[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Aanpassing beleid migrerend werknemerschap studiefinanciering

Studiefinanciering

Brief regering

Nummer: 2023D34052, datum: 2023-08-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-24724-214).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 24724 -214 Studiefinanciering.

Onderdeel van zaak 2023Z14198:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

24 724 Studiefinanciering

Nr. 214 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 augustus 2023

Met deze brief ga ik in op de recente ontwikkelingen met betrekking tot migrerend werknemerschap en de 56-urennorm in het kader van studiefinanciering. Aanleiding is een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) van 14 april 2023 over deze urennorm.1 Hierna ga ik kort in op deze uitspraak en vervolgens welke gevolgen deze uitspraak heeft voor het (uitvoerings)beleid en de invulling hiervan.

Uitspraak Centrale Raad van Beroep

Studenten uit de EER en Zwitserland die migrerend werknemer zijn of waarvan de ouder of partner als migrerend werknemer kwalificeert, hebben recht op volledige studiefinanciering als zij ook aan de opleidings- en leeftijdseisen voldoen. Het begrip migrerend werknemer is een communautair begrip, maar is niet concreet gedefinieerd op Europees niveau, anders dan dat het gaat om «daadwerkelijke en reële arbeid, die niet louter marginaal en bijkomstig is.» Of iemand migrerend werknemer is wordt uiteindelijk bepaald door de nationale rechter die toetst aan het Europese recht en kijkt naar het individuele geval.

Enkele maanden geleden heb ik uw Kamer geïnformeerd over de huidige werkwijze van DUO inzake het vaststellen van migrerend werknemerschap, de zogenoemde 56-urennorm en de consequenties van het eventueel verlagen van de 56-urennorm.2 Deze eerdere brief is met deze recente uitspraak van de CRvB in een nieuw licht komen te staan.

In de uitspraak van deze hoogste rechterlijke instantie in Nederland op het terrein van studiefinanciering wordt onder meer ingegaan op hoogte van de urennorm. Samengevat is de CRvB van oordeel dat een urennorm van gemiddeld 56 uur per maand, als vertrekpunt bij de beoordeling of sprake is van migrerend werknemerschap, «(...) onvoldoende recht doet aan het in het Unierecht ontwikkelde criterium dat sprake is van migrerend werknemerschap, tenzij de verrichte arbeid louter marginaal en bijkomstig van aard is.» De CRvB vindt dan ook dat het beleid omtrent migrerend werknemerschap met een urennorm van

gemiddeld 56 uur een «(...) te beperkte invulling [geeft] aan het begrip «werknemerschap».» Een urennorm van gemiddeld 32 uur, als vertrekpunt bij de beoordeling vooraf of sprake is van migrerend werknemerschap, is volgens de CRvB wel aanvaardbaar.

Gevolgen en invulling beleid

Deze uitspraak maakt het noodzakelijk dat het huidige beleid rondom het beoordelen van migrerend werknemerschap wordt aangepast. Concreet betekent dit dat een EER-student die gemiddeld 32 uur of meer per maand werkt in elk geval wordt aangemerkt als migrerend werknemer en daarmee in aanmerking komt voor volledige studiefinanciering.3 Van EER-studenten die gemiddeld minder dan 32 uur per maand werken wordt in beginsel aangenomen dat geen sprake is van migrerend werknemerschap, tenzij zij gemiddeld tussen de 24 en 32 uur per maand werken én aantonen dat zij dit bestendig doen (6 maanden of langer).4 Naarmate de omvang van de werkzaamheden geringer is komt meer gewicht toe aan de bestendigheid van de arbeidsverhouding. Als iemand niet aan de urennorm voldoet, wordt nog gekeken of de student minimaal 50 procent van de bijstandsnorm verdient. Als dat het geval is, is ook sprake van migrerend werknemerschap. Deze laatste eis is al onderdeel van het bestaande beleid.

Met dit aangepaste beleid wordt zoveel mogelijk aangesloten bij het bestaande beleid, terwijl tegelijkertijd rekenschap wordt gegeven van de uitspraak van de CRvB. Overigens gelden dezelfde eisen voor het bepalen van migrerend werknemerschap van de ouder of de partner van de student, indien de student via de ouder of de partner aanspraak wil maken op studiefinanciering.

Het beleid omtrent het vaststellen van migrerend werknemerschap is neergelegd in de Beleidsregel controlebeleid migrerend werknemerschap5 en wordt uitgevoerd door DUO. Met de wijziging van het beleid zal ook de beleidsregel worden aangepast. Vooruitlopend daarop zal ik DUO vragen vanaf 1 september 2023 uitvoering te geven aan dit beleid, om zo uitvoering te geven aan de uitspraak van de CRvB.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
R.H. Dijkgraaf


  1. Centrale Raad van Beroep 14 april 2023, ECLI:NL:CRVB:2023:700.↩︎

  2. Kamerstuk 22 452, nr. 85, p. 22–24.↩︎

  3. Mits ook voldaan is aan de leeftijds- en opleidingseisen.↩︎

  4. Op de website van DUO en in de aangepaste Beleidsregel controlebeleid migrerend werknemerschap zal in meer detail uiteen worden gezet hoe dit wordt getoetst.↩︎

  5. Beleidsregel controlebeleid migrerend werknemerschap, Stcrt. 2013, nr. 6218.↩︎