[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Afdoening toezegging uit het debat over de opvolging van het rapport Ongekend Onrecht van 23 mei 2023

Parlementaire ondervraging kinderopvangtoeslag

Brief regering

Nummer: 2023D35069, datum: 2023-09-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35510-140).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35510 -140 Parlementaire ondervraging kinderopvangtoeslag.

Onderdeel van zaak 2023Z14557:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

35 510 Parlementaire ondervraging kinderopvangtoeslag

Nr. 140 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 september 2023

In het debat over de opvolging van het rapport Ongekend Onrecht van 23 mei jl. is aan het lid Omtzigt toegezegd om samen met de Minister voor Rechtsbescherming op papier te zetten wat het kader is op basis waarvan de Nederlandse regering inhoudelijk mag overleggen met de rechterlijke macht1.

Mede namens de Minister voor Rechtsbescherming kan ik uw Kamer melden dat het op rijksniveau gebruikelijk is om overleg te voeren over de beheersmatige aspecten van het werk van de Rechtspraak. Zoals op de dag van het debat ook door de Rechtspraak via social media is gecommuniceerd «worden regelmatig ketenoverleggen gevoerd in verschillende rechtsgebieden en met vertegenwoordigers van verschillende procespartijen die in zeer veel zaken betrokken zijn (...) Dit soort overleggen zijn bedoeld om bedrijfsmatige processen efficiënt en effectief te laten verlopen.» Het gaat daarbij om de financiering, de digitalisering en de capaciteit van de Rechtspraak en over de mogelijkheden om de kwaliteit van het werk te verhogen. Zo vinden bijvoorbeeld op periodieke basis gesprekken plaats over de mogelijkheden om de doorlooptijden van de rechtspraak te verbeteren en de werkvoorraden te verkleinen. Ook denkt de Rechtspraak graag mee over oplossingen voor knelpunten die de zij signaleert in regelgeving en beleid van de Rijksoverheid.

Op decentraal niveau wordt desgewenst overleg gevoerd tussen de rechtsprekende instanties en procesdeelnemers over de planning van rechtszaken en de logistieke werkwijze bij aanlevering van documenten/dossiers.

Zoals ik in het debat reeds heb aangegeven heeft UHT, naast aangesloten te zijn geweest op dit soort decentrale overleggen, een informeel overleg gehad met het Landelijk overleg vakinhoud bestuursrecht (LOVB) op 13 juli 2022. De strekking van dit gesprek heb ik met u gedeeld tijdens het debat en daarbij heb ik aangegeven dat er wordt uitgezocht of hier een verslag van is gemaakt. Voor zover bekend is dat niet het geval.

In hetzelfde debat over de opvolging van het rapport Ongekend Onrecht heeft het lid Leijten opgemerkt dat «de Staatssecretaris het net (had) over het bedenken van onorthodoxe dingen en over versnellen» en dat «we in dezelfde stukken (zien) die naar buiten zijn gekomen dat er afstemming is geweest met de rechterlijke macht over zaken en beslistermijnen, en dat er is gesproken over een spoedwet waarmee geen dwangsommen meer opgelegd kunnen worden door ouders.» Uw Kamer heeft mij verzocht om daar ook nader op in te gaan.2

Op ambtelijk niveau is over de hele linie van de hersteloperatie gekeken naar versnellingsmaatregelen. Daarbij is gebrainstormd over onorthodoxe maatregelen die hieraan zouden kunnen bijdragen. In dat kader is ook een spoedwet geopperd. Deze optie is echter vrijwel direct als onwenselijk bestempeld en daarom ook niet verder uitgewerkt.

De Staatssecretaris van Financiën,
A. de Vries


  1. Handelingen II 2022/23, nr. 83, item 26.↩︎

  2. Handelingen II 2022/23, nr. 83, item 26.↩︎