Antwoord op vragen van de leden Mohandis en Nijboer over de Amsterdamse voorrangsregeling op woningen voor docenten, die nog altijd onvoldoende merkbaar is voor onderwijspersoneel dat daar werkt
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2023D34507, datum: 2023-08-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20222023-3463).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.L.J. Paul, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs (Ooit VVD kamerlid)
- Mede namens: H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Onderdeel van zaak 2023Z13231:
- Gericht aan: H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
- Gericht aan: R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Indiener: M. Mohandis, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: H. Nijboer, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
3463
Vragen van de leden Mohandis en Nijboer (beiden PvdA) aan de Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over de Amsterdamse voorrangsregeling op woningen voor docenten, die nog altijd onvoldoende merkbaar is voor onderwijspersoneel dat daar werkt (ingezonden 6 juli 2023).
Antwoord van Minister Paul (Primair en Voortgezet Onderwijs) mede namens de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (ontvangen 29 augustus 2023)
Vraag 1
Hoe beoordeelt u het bericht dat een van de middelen die Amsterdam inzet tegen het lerarentekort leerkrachten voorrang geven op een woning is, maar dat onderwijspersoneel dat in die stad werkzaam is, in veel gevallen onvoldoende ervan merkt doordat de vraag naar woningen groter is dan het aanbod?1
Antwoord 1
Amsterdam heeft sinds 2020 99 sociale en 29 middeldure huurwoningen met voorrang aan leraren toegekend.2, 3 De gemeente ziet dat door het toewijzen van woningen leraren in Amsterdam gaan en blijven werken. Dit neemt niet weg dat er een schaarste is aan betaalbare woningen. Ook in Amsterdam concurreren leraren met andere groepen die hard een woning nodig hebben. Het is daarom van groot belang dat er voldoende betaalbare woningen bijgebouwd worden en dat de bestaande huurwoningen betaalbaar blijven.
Vraag 2
Ziet u in de landelijke regelgeving belemmeringen die de effectiviteit van zo’n gemeentelijke voorrangsregeling in de weg staan, die u gaat wegnemen? Zo ja, wanneer kunnen wij deze tegemoetzien? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 2
De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) zet zich op verschillende manieren in om de schaarste aan betaalbare woningen tegen te gaan. Dit doet hij onder meer door de regionale woningbouwdeals die het afgelopen jaar gesloten zijn. In de Metropool Regio Amsterdam is bijvoorbeeld afgesproken dat 175.000 woningen worden bijgebouwd tot en met 2030. 65% van die woningen moet bestaan uit betaalbare woningen, huur en koop.4
Momenteel is er een situatie van schaarste en moeten de beschikbare betaalbare woningen verdeeld worden. Om gemeenten hierbij meer mogelijkheden te geven, wijzigt de Minister voor VRO de Huisvestingswet 2014. Deze wijziging is onlangs behandeld en aangenomen in uw Kamer en ligt inmiddels voor in de Eerste Kamer. Gemeenten krijgen hierdoor de mogelijkheid om maximaal vijftig procent van de vrijkomende betaalbare huurwoningen toe te wijzen, bijvoorbeeld aan vitale beroepsgroepen zoals leerkrachten. Het is aan de gemeenten om de belangen tussen de verschillende groepen woningzoekenden goed te wegen bij het maken van beleid.
Vraag 3
Ziet u andere mogelijkheden om het lokale lerarentekort tegen te gaan in gebieden waar de nood het hoogst is, nu uit uw correctie op vraag 2 in het Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden inzake wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap blijkt dat de reële «loonstijging» voor leraren in 2022 in het vo slechts-5% bedroeg, wat de aantrekkelijkheid van het lerarenberoep alleen maar naar beneden drukt?5
Antwoord 3
In december hebben de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en ik uw Kamer een brief gestuurd met onze lerarenstrategie.6 Onderdeel daarvan is het versterken van de regionale samenwerking. Dit omdat de omvang van de tekorten per regio en per sector verschilt, de problematiek het niveau van de individuele besturen overstijgt en de aanpak vraagt om solidariteit in plaats van concurrentie. In april 2022 is het Onderwijsakkoord gesloten met de sociale partners. Hierin zijn afspraken gemaakt om structureel 1, 5 miljard euro te investeren in het funderend onderwijs. Naast geld voor een hoger loon in het po en voor de aanpak van de werkdruk in het vo, is ook geld beschikbaar gesteld voor een arbeidsmarkttoelage. Hiermee stimuleren wij dat leraren, schoolleiders en ondersteuners op scholen met veel kwetsbare leerlingen gaan en blijven werken. Deze scholen staan veelal in de grote steden. In het primair onderwijs zijn de tekorten het hoogst in de G5.7 Daarom hebben we daar sinds 2020 per stad een convenant8 gesloten met specifieke afspraken passend bij de stad.
«Ik dacht: nu zal het wel snel gaan» in Het Parool, 5 juli 2023.↩︎
Ook Rotterdam, Den Haag, Almere, Utrecht en Zaanstad hebben een voorrangsregeling.↩︎
Dit is de stand per eind mei 2023.↩︎
Zie de pagina https://datawonen.nl/woondealregio-niveau.aspx voor een inzicht in de afspraken en monitoring van de voortgang.↩︎
Kamerstuk 36 350 VIII, nr. 4.↩︎
Kamerstuk 27 923, nr. 443.↩︎
Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Utrecht en Almere.↩︎
Kamerstuk 27 923, nr. 387.↩︎