[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Memorie van toelichting

Vaststelling van de begrotingsstaat van het Nationaal Groeifonds voor het jaar 2024

Memorie van toelichting

Nummer: 2023D35186, datum: 2023-09-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36410-L-2).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36410 L-2 Vaststelling van de begrotingsstaat van het Nationaal Groeifonds voor het jaar 2024.

Onderdeel van zaak 2023Z14471:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023–2024
36 410L Vaststelling van de begrotingsstaat van het Nationaal Groeifonds (L) voor het jaar 2024
Nr. 2

Memorie van toelichting

Geraamde uitgaven en ontvangsten

Figuur 1 Geraamde uitgaven van het Nationaal Groeifonds m.b.t. 2024 (bedragen x € 1 mln). Totaal € 1.572,3 mln.

Figuur 2 Geraamde ontvangsten van het Nationaal Groeifonds m.b.t. 2024 (bedragen x € 1 mln). Totaal € 1.572,3 mln.

A. Artikelsgewijze toelichting bij het begrotingswetsvoorstel

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld.

Het wetsvoorstel strekt ertoe om de onderhavige begrotingsstaat voor het aangegeven jaar vast te stellen.

Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor dat jaar. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota.

Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten vastgesteld. De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenoemde begrotingstoelichting).

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

M.A.M.Adriaansens

B. Artikelsgewijze toelichting bij de begrotingsartikelen

Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat heeft twee begrotingen:

  1. de beleidsbegroting (Hoofdstuk XIII van de Rijksbegroting) en
  2. de begroting van het Nationaal Groeifonds (NGF) (Hoofdstuk L van de Rijksbe­groting).

Voor u ligt de begroting van het Nationaal Groeifonds.

1. Leeswijzer

Deze leeswijzer gaat in op de volgende onderwerpen:

  1. Begrotingsstructuur;
  2. Groeiparagraaf;
  3. Ondergrenzen toelichtingen.

1. Begrotingsstructuur

Beleidsagenda

Dit onderdeel bevat onder «beleidsprioriteiten» het doel van het NGF en de belangrijkste prioriteiten voor 2024. Vervolgens worden de belangrijkste beleidsmatige mutaties beschreven. Tot slot wordt de Strategische Evaluatie Agenda uiteengezet.

Beleidsartikelen

In de beleidsartikelen worden de twee pijlers van het Groeifonds beschreven: Kennisontwikkeling (artikel 1) en Onderzoek, ontwikkeling en innovatie (artikel 2).

Per pijler worden de doelstellingen, de verantwoordelijkheden van de minister(s) en beleidswijzigingen beschreven. Daarnaast is er de huidige financiële stand van de twee pijlers te vinden, voorzien van een toelichting. Ook de voormalige pijler Infrastructuur (artikel) wordt beschreven, hoewel dit artikel is opgeheven als gevolg van het coalitieakkoord van kabinet-Rutte IV. Vanwege één project blijft dit artikel vooralsnog in stand.

Bijlagen

Tot slot bevat dit begrotingshoofdstuk drie bijlagen. In de «verdiepingsbijlage» (bijlage 1) zijn de financiële ontwikkelingen vanaf de begroting 2023 tot aan deze begroting te vinden. Bijlage 2 biedt een overzicht van moties en toezeggingen omtrent het NGF. Het «totaaloverzicht NGF-projecten» (bijlage 3) bevat kasreeksen en een overzicht van de verdeling tussen de verschillende modaliteiten (toekenningen, voorwaardelijke toekenningen en reserveringen) voor álle NGF-projecten.

2. Groeiparagraaf

Ten opzichte van de ontwerpbegroting 2023 is de overzichtstabel van de verdeling van de NGF-middelen, die onder «Beleidsprioriteiten» is opgenomen, aangepast om de leesbaarheid te vergroten.

Daarnaast is ervoor gekozen om in de tabel 'Verhouding modaliteiten per NGF-project', die in de bijlage «Totaaloverzicht NGF-projecten» staat, de realisatie per departement vanaf nu alleen weer te geven in het jaarverslag. Dat is meer in lijn met de aard van de begrotingsstukken, waarbij de realisatie per project thuishoort in het jaarverslag.

Tot slot is de tabel met het overzicht van reserveringen in de bijlage «Totaaloverzicht NGF-projecten» niet meer opgenomen. De reden hiervoor is dat deze informatie bij nader inzien overbodig is aangezien dezelfde informatie ook al werd weergegeven in de tabel 'Verhouding modaliteiten per NGF-project'.

3. Ondergrenzen toelichtingen

Wat het toelichten van significante verschillen in de uitgaven, ontvangsten en verplichtingen betreft zijn de ondergrenzen gehanteerd zoals opgenomen in de onderstaande tabel.

< 50 1 2
=> 50 en < 200 2 4
=> 200 < 1000 5 10
=> 1000 10 20

In sommige gevallen, waar politiek relevant, worden ook posten toegelicht beneden deze ondergrenzen.

2. Beleidsagenda

Beleidsprioriteiten

Het doel van het Nationaal Groeifonds

Het doel van het Nationaal Groeifonds is het beschikbaar stellen van financiële middelen voor extra investeringen om het duurzaam verdienvermogen van Nederland op lange termijn te verhogen. Met «duurzaam verdienvermogen» wordt bedoeld: het bruto binnenlands product (de totale toegevoegde waarde van alle in een land geproduceerde goederen en diensten) dat Nederland op de lange termijn op structurele basis kan genereren, met oog voor een economische, sociale en milieuvriendelijke duurzame toekomst voor de aarde en voor huidige en toekomstige generaties. Daarbij wordt uitgegaan van een tijdshorizon van twintig tot dertig jaar. De investeringen moeten betrekking hebben op het gebied van (1) kennisontwikkeling of (2) onderzoek, ontwikkeling en innovatie. Deze twee gebieden vormen daarmee de reikwijdte van het fonds.

Bij de introductie van het Nationaal Groeifonds werd een bedrag van € 20 mld beschikbaar gesteld, verspreid over de periode 2021-2025. De huidige verdeling van die middelen is weergegeven in tabel 1.

Er zijn twee wijzigingen in de verdeling van de middelen ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2023. Ten eerste is in de tabel de uitkomst van de derde ronde opgenomen. Ten tweede is erin opgenomen dat € 115 mln van de uitgekeerde loon- en prijsbijstelling over de periode 2023-2032 is ingehouden voor de gevolgen van de Parlementaire Enquête Groninger Aardgaswinning (PEGA). Beide worden budgettair verwerkt in deze begroting.

Departementale route
Toegekend ‒ 4.464,9
Voorwaardelijk toegekend ‒ 4.035,2
Gereserveerd ‒ 3.108,4
Subsidieroute
Toegekend * ‒ 168,1
Aapparaatskosten ‒ 52,2
Overige mutaties
Loon- en prijsbijstelling 2022 697,1
Loon- en prijsbijstelling 2023 908,7
Verlaging Voorjaarsnota 2022 ‒ 660,0
Verlaging APB 2023 ‒ 381,0
Verlaging Voorjaarsnota 2023 ‒ 451,4
Verlaging Miljoenennota 2024 ‒ 115,0
Nog beschikbaar 8.169,5
* Toekenning en hoogte van subsidie onder voorbehoud van detailcheck RVO en besluit van minister EZK.

Hieronder worden de belangrijkste prioriteiten voor 2024 beschreven.

Voorbereiding vierde ronde

Vanaf 2024 vindt de vierde indieningsronde van het Nationaal Groeifonds plaats. Sinds 2023 is het mogelijk voor veldpartijen (zoals bedrijven en kennisinstellingen) om rechtstreeks investeringsvoorstellen in te dienen voor het Nationaal Groeifonds. Dit kan op basis van de Subsidieregeling Nationaal Groeifonds (ook wel de «subsidieroute» genoemd). De subsidieregeling wordt voor de vierde ronde herzien, waarbij de aanvraagprocedure wordt verbeterd op basis van de ervaringen met de uitvoering van het Nationaal Groeifonds tot nu toe. Departementen kunnen daarnaast ook voorstellen indienen voor de vierde ronde (via de zogenoemde 'departementale route').

Investeringsprogramma’s voor Caribisch gebied

Er worden aparte investeringsprogramma’s opgezet om de economische structuur van de CAS-landen (Curaçao, Aruba en Sint Maarten) en Caribisch Nederland (Bonaire, Sint Eustatius en Saba) te versterken, gefinancierd vanuit het Nationaal Groeifonds. De Tweede Kamer is hierover geïnformeerd in de brief van 16 mei 2023 (Kamerstuk 36 200 IV, nr. 89). Voor de CAS-landen zal een openstelling plaatsvinden van € 100 mln, met mogelijk een tweede openstelling van maximaal € 100 mln. Voor Caribisch Nederland is maximaal € 30 mln gereserveerd. De investeringsprogramma’s zullen in overleg met de CAS-landen en Caribisch Nederland verder worden uitgewerkt.

Tussenevaluatie Nationaal Groeifonds

Bij de aankondiging van het Nationaal Groeifonds is toegezegd om twee jaar na oprichting van het fonds een tussentijdse evaluatie te laten plaatsvinden, met bijzondere aandacht voor de governance. In 2023 bestond het Nationaal Groeifonds twee jaar. De conclusies van de evaluatie worden in het najaar van 2023 aangeboden aan het parlement.

Belangrijkste beleidsmatige mutaties

Totaaloverzicht belangrijkste beleidsmatige mutaties t.o.v. vorig jaar

Stand ontwerpbegroting 2023 (inclusief NvW en amendementen) 1.195.710 2.444.052 2.391.517 2.497.217 2.438.919 2.115.878 2.990.623
Belangrijkste mutaties
Project Toekomstbestendige leefomgeving 2 ‒ 10.000 ‒ 20.000 ‒ 25.000 ‒ 5.000
Project Health-RI 2 ‒ 12.000 ‒ 11.000 ‒ 11.000 ‒ 8.000 ‒ 5.000
Project NL2120 2 ‒ 10.197 ‒ 10.194 ‒ 14.004 ‒ 12.216 ‒ 9.956 ‒ 13.433
Project Groeiplan Watertechnologie 2 ‒ 15.980 ‒ 13.426 ‒ 13.095 ‒ 13.015 ‒ 21.595 ‒ 57.889
Project Dutch Metropolitan Innovations 2 ‒ 10.303 ‒ 20.005 ‒ 18.303 ‒ 16.472 ‒ 13.940 ‒ 5.977
Project GroenvermogenNL 2 ‒ 50.000 ‒ 69.000
Kasschuif 2 ‒ 97.044 10.000 15.000 15.000 57.044
Uitvoeringskosten RVO 1+2 ‒ 2.595
Loon- en prijsbijstelling 1+2 62.812 96.461 104.487 105.779 101.780 87.467 349.868
Ombuiging op loon- en prijsbijstelling 1+2 ‒ 37.687 ‒ 57.877 ‒ 63.529 ‒ 64.862 ‒ 63.160 ‒ 29.029 ‒ 35.283
Economische Veiligheid 1+2 ‒ 25.125 ‒ 38.584 ‒ 36.291
Project Nationale Aanpak Professionalisering van Leraren 1 ‒ 3.527 ‒ 24.134 ‒ 22.514 ‒ 22.925
Project DUTCH 1 ‒ 47.000 ‒ 1.000
Project Circulaire geïntegreerde hoogrendementszonnepanelen 2 ‒ 135.000
Project Maritiem Masterplan 2 ‒ 30.000 ‒ 60.000 ‒ 10.000
Project QuantumDeltaNL 2 ‒ 30.200 ‒ 30.000
PEGA 1+2 ‒ 4.667 ‒ 40.917 ‒ 38.620 ‒ 30.796
Kasschuif subsidie route 1+2 ‒ 390.000 ‒ 760.000 ‒ 800.000 ‒ 800.000 ‒ 800.000 1.550.000 2.000.000
Kasschuif departementale route 1+2 ‒ 507.568 429.123 200.000 290.250 ‒ 411.805
Kasschuif voorwaardelijke toekenningen 1+2 ‒ 118.200 ‒ 148.000 43.000 6.800 206.400 ‒ 1.000 11.000
Stand ontwerpbegroting 2024 10.000 1.572.266 1.471.460 1.791.932 2.080.473 3.253.187 5.301.930

Toelichting

Omzettingen voor zes projecten

Voor de eerste zes in tabel 2 genoemde projecten werden met de 1e suppletoire begroting omzettingen naar (deels voorwaardelijke) toekenningen verwerkt (Kamerstuk 36 200 L, nr. 9 en Kamerstuk 36 250 XIX, nr. 3).

Kasschuif

Een tweetal kasschuiven van in totaal € 97,0 mln werd met de 1e suppletoire begroting doorgevoerd om voor de toekenningen van de zes genoemde projecten de overboeking van kasbudget voor latere jaren mogelijk te maken.

Uitvoeringskosten RVO

Voor de uitvoering van de subsidieregeling door RVO bleken meer middelen nodig te zijn. Er is daarvoor met de 1e suppletoire begroting € 2,6 mln overgeboekt naar artikel 40 van EZK. Dit bedrag is evenredig verdeeld over artikel 1 en 2.

(Ombuiging op) loon- en prijsbijstelling

Voor de periode 2023-2032 werd met de 1e suppletoire begroting in totaal € 908,7 mln uitgekeerd aan loon- en prijsbijstelling (LPB). Hiervan werd in totaal € 351,4 mln aangewend voor het EZK-aandeel in de structurele rijksbrede dekkingsopgave als gevolg van de stijgende rentelasten en asiel.

Beschermingsfonds Economische Veiligheid

Er werd met de 1e suppletoire begroting in totaal € 100,0 mln van de uitgekeerde LPB van het NGF aangewend voor het nader uit te werken Beschermingsfonds Economische Veiligheid.

Uitkomst derde ronde NGF

Op 30 juni 2023 is de uitkomst van de derde ronde van het NGF bekend gemaakt (Kamerstuk 36 200 L, nr. 11). De (voorwaardelijke) toekenningen zijn verwerkt in deze begroting. In tabel 2 staan de toekenningen vermeld (de voorwaardelijke toekenningen zijn geraamd op deze begroting en worden beschreven in artikel 1 en 2). Het gaat om de volgende vier projecten:

Nationale Aanpak Professionalisering Leraren (OCW)

Aan dit project is € 73,1 mln toegekend. Daarnaast is € 86,5 mln voorwaardelijk toegekend. De uitgaven voor 2024 zijn geraamd op € 3,5 mln.

De basis van ons duurzame verdienvermogen is een goed opgeleide bevolking, opgeleid via goed funderend onderwijs. De kwaliteit van leraren is een van de belangrijkste factoren die de kwaliteit van het onderwijs bepalen. De initiële kwalificatie van leraren is stevig verankerd, maar daar stopt de professionele ontwikkeling van leraren niet. Het ontwikkelen van leraren na hun startkwalificatie is minder goed geborgd en het aanbod aan ontwikkelmogelijkheden is versnipperd. Met dit project wordt een stevige impuls geven aan de verdere professionalisering van leraren, door een duidelijke visie op professionalisering te ontwikkelen met een bijbehorend scholingsaanbod.

DUTCH (VWS)

Aan dit project is € 48,0 mln toegekend. Daarnaast is € 84,0 mln voorwaardelijk toegekend. De uitgaven voor 2024 zijn geraamd op € 47,0 mln.

DUTCH zet in op een belangrijke transformatie in de zorg: de implementatie van meer technologie om de zorg op de lange termijn houdbaar en werkbaar te houden. Het doel van het voorstel is om meer fysieke en virtuele simulaties te creëren. Het voorstel is specifiek gericht op de transformatie van de opleidingen bij drie beroepsgroepen in de zorg: operatieassistenten, radiologisch laboranten en anesthesiemedewerkers.

Circulaire geïntegreerde hoogrendementszonnepanelen (EZK)

Aan dit project is € 135,0 mln toegekend. Daarnaast is € 277,0 mln voorwaardelijk toegekend. De uitgaven voor 2024 zijn geraamd op € 135,0 mln.

Het project Circulaire geïntegreerde hoogrendementszonnepanelen (SolarNL) zet in op de creatie en industrialisatie van een innovatie-ecosysteem voor lokale ontwikkeling van nieuwe zon-pv-technologieën voor toekomstig verdienvermogen. Het project heeft als doel om drie innovatieve concurrerende zon-pv-technologieën te ontwikkelen en te industrialiseren. Nederland heeft een sterke technologische kennispositie op dit vlak, die met dit project opnieuw aangewend kan worden om Nederland een positieve impuls te geven in specifieke onderdelen van de zon-pv waardeketen. Met dit project kan zowel het duurzaam verdienvermogen van Nederland worden vergroot, als het gebruik van kritieke materialen en de uitstoot van broeikasgassen worden teruggedrongen.

Maritiem Masterplan (I&W)

Aan dit project is € 100,0 mln toegekend. Daarnaast is € 110,0 mln voorwaardelijk toegekend. De uitgaven voor 2024 zijn geraamd op € 30,0 mln.

Het Maritiem Masterplan kan de maritieme sector helpen voortvarend de transitie naar duurzame energiedragers en schepen te maken. Het plan beoogt bij te dragen aan de versnelling van de mondiale energietransitie en de Nederlandse economie te versterken. De middelen van het Nationaal Groeifonds geven een sterke impuls aan het ontwikkelen van duurzame schepen, waar naar verwachting wereldwijd meer vraag naar ontstaat. Het Maritiem Masterplan kan daarbij helpen de samenwerking en kennisdeling binnen de sector verder te bevorderen.

Het Maritiem Masterplan is gericht op het versnellen van de energietransitie en beoogt voor de Nederlandse sector een goede uitganspositie te creëren in een groeimarkt van duurzame schepen. Het voorstel versterkt daarbij de samenwerking tussen onderwijs, kennisinstellingen en bedrijven.

Quantum Delta NL (EZK)

Tegelijk met de uitkomst van de derde ronde werd ook bekend gemaakt dat een deel van de reservering van € 333,0 mln voor project Quantum Delta NL (uit de eerste ronde) wordt omgezet in een toekenning van € 60,2 mln. Het totaal aan toegekende middelen voor dit project komt daarmee op € 342,2 miljoen euro. Daarnaast staat er nog € 272,8 mln gereserveerd voor een derde fase van het project.

PEGA

Van de uitgekeerde LPB voor de periode 2023-2032 wordt in totaal € 115,0 mln aangewend voor de gevolgen van de uitkomsten van de Parlementaire Enquêtecommissie Groninger Aardgaswinning (PEGA).

Kasschuif subsidieroute

De middelen die niet nodig bleken voor de subsidieroute in 2023 worden doorgeschoven naar latere jaren. In 2024 worden geen nieuwe toekenningen verwacht, aangezien pas in de tweede helft van 2024 nieuwe aanvragen voor de subsidieregeling Nationaal Groeifonds ingediend kunnen worden en de beoordelingsperiode maximaal 26 weken duurt. Om die reden worden ook de middelen die niet nodig zijn voor 2024 doorgeschoven naar latere jaren.

Kasschuif departementale route

Deze kasschuif wordt uitgevoerd om in 2024 voldoende middelen beschikbaar te hebben voor de eventuele omzetting van reserveringen en voor de deelname van de CAS-landen en de BES-eilanden aan het NGF.

Kasschuif voorwaardelijke toekenningen

Deze kasschuif wordt uitgevoerd om de ramingen van de voorwaardelijke toekenningen uit de derde ronde op deze begroting mogelijk te maken. Daarnaast worden voor enkele projecten de kasmiddelen van 2023 doorgeschoven naar 2024 of latere jaren.

Stand ontwerpbegroting 2023 (inclusief NvW en amendementen) 1.195.710 2.444.052 2.391.517 2.497.217 2.438.919 2.115.878 2.990.623
Belangrijkste mutaties
Project Toekomstbestendige leefomgeving 2 ‒ 10.000 ‒ 20.000 ‒ 25.000 ‒ 5.000
Project Health-RI 2 ‒ 12.000 ‒ 11.000 ‒ 11.000 ‒ 8.000 ‒ 5.000
Project NL2120 2 ‒ 10.197 ‒ 10.194 ‒ 14.004 ‒ 12.216 ‒ 9.956 ‒ 13.433
Project Groeiplan Watertechnologie 2 ‒ 15.980 ‒ 13.426 ‒ 13.095 ‒ 13.015 ‒ 21.595 ‒ 57.889
Project Dutch Metropolitan Innovations 2 ‒ 10.303 ‒ 20.005 ‒ 18.303 ‒ 16.472 ‒ 13.940 ‒ 5.977
Project GroenvermogenNL 2 ‒ 50.000 ‒ 69.000
Kasschuif 2 ‒ 97.044 10.000 15.000 15.000 57.044
Uitvoeringskosten RVO 1+2 ‒ 2.595
Loon- en prijsbijstelling 1+2 62.812 96.461 104.487 105.779 101.780 87.467 349.868
Ombuiging op loon- en prijsbijstelling 1+2 ‒ 37.687 ‒ 57.877 ‒ 63.529 ‒ 64.862 ‒ 63.160 ‒ 29.029 ‒ 35.283
Economische Veiligheid 1+2 ‒ 25.125 ‒ 38.584 ‒ 36.291
Project Nationale Aanpak Professionalisering van Leraren 1 ‒ 3.527 ‒ 24.134 ‒ 22.514 ‒ 22.925
Project DUTCH 1 ‒ 47.000 ‒ 1.000
Project Circulaire geïntegreerde hoogrendementszonnepanelen 2 ‒ 135.000
Project Maritiem Masterplan 2 ‒ 30.000 ‒ 60.000 ‒ 10.000
Project QuantumDeltaNL 2 ‒ 30.200 ‒ 30.000
PEGA 1+2 ‒ 4.667 ‒ 40.917 ‒ 38.620 ‒ 30.796
Kasschuif subsidie route 1+2 ‒ 390.000 ‒ 760.000 ‒ 800.000 ‒ 800.000 ‒ 800.000 1.550.000 2.000.000
Kasschuif departementale route 1+2 ‒ 507.568 429.123 200.000 290.250 ‒ 411.805
Kasschuif voorwaardelijke toekenningen 1+2 ‒ 118.200 ‒ 148.000 43.000 6.800 206.400 ‒ 1.000 11.000
Stand ontwerpbegroting 2024 10.000 1.572.266 1.471.460 1.791.932 2.080.473 3.253.187 5.301.930

Toelichting

Een begrotingsfonds wordt «gevoed» door het moederdepartement, in dit geval het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Deze ontvangstenmutaties komen exact overeen met de hierboven beschreven uitgavenmutaties. Wanneer na afronding van een NGF-project blijkt dat het toegekende budget niet volledig is benut, valt het restant terug aan het NGF door middel van een overboeking van het uitvoerende departement naar het voedingsartikel van het NGF (artikel 6 van begroting EZK, Hoofdstuk XIII).

Strategische Evaluatie Agenda

In tabel 4 staat aangegeven welke evaluaties van het Nationaal Groeifonds gepland staan. De geplande evaluaties van individuele projecten staan vermeld in de Strategische Evaluatie Agenda (SEA) van de departementen die deze projecten uitvoeren.

Nationaal Groeifonds synthese 2026 Dit zal de eerste evaluatie van het Nationaal Groeifonds als geheel zijn. Input zal onder andere de eerdere evaluaties van de governance en van het uitoefenen van de taken van de commissie en de monitorings- en evaluatierapportages van toegekende projecten zijn.

Reeds geplande evaluaties van toegekende projecten staan op de SEA's/evaluatieplanningen van de departementen die deze projecten uitvoeren.
Vooralsnog is er geen toegekend project met een einddatum in of voor 2026, en dit wordt ook niet meer verwacht. Daarom zal de eerste beleidsdoorlichting gebruik moeten maken van jaarlijkse projectmonitoringsrapportages en de informatie die daarbij uitgevraagd wordt.
L
Nationaal Groeifonds ex-durante 2023 In de Kamerbrief Nationaal Groeifonds van 7 september 2020 (Kamerstuk 35 300, nr. 83) is toegezegd dat na twee jaar een tussentijdse evaluatie zal plaatsvinden met bijzondere aandacht voor de governance van het NGF. L
Uitoefening van taken van de commissie ex-durante 2023 In het Instellingsbesluit, artikel 10 is toegezegd dat de adviescommissie binnen drie jaar na haar instelling een evaluatieverslag over de uitoefening van haar taken aan de ministers stuurt. L

3. Beleidsartikelen

Beleidsartikel 1 Kennisontwikkeling

A. Algemene doelstelling

Het doel van deze pijler is het verdienvermogen van Nederland versterken door middel van investeringen in kennisontwikkeling.

Investeringen in kennisontwikkeling, oftewel menselijk kapitaal, vormen een voorbereiding op een toekomst die zich nog lastig laat voorspellen. Deze investeringen versterken het verdienvermogen via verschillende wegen. Ten eerste zal het beschikken over relevante kennis en vaardigheden de arbeidsproductiviteit in Nederland direct verhogen. Personeel dat beschikt over de juiste kennis en vaardigheden zal de kwaliteit van werk vergroten. Daarnaast is er een dynamisch effect. Menselijk kapitaal vergroot het aanpassingsvermogen van een economie. Hierdoor kan flexibel worden ingespeeld op de economie van morgen en de vaardigheden die de economie dan van ons vraagt. Dat begint bij bouwen aan ijzersterk primair, voortgezet, middelbaar en hoger onderwijs. Daar wordt een sterke en bestendige basis voor Nederland gelegd. Belangrijk is bovendien dat we ook na de schoolcarrière en collegebanken blijven leren. Scholing en omscholing tijdens de loopbaan moet veel gebruikelijker worden dan ze nu zijn. Met een investeringsimpuls in menselijk kapitaal kan op deze terreinen een sprong worden gemaakt. Dit betreft éénmalige investeringsprojecten die bijdragen aan het verdienvermogen op de lange termijn, en dus geen reguliere of structurele uitgaven. Investeringen in menselijk kapitaal leveren tevens een bijdrage aan onze brede welvaart, bijvoorbeeld aan de dimensies gezondheid en sociale participatie. Andersom geldt hetzelfde: investeren in het verminderen van de kansenongelijkheid in het onderwijs levert een bijdrage aan de opbouw van menselijk kapitaal en de arbeidsproductiviteit.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De minister van Economische Zaken en Klimaat is verantwoordelijk voor de begroting van het Nationaal Groeifonds. De minister van Financiën en de minister van Economische Zaken treden op als fondsbeheerders van het Nationaal Groeifonds.

Ingediende voorstellen worden door de adviescommissie beoordeeld op hun bijdrage aan het duurzaam verdienvermogen. De adviescommissie brengt advies over de voorstellen uit aan de fondsbeheerders. Na ontvangst van het advies zal al dan niet worden overgegaan tot toekenning van middelen ten behoeve van een bepaald investeringsvoorstel.

Voor de departementale route vindt in de Ministerraad, naar aanleiding van het advies van de adviescommissie, besluitvorming plaats over de benodigde budgetoverhevelingen. De minister van Economische Zaken en Klimaat draagt er vervolgens zorg voor dat de financiële middelen vanuit het fonds via een overboeking naar de betreffende departementale begroting beschikbaar komen voor de geselecteerde investeringsvoorstellen. Als een voorstel is goedgekeurd neemt de verantwoordelijke bewindspersoon de regie over de uitvoering binnen het daarvoor beschikbaar gestelde budget.

In geval van de subsidieroute gaat de minister van Economische Zaken en Klimaat over tot subsidieverstrekking nadat de Ministerraad is geïnformeerd over het advies van de adviescommissie. De subsidies worden vervolgens rechtstreeks vanuit het fonds uitgekeerd aan de aanvrager(s).

Het advies van de adviescommissie zal openbaar worden gemaakt.

C. Beleidswijzigingen

In deze begroting zijn de goedgekeurde projecten uit de departementale route van de derde ronde van het NGF verwerkt. Dit betreft voor de pijler Kennisontwikkeling toekenningen en voorwaardelijke toekenningen. De budgetten voor de toegekende projecten zijn overgeheveld naar de betreffende departementale begrotingen. De budgetten voor de voorwaardelijke toekenningen zijn geraamd onder de categorie 'Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken'. Nadat aan de door de commissie gestelde voorwaarden is voldaan, zal de voorwaardelijke toekenning worden omgezet in een definitieve toekenning en zal het voor deze projecten beschikbaar gestelde budget worden overgeboekt naar de betreffende departementale begroting.

Er zijn ook reserveringen voor projecten gedaan. Omdat voor de reserveringen een nieuw advies van de commissie nodig is, zijn deze budgetten nog niet voor het betreffende project geraamd op de NGF-begroting. Om toch zicht te bieden op alle reserveringen is een overzicht hiervan opgenomen in tabel 26 in bijlage 3.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 0 0 2.103.564 2.780.030 2.567.002 93.392 16.944
Uitgaven 0 0 434.036 799.535 941.896 1.162.358 1.869.460
Subsidies (regelingen) 0 0 0 200.000 400.000 600.000 800.000
Subsidieregeling Nationaal Groeifonds – Kennisontwikkeling 200.000 400.000 600.000 800.000
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken 0 0 434.036 599.535 541.896 562.358 1.069.460
NGF - project Npuls bijdrage OCW 40.000 80.000 80.000
NGF - project Impuls Open Leermateriaal bijdrage OCW 11.594 11.794 11.906 11.443
NGF - project Ontwikkelkracht bijdrage OCW 29.064 33.260
NGF - project Collectief laagopgeleiden en laaggeletterden bijdrage OCW 14.215 14.215 14.215
NGF - project Nationale LLO Katalysator bijdrage OCW 112.500 112.500
NGF - project Opschaling publiek private samenwerking in het beroepsonderwijs bijdrage EZK 26.320 25.820
NGF - project Nationale Aanpak Professionalisering van Leraren bijdrage OCW 3.221 83.296
NGF - project DUTCH bijdrage VWS 33.000 30.000 21.000
NGF - project Meer Uren Werkt! bijdrage SZW 4.663 8.783 9.617 6.937
NGF - project Innovatieprogramma Onderwijshuisvesting OCW 16.558 5.513 45.443 43.167 164.519
NGF - project Creative Industries Immersive Impact Coalition (CIIIC) bijdrage OCW 13.800 47.400 50.300 50.000 38.500
Kennisontwikkeling onverdeeld departementale route 272.300 366.530 340.527 290.743 632.622
Ontvangsten 0 0 434.036 799.535 941.896 1.162.358 1.869.460
Verplichtingen 0 0 2.103.564 2.780.030 2.567.002 93.392 16.944
waarvan garantieverplichtingen 0
waarvan overige verplichtingen 0 2.103.564 2.780.030 2.567.002 93.392 16.944

Budgetflexibiliteit

juridisch verplicht 37,3%
bestuurlijk gebonden 0%
beleidsmatig gereserveerd 62,7%
nog niet ingevuld/vrij te besteden 0%

De kasmiddelen voor voorwaardelijk toegekende projecten zijn in tabel 5 weergegeven onder 'bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken'. In totaal is in 2024 € 161,7 mln geraamd voor vijf projecten. Deze middelen zijn juridisch verplicht. Dit is 37,3% van het uitgavenbudget in 2024. Alle overige kasmiddelen (€ 272,3 mln; 62,7% van het uitgavenbudget in 2024) zijn beleidsmatig gereserveerd. Deze middelen zijn bestemd voor de eventuele omzetting van reserveringen, de nader uit te werken investeringsprogramma's voor de CAS-landen en Caribisch Nederland en voor nieuwe NGF-projecten.

Meerjarenoverzicht Kennisontwikkeling

Verplichtingen Kennisontwikkeling 0 0 2.103.564 2.780.030 2.567.002 93.392 16.944 157.292 7.718.224
Uitgaven Kennisontwikkeling 0 0 434.036 799.535 941.896 1.162.358 1.869.460 2.510.939 7.718.224

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Er bestaan geen schotten tussen de twee beleidsartikelen van het NGF. Afhankelijk van de uiteindelijke projectselectie kan de verdeling van de middelen over de beleidsartikelen anders uitvallen. In dat geval zal bij een (suppletoire) begroting een mutatie op de beleidsartikelen worden doorgevoerd.

Verplichtingen

Er is in 2024 verplichtingenruimte voor voorwaardelijke toekenningen en eventuele omzettingen van reserveringen.

Uitgaven

Subsidies

Subsidieregeling Nationaal Groeifonds - Kennisontwikkeling

In de derde ronde zijn geen subsidiemiddelen toegekend vanuit artikel 1. Daarnaast worden in 2024 geen nieuwe uitgaven verwacht, aangezien pas vanaf de tweede helft van 2024 nieuwe aanvragen voor de subsidieregeling Nationaal Groeifonds ingediend kunnen worden en de beoordelingsperiode maximaal 26 weken duurt. Om deze redenen zijn er geen middelen geraamd voor 2024.

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Hier staat het kasbudget weergegeven voor projecten waarbij sprake is van een voorwaardelijke toekenning. Die projecten worden hieronder beschreven (een totaaloverzicht van alle projecten met een voorwaardelijke toekenning is te vinden in bijlage 2). Onderaan dit onderdeel van tabel 5 is het kasbudget weergegeven voor toekomstige (voorwaardelijke) toekenningen ('Kennisontwikkeling onverdeeld departementale route').

Npuls (voorheen Digitaliseringsimpuls onderwijs NL) (OCW)

Aan het project Npuls uit de tweede ronde is € 420,0 mln voorwaardelijk toegekend. Eerder werd al € 140,0 mln toegekend.

Het doel van het project is het benutten van digitalisering om het hoger onderwijs (ho) en middelbaar beroepsonderwijs (mbo) toe te rusten op de snel en continu veranderende arbeidsmarkt en samenleving. Het voorstel richt zich naast versterking van een snelle en veilige ICT-infrastructuur en kennisinfrastructuur, op Centers for Teaching and Learning. Hiermee wordt beoogd dat docenten op instellingsniveau beter onderwijs geven en studenten beter onderwijs krijgen. Via transformatiehubs werken docenten samen met wetenschappers en werkgevers om het onderwijs te innoveren.

Impuls Open Leermateriaal (OCW)

Aan het project Impuls Open Leermateriaal uit de tweede ronde is € 57,5 mln voorwaardelijk toegekend. Eerder werd al € 20,5 mln toegekend.

Het belangrijkste doel van het project is het verbeteren van de onderwijskwaliteit met actuele, diverse collecties aan leermaterialen die goed toegankelijk zijn. Zo kunnen leraren hun onderwijs flexibeler inrichten, zodat talenten beter kunnen worden benut. Dit leidt tot meer gemotiveerde leerlingen, minder schooluitval en een beter opgeleide beroepsbevolking. Om dit te bereiken wordt ingezet op vijf onderdelen: het verbinden van scholen, het versterken van leraren, het verrijken van open leermateriaal, het verbeteren van de infrastructuur voor open leermateriaal en het verder ontwikkelen van kennis over de effectieve inzet en ontwikkeling van open leermiddelen.

Ontwikkelkracht (OCW)

Aan het project Ontwikkelkracht uit de tweede ronde is € 231,2 mln voorwaardelijk toegekend. Eerder werd al € 101,2 mln toegekend.

De onderwijsresultaten van leerlingen in het primair onderwijs (po) laten al twee decennia lang een dalende lijn zien. Indieners wijten dit aan stagnerende of zelfs afnemende kwaliteit van onderwijs. Leraren en schoolleiders worden als belangrijkste factor gezien voor de kwaliteit van onderwijs. Het voorstel zet daarom in op verbetering van de kwaliteit van zowel schoolleiders als leerkrachten. Het richt zich op het vergroten van toepassing van bewezen effectieve aanpakken. Daarbij gaat het om zowel het toepassen van reeds bestaande kennis als het verkrijgen van nieuwe kennis. Om tot een duurzame verandering te komen, wordt ingezet op het creëren van een blijvende onderzoeks- en verbetercultuur op scholen en het professionaliseren van leraren en schoolleiders.

Collectief laagopgeleiden en laaggeletterden (OCW)

Aan het project Collectief laagopgeleiden en laaggeletterden uit de tweede ronde is € 42,6 mln voorwaardelijk toegekend. Eerder werd al € 7,6 mln toegekend.

Het doel van het project is om een nieuw duurzaam regionaal scholingsaanbod voor laagopgeleiden en laaggeletterden te ontwikkelen dat leidt tot een goede doorstroom naar beroepsonderwijs of de arbeidsmarkt. Binnen twintig arbeidsmarktregio’s zullen LLO Collectieven worden opgericht. Binnen deze collectieven gaan UWV, gemeenten, opleiders en werkgevers samen aan de slag om passende scholingsarrangementen te ontwikkelen. Dit moet leiden tot betere leerprestaties doordat meer mensen aan scholing deelnemen en de scholing effectiever wordt. De adviescommissie heeft geadviseerd om met een kleinere eerste fase te starten.

Nationale LLO Katalysator (OCW)

Aan het project Nationale Leven Lang Ontwikkelen (LLO) Katalysator uit de tweede ronde is € 225,0 mln voorwaardelijk toegekend. Eerder werd al € 167,0 mln toegekend.

Dit project beoogt een impuls te geven aan Leven Lang Ontwikkelen (LLO). Dat doet de Katalysator door zicht te bieden op de skills die nodig zijn op de toekomstige arbeidsmarkt, door vraaggericht leeraanbod aan te jagen en door een bijdrage te leveren aan het verbeteren van de leercultuur in het bedrijfsleven en onder professionals. In de regio’s ontwikkelen onderwijsinstellingen samen met werkgevers, werknemers en sociale partners pilots op het gebied van LLO. Een landelijk schakelpunt coördineert de ontwikkelingen en zorgt dat kennis gedeeld wordt over de verschillende regio’s. Het voorstel gebruikt een gefaseerde aanpak, waarbij gestart wordt met de energie- en grondstoffentransitie.

Opschaling publiek-private samenwerking in het beroepsonderwijs (EZK)

Aan het project Opschaling publiek-private samenwerking in het beroepsonderwijs uit de tweede ronde is € 57,4 mln voorwaardelijk toegekend. Eerder werd al € 152,6 mln toegekend.

Het voorstel richt zich op de opschaling van vijftig publiek-private samenwerkingsverbanden in het beroepsonderwijs, zowel het mbo als het hbo. Doel hiervan is de kloof te dichten tussen het beroepsonderwijs en de arbeidsmarkt. De indieners willen een impuls geven aan de toepassing van innovaties in de praktijk en leven lang ontwikkelen en het productiviteitsniveau van, met name kleine, bedrijven verhogen. De afgelopen tien jaar zijn ruim vierhonderd publiek-private samenwerkingsverbanden gestart. De opschaling van deze initiatieven blijft achter, waardoor er niet voldoende impact wordt bereikt. Er zijn echter meer vakmensen nodig voor de transities op het gebied van klimaat, energie, zorg en landbouw. Dit vergt een beter gebruik van kennis en innovatieve oplossingen. Door op te schalen worden niet alleen meer bedrijven en werknemers bereikt, maar bestaat ook de hoop dat de meerwaarde voor het mkb wordt bewezen.

Nationale Aanpak Professionalisering Leraren (OCW)

Aan dit project is € 73,1 mln toegekend. Daarnaast is € 86,5 mln voorwaardelijk toegekend.

De basis van ons duurzame verdienvermogen is een goed opgeleide bevolking, opgeleid via goed funderend onderwijs. De kwaliteit van leraren is een van de belangrijkste factoren die de kwaliteit van het onderwijs bepalen. De initiële kwalificatie van leraren is stevig verankerd, maar daar stopt de professionele ontwikkeling van leraren niet. Het ontwikkelen van leraren na hun startkwalificatie is minder goed geborgd en het aanbod aan ontwikkelmogelijkheden is versnipperd. Met dit project wordt een stevige impuls geven aan de verdere professionalisering van leraren, door een duidelijke visie op professionalisering te ontwikkelen met een bijbehorend scholingsaanbod.

DUTCH (VWS)

Aan dit project is € 48,0 mln toegekend. Daarnaast is € 84,0 mln voorwaardelijk toegekend.

DUTCH zet in op een belangrijke transformatie in de zorg: de implementatie van meer technologie om de zorg op de lange termijn houdbaar en werkbaar te houden. Het doel van het voorstel is om meer fysieke en virtuele simulaties te creëren. Het voorstel is specifiek gericht op de transformatie van de opleidingen bij drie beroepsgroepen in de zorg: operatieassistenten, radiologisch laboranten en anesthesiemedewerkers. De adviescommissie is overtuigd van dit voorstel en vindt de kansen van implementatie van meer digitale toepassingen in de zorg groot. Uiteraard dient hierbij rekening gehouden te worden met de wensen en behoeften van zowel zorgmedewerkers als patiënten.

Meer uren werkt! (SZW)

Aan dit project is € 30,0 mln voorwaardelijk toegekend. Daarnaast is er € 45,0 mln voor gereserveerd.

Krapte op de arbeidsmarkt is een urgent maatschappelijk probleem in Nederland. Dit komt mede doordat er veel in deeltijd wordt gewerkt. Het consortium heeft als doel zichtbare en onzichtbare drempels weg te nemen in de sociale omgeving, bij arbeidsorganisaties en bij deeltijders zelf. De adviescommissie vindt dat er teveel nadruk ligt op onderzoek in het voorstel en wil daarom een aangepast plan waarbij direct gestart wordt met interventies waar al positieve ervaringen mee zijn opgedaan.

Innovatieprogramma onderwijshuisvesting (OCW)

Aan dit project is € 275,2 mln voorwaardelijk toegekend. Daarnaast is er € 208,5 mln voor gereserveerd.

Goede onderwijshuisvesting is een randvoorwaarde voor kwalitatief goed onderwijs. Goede onderwijshuisvesting leidt tot gezondere leerlingen en leraren en ondersteunt het leerproces. Tegelijk dient ook het onderwijs een bijdrage te leveren aan de klimaatopgave. Met dit voorstel wordt ingezet op nieuwe, innovatieve manieren van het ontwikkelen van schoolgebouwen, zodat de kwaliteit omhoog gaat, maar de bouwkosten worden verlaagd. De commissie geeft wel een aantal aandachtspunten mee voor de verdere uitwerking van dit voorstel.

Creative Industries Immersive Impact Coalition (CIIIC) (OCW)

Aan dit project is € 200,0 mln voorwaardelijk toegekend.

De industrie rond technieken zoals virtual reality en augmented reality, samen ook wel immersive experience genoemd, is sterk in opkomst. Immersive experience biedt kansen voor nieuwe manieren van leren en ontwikkelen. Om deze industrie verder te laten ontwikkelen en om een duurzaam ecosysteem te creëren zet dit voorstel in op het ontwikkelen van het menselijk kapitaal in deze sector. Voldoende kwalitatief goed geschoold talent is in deze sector, net als in veel andere sectoren, een serieus knelpunt. Het is de uitdaging om nieuwe mensen voor deze sector te werven die anders niet voor een ICT-gerelateerd beroep zouden hebben gekozen. De commissie geeft een aantal aandachtspunten mee voor de verdere uitwerking van dit voorstel.

Beleidsartikel 2 Onderzoek, ontwikkeling en innovatie

A. Algemene doelstelling

Het doel van deze pijler is investeren in onderzoek, ontwikkeling en innovatie met het oog op productiviteitsgroei.

Investeringen in onderzoek, ontwikkeling en innovatie vormen een belangrijke pijler onder productiviteitsgroei in ontwikkelde economieën als Nederland. Landen die voor ons de benchmark zijn investeren echter beduidend meer. Het Kabinet kiest er voor om te blijven streven naar het behalen van de Lissabondoelstelling, waarbij ook private investeringen een belangrijke rol moeten spelen. Bedrijven kiezen vooral plekken uit met een goede toegang tot onderscheidende kennisbronnen, getalenteerde onderzoekers en mogelijkheden voor samenwerking in onderzoek. Daar waar de maatschappelijke baten van investeringen in onderzoek, ontwikkeling en innovatie groter zijn dan de private baten, is er een reden voor de overheid om deze investeringen ook te stimuleren. Investeringen in onderzoek, ontwikkeling en innovatie leveren het meeste op wanneer de overheid, het bedrijfsleven en de wetenschap samenwerken. Nederland is daar al sterk in. Dat blijkt uit de Nederlandse koppositie op het gebied van landbouw, voedselinnovatie en water. Het is zaak die kracht verder uit te bouwen, bestaande onderzoeks- en innovatie-ecosystemen te versterken en nieuwe veelbelovende ecosystemen op te bouwen. Dit sluit aan op de inzet van het kabinet, zoals aangekondigd in de groeistrategie, en de samenwerking tussen publieke en private partijen die is opgebouwd in het missiegedreven topsectoren- en innovatiebeleid. Dit betekent dat tegelijkertijd wordt ingezet op onderzoek en ontwikkeling en onderzoeksinfrastructuren als op startups en scale-ups, regelgeving en menselijk kapitaal. Investeringen in de economie van de toekomst, bijvoorbeeld op het gebied van kunstmatige intelligentie, robotica en duurzaamheidstechnologie, kunnen een sleutel zijn voor toekomstige innovatie. Ook fundamenteel onderzoek valt binnen deze pijler. Investeringsvoorstellen van alle wetenschapsdisciplines komen in principe in aanmerking, zolang deze voldoen aan het doel en de criteria van het fonds. Investeringen in onderzoek, ontwikkeling en innovatie dragen niet alleen bij aan productiviteitsgroei, maar leveren tevens een bijdrage aan onze brede welvaart. Onderzoek, ontwikkeling en innovatie op gebieden zoals duurzaamheid en gezondheidszorg verbeteren de kwaliteit van leven, zowel voor huidige als toekomstige generaties.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De rol en verantwoordelijkheid van de minister is beschreven in beleidsartikel 1 van het Nationaal Groeifonds en is ook van toepassing op beleidsartikel 2.

C. Beleidswijzigingen

In deze begroting zijn de goedgekeurde projecten uit de departementale route van de derde ronde van het NGF verwerkt. Dit betreft voor de pijler Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie toekenningen en voorwaardelijke toekenningen. De budgetten voor de toegekende projecten zijn overgeheveld naar de betreffende departementale begrotingen. De budgetten voor de voorwaardelijke toekenningen zijn geraamd onder de categorie 'Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken'. Nadat aan de door de commissie gestelde voorwaarden is voldaan, zal de voorwaardelijke toekenning worden omgezet in een definitieve toekenning en zal het voor deze projecten beschikbaar gestelde budget worden overgeboekt naar de betreffende departementale begroting.

Er zijn ook reserveringen voor projecten gedaan. Omdat voor de reserveringen een nieuw advies van de commissie nodig is, zijn deze budgetten nog niet voor het betreffende project geraamd op de NGF-begroting. Om toch zicht te bieden op alle reserveringen is een overzicht hiervan opgenomen in tabel 26 in bijlage 3.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 0 170.000 2.680.476 2.532.065 2.064.367 1 13.822
Uitgaven 0 10.000 1.033.230 671.925 850.036 918.115 1.383.727
Subsidies (regelingen) 0 10.000 40.000 200.000 400.000 600.000 750.000
Subsidieregeling Nationaal Groeifonds – O&O&I 10.000 40.000 200.000 400.000 600.000 750.000
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken 0 0 993.230 471.925 450.036 318.115 633.727
NGF - project AINed (fase 1) voorwaardelijke toekenning EZK 13.200 13.200 13.200 4.400
NGF - project Circular Plastics NL bijdrage EZK 855 19.885 17.685 17.951 13.318
NGF - project PhotonDelta bijdrage EZK 96.748 53.910 53.911
NGF - project CropXR bijdrage LNV 4.236
NGF - project Biotech Booster bijdrage OCW 28.836 28.951 30.098 32.411
NGF - project Oncode-PACT bijdrage EZK 52.000 42.000 25.000
NGF - project GroenvermogenNL bijdrage EZK 210.000 186.000
NGF - project Luchtvaart in Transitie bijdrage I&W 10.000 25.000 35.000 30.000 19.500
NGF - project NL2120 bijdrage I&W
NGF - project Toekomstbestendige leefomgeving bijdrage BZK 10.000 15.000 15.000
NGF - project Circulaire geïntegreerde hoogrendementszonnepanelen bijdrage EZK 50.000 50.000 59.000 41.000 27.000
NGF - project Maritiem Masterplan bijdrage I&W 32.000 39.000 28.000
NGF - project POLARIS bijdrage DEF 9.689 11.864 13.722 15.005 51.465
NGF - project 6G Future Network Services bijdrage EZK 41.000 20.000
NGF - project Material Independence & Circular Batteries bijdrage EZK 53.000 64.000 1.000
NGF - project Re-Ge-NL bijdrage LNV 11.736 19.350 22.449 18.317 57.148
NGF - project Bio Based Circulair bijdrage EZK 21.700 32.900 47.400
Onderzoek, ontwikkeling en innovatie onverdeeld departementale route 572.050 890 20.881 11.434 306.738
Ontvangsten 0 10.000 1.033.230 671.925 850.036 918.115 1.383.727
Verplichtingen 0 170.000 2.680.476 2.532.065 2.064.367 1 13.822
waarvan garantieverplichtingen
waarvan overige verplichtingen 170.000 2.680.476 2.532.065 2.064.367 1 13.822

Budgetflexibiliteit

juridisch verplicht 43,1%
bestuurlijk gebonden 0%
beleidsmatig gereserveerd 56,9%
nog niet ingevuld/vrij te besteden 0%

De kasmiddelen voor voorwaardelijk toegekende projecten zijn in tabel 9 weergegeven onder 'bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken'. Voor de subsidieregeling is € 40,0 mln geraamd. Daarvan is € 24,5 mln voor de twee projecten die in 2023 positief zijn beoordeeld door de adviescommissie. Deze middelen worden beschouwd als juridisch verplicht, alhoewel de daadwerkelijke toekenning pas plaatsvindt als duidelijk is op welk bedrag de aanvragers daadwerkelijk aanspraak maken. Ook alle middelen voor voorwaardelijke toekeningen zijn juridisch verplicht. Deze bedragen voor 2024 in totaal € 421,2 mln. Het totale juridisch verplichte bedrag is dus € 445,7 mln. Dit is 43,1% van het uitgavenbudget voor 2024. Het restant van de geraamde € 40,0 mln voor de subsidieregeling (€ 15,5 mln) en de onverdeelde kasmiddelen bedragen samen € 587,6 mln. Dit is 56,9% van het uitgavenbudget voor 2024. Deze middelen zijn beleidsmatig gereserveerd. Ze zijn bestemd voor de eventuele omzetting van reserveringen, de nader uit te werken investeringsprogramma's voor de CAS-landen en Caribisch Nederland en voor nieuwe NGF-projecten.

Meerjarenoverzicht Ontwikkeling, Onderzoek en Innovatie

Verplichtingen O&O&I 0 170.000 2.680.476 2.532.065 2.064.367 1 13.822 197.293 7.658.024
Uitgaven O&O&I 0 10.000 1.033.230 671.925 850.036 918.115 1.383.727 2.790.991 7.658.024

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Er bestaan geen schotten tussen de twee beleidsartikelen van het NGF. Afhankelijk van de uiteindelijke projectselectie kan de verdeling van de middelen over de beleidsartikelen anders uitvallen. In dat geval zal bij een (suppletoire) begroting een mutatie op de beleidsartikelen worden doorgevoerd.

Verplichtingen

Er is in 2024 verplichtingenruimte voor voorwaardelijke toekenningen en eventuele omzettingen van reserveringen.

Uitgaven

Subsidies

Subsidieregeling Nationaal Groeifonds - O&O&I

Dit is het kasbudget in 2024 voor projecten waarover de adviescommissie in de derde ronde positief heeft geadviseerd. Het besluit over deze projecten volgt pas nadat duidelijk is op welk bedrag de aanvragers daadwerkelijk aanspraak maken.

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Hier staat het kasbudget weergegeven voor projecten waarbij sprake is van een voorwaardelijke toekenning. Die projecten worden hieronder beschreven (een totaaloverzicht van alle projecten met een voorwaardelijke toekenning is te vinden in bijlage 3). Onderaan dit onderdeel van tabel 9 is het kasbudget weergegeven voor toekomstige (voorwaardelijke) toekenningen ('O&O&I onverdeeld departementale route').

AINed (EZK)

Aan het project AiNed is € 44,0 mln voorwaardelijk toegekend. Eerder werd al € 160,5 mln toegekend.

Met het AiNed Investeringsprogramma van de Nederlandse AI Coalitie positioneert Nederland zich blijvend in de kopgroep van AI-landen. Het programma helpt bedrijven en publieke instellingen om in AI de essentiële stappen te zetten die van groot economisch én maatschappelijk belang zijn. In de 1e fase wordt publiek-privaat geïnvesteerd in 4 programmaonderdelen: kennis- en innovatiebasis, mensen en vaardigheden, toepassen van AI-systemen én samenwerken in het ecosysteem. 

De voorwaardelijke toekenning van € 44,0 mln is voor de vervolgfinanciering van de ELSA (Ethical, Legal and Social Aspects)-labs, het AI-talentprogramma, de Europese kennisnetwerken en de Europese innovatieprogramma’s. Dit budget wordt toegekend als het programma voldoende voortgang op de KPI’s en programma-uitvoering laat zien.

Circular Plastics NL (EZK)

Aan het project Circular Plastics NL (onderdeel van voormalig project Duurzame Materialen NL) is € 96,0 mln voorwaardelijk toegekend. Eerder werd al € 124,0 mln toegekend.

Het project beoogt circulaire plasticsketens te verstevigen en op te schalen. Deze ketens zijn vereist om negatieve milieueffecten zoals broeikasgasemissies, plastic afval en vervuiling met microplastics te minimaliseren. Een circulaire plasticsketen kan alleen ontstaan via een systemische aanpak in samenwerking tussen producenten van plastics, bedrijven die deze plastics gebruiken, afval ophalen, karakteriseren en sorteren, de afvalverwerkingssector en recycling.

Om de maatschappelijke beloftes waar te maken en de economische kansen te grijpen, bouwt het project vier Demonstrators om materiaal- en procesinnovaties voor circulaire plastics te realiseren. Ook wordt een Kraamkamerprogramma opgezet met meer fundamenteel onderzoek. De Demonstrators zijn ontworpen om zowel de huidige kringlopen te sluiten als nieuwe recyclable by design materialen te ontwikkelen die lastig te recyclen materialen in de toekomst kunnen vervangen. Daarmee sluiten deze Demonstrators aan op verschillende treden in de R-ladder: Reduce, Reuse, Recycle.

PhotonDelta (EZK)

Aan het project PhotonDelta is € 204,6 mln voorwaardelijk toegekend. Eerder werd al € 266,6 mln toegekend.

Het doel van PhotonDelta is de ontwikkeling van het Nederlandse fotonica-ecosysteem te versnellen. Het voorstel bouwt voort op het Nationaal Plan Geïntegreerde Fotonica. Geïntegreerde fotonica houdt in dat chips met optische signalen werken in plaats van elektrische signalen. Communicatie via optische signalen kan meer informatie tegelijk versturen en ook over een langere afstand. Geïntegreerde fotonica heeft daarmee potentieel hogere prestaties en is daarnaast energiezuiniger. De indieners willen een Nederlandse waardeketen opzetten die onderzoek, ontwerp en productie van geïntegreerde fotonica omvat.

Het plan bestaat uit drie programmalijnen. De eerste programmalijn omvat de doorontwikkeling van het ecosysteem met onder andere talentontwikkeling, startup-ondersteuning en gedeelde onderzoeksfaciliteiten. In de tweede programmalijn wordt fundamenteel en industrieel onderzoek gedaan naar fotonische bouwblokken en hun integratie in grotere chipsystemen. Dit om de bewezen fotonicatechnologie zo veel als mogelijk beschikbaar te maken voor nieuwe toepassingen. De derde programmalijn heeft als doel pilot-productiefaciliteiten en een hoog-volume productielijn te ontwikkelen.

CropXR (LNV)

Aan het project CropXR is € 21,5 mln voorwaardelijk toegekend. Eerder werd al € 20,8 mln toegekend.

CropXR richt zich op de ontwikkeling van robuuste, weerbare gewassen. Het voorstel behelst fundamenteel onderzoek op het snijvlak van plantenwetenschappen en kunstmatige intelligentie om te komen tot nieuwe ‘smart data’-methoden voor plantenveredeling. Daarnaast wordt ingezet op kennisverspreiding en een snelle vertaling van de ontwikkelde kennis naar commercialiseerbare gewassen. Het voorstel beoogt op deze manier de nationale en internationale land- en tuinbouw productiever, duurzamer en klimaatadaptiever te maken en bij te dragen aan het toekomstige verdienvermogen van Nederland.

Biotech Booster (OCW)

Aan het project Biotech Booster is € 196,4 mln voorwaardelijk toegekend. Eerder werd al € 49,6 mln toegekend.

Het hoofddoel van Biotech Booster is om het rendement van wetenschappelijk onderzoek te verhogen en het Nederlandse biotech-ecosysteem te versterken. Biotech Booster sluit de keten van kennis naar innovatie door een proces in te richten dat bestaat uit drie opeenvolgende fases: Trusted Communities, Biotech Innovation Program en Scale-out. Dit zijn drie verschillende fases om te komen van een goed idee tot een volwaardige onderneming. De partijen die dit voorstel trekken, zijn de branchevereniging voor de Nederlande biotechnologie HollandBio, de Vereniging van Nederlandse Universiteiten (VSNU), de Nederlandse Federatie van UMCs (NFU), de Vereniging van Hogescholen en een aantal biotechnologiebedrijven.

Oncode-PACT (EZK)

Aan het project Oncode-PACT is € 164,0 mln voorwaardelijk toegekend. Eerder werd al € 161,0 mln toegekend.

Kanker is een groot maatschappelijk probleem. Er wordt veel onderzoek naar gedaan, waarin Nederland voorop loopt. Te vaak blijven innovatieve ideeën op het gebied van kankeronderzoek echter hangen in de preklinische ontwikkelfase. Oncode-PACT (Preclinical Accelerator for Cancer Treatments) innoveert het preklinische ontwikkelproces waardoor innovaties versneld en eerder ontdaan worden van risico’s. Het voorstel richt zich op de toepassing van drie verschillende technologieën in het preklinische proces: artificial intelligence, goed gedefinieerde patiëntencohorten en mini-orgaantjes, organoïden. Vooral de toepassing van deze technologieën in het preklinisch proces is nieuw. Oncode-PACT is een samenwerking tussen verschillende kennisinstellingen, multinationals, startups, dataplatforms en bekende nationale gezondheidsfondsen, zoals KWF en KiKa.

Groenvermogen II (EZK)

De eerdere projecten Groenvermogen van de Nederlandse economie en Groenvermogen II zijn samengevoegd tot één project, namelijk GroenvermogenNL. Hieraan is in totaal € 396,0 mln voorwaardelijk toegekend. Eerder werd al € 442,0 mln toegekend.

GroenvermogenNL wil er aan bijdragen dat Nederland toonaangevend wordt in de productie en distributie van groene waterstof en in de synthese van basischemicaliën. De ambitie is om via deze projecten een stabiele marktvraag naar klimaatneutrale waterstof te ontwikkelen. Zo kan de voordelige concurrentiepositie voor onze energie-intensieve industrie worden behouden én een vestigingsplaats voor nieuwe industrie worden gecreëerd.

Luchtvaart in Transitie (I&W)

Aan het project Luchtvaart in Transitie is € 119,5 mln voorwaardelijk toegekend. Eerder werd al € 263,9 toegekend.

Luchtvaart in Transitie is een programma gericht op het verduurzamen van de Nederlandse luchtvaartsector. Dit programma beoogt een grote bijdrage te leveren aan de ambitie om klimaatneutrale Nederlandse luchtvaart in 2050 te realiseren. Volgens het consortium staan knelpunten, zoals de onderlinge afhankelijkheid, grote risicovolle schaalsprongen, gebrek aan testruimte en gebrek aan technisch personeel het verduurzamen van de luchtvaart in de weg. De adviescommissie adviseert de activiteiten uit programmalijn 2 te ondersteunen, in combinatie met bijbehorende onderzoeksprogramma’s en flankerende en faciliterende activiteiten uit programmalijn 4 en 5.

Toekomstbestendige Leefomgeving (BZK)

Aan het project Toekomstbestendige Leefomgeving is € 40,0 mln voorwaardelijk toegekend. Eerder werd al € 60,0 mln toegekend.

Nederland kent grote maatschappelijke uitdagingen in de leefomgeving, waaronder woningnood, verouderde infrastructuur en effecten van klimaatverandering. De ontwerp-, bouw- en technieksector (OBT) levert een grote bijdrage aan de oplossingen voor deze uitdagingen. De productiviteit in deze sector moet nu fors omhoog om de uitdagingen in de leefomgeving voor 2030 tijdig waar te maken. Het projectToekomstbestendige Leefomgeving wil een zodanige impuls geven aan de modernisering van de OBT-sector, dat de noodzakelijke versnelling, opschaling en cultuuromslag gaat plaatsvinden en de beleidsdoelen worden behaald. De oplossingen voor de maatschappelijke uitdagingen resulteren daarbij ook in een substantiële bijdrage aan het duurzaam verdienvermogen van Nederland. Met een continue stroom van innovaties gaan de consortia samen met de departementen de opgaven op het gebied van woningtekorten, bereikbaarheid en verduurzaming aanpakken én de sector vernieuwen. Het project bestaat uit deelprojecten op het gebied van digitalisering, duurzame kademuren en gevels, nieuwe renovatietechnieken, duurzame woningbouw en biobased bouwen.

Circulaire geïntegreerde hoogrendementszonnepanelen (EZK)

Aan dit project is € 135,0 mln toegekend. Daarnaast is € 277,0 mln voorwaardelijk toegekend.

Het project Circulaire geïntegreerde hoogrendements zonnepanelen (SolarNL) zet in op de creatie en industrialisatie van een innovatie-ecosysteem voor lokale ontwikkeling van nieuwe zon-pv-technologieën voor toekomstig verdienvermogen. Het project heeft als doel om drie innovatieve concurrerende zon-pv-technologieën te ontwikkelen en te industrialiseren. Nederland heeft een sterke technologische kennispositie op dit vlak, die met dit project opnieuw aangewend kan worden om Nederland een positieve impuls te geven in specifieke onderdelen van de zon-pv waardeketen. Met dit project kan zowel het duurzaam verdienvermogen van Nederland worden vergroot, als het gebruik van kritieke materialen en de uitstoot van broeikasgassen worden teruggedrongen.

Maritiem Masterplan (I&W)

Aan dit project is € 100,0 mln toegekend. Daarnaast is € 110,0 mln voorwaardelijk toegekend.

Het Maritiem Masterplan kan de maritieme sector helpen voortvarend de transitie naar duurzame energiedragers en schepen te maken. Het plan beoogt bij te dragen aan de versnelling van de mondiale energietransitie en de Nederlandse economie te versterken. De middelen van het Nationaal Groeifonds geven een sterke impuls aan het ontwikkelen van duurzame schepen, waar naar verwachting wereldwijd meer vraag naar ontstaat. Het Maritiem Masterplan kan daarbij helpen de samenwerking en kennisdeling binnen de sector verder te bevorderen.

Het Maritiem Masterplan is gericht op het versnellen van de energietransitie en beoogt voor de Nederlandse sector een goede uitganspositie te creëren in een groeimarkt van duurzame schepen. Het voorstel versterkt daarbij de samenwerking tussen onderwijs, kennisinstellingen en bedrijven.

Polaris (DEF)

Aan dit project is € 101,7 mln voorwaardelijk toegekend.

Polaris wil op het gebied van Radio Frequentie (RF) technologie internationale, fundamentele doorbraken realiseren, door het verbinden van de ecosystemen radar, MRI en telecom. Een RF-systeem is een systeem dat elektromagnetische velden en golven opwekt en detecteert. RF-systemen zijn complexe systemen die bestaan uit verschillende basistechnologieën (chips) en integratietechnologieën. De afgelopen jaren heeft veel technologische ontwikkeling plaatsgevonden op het gebied van de basistechnologieën. Het voorstel richt zich op de integratietechnologie, de manier waarop de subsystemen geïntegreerd worden tot een compleet systeem.

Deze sleuteltechnologie heeft brede toepassingsmogelijkheden die innovaties kunnen bewerkstelligen voor uiteenlopende maatschappelijke opgaven waaronder radar voor nationale veiligheid, MRI voor diagnostiek en telecom.

6G Future Network Services (EZK)

Aan dit project is € 61,0 mln voorwaardelijk toegekend. Daarnaast is er € 142,0 mln voor gereserveerd.

Het voorstel 6G Future Network Services (FNS) heeft als ambitie om Nederland een van de koplopers te maken ten aanzien van de ontwikkeling van een 6G-netwerk. Het beoogt het ontwikkelen van de benodigde hard- en software en het uitwerken van specifieke toepassingen voor een 6G-netwerk. Met het voorstel willen de indieners direct en indirect bijdragen aan het duurzame verdienvermogen van Nederland. Direct door nieuwe bedrijvigheid als gevolg van het ontwikkelen en verkopen van technologie; indirect door met deze technologie bij te dragen aan transities in o.a. duurzaamheid, mobiliteit en (digitale) veiligheid.

Material Independence & Circular Batteries (EZK)

Aan dit project is € 118,0 mln voorwaardelijk toegekend. Daarnaast is er € 178,0 mln voor gereserveerd.

Het doel van het voorstel Material Independence & Circular Batteries is om Nederland een positie te laten verwerven op belangrijke gebieden van de batterijwaardeketen, met een focus op duurzame materiaalvoorziening en de ontwikkeling en opschaling van duurzame batterijtechnologie en circulaire batterijsystemen. Hiermee kan Nederland minder afhankelijk worden van internationale leveranciers van kritieke materialen en batterijcomponenten. Daarmee wordt het behalen van klimaatdoelstellingen en het realiseren van duurzaam verdienvermogen in Nederland bevorderd.

Regeneratieve Landbouw (Re-Ge-NL) (LNV)

Aan dit project is € 129,0 mln voorwaardelijk toegekend.

Re-Ge-NL biedt een mogelijke oplossing voor de brede landbouw-milieuproblematiek van Nederland en tracht een versnelling van de transitie te bewerkstelligen naar regeneratieve landbouw. Regeneratieve landbouw is een manier van landbouw die voedselproductie combineert met natuurherstel en uitputting van de bodem voorkomt. Door in de praktijk te laten zien dat de overstap naar een toekomstbestendige – regeneratieve – landbouw haalbaar en economisch kansrijk kan zijn zorgt Re-Ge-NL voor een systeemomslag en transitieversnelling.

Biobased Circular (EZK)

Aan dit project is € 102,0 mln voorwaardelijk toegekend. Daarnaast is er € 236,0 mln voor gereserveerd.

Het voorstel Biobased Circular (BBC) richt zich op het creëren en demonstreren van circulaire waardeketens in Nederland voor polymeren (kunststoffen) op basis van koolhydraatrijke biogrondstoffen. Het voorstel richt zich op het genereren van minimaal vijf van deze ‘waardecirkels’, door middel van onderzoek, proefopstellingen en demonstratiefabrieken tot relevante industriële omvang. Deelnemende partijen bestaan uit een aantal grote  bedrijven en scale-up ondernemingen, gecomplementeerd met gerenommeerde kennis- en onderzoeksinstellingen.

Beleidsartikel 3 Infrastructuur

A. Algemene doelstelling

De pijler Infrastructuur is opgeheven als gevolg van het coalitieakkoord van kabinet-Rutte IV.

Artikel 3 blijft (voorlopig) in stand omdat de uitkomst van de tweede ronde een voorwaardelijke toekenning heeft opgeleverd voor het project Rail Gent-Terneuzen, dat onder pijler Infrastructuur was ingediend. Dat was mogelijk omdat tot de opheffing van de pijler Infrastructuur werd besloten nadat alle projecten voor de tweede ronde al waren ingediend. Er is destijds besloten om de infrastructuurprojecten in deze ronde alsnog wel te beoordelen. Mocht de voorwaardelijke toekenning in een definitieve toekenning worden omgezet, dan zullen deze middelen overgeboekt worden naar I&W en komt artikel 3 definitief te vervallen.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De rol en verantwoordelijkheid van de minister is beschreven in beleidsartikel 1 van het Nationaal Groeifonds en is ook van toepassing op beleidsartikel 3.

C. Beleidswijzigingen

Er waren in de derde ronde logischerwijs geen (voorwaardelijke) toekenningen of reserveringen op dit artikel.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 0 0 105.000 0 0 0 0
Uitgaven 0 0 105.000 0 0 0 0
Subsidies (regelingen) 0 0 0 0 0 0 0
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken 0 0 105.000 0 0 0 0
NGF - project Rail Gent Terneuzen 105.000
Ontvangsten 0 0 105.000 0 0 0 0
Verplichtingen 0 0 105.000 0 0 0 0
waarvan garantieverplichtingen
waarvan overige verplichtingen 105.000

Budgetflexibiliteit

juridisch verplicht 100%
bestuurlijk gebonden 0%
beleidsmatig gereserveerd 0%
nog niet ingevuld/vrij te besteden 0%

De kasmiddelen voor het enige project dat een voorwaardelijke toekenning heeft gekregen zijn in tabel 13 weergegeven onder 'bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken'. In totaal is hiervoor in 2024 € 105 mln geraamd. Deze middelen zijn juridisch verplicht. Dit is 100% van het uitgavenbudget in 2024.

Meerjarenoverzicht Infrastructuur

Verplichtingen Infrastructuur 105.000 105.000
Uitgaven Infrastructuur 105.000 105.000

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Rail Gent-Terneuzen (I&W)

Aan het project Rail Gent-Terneuzen is € 105,0 mln voorwaardelijk toegekend.

Het project Rail Gent-Terneuzen stelt een drietal infrastructurele ingrepen voor in het spoornetwerk van de North Sea Port. Het is een grensoverschrijdende samenwerking tussen België en Nederland. Met de voorgestelde ingrepen wordt beoogd knelpunten voor het spoorgoederenvervoer op te lossen, de aansluiting op de Europese spoorgoederencorridors te verbeteren en meer goederen over het spoor te vervoeren in plaats van over de weg. Zo ontstaat een robuust en toekomstvast netwerk met voldoende capaciteit op langere termijn, waarmee verdere groei van de haven wordt gefaciliteerd.

De North Sea Port is een haven van nationaal belang. Efficiënte, duurzame logistiek is cruciaal voor de havenindustrie en de economie in de havenregio. North Sea Port is met een toegevoegde waarde van € 12,5 miljard en een arbeidsmarkt voor 100.000 personen de derde havenregio van Europa.

4. Bijlagen

Bijlage 1: Verdiepingsbijlage

Beleidsartikel 1 Kennisontwikkeling

Stand ontwerpbegroting 2023 708.147 1.160.853 1.274.060 1.213.230 1.219.034
Mutatie Nota van Wijziging 2023 ‒ 163.400 ‒ 39.490 ‒ 49.390 ‒ 48.820 ‒ 14.000
Mutatie amendement 2023
Mutatie 1e suppletoire begroting 2023 ‒ 1.297 2.332 20.458 19.309
Nieuwe mutaties
Project Nationale Aanpak Professionalisering van Leraren ‒ 3.527 ‒ 24.134 ‒ 22.514 ‒ 22.925
Project DUTCH ‒ 47.000 ‒ 1.000
PEGA ‒ 2.333 ‒ 20.458 ‒ 19.310
Kasschuif subsidie route ‒ 200.000 ‒ 400.000 ‒ 400.000 ‒ 400.000 ‒ 400.000
Kasschuif departementale route ‒ 343.450 ‒ 146.800 0 200.000 290.250
Kasschuif voorwaardelijke toekenningen ‒ 90.000 90.000
Stand ontwerpbegroting 2024 0 434.036 799.535 941.896 1.162.358 1.869.460

Nieuwe mutaties

De kasreeksen voor de projecten Nationale Aanpak Professionalisering van Leraren (OCW) en DUTCH (VWS) worden overgeboekt naar de departementen.

Er waren op artikel 1 geen projecten die een toekenning ontvingen via de subsidieroute in de derde ronde. De middelen die hiervoor geraamd stonden in 2023 worden daarom doorgeschoven naar latere jaren. Ook de middelen voor 2024 worden naar latere jaren doorgeschoven, aangezien er pas vanaf de tweede helft van 2024 nieuwe aanvragen ingediend kunnen worden en de beoordelingsperiode maximaal 26 weken duurt. Het is daarom nagenoeg zeker dat volgende uitgaven pas in 2025 zullen plaatsvinden. De middelen die voor 2025-2027 geraamd stonden worden ook deels naar achteren geschoven om niet een overschot aan middelen op die jaren te hebben.

De kasschuif departementale route is ten eerste nodig om overgebleven middelen uit 2023 door te schuiven. Daarnaast is een inschatting gemaakt van de benodigde middelen voor 2024 voor eventuele omzettingen en de deelname van de CAS-landen en de BES-eilanden aan het NGF. Op basis daarvan worden overtollige middelen voor 2024 ook doorgeschoven.

Tot slot wordt de kasschuif voorwaardelijke toekenningen uitgevoerd om de raming van voorwaardelijke toekenningen uit de derde ronde op deze begroting mogelijk te maken.

Stand ontwerpbegroting 2023 708.147 1.160.853 1.274.060 1.213.230 1.219.034
Mutatie Nota van Wijziging 2023 ‒ 163.400 ‒ 39.490 ‒ 49.390 ‒ 48.820 ‒ 14.000
Mutatie amendement 2023
Mutatie 1e suppletoire begroting 2023 ‒ 1.297 2.332 20.458 19.309
Nieuwe mutaties
Project Nationale Aanpak Professionalisering van Leraren ‒ 3.527 ‒ 24.134 ‒ 22.514 ‒ 22.925
Project DUTCH ‒ 47.000 ‒ 1.000
PEGA ‒ 2.333 ‒ 20.458 ‒ 19.310
Kasschuif subsidie route ‒ 200.000 ‒ 400.000 ‒ 400.000 ‒ 400.000 ‒ 400.000
Kasschuif departementale route ‒ 343.450 ‒ 146.800 200.000 290.250
Kasschuif voorwaardelijke toekenningen ‒ 90.000 90.000
Stand ontwerpbegroting 2024 0 434.036 799.535 941.896 1.162.358 1.869.460

Tabel 18 geeft tot slot de ontvangsten voor beleidsartikel 1 weer. Deze ontvangstenmutaties komen overeen met de hierboven beschreven uitgavenmutaties in tabel 17.

Beleidsartikel 2 Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie

Stand ontwerpbegroting 2023 759.486 1.441.310 1.310.802 1.379.646 1.281.195
Mutatie Nota van Wijziging 2023 ‒ 213.523 ‒ 118.621 ‒ 143.955 ‒ 46.839 ‒ 47.310
Mutatie amendement 2023
Mutatie 1e suppletoire begroting 2023 ‒ 168.645 ‒ 147.182 ‒ 75.588 ‒ 29.112 ‒ 12.860
Nieuwe mutaties
Project Circulaire geïntegreerde hoogrendementszonnepanelen ‒ 135.000
Project Maritiem Masterplan ‒ 30.000 ‒ 60.000 ‒ 10.000
Project QuantumDeltaNL ‒ 30.200 ‒ 30.000
PEGA ‒ 2.334 ‒ 20.459 ‒ 19.310
Kasschuif subsidie route ‒ 190.000 ‒ 360.000 ‒ 400.000 ‒ 400.000 ‒ 400.000
Kasschuif departementale route ‒ 164.118 575.923
Kasschuif voorwaardelijke toekenningen ‒ 13.200 ‒ 163.000 43.000 6.800 116.400
Stand ontwerpbegroting 2024 10.000 1.033.230 671.925 850.036 918.115 1.383.727

Nieuwe mutaties

De kasreeksen voor de projecten Circulaire geïntegreerde hoogrendementszonnepanelen (EZK) en Maritiem Masterplan (I&W) worden overgeboekt naar de departementen. Een deel van de reservering van € 333,0 mln voor project Quantum Delta NL werd omgezet in een toekenning van € 60,2 mln. Ook deze middelen worden overgeboekt naar EZK.

Twee projecten die via de subsidieroute op artikel 2 in de derde ronde zijn ingediend zijn positief beoordeeld door de adviescommissie. Het besluit over deze projecten volgt pas nadat duidelijk is op welk bedrag de aanvragers daadwerkelijk aanspraak maken. Voor deze projecten blijven middelen geraamd in 2023 en 2024. De overige middelen worden doorgeschoven naar 2025 en verder. Voor de subsidieregeling kunnen pas vanaf de tweede helft van 2024 nieuwe aanvragen ingediend worden en de beoordelingsperiode duurt maximaal 26 weken. Het is daarom nagenoeg zeker dat nieuwe toekenningen pas in 2025 zullen plaatsvinden. De middelen die voor 2025-2027 geraamd stonden worden ook deels naar achteren geschoven om niet een overschot aan middelen op die jaren te hebben.

De kasschuif departementale route is ten eerste nodig om overgebleven middelen uit 2023 door te schuiven naar 2024. In dat jaar zijn nu voldoende middelen geraamd voor eventuele omzettingen en de deelname van de CAS-landen en de BES-eilanden aan het NGF.

Tot slot wordt de kasschuif voorwaardelijke toekenningen uitgevoerd om de raming van voorwaardelijke toekenningen uit de derde ronde op deze begroting mogelijk te maken.

Stand ontwerpbegroting 2023 759.486 1.441.310 1.310.802 1.379.646 1.281.195
Mutatie Nota van Wijziging 2023 ‒ 213.523 ‒ 118.621 ‒ 143.955 ‒ 46.839 ‒ 47.310
Mutatie amendement 2023
Mutatie 1e suppletoire begroting 2023 ‒ 168.645 ‒ 147.182 ‒ 75.588 ‒ 29.112 ‒ 12.860
Nieuwe mutaties
Project Circulaire geïntegreerde hoogrendementszonnepanelen ‒ 135.000
Project Maritiem Masterplan ‒ 30.000 ‒ 60.000 ‒ 10.000
Project QuantumDeltaNL ‒ 30.200 ‒ 30.000
PEGA ‒ 2.334 ‒ 20.459 ‒ 19.310
Kasschuif subsidie route ‒ 190.000 ‒ 360.000 ‒ 400.000 ‒ 400.000 ‒ 400.000
Kasschuif departementale route ‒ 164.118 575.923
Kasschuif voorwaardelijke toekenningen ‒ 13.200 ‒ 163.000 43.000 6.800 116.400
Stand ontwerpbegroting 2024 10.000 1.033.230 671.925 850.036 918.115 1.383.727

Tabel 20 geeft tot slot de ontvangsten voor beleidsartikel 2 weer. Deze ontvangstenmutaties komen overeen met de hierboven beschreven uitgavenmutaties in tabel 19.

Beleidsartikel 3 Infrastructuur

Stand ontwerpbegroting 2023 105.000 0 0 0 0 0
Mutatie Nota van Wijziging 2023
Mutatie amendement 2023
Mutatie 1e suppletoire begroting 2023
Nieuwe mutaties
Kasschuif voorwaardelijke toekenning ‒ 105.000 105.000
Stand ontwerpbegroting 2024 0 105.000 0 0 0 0

Nieuwe mutaties

De kasmiddelen voor 2023 voor de voorwaardelijke toekenning voor project Rail Gent-Terneuzen worden doorgeschoven naar 2024.

Stand ontwerpbegroting 2023 105.000 0 0 0 0 0
Mutatie Nota van Wijziging 2023
Mutatie amendement 2023
Mutatie 1e suppletoire begroting 2023
Nieuwe mutaties
Kasschuif voorwaardelijke toekenning ‒ 105.000 105.000
Stand ontwerpbegroting 2024 0 105.000 0 0 0 0

Tabel 22 geeft tot slot de ontvangsten voor beleidsartikel 3 weer. Deze ontvangstenmutaties komen overeen met de hierboven beschreven uitgavenmutaties in tabel 21.

Bijlage 2: Moties en toezeggingen

Verzoekt de regering het gehele fondsenlandschap te bezien en opties te ontwikkelen voor versterking van de doelmatige inzet van publieke middelen, en daarbij ook opties voor samenvoeging van fondsen te overwegen. Kamerstuk 35 976, nr. G Onderhanden
Verzoekt de regering de toegankelijkheid van het Nationaal Groeifonds voor het mkb te bevorderen. Kamerstuk 35 976, nr. 22 Afgedaan met Kamerstukken I, 2021-2022, 35 976, nr. H
Verzoekt het kabinet om in lijn met het advies van het adviescollege regeldruk ondersteuning te bieden aan midden- en kleinbedrijven zodat zij gezamenlijk tot gelijkwaardige voorstellen voor een subsidieaanvraag kunnen komen voor het Nationaal Groeifonds. Kamerstuk 35 976, nr. 17 Afgedaan met Kamerstukken I, 2021-2022, 35 976, nr. H
Verzoekt de regering: – te onderzoeken hoe bij de beoordeling van projecten het effect van voorstellen op het bevorderen van strategische autonomie op het duurzaam verdienvermogen in kaart kan worden gebracht, zodat dit kan worden meegewogen bij de beoordeling van voorstellen in de derde en volgende rondes van het Nationaal Groeifonds; – te stimuleren dat veldpartijen voorstellen ontwikkelen, al dan niet in samenwerking met departementen, ter versterking van de Europese en Nederlandse strategische autonomie en met een positief effect op het duurzaam verdienvermogen op lange termijn. Kamerstuk 35 976, nr. 18 Afgedaan met Kamerstukken I, 2021-2022, 35 976, nr. H
Verzoekt de regering, om voor deze en aankomende tranches van het Groeifonds, waar relevant, in kaart te brengen met welke wet- en regelgeving de gekozen projecten verder kunnen worden ondersteund, en de Kamer hierover te informeren. Kamerstuk 35 850 XIX, nr. 4 Afgedaan met Kamerstukken II, 2021-2022, 35 925 XIX, nr. 13
Verzoekt de regering, om in samenwerking met de adviescommissie er zorg voor te dragen dat aandachtspunten bij de ingediende projectplannen breed worden gedeeld, zodat er voor aanvragen in volgende tranches duidelijkheid bestaat over de gewenste kwaliteitseisen voor ingediende projecten. Kamerstuk 35 850 XIX, nr. 5 Afgedaan met het advies van de Adviescommissie, het propositieformulier en de toelichting daarop, het analysekader van de Adviescommissie en met georganiseerde voorlichtingsbijeenkomsten
Verzoekt de regering, om bij volgende beoordelingsrondes ook aan te geven hoe goedgekeurde projecten passen binnen de bredere groeistrategie van het kabinet. Kamerstuk 35 850 XIX, nr. 6 Afgedaan met Kamerstukken I, 2021-2022, 35 925 XIX, nr. E
Verzoekt de regering, aandacht te hebben voor het benutten van dergelijke internationale kansen en dit aan de beoordelingsadviescommissie van het Nationaal Groeifonds mee te geven. Kamerstuk 35 850 XIX, nr. 7 Afgedaan met aanpassing propositieformulier en analysekader Adviescommissie
Verzoekt de regering, om na de tweede ronde samen met departementen te bezien of de betrokkenheid van de regio's voldoende is geborgd en of er op het gebied van voorlichting naar de regio's aanvullende acties nodig zijn in aanloop naar de volgende rondes, om zo te waarborgen dat het groeipotentieel van het hele land benut kan worden. Kamerstuk 35 850 XIX, nr. 8 Onderhanden
Verzoekt de regering, periodiek een tussenevaluatie uit te voeren, te beginnen na de tweede ronde, en op basis daarvan met de Kamer in gesprek te gaan over de groeibrief en bijbehorende groeistrategie. Kamerstuk 35 850 XIX, nr. 10 Onderhanden
Verzoekt de regering, om bij het aanbieden van het voorstel voor de instellingswet Nationaal Groeifonds aan te geven hoe wordt omgegaan met de aanbevelingen van het CPB op deze punten. Kamerstuk 35 850 XIX, nr. 12 Afgedaan met Kamerstukken I, 2021-2022, 35 976, nr. A
Verzoekt de regering: – een interne CO2-beprijzing mee te nemen in de bepaling van de maatschappelijke kosten van projecten die uit het Nationaal Groeifonds gefinancierd gaan worden; – een generatietoets te gebruiken bij de beoordeling van investeringen voor het kwantificeren van de gevolgen voor jongeren en toekomstige generaties; – een jongere als vertegenwoordiger van komende generaties een zetel te laten innemen in de beoordelingscommissie van het Nationaal Groeifonds; – goed te borgen dat de Tweede Kamer gaat over de vaststelling van de uiteindelijke groeifondsprioriteiten. Kamerstuk 35 570, nr. 13 Afgedaan met: i) Generatietoets: Kamerstukken I, 2021-2022, 35 976, nr. H; ii) CO2-prijs: Kamerstukken II, 2020-2021, 35 570 XIX, nr. 23; iii) Instellingswet: Kamerstukken I, 2021-2022, 35 976, nr. A; en iv) Raad voor de Toekomst: onderhanden
Verzoekt de regering, het Groeifonds in te stellen door middel van een afzonderlijke instellingswet, waarin onder meer het doel en de evaluatiemogelijkheid staan;
Verzoekt de regering voorts, de informatiepositie en autorisatiefunctie van de Kamer ten aanzien van het Groeifonds te verbeteren door de beoogde mogelijkheden van de Kamer bij de keuze voor projecten vooraf en achteraf en de daarbij te hanteren criteria explicieter te maken.
Kamerstuk 35 570 IX, nr. 11 Afgedaan met Kamerstukken II, 2021-2022, 35 976, nr. 3
Brief over doelstelling NGF Kamerstukken I, 2021-2022, nr. 33, item 10 Afgedaan met Kamerstuk 35 976, nr. 29
Toezegging naar aanleiding van de aangehouden motie Kröger betreffende de actualisatie van efficiënte CO2-prijzen Kamerstukken II, 2021-2022, 35 976, nr. 28 Afgedaan met Kamerstuk 35 976, nr. 29
Stand van zaken coalitieakkoord passage deelname Koninkrijk Kamerstukken II, 2021-2022, 35 976, nr. 28 Afgedaan met Kamerstuk 36 200 IV, nr. 89
Betrekken veldpartijen en controle op middelen departementale route Kamerstukken II, 2021-2022, 35 976, nr. 28 Onderhanden (loopt mee in tussenevaluatie)
Toezeggingen in het kader van de motie Segers-Klaver (CO2-prijs, generatietoets, Raad voor de Toekomst en borging rol TK) Kamerstukken II, 2020-2021, 35 570 XIX, nr. 23 Afgedaan met Kamerstukken I, 2021-2022, 35 976, nr. A
Toezegging reactie Wetenschapstoets Kamerstukken II, 2020-2021, 35 570 XIX, nr. 31 Afgedaan met bijlage bij Kamerstukken I, 2021-2022, 35 976, nr. A
Toezegging samenhang fondsen Kamerstukken II, 2021-2022, 35 976, nr. 28 Afgedaan met Kamerstukken I, 2021-2022, 35 976, nr. F
Vervolg deelname Koninkrijk aan NGF Kamerstuk 36 200 IV, nr. 89 Onderhanden

Bijlage 3: Totaaloverzicht NGF-projecten

Toekenningen en voorwaardelijke toekenningen

Tabel 25 biedt een overzicht van alle geraamde jaarlijkse kasuitgaven per NGF-project. Voor de definitieve toekenningen zijn dit de ramingen zoals ze zijn weergegeven in de NGF-bijlage van de begrotingen van de betreffende departementen. Er is een onderscheid gemaakt tussen definitieve toekenningen en voorwaardelijke toekenningen.

Definitieve toekenningen
1 1 Leeroverzicht & Skills OCW 28,5 3,4 11,0 7,5 5,3 1,3
SZW 16,2 2,7 6,0 5,8 1,6
1 1 Nationaal Onderwijslab EZK 79,6 5,5 5,6 6,0 6,4 13,8 6,6 35,7
1 2 Collectief laagopgeleiden en laaggeletterden OCW 7,6 0,2 3,5 3,9 0,1
1 2 Digitaal Onderwijs Goed Geregeld OCW 34,3 0,0 4,1 5,7 5,6 3,1 3,1 3,1 3,1 3,1 3,2
1 2 Impuls Open Leermateriaal OCW 20,5 1,6 7,3 11,6
1 2 Nationale LLO Katalysator OCW 167,0 0,9 35,0 80,0 40,0 11,1
1 2 Npuls OCW 140,0 1,5 15,7 57,8 65,0
1 2 Ontwikkelkracht OCW 101,2 0,2 21,6 27,7 31,4 20,5
1 2 Opschaling publiek private samenwerking in het beroepsonderwijs EZK 152,6 42,8 39,5 35,4 34,9
1 3 Creative Industries Immersive Impact Coalition (CIIIC) OCW n.v.t.
1 3 DUTCH VWS 48,0 47,0 1,0
1 3 Innovatieprogramma Onderwijshuisvesting OCW n.v.t.
1 3 Investeren in het Talent van de Toekomst OCW n.v.t.
1 3 Meer Uren Werkt! SZW n.v.t.
1 3 Nationale Aanpak Professionalisering van Leraren OCW 73,1 3,5 24,1 22,5 22,9
2 1 AiNed EZK 160,5 5,7 15,0 28,6 31,8 29,1 50,2
2 1 Health-RI EZK 69,0 10,0 12,0 12,0 11,0 11,0 8,0 5,0
2 1 QuantumDeltaNL EZK 342,2 45,9 105,5 127,8 3,6 58,2 1,2
2 1 RegMed XB EZK 56,3 9,4 15,5 7,1 10,6 9,5 1,6 1,3 1,2
2 2 Biotech Booster OCW 49,6 1,1 1,7 46,8
2 2 Cellulaire agricultuur LNV 60,0 1,8 17,6 15,0 10,0 3,8 4,3 7,5
2 2 Circular Plastics NL EZK 124,0 79,8 23,0 21,2
2 2 CropXR LNV 20,8 0,7 2,7 2,7 4,8 5,2 2,4 2,2
2 2 De revolutie van zelfdenkende moleculaire systemen OCW 96,9 6,2 14,7 16,5 15,9 16,9 16,1 10,9
2 2 Digitale Infrastructuur en Logistiek I&W 51,1 0,6 12,9 14,5 11,6 10,6 0,8
2 2 Dutch Metropolitan Innovations I&W 78,3 9,8 18,5 16,5 15,0 12,9 5,5
BZK 6,7 0,5 1,5 1,8 1,4 1,1 0,5
2 2 Einstein Telescope OCW 42,0 28,0 14,0
2 2 Groeiplan Watertechnologie I&W 135,0 16,0 13,4 13,1 13,0 21,6 10,0 10,4 10,0 10,6 8,6 8,4
2 1 en 2 GroenvermogenNL EZK 442,0 11,9 316,7 85,1 14,1 14,1
2 2 Luchtvaart in Transitie I&W 263,9 0,0 92,2 31,8 25,3 65,9 1,4 1,4 25,0 20,9
2 2 Nieuwe Warmte Nu! EZK 200,0 18,5 37,6 49,5 39,6 25,7 29,1
2 2 NL2120, het groene verdienvermogen van Nederland I&W 70,0 10,2 10,2 14,0 12,2 10,0 7,1 6,4
2 2 NXTGEN HIGHTECH EZK 450,0 150,0 88,0 67,0 63,0 43,0 25,0 14,0
2 2 Oncode-PACT EZK 161,0 3,9 66,1 50,0 41,0
2 2 PharmaNL VWS 79,0 14,3 24,5 4,5 12,2 14,3 4,3 2,6 2,3
2 2 Photondelta EZK 266,6 135,8 67,8 62,4 0,3 0,3
2 2 Toekomstbestendige leefomgeving BZK 60,0 10,0 20,0 25,0 5,0
2 2 Werklandschappen van de toekomst BZK 26,2 1,9 4,0 6,8 7,0 6,5
2 2 Zero-emissie binnenvaart batterij-elektrisch I&W 50,2 9,5 15,6 25,1
2 3 6G Future Network Services EZK n.v.t.
2 3 Bio Based Circulair EZK n.v.t.
2 3 Circulaire geïntegreerde hoogrendementszonnepanelen EZK 135,0 135,0
2 3 CPBT LNV n.v.t.
2 3 Deltaplan Valorisatie OCW n.v.t.
2 3 Holomicrobioom LNV n.v.t.
2 3 Maritiem Masterplan I&W 100,0 30,0 60,0 10,0
2 3 Material Independence & Circular Batteries EZK n.v.t.
2 3 POLARIS DEF n.v.t.
2 3 Re-Ge-NL LNV n.v.t.
3 2 Rail Gent - Terneuzen I&W n.v.t.
Totaal 4.464,9
Voorwaardelijke toekenningen
1 1 Versterking Infrastructuur Leven Lang Ontwikkelen OCW n.v.t.
SZW n.v.t.
1 1 Nationaal Onderwijslab EZK n.v.t.
1 2 Collectief laagopgeleiden en laaggeletterden OCW 42,6 14,2 14,2 14,2
1 2 Digitaal Onderwijs Goed Geregeld OCW n.v.t.
1 2 Impuls Open Leermateriaal OCW 57,5 11,6 11,8 11,9 11,4 6,5 4,3
1 2 Nationale LLO Katalysator OCW 225,0 112,5 112,5
1 2 Npuls OCW 420,0 40,0 80,0 80,0 80,0 80,0 60,0
1 2 Ontwikkelkracht OCW 231,2 29,1 33,3 36,5 39,3 45,1 48,0
1 2 Opschaling publiek private samenwerking in het beroepsonderwijs EZK 57,4 26,3 25,8 3,8 1,4
1 3 Creative Industries Immersive Impact Coalition (CIIIC) OCW 200,0 13,8 47,4 50,3 50,0 38,5
1 3 DUTCH VWS 84,0 33,0 30,0 21,0
1 3 Innovatieprogramma Onderwijshuisvesting OCW 275,2 16,6 5,5 45,4 43,2 164,5
1 3 Investeren in het Talent van de Toekomst OCW n.v.t.
1 3 Meer Uren Werkt! SZW 30,0 4,7 8,8 9,6 6,9
1 3 Nationale Aanpak Professionalisering van Leraren OCW 86,5 3,2 83,3
2 1 AiNed EZK 44,0 13,2 13,2 13,2 4,4
2 1 Health-RI EZK n.v.t.
2 1 QuantumDeltaNL EZK n.v.t.
2 1 RegMed XB EZK n.v.t.
2 2 Biotech Booster OCW 196,4 28,8 29,0 30,1 32,4 33,6 36,9 3,7 2,0
2 2 Cellulaire agricultuur LNV n.v.t.
2 2 Circular Plastics NL EZK 96,0 0,9 19,9 17,7 18,0 13,3 10,5 8,7 7,1
2 2 CropXR LNV 21,5 4,2 4,2 4,5 4,4 4,3
2 2 De revolutie van zelfdenkende moleculaire systemen OCW n.v.t.
2 2 Digitale Infrastructuur en Logistiek I&W n.v.t.
2 2 Dutch Metropolitan Innovations I&W n.v.t.
2 2 Einstein Telescope OCW n.v.t.
2 2 Groeiplan Watertechnologie I&W n.v.t.
2 1 en 2 GroenvermogenNL EZK 396,0 210,0 186,0
2 2 Luchtvaart in Transitie I&W 119,5 10,0 25,0 35,0 30,0 19,5
2 2 Nieuwe Warmte Nu! EZK n.v.t.
2 2 NL2120, het groene verdienvermogen van Nederland I&W 40,0 8,0 8,0 8,0 8,0 8,0
2 2 NXTGEN HIGHTECH EZK n.v.t.
2 2 Oncode-PACT EZK 164,0 52,0 42,0 25,0 25,0 20,0
2 2 PharmaNL VWS n.v.t.
2 2 Photondelta EZK 204,6 96,7 53,9 53,9
2 2 Toekomstbestendige leefomgeving BZK 40,0 10,0 15,0 15,0
2 2 Werklandschappen van de toekomst BZK n.v.t.
2 2 Zero-emissie binnenvaart batterij-elektrisch I&W n.v.t.
2 3 6G Future Network Services EZK 61,0 41,0 20,0
2 3 Bio Based Circulair EZK 102,0 21,7 32,9 47,4
2 3 Circulaire geïntegreerde hoogrendementszonnepanelen EZK 277,0 50,0 50,0 59,0 41,0 27,0 18,0 20,0 12,0
2 3 CPBT LNV n.v.t.
2 3 Deltaplan Valorisatie OCW n.v.t.
2 3 Holomicrobioom LNV n.v.t.
2 3 Maritiem Masterplan I&W 110,0 32,0 39,0 28,0 11,0
2 3 Material Independence & Circular Batteries EZK 118,0 53,0 64,0 1,0
2 3 POLARIS DEF 101,7 9,7 11,9 13,7 15,0 51,5
2 3 Re-Ge-NL LNV 129,0 11,7 19,4 22,4 18,3 57,1
3 2 Rail Gent - Terneuzen I&W 105,0 105,0
Totaal 4.035,2

Verhouding modaliteiten per NGF-project

In tabel 26 staat weergegeven wat de verhouding van modaliteiten per NGF-project is, ofwel hoeveel per project gereserveerd, voorwaardelijk toegekend en definitief toegekend is.

1 1 Leeroverzicht & Skills OCW | SZW 44,7
1 1 Nationaal Onderwijslab EZK 63,0 79,6
1 2 Collectief laagopgeleiden en laaggeletterden OCW 42,6 7,6
1 2 Digitaal Onderwijs Goed Geregeld OCW 34,3
1 2 Impuls Open Leermateriaal OCW 57,5 20,5
1 2 Nationale LLO Katalysator OCW 225,0 167,0
1 2 Npuls OCW 420,0 140,0
1 2 Ontwikkelkracht OCW 231,2 101,2
1 2 Opschaling publiek private samenwerking in het beroepsonderwijs EZK 57,4 152,6
1 3 Creative Industries Immersive Impact Coalition (CIIIC) OCW 200,0
1 3 DUTCH VWS 84,0 48,0
1 3 Innovatieprogramma Onderwijshuisvesting OCW 208,5 275,2
1 3 Investeren in het Talent van de Toekomst OCW 351,6
1 3 Meer Uren Werkt! SZW 45,0 30,0
1 3 Nationale Aanpak Professionalisering Leraren OCW 86,5 73,1
2 1 AiNed EZK 44,0 160,5
2 1 Health-RI EZK 69,0
2 1 QuantumDeltaNL EZK 272,8 342,2
2 1 RegMed XB EZK 56,3
2 2 Biotech Booster OCW 196,4 49,6
2 2 Cellulaire agricultuur LNV 60,0
2 2 Circular Plastics NL EZK 96,0 124,0
2 2 CropXR LNV 21,5 20,8
2 2 De revolutie van zelfdenkende moleculaire systemen OCW 96,9
2 2 Digitale Infrastructuur en Logistiek I&W 51,1
2 2 Dutch Metropolitan Innovations I&W 85,0
2 2 Einstein Telescope OCW 870,0 42,0
2 2 Groeiplan Watertechnologie I&W 135,0
2 1 en 2 GroenvermogenNL EZK 396,0 442,0
2 2 Luchtvaart in Transitie I&W 119,5 263,9
2 2 Nieuwe Warmte Nu! EZK 200,0
2 2 NL2120, het groene verdienvermogen van Nederland I&W 40,0 70,0
2 2 NXTGEN HIGHTECH EZK 450,0
2 2 Oncode-PACT EZK 164,0 161,0
2 2 PharmaNL VWS 79,0
2 2 Photondelta EZK 204,6 266,6
2 2 Toekomstbestendige leefomgeving BZK 40,0 60,0
2 2 Werklandschappen van de toekomst BZK 26,2
2 2 Zero-emissie binnenvaart batterij-elektrisch I&W 50,2
2 3 6G Future Network Services EZK 142,0 61,0
2 3 Biobased Circular EZK 236,0 102,0
2 3 Circulaire geïntegreerde hoogrendementszonnepanelen EZK 277,0 135,0
2 3 CPBT LNV 124,5
2 3 Deltaplan Valorisatie OCW 417,0
2 3 Holomicrobioom LNV 200,0
2 3 Maritiem Masterplan I&W 110,0 100,0
2 3 Material Independence & Circular Batteries EZK 178,0 118,0
2 3 POLARIS DEF 101,7
2 3 Re-Ge-NL LNV 129,0
3 2 Rail Gent - Terneuzen I&W 105,0
Totaal 3.108,4 4.035,2 4.464,9