[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op verzoek commissie over een reactie op een binnengekomen e-mail in verband met prestatiebeurs reisvoorziening bij overstap van hbo naar mbo

Studiefinanciering

Brief regering

Nummer: 2023D34226, datum: 2023-08-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-24724-213).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 24724 -213 Studiefinanciering.

Onderdeel van zaak 2023Z14261:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

24 724 Studiefinanciering

Nr. 213 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 augustus 2023

Op 8 juni 2023 heeft uw Kamer mij verzocht om een reactie op een binnengekomen e-mail in verband met prestatiebeurs reisvoorziening bij overstap van hbo naar mbo. Hierbij stuur ik u de reactie op het verzoek van de commissie.

In de e-mail vertelt de afzender over haar kleindochter. Zij is op haar achttiende begonnen met een hbo-opleiding, waardoor zij onder meer recht had op het studentenreisproduct. Het studentenreisproduct wordt voor mbo-niveaus 3 en 4 en het hoger onderwijs verstrekt in de vorm van een prestatiebeurs. Als een student binnen tien jaar na het ingaan van het recht op studiefinanciering of het reisrecht een diploma haalt op dat niveau, dan wordt de prestatiebeurs omgezet in een gift. Concreet betekent dat dat een ho-student binnen tien jaar een diploma moet halen op dat niveau om de prestatiebeurs te laten omzetten in een gift.

De desbetreffende student in de e-mail heeft na een aantal jaar de overstap gemaakt naar een mbo-opleiding, omdat ze het in de praktijk goed doet en het mbo daarom passender vond. Omdat zij is overgestapt naar het mbo, zal zij niet voldoen aan de eis om binnen tien jaar haar ho-diploma te halen. De diplomatermijn voor het ho staat namelijk wettelijk los van de diplomatermijn voor het mbo. Het gevolg hiervan is dat de prestatiebeurs van deze student voor het ho-deel niet wordt omgezet in een gift, maar wordt omgezet in een lening.

De afzender van de e-mail geeft aan dat ze deze schuld groot vindt en dat het heel onrechtvaardig voelt. Dat begrijp ik goed. Ik vind het zeer belangrijk dat studenten de opleiding volgen die het beste bij hen past. Daarom wil ik ook af van het verticale beeld van het onderwijs met termen als «hoger» en «lager». Ik spreek liever over een waaier aan opleidingen die aansluiten op de talenten van jonge mensen. De stap die deze student heeft gemaakt, van het hbo naar het mbo, zie ik dan ook niet als een stap omlaag, maar opzij.

Op dit moment is het helaas niet mogelijk om de student te helpen en de lening alsnog om te zetten in een gift. Dat zou in de toekomst wellicht mogelijk gemaakt kunnen worden door de wet te wijzigen. De afgelopen tijd heb ik met betrokken partijen al veel in gang gezet om het onderscheid tussen in het mbo en ho aan te pakken.1 Op dit moment is echter nog onvoldoende duidelijk welke gevolgen een dergelijke wijziging heeft voor de prestatiebeurssystematiek. Ik zal dit betrekken in mijn verkenning naar verbetering van de dienstverlening van DUO, zoals ik aangaf in mijn brief van 23 mei 2023.2 De keuze voor eventuele vervolgstappen is aan een volgend kabinet.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
R.H. Dijkgraaf


  1. Kamerstuk 31 524, nr. 569.↩︎

  2. Kamerstuk 24 724, nr. 208.↩︎