de aanloop van de Eemsmonding. Op 1 en 2 augustus 2023 zijn bergers aan boord geweest om diverse metingen uit te voeren. Tijdens deze metingen is er geen brand waargenomen en zijn er geen toxische gassen gemeten. Daarnaast is er geen gevaar voor explosie gemeten en zijn er geen aanwijzingen dat er nog ergens brand woedt. Verder is er geen sprake van enige uitstroom van vloeistoffen dan wel andere zaken afkomstig van de Fremantle Highway. De stabiliteit van het vrachtschip is niet aangetast door het incident. Vanwege de veranderende weersituatie met potentieel risico op de stabiliteit van het vrachtschip, was de locatie op zee niet meer de meest veilige locatie.
Na overleg met alle betrokken partijen heb ik daarom besloten dat het noodzakelijk is om het schip zo snel als redelijkerwijs mogelijk is naar een haven te slepen. Daarbij is na een verkenning van beschikbare opties gekozen voor de Eemshaven, waarnaar het vrachtschip sinds vanochtend onderweg is. De Eemshaven is de meest geschikte haven vanwege de korte afstand (64 km), de verwachte verslechtering van weersomstandigheden, de aanwezige infrastructuur en de faciliteiten die de haven biedt voor de vervolgstappen voor de berging van het schip. Door de sleepreis zo kort mogelijk te houden worden de risico’s beperkt, inclusief de risico’s voor mogelijke schade aan de omgeving en voor het scheepvaartverkeer. Tijdens de sleepreis zijn experts aan boord om de status van het schip constant te monitoren. De Guardian van de Kustwacht en het oliebestrijdingsschip Arca van Rijkswaterstaat begeleiden de reis.
Inmiddels is het vrachtschip aangekomen in de Eemshaven en zal het worden afgemeerd. Daarna zal met de verdere berging worden gestart. De eigenaar van het schip blijft verantwoordelijk voor de verdere afhandeling van de lading en alles wat erbij hoort.
Mochten zich bijzonderheden voordoen bij het verdere bergingsproces dan zal de Kamer worden geïnformeerd.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers
Kamerstuk 31 409, nrs. 411 en 412.↩︎