[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Memorie van toelichting

Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2024

Memorie van toelichting

Nummer: 2023D35188, datum: 2023-09-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36410-V-2).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36410 V-2 Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2024.

Onderdeel van zaak 2023Z14455:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023–2024
36 410V Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken voor het jaar 2024
Nr. 2

Memorie van toelichting

Geraamde uitgaven en ontvangsten

Figuur 1 Geraamde uitgaven verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (bedragen x € 1 mln.). Totaal € 12.790,1

Figuur 2 Geraamde ontvangsten verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (bedragen x € 1 mln.). Totaal € 4.075,5

A. Artikelsgewijze toelichting bij het begrotingswetsvoorstel

Wetsartikel 1 tot en met 3

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld.

Het wetsvoorstel strekt ertoe om de onderhavige begrotingsstaat/begrotingsstaten voor het aangegeven jaar vast te stellen.

Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor dat jaar. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota.

Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten vastgesteld. De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenoemde begrotingstoelichting).

De Minister van Buitenlandse Zaken

H.G.J.Bruins Slot

B. Artikelsgewijze toelichting bij de begrotingsartikelen

1. Leeswijzer

Deze leeswijzer gaat in op de opbouw van de beleidsagenda, de beleidsartikelen en de overige onderdelen van de begroting.

Algemeen
Buitenlandse betrekkingen zijn een zaak van het Koninkrijk der Nederlanden: Nederland in Europa en in het Caribisch gebied (zowel de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, alsmede de autonome Landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten). Waar deze begroting spreekt over «Nederland» of «Nederlands» wordt daarmee bedoeld: «(van) het Koninkrijk der Nederlanden», tenzij het gaat om zaken die specifiek het land Nederland betreffen, zoals het EU-lidmaatschap, ontwikkelingssamenwerking, NAVO-lidmaatschap en Nederlandse beleidsuitvoering.

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken is een Koninkrijksministerie en de Minister is een Koninkrijksminister. Dat betekent dat niet alleen de belangen van Nederland behartigd dienen te worden, maar ook van de Caribische delen van het Koninkrijk. Het is dan ook de inzet van Buitenlandse Zaken, inclusief het postennet, om de belangen van alle delen van het Koninkrijk op het gebied van buitenlandse betrekkingen zo optimaal mogelijk te incorporeren in het bredere buitenlandbeleid van het Koninkrijk.

Beleidsartikelen
In de beleidsartikelen staan de volgende onderdelen per begrotingsartikel verder uitgewerkt:

A: Algemene doelstelling
Elk beleidsartikel begint met de algemene doelstelling (titel van het beleidsartikel) met een korte toelichting.

B: Rol en verantwoordelijkheid
De rol en de verantwoordelijkheid van de Minister wordt beschreven aan de hand van de volgende categorieën: stimuleren, financieren, regisseren en uitvoeren.

Volgens het uitgangspunt van verantwoord begroten zijn er alleen kwantitatieve indicatoren bij resultaatverantwoordelijkheid. Een indicator onderbouwt de resultaatverantwoordelijkheid van de Minister voor een deel van de consulaire dienstverlening (beleidsartikel 4). Op de overige beleidsterreinen van Buitenlandse Zaken heeft de Minister een stimulerende of financierende rol, en in sommige gevallen een regisserende rol. De mogelijkheden voor kwantitatieve effectmeting voor de meeste beleidsterreinen van Buitenlandse Zaken zijn dan ook beperkt. Kenmerkend is de internationale context waarin veel spelers en factoren de doelbereiking beïnvloeden. Vaak is er een gezamenlijke inspanning waarbij het weinig zinvol is (een deel van) de resultaten toe te rekenen aan Nederland, dat een deel van de input heeft verzorgd. Kwaliteitsbewaking van de beleidsuitvoering vindt plaats door middel van periodieke beleidsdoorlichtingen.

C: Beleidswijzigingen
Dit is een overzicht van belangrijke wijzigingen als gevolg van nieuw regeringsbeleid, evaluatie of voortschrijdend inzicht. Daar waar sprake is van beleidswijzigingen die in beleidsnotities zijn verschenen, is verwezen naar de betreffende notitie met het Kamerstuk.

D1: Budgettaire gevolgen van beleid
In het kader van «verantwoord begroten» presenteren departementen de financiële inzet op instrumentniveau. Het aantal activiteiten en het aantal financiële instrumenten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken inclusief het postennet is aanzienlijk. In sommige gevallen zijn de instrumenten nog niet bekend, omdat de programma’s na het verschijnen van de begroting starten en dan duidelijk wordt hoe financiering plaatsvindt. Voor deze onderdelen is het verwachte instrument gekozen. Daarnaast geldt voor de gehele BZ-begroting dat er niet gestuurd wordt op instrumenten maar op te bereiken resultaten. Dit kan betekenen dat de gebruikte instrumenten (subsidies, bijdragen etc.) voor hetzelfde instrumentonderdeel van jaar tot jaar kunnen verschillen. Dit is bij een aantal artikelen zichtbaar. Tevens betekent dit ook dat voor hetzelfde instrumentonderdeel meerdere instrumenten mogelijk zijn. Deze gegevens worden opgenomen vanuit het meest recent beschikbare departementale jaarverslag.

Per beleidsartikel is een tabel budgettaire gevolgen van beleid opgenomen. Na deze tabellen wordt een toelichting op de mutaties gegeven. Hierbij worden per artikel de mutaties die groter of gelijk zijn aan de ondergrenzen in onderstaande staffel conform de Rijksbegrotingsvoorschriften toegelicht. De wijzigingen van de verplichtingen worden alleen toegelicht wanneer ze groter zijn dan 10% ten opzichte van de stand in de 1e suppletoire begroting op artikelniveau.
Tabel: Ondergrenzen conform Rijksbegrotingsvoorschriften

< 50 1 2
=> 50 en < 200 2 4
=> 200 < 1000 5 10
=> 1000 10 20

D2: Budgetflexibiliteit
Conform de rijksbrede begrotingsvoorschriften is per begrotingsartikel aangegeven welk percentage van de programmauitgaven juridisch is vastgelegd, welk percentage bestuurlijk is gebonden, het percentage dat beleidsmatig is gereserveerd almede het percentage dat nog niet is ingevuld/vrij te besteden. De peildatum hiervoor is 1 januari 2024. Daarnaast wordt het onderdeel juridisch verplicht op het niveau van Financieel Instrument toegelicht.

E: Toelichting op de financiële instrumenten
Deze toelichting geeft per artikelonderdeel inzicht in de financiële instrumenten, zoals in de tabel onder D zijn opgenomen.

Overige onderdelen van de begroting
Na de vier beleidsartikelen volgen de drie niet-beleidsartikelen en het verdiepingshoofdstuk. De niet-beleidsartikelen zijn artikel 5, «geheim», artikel 6 «nog onverdeeld» waarin de reserveringen voor loon- en prijsindexatie binnen de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) staat opgenomen en artikel 7 «apparaat» waarin een splitsing is aangebracht tussen personele- en materiële uitgaven. Ten slotte volgen vijf bijlagen: (1) het verdiepingshoofdstuk (2) de lijst met moties en toezeggingen aan de Kamer, (3) het subsidieoverzicht, (4) en de Strategische Evaluatie Agenda.

De relatie met de HGIS-nota
Samen met de departementale begrotingen wordt ook de HGIS-nota aan de Staten-Generaal gepresenteerd. Deze omvat naast de HGIS uitgaven en ontvangsten van Buitenlandse Zaken ook buitenlanduitgaven en - ontvangsten van de andere ministeries. Deze bundeling bevordert de samenhang en samenwerking die voor een geïntegreerd en coherent buitenlandbeleid van belang zijn. De nota over de HGIS bevat een overzicht van de belangrijkste programma’s en uitgaven voor het buitenlandbeleid, waaronder een overzicht van de begrotingsontwikkelingen binnen de HGIS en bijlagen die alle buitenlanduitgaven overzichtelijk presenteren, zoals een totaaloverzicht van de buitenlanduitgaven die als officiële ontwikkelingshulp (ODA) kwalificeren.

Motie Schouw
In juni 2011 is de motie Schouw ingediend en aangenomen. Deze motie zorgt er voor dat de landenspecifieke aanbevelingen van de Raad op grond van de nationale hervormingsprogramma's een eigenstandige plaats krijgen in de departementale begrotingen. De landenspecifieke aanbevelingen voor 2024 hebben geen gevolgen voor de departementale begroting van Buitenlandse Zaken.

Groeiparagraaf
In de kabinetsreactie op het rapport ‘Ongekend onrecht’ heeft het kabinet onder andere maatregelen aangekondigd gericht op actieve openbaarmaking van informatie en op verbetering van de informatiehuishouding bij de ministeries (‘Open op orde’). Verder schrijft artikel 3.5 van de Wet open overheid (Woo) voor dat een bestuursorgaan in de begroting aandacht besteedt aan de beleidsvoornemens inzake de uitvoering van de Woo en in de jaarlijkse verantwoording verslag doet van de uitvoering ervan. In deze begroting is daarom, ook in navolging van de Rijksbegrotingsvoorschriften 2022, een openbaarheidsparagraaf opgenomen (paragraaf 2.3). Daarin wordt beschreven hoe het Ministerie van Buitenlandse Zaken werkt aan een continue verbetering van de informatiehuishouding en grotere transparantie van overheidsinformatie richting burger en parlement. Deze openbaarheidsparagraaf is ook van toepassing op de begroting voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

Op verzoek van de Kamer monitort het CBS jaarlijks hoe Nederland er voor staat op het gebied van brede welvaart en de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (ofwel Sustainable Development Goals, SDG’s). Dit wordt gemeten aan de hand van een set indicatoren die gaan over de kwaliteit van leven hier en nu, rekening houdend met de mate waarin dit invloed heeft op toekomstige generaties en op mensen in andere landen (afwenteleffecten). Dit jaar heeft CBS voor het eerst een factsheet gemaakt waarin een aantal van deze indicatoren aan de BZ en BHOS begrotingen zijn gekoppeld, met de daarbij behorende SDG’s. Hierin is te zien dat het Ministerie van Buitenlandse Zaken vooral positief bijdraagt op het gebied van duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen. Verder staat Nederland op plaats 5 in de EU als het gaat om de uitgaven aan ontwikkelingssamenwerking.

In de Rijksbegrotingsvoorschriften 2022 is een verfijning van de in de definitie ‘geschatte budgetflexibiliteit ’ opgenomen. Van de ramingen van de programma-uitgaven worden in procenten van het totaal per artikel voor het begrotingsjaar t vermeld: het bedrag dat juridisch is verplicht, het bedrag dat bestuurlijk is gebonden, het bedrag dat beleidsmatig is gereserveerd en het bedrag dat nog niet is ingevuld/vrij te besteden. Voor de Tweede Kamer, vergaderjaar 2022–2023, 36 200 V, nr. 2 7 juridisch verplichte uitgaven wordt op het niveau van een Financieel Instrument als geheel een kwalitatieve toelichting opgenomen. Door het aanbrengen van deze verfijning en door deze uiteindelijk ook in meerjarig perspectief te plaatsen wordt het inzicht in de budgetflexibiliteit vergroot.

2. Beleidsagenda

2.1 Beleidsprioriteiten

Een veranderende wereldorde
De huidige geopolitieke context waarin Nederland opereert is complex en weerbarstig. Dat komt het meest tot uitdrukking in de Russische agressie-oorlog tegen Oekraïne met grote gevolgen voor de Europese veiligheidsordening en de nationale veiligheid. Ook de assertieve houding van China op het wereldtoneel brengt geopolitieke uitdagingen met zich mee. Zo probeert China een dominante positie op te bouwen in de eigen regio en heeft het in verschillende initiatieven uiteengezet hoe het een ander internationaal systeem wil creëren dan de huidige op regels gebaseerde wereldorde.1 Er is sprake van toenemende geopolitieke competitie op een veelheid van gebieden zoals veiligheid, energie, voedsel, technologie en gezondheid.

Deze geopolitieke trends zorgen voor druk op het open wereldwijde economische systeem en het op regels gebaseerde multilaterale (handels)systeem. De verschuiving van het demografische en economische zwaartepunt naar het oosten en het zuiden en het eroderen van het vertrouwen in het multilaterale systeem en de relaties met Westerse landen vraagt, naast de meer onmiddellijke uitdagingen waarvoor de oorlog tegen Oekraïne ons stelt, om intensiever te investeren in de relaties met landen in andere delen van de wereld. Dat geldt onder meer voor Afrika, Latijns-Amerika maar ook de Indo-Pacific, de belangrijkste economische groeiregio van de wereld waar een derde van de wereldbevolking woont. Versterkt engagement is van groot belang voor de bescherming en hervorming van de integriteit van de op regels gebaseerde multilaterale stelsel.

Nu de Europese en Nederlandse invloed op het wereldtoneel afneemt is het tevens van belang dat Nederland optrekt met gelijkgezinden. De EU is en blijft het primaire handelingspodium van het Nederlandse buitenlandbeleid.

Om deze uitdagingen in 2024 en verder het hoofd te bieden is het beleid van de minister van Buitenlandse Zaken het afgelopen jaar aangescherpt met diverse deelstrategieën2 die in 2024 de basis vormen van het Nederlandse buitenlandbeleid.

Hieronder wordt een uitwerking geschetst van deze beleidsprioriteiten en handelingsperspectieven voor 2024 en verder, met aandacht voor Europese samenwerking, veiligheid, betrekkingen met landen en regio’s in de wereld en het belang van internationale rechtsorde & mensenrechten. Tot slot zal kort worden ingegaan op de inzet van het Ministerie aangaande crisisbeheersing, cultuur en de diplomatieke inzet (postennet).

Europese samenwerking

Brede ontwikkelingen in de Europese Unie
Zoals beschreven in de Staat van de Unie Kamerbrief maakt de EU integraal deel uit van ons dagelijks leven. De afgelopen jaren is de EU voor ongekende uitdagingen gesteld. Naast de veranderende geopolitieke context bepalen de groene en digitale transities en de toekomstige uitbreiding van de EU grotendeels de agenda. Intussen maken burgers zich zorgen over de kosten van levensonderhoud als gevolg van inflatie en stijgende energieprijzen. Om deze uitdagingen het hoofd te bieden, ziet Nederland een toekomst voor zich met een sterke Unie en sterke lidstaten. Hierbij vormen drie dwarsdoorsnijdende thema’s de paraplu: de Unie als geopolitieke speler, opwaartse sociale en economische convergentie, onder meer via de groene en digitale transities, en rechtsstatelijkheid en goed bestuur.

Het geopolitieke handelingsvermogen wordt onder andere versterkt door een geïntegreerde inzet - en verdere ontwikkeling van - EU instrumentarium voor gemeenschappelijk buitenlandbeleid. Het kabinet zet hiertoe onder andere in op het vergroten van de open strategische autonomie (OSA) van de EU.3 OSA vereist onder andere het structureel versterken van het politiek-economisch fundament van de EU, het mitigeren van de risico’s van strategische afhankelijkheden en het vergroten van het geopolitiek handelingsvermogen van de EU. Een ander voorbeeld hiervan het EU Global Gateway-initiatief: door een gecombineerde inzet van OS-, handels- en diplomatiek instrumentarium worden doelstellingen op het snijvlak van EU-belangen en partnerlanden nagestreefd.

Ook is het van belang dat er voldoende uitvoeringskracht bij de EU en lidstaten in transitie is om de ambitieuze doelen waar te maken. Deze inzet zal terugkomen in de Nederlandse inzet voor de nieuwe Commissie die in 2024-2029 zal aantreden. Voor een breed draagvlak onder burgers zet het kabinet zich in voor democratische legitimiteit van de EU, transparante besluitvorming en voortzetting van de burgerdialogen, die onder meer voortkwamen uit de Conferentie over de Toekomst van Europa.

Open strategische autonomie
Onder de eerste pijler van Open strategische Autonomie4 blijft het kabinet zich inzetten voor zaken als een sterke, duurzame en eerlijke interne markt, en voor innovatie, technologisch leiderschap en excellent onderzoek, zodat onze economie toekomstbestendig, concurrerend en weerbaar blijft. Onder de tweede pijler zal de Taskforce Strategische Afhankelijkheden actief werken aan het inzichtelijk maken en mitigeren van de risico’s van strategische afhankelijkheden. Uitvoering van de Nationale Grondstoffenstrategie en de Critical Raw Materials Act in Europees verband dragen bij aan het vergroten van de leveringszekerheid van kritieke grondstoffen. Onder de derde pijler continueert het kabinet zijn inzet om de slagkracht van de EU te vergroten, onder andere door de EU in te staat stellen haar economische macht om te zetten in geopolitiek handelingsvermogen en de besluitvaardigheid van de EU te vergroten (waaronder door gekwalificeerde meerderheid (QMV) besluiten op specifieke terreinen binnen het GBVB).

Rechtsstatelijkheid
Nederland blijft zich, samen met gelijkgezinde lidstaten, hard maken voor de bescherming van de rechtsstaat in de EU. Het is hierbij van belang dat het gehele rechtsstaatinstrumentarium zo effectief mogelijk wordt ingezet om rechtsstaats-problematiek te voorkomen, te signaleren en waar nodig aan te pakken, bijvoorbeeld in lidstaten als Polen en Hongarije.

Migratie5
Effectieve samenwerking binnen de EU is cruciaal om voortgang te bereiken op het gebied van migratie. Nederland continueert de inzet voor een effectief, rechtvaardig en humaan migratiebeleid in de Europese Unie, bijvoorbeeld bij de onderhandelingen inzake het asiel- en migratiepact, waarin Nederland een balans tussen solidariteit en verantwoordelijkheid nastreeft. Het kabinet stelt zich constructief op om tot voortgang te komen en werkt waar mogelijk samen met andere EU-lidstaten.

Groene en digitale transities
Met de Green Deal en het Fit-for-55 pakket zijn de afgelopen jaren grote stappen gezet om de EU op een pad richting klimaatneutraliteit in 2050 te zetten. Het kabinet continueert het werk op de digitale Europese agenda, gericht op fundamentele waarden, kansen die digitalisering biedt voor bedrijven en burgers, cyberveiligheid, goed functionerende markten, digitale infrastructuur, digitale vaardigheden en essentiële digitale technologieën.

Global Gateway
Global Gateway is de EU-connectiviteitsstrategie die beoogt in de periode 2021-2027 EUR 300 miljard aan investeringen te mobiliseren in partnerlanden. De strategie gaat uit van kernprincipes zoals hoge standaarden, goed bestuur en transparantie, gelijkwaardige partnerschappen en duurzaamheid en identificeert vijf prioritaire investeringsterreinen: digitale connectiviteit; klimaat en energie; transport; gezondheid; en onderwijs en onderzoek. Global Gateway is naast ontwikkelingssamenwerking ook een geopolitiek en geo-economisch project en is gestoeld op publiek-private samenwerking. Daarmee is het een voorbeeld van het behalen van ontwikkelingsresultaten in partnerlanden, waarbij de EU zich gelijktijdig steviger kan positioneren als geopolitieke speler en kan bijdragen aan de open strategische autonomie van de EU.

Nederland zal zich inzetten voor een continue strategische discussie over de doelstellingen van Global Gateway, de centraliteit van ontwikkelingsimpact blijven benadrukken en zich inspannen het Nederlands bedrijfsleven actief op de kaart te zetten. Voorts acht het kabinet de koppeling van Global Gateway met andere initiatieven, in het bijzonder op het terrein van open strategische autonomie, versterkt engagement, kritieke grondstoffen en Indo-Pacific en de Afrikastrategie van belang.

Meerjarig Financieel Kader (MFK)
De Europese Commissie heeft op 20 juni jl. een voorstel gepresenteerd voor een tussentijdse herziening van het MFK. In het voorstel schetst de Commissie hoe de Europese Unie sinds 2020 geconfronteerd is met grote en onvoorziene uitdagingen, met name de oorlog in Oekraïne. Deze uitdagingen zijn voor de Europese Commissie aanleiding om tussentijdse herziening van het MFK te presenteren. Het kabinet is terughoudend ten aanzien van het tussentijds openbreken van het MFK. Het startpunt voor het kabinet is om eerst te kijken naar flexibilisering en herprioritering binnen de begroting. Het kabinet staat in beginsel positief tegenover het structureler vormgeven van de financiële EU-steun aan Oekraïne, in lijn met de inzet van het kabinet voor blijvende solidariteit met Oekraïne. De Nederlandse inzet bij de onderhandelingen over het MFK 2021-2027 was gericht op een modern en financieel houdbaar MFK met een eerlijke verdeling van de lasten. Bij de verdere uitvoering van het MFK streeft het kabinet naar prudente, realistische en moderne EU-jaarbegrotingen met meer nadruk op voor Nederland prioritaire beleidsterreinen.

Bilaterale relaties
Nederland zal zich na het voorzitterschap van de Benelux Unie in 2023 blijven inzetten voor de voortrekkersrol van de Benelux binnen de EU. Daarnaast gaat Nederland in Benelux-verband verder met de in 2023 gehouden politieke bijeenkomsten tussen de Benelux en regionale partners, waaronder de Nordics. De vriendschapsband en samenwerking met buurlanden en Frankrijk wordt in 2024 verder geïntensiveerd door opvolging van afspraken gemaakt op succesvolle staatsbezoeken en regeringsconsultaties met Vlaanderen, België, Duitsland en Frankrijk in 2023. Mede om effectieve en tijdige beleidsbeïnvloeding te bewerkstelligen op Europees en internationaal vlak zal Nederland op onderwerpen van strategisch belang aansluiting zoeken bij de Frans-Duitse as. Nederland zal daarnaast blijven inzetten op bredere coalitievorming in Europees en multilateraal verband. Dit uit zich in verdere samenwerking op voor Nederland belangrijke thema’s met landen als Tsjechië, Polen en Slovenië. 

Sancties
Het Europese sanctie-instrumentarium is onderdeel van de Europese gereedschapskist om de geopolitieke Unie vorm te geven. Sancties worden ingezet in situaties waar de kernwaarden van de Unie in het gedrang komen: de internationale rechtsorde, mensenrechten en democratie. De Russische agressie tegen Oekraïne heeft geleid tot ongeëvenaarde maatregelen gericht op het signaleren van afkeuring van de schendingen van het internationaal recht en de mensenrechten, het verbinden van hoge kosten daaraan, het ontzeggen van financiële en technische middelen voor oorlogsvoering en het ontmoedigen van vergelijkbaar gedrag. Ook in andere situaties, zoals ten aanzien van Iran, Belarus, Syrië en mensenrechtenschendingen wereldwijd is het sanctie-instrument een belangrijk onderdeel van de Europese inzet. Dit is mogelijk dankzij de versterkte sanctie-capaciteit op het Ministerie van Buitenlandse Zaken, zowel voor het ontwikkelen van nieuwe restrictieve maatregelen, waarop NL binnen de EU één van de voorlopers is, als voor de coördinerende rol van BZ ten aanzien van sanctienaleving.6 Zo worden in de naleving waar nodig korte termijn pragmatische oplossingen getroffen om mazen snel te dichten.7 Daarnaast coördineert BZ de modernisering van het Nederlands sanctiestelsel om de nationale sanctiewet- en regelgeving ook voor de lange termijn te versterken en te bestendigen voor toekomstige crisissituaties.8

Tot slot blijft het kabinet zich richten op frequenter gebruik van gekwalificeerde meerderheidsbesluitvorming (QMV) binnen het Gemeenschappelijk Buitenland en Veiligheidsbeleid (GBVB) op onder andere het terrein van sancties. Deze inzet krijgt inmiddels weerklank bij meerdere Lidstaten, hetgeen onder andere zichtbaar werd in het open pleidooi hiertoe samen met België, Duitsland, Luxemburg, Roemenië, Slovenië en Spanje.9

Westelijke Balkan en nabuurschap
Relaties met de Westelijke Balkan worden versterkt door intensivering van politieke dialoog en engagement met de regio, waar mogelijk in breder Europees verband. Nederland zal met betrekking tot de Westelijke Balkan blijven inzetten op rechtsstaathervormingen en behouden van politiek commitment aan EU-lidmaatschap. Op het gebied van veiligheid levert Nederland vanaf 2023 een aanvullende bijdrage aan de EU-operatie in Bosnië en Herzegovina.

Het kabinet zet in op meer strategische partnerschappen met de zuidelijke buurlanden waarbij politieke en economische stabiliteit geadresseerd worden in combinatie met aandacht voor rechtsstaat, mensenrechten, corruptiebestrijding en fundamentele vrijheden. Het ten goede trouw implementeren van het Windsor Raamwerk biedt bijvoorbeeld nieuwe mogelijkheden om de relatie met het VK stap voor stap te verdiepen.

EU-uitbreiding
T.a.v. EU-uitbreiding blijft het kabinet strikt, fair en betrokken. Behoud van stabiliteit en de ondersteuning van rechtsstaatshervormingen vormen het uitgangspunt van het toetredingsbeleid. In aanvulling hierop zet het kabinet in op aansluiting van kandidaat-lidstaten bij het GBVB van de Unie. Daarnaast is het van belang dat de Unie zich gedegen voorbereidt op toekomstige toetreding van nieuwe lidstaten zoals de landen in de Westelijke Balkan, maar bijvoorbeeld ook Oekraïne. De politieke, bestuurlijke, economische, financiële en veiligheidsimplicaties van EU-uitbreiding in de toekomst zullen de aankomende periode in kaart gebracht worden.

Veiligheid: vrede, veiligheid en defensie

Nieuwe Rijksbrede veiligheidsstrategie en Buitenland- en Veiligheidsvisie
In 2023 is de Veiligheidsstrategie voor het Koninkrijk der Nederlanden opgeleverd door de minister van Justitie en Veiligheid en de minister van Buitenlandse Zaken. Deze strategie combineert de interne en externe dimensie van veiligheid en zet de koers uit van het Nederlandse veiligheidsbeleid voor de periode van 2023-2029.10 De minister van Buitenlandse Zaken geeft invulling aan de internationale dimensie van de Veiligheidsstrategie.

De NAVO als hoeksteen van ons veiligheidsbeleid
Het kabinet draagt bij aan de verdediging van onze Oostflank en aan NAVO-missies binnen en buiten Europa. Nederland draagt significant bij aan het Ukraine Comprehensive Assistance Package (UCAP) om Oekraïne beter in staat stellen zich te verdedigen tegen de Russische agressie en op langere termijn weerbaarder te worden. Op de NAVO-top in Washington in 2024 wordt ook de voortgang in het versterken van de afschrikking en verdediging van de NAVO beschouwd. Nederland blijft volledig gecommitteerd aan het afschrikkingsbeleid van de NAVO, dat erop gericht is dat kernwapens nooit hoeven te worden ingezet.

Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid
Binnen het GVDB wordt het Strategisch Kompas verder geïmplementeerd. Daarnaast zal de aandacht voor de Europese Vredesfaciliteit (EPF) onverminderd groot zijn. Nederland acht het van belang dat de steun uit deze faciliteit aan Oekraïne wordt voortgezet, maar ook dat er voldoende middelen beschikbaar blijven voor steun aan andere regio’s in de wereld, de uitvoering van EU-missies en operaties en de implementatie van het Strategische Kompas.

Missies
Nederland neemt ook in 2024 met militairen, politiefunctionarissen en civiel experts deel aan (vredes)missies en operaties ter bevordering van de internationale rechtsorde. Deze blijven zich primair richten op de regio’s waar de Nederlandse veiligheid en belangen in het geding zijn, onder meer in de Westelijke Balkan, aan de Oostflank van Europa, in Irak en in de Sahel.

Ontwapeningsinitiatieven en wapenbeheersing
Op het gebied van non-proliferatie is het voorkomen van een Iraans (en Noord-Koreaans) kernwapen een prioriteit. Hiertoe zet Nederland zich met internationale partners in. Op het gebied van ontwapening draagt Nederland bij aan een kernwapenvrije wereld, binnen de bondgenootschappelijke verplichtingen.

REAIM
Nederland blijft zich inzetten om de verantwoorde toepassing van kunstmatige intelligentie (AI) in het militaire domein hoog op de politieke agenda te houden.

Cyber
De toegenomen geopolitieke spanningen hebben een rechtstreekse uitwerking op de digitale omgeving. Nederland continueert zijn inzet zoals gepubliceerd in de Internationale Cyberstrategie.11

Hybride
De trend van een toenemend aantal hybride campagnes tegen Nederland en zijn partners wordt naar verwachting voortgezet. Het kabinet werkt in EU- en NAVO-kader aan het versterken van de weerbaarheid en respons om politieke en economische vrijheden van Nederland te beschermen. Daarnaast spant het kabinet zich actief in voor het bouwen van nieuwe, en bestendigen van gevestigde coalities met landen die vergelijkbare dreigingen ondervinden of vergelijkbare belangen hebben.

Contraterrorisme en Nationale Veiligheid
De dreiging van terrorisme blijft aanzienlijk12 en ongewenste buitenlandse inmenging neemt toe. Het kabinet blijft inzetten op de bestrijding hiervan en is waakzaam voor nieuwe dreigingen als anti- institutioneel extremisme. Nederland blijft zich in internationaal verband inzetten voor de strijd tegen ISIS, waarbij naast het ISIS kerngebied in Irak en Syrië, ook nadrukkelijk aandacht is voor ISIS in Afrika en Afghanistan.

Economische veiligheid
Het dreigingsbeeld statelijke actoren 213 laat zien dat economische veiligheid de komende jaren steeds belangrijker wordt. Het beschermen van de Nederlandse economische veiligheid vergt inzet op nationaal, Europees en internationaal vlak. Samenwerking met partners op het vlak van economische veiligheid wordt het komend jaar versterkt, mede door het een intensiveren van diplomaten in het postennet op het thema economische veiligheid.

Betrekkingen met landen en regio’s

Nederland voert een eigenstandig buitenlandbeleid, maar dit komt niet in een vacuüm tot stand en wordt allereerst met EU-partners en andere bondgenoten vormgegeven. In een toenemend instabiele wereld zijn bondgenootschappen van essentieel belang. De oorlog tegen Oekraïne heeft eens te meer aangetoond hoe fundamenteel de trans-Atlantische relatie met de Verenigde Staten en Canada is en blijft voor de bescherming van de multilaterale rechtsorde en, zeker in NAVO verband, voor de veiligheid op het Europese continent en de toekomstige veiligheidsarchitectuur van Europa.

Bovendien is de Verenigde Staten een belangrijke en grotendeels gelijkgestemde partner op dossiers als cyberveiligheid, economische veiligheid en het versterken van economische weerbaarheid, democratie en mensenrechten, klimaat en energie, en het vormgeven en naleven van sanctieregimes. Datzelfde geldt voor Canada, waarmee het kabinet onze gelijkgestemde relatie naar een hoger plan tilt.

Het vinden van een balans in de betrekkingen met China blijft het uitgangspunt van het Nederlandse beleid, in samenwerking met de EU en partners daarbuiten. Daarbij ligt steeds meer nadruk op het beschermen van onze waarden en belangen, onze (economische) veiligheid en het tegengaan van ongewenste inmenging in onze samenleving. Nederland en de EU blijven gezamenlijk inzetten op het vergroten van de eigen (economische) weerbaarheid. Tegelijkertijd blijft samenwerking met China onmisbaar bij het aanpakken van grote mondiale uitdagingen, zoals op het gebied van klimaat en duurzaamheid.

De mensenrechtensituatie in China blijft zorgwekkend. Nederland zal, bij voorkeur in EU-kader, deze blijven adresseren. De onderdrukking van de Oeigoeren in Xinjiang en het steeds verder inperken van burgerlijke vrijheden in Hong Kong vragen daarbij bijzondere aandacht. China heeft eind 2022 zijn COVID-maatregelen losgelaten, hetgeen de gelegenheid biedt de contacten met Chinese leiders op te pakken. De verwachting is dat wederzijdse bezoeken op verschillende niveaus ook in 2024 vaker plaats zullen vinden.

Het komende jaar staat opnieuw in het teken van de Russische aanvalsoorlog in Oekraïne. Het kabinet blijft, samen met partners en bondgenoten, pal staan voor de vrijheid, onafhankelijkheid en soevereiniteit van Oekraïne. Oekraïne moet zichzelf ook op langere termijn kunnen blijven verdedigen tegen de Russische militaire invasie. Daarom is het cruciaal dat ons land blijft helpen met economische, militaire en humanitaire steun. Gelet op de grove en systematische schendingen van het humanitair oorlogsrecht door Rusland blijft het kabinet zich inspannen voor gerechtigheid in Oekraïne.

Extra sancties dragen eraan bij dat de machthebbers in Moskou, de Russische wapenindustrie en het militair-industrieel complex worden geraakt. Ook zet het kabinet in op een brede dialoog met landen overal ter wereld over de situatie in Oekraïne. Ondanks de groeiende repressie in Rusland blijft het kabinet, waar mogelijk, mensenrechtenverdedigers en onafhankelijke media in Rusland steunen, zodat een alternatief geluid voor de Kremlinpropaganda blijft bestaan.  

Nederland zal de betrekkingen met de landen in de Indo-Pacific regio verder intensiveren.14 In het bijzonder met Australië, India, Zuid-Korea en Japan. Ook de relatie met de ASEAN-landen en ASEAN-voorzitter Indonesië zal worden versterkt, onder meer door in te zetten op een «development partner» status. Een actievere inzet van Nederland en de EU in de Indo-Pacific regio is nodig om de Nederlandse en Europese economische en politieke belangen adequaat te (blijven) behartigen. De EU-strategie voor de Indo-Pacific biedt mogelijkheden om, in partnerschap met EU-landen, samenwerking in en met de regio te bevorderen op het gebied van duurzaamheid, connectiviteit, en op economisch, politiek en veiligheidsgebied.

Bilateraal wordt er ingezet op het versterken van de samenwerking op de thema’s economische veiligheid, cyber, technologische samenwerking en groene transitie, het versterken van samenwerking met ASEAN en kennisuitwisseling op het gebied van maritiem zeerecht en statelijke jurisdictie.

Een deel van de regio Latijns-Amerika en de Cariben is belangrijke economische partner en op veel vlakken een gelijkgezinde partner voor het Koninkrijk, o.a. op het gebied van de bescherming van de multilaterale/internationale rechtsorde, mensenrechten en democratie. Ook zijn verschillende landen in de regio essentiële partners bij het behalen van klimaatdoelstellingen, ook in het kader van de SIDS.

Ook geopolitieke ontwikkelingen en grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit vormen een bedreiging voor veiligheid binnen Europa en de LAC-regio. Voor de aanpak hiervan blijft het Koninkrijk zich inzetten aanpakken van onderliggende oorzaken door het versterken van partnerschappen. Het Koninkrijk steunt het vinden van een duurzame politieke oplossing voor de crisis in Venezuela, waarvan de humanitaire gevolgen rechtstreeks merkbaar zijn in de regio, o.a. de Caribische delen van het Koninkrijk.

Daarnaast blijft een constructieve en gelijkwaardige relatie met Suriname een prioriteit voor het Koninkrijk, waarmee recht wordt gedaan aan de bijzondere, historische band. In navolging van de excuses die de regering op 19 december 2022 heeft gemaakt voor het slavernijverleden zal het vervolgtraject in nauwe samenwerking met de Surinaamse regering en belangengroeperingen worden voortgezet. Met de Anton de Kom leerstoel aan de Vrije Universiteit wordt een bijdrage geleverd aan het maatschappelijke debat over de thema’s die Anton de Kom aankaartte.

Nederland zal het proactieve Turkije-beleid voortzetten en inzetten op blijvende samenwerking met Turkije op een groot aantal thema’s. Het kabinet erkent de belangrijke geopolitieke rol van Turkije op het wereldtoneel. Duurzame samenwerking op terreinen van wederzijds belang zoals veiligheid, terrorismebestrijding, migratie en klimaat is hierbij het uitgangspunt. Ook blijven mensenrechten en de rechtstaat integraal onderdeel van de relatie tussen Turkije, de EU en Nederland, maar ook in de Raad van Europa. Hier zal doorgaand aandacht aan worden besteed in gesprekken met de Turkse autoriteiten.

In lijn met de Afrikastrategie die in 2023 is uitgebracht, scherpt Nederland zijn inzet in Afrika aan door meer, gerichter en duurzamer te investeren in het continent en de gelijkwaardige relatie met Afrikaanse landen15.

Noord-Afrika staat voor vele uitdagingen, zoals economische onzekerheid, klimaatverandering, irreguliere migratie en instabiliteit. Juist vanwege deze thema’s is de regio van groot belang voor Europa en voor Nederland. Nederland zet zich daarom zowel via Europese als bilaterale weg in voor goede relaties met deze landen. Met name Tunesië heeft hierbij speciale aandacht, vanwege de situatie op gebied van migratie.

Het belang van de Hoorn van Afrika als regio aan de rand van Europa blijft onverminderd groot als strategisch en economisch kansrijke regio. Tegelijkertijd is het mogelijk dat een aanhoudend conflict in Soedan bestaande crises en problemen verergert zoals de humanitaire noden, irreguliere migratiestromen, schulden en de toenemende invloed van extra-regionale spelers. Nederland zal zich ook in EU verband inzetten voor versterkt engagement met de regio in lijn met de Afrika strategie.

Het kabinet zet zich in voor het bevorderen van stabiliteit en (maritieme) veiligheid in de Golfregio en haalt de banden aan met landen in de Golf gericht op klimaat en energietransitie. Mensenrechten maken onlosmakelijk onderdeel uit van de brede bilaterale relaties met deze landen. De mensenrechtensituatie in Iran blijft zorgelijk na de zware repressie van grootschalige protesten van eind 2022 en begin 2023. Het kabinet steunt een diplomatieke oplossing van de Iraanse nucleaire kwestie en blijft zich inzetten om de Iraanse militaire steun aan Rusland voor de oorlog tegen Oekraïne tegen te gaan. Met andere donoren steunt Nederland de VN in de succesvolle afronding van de reddingsoperatie van de Safer olietanker voor de Jemenitische kust.

De aanhoudende onrust in Israël en de bezette Palestijnse gebieden zorgen voor een neerwaartse geweldspiraal: de situatie is verslechterd en dat geeft reden tot zorg. De-escalatie is van blijvend belang. Het kabinet zal, ook in EU verband, de opties blijven verkennen hiertoe te komen, en toe te werken naar een vreedzame en duurzame oplossing. Het kabinet blijft via bilaterale of trilaterale wegen partijen stimuleren met elkaar in gesprek te blijven en steunt actief in dit kader ook gaande internationale initiatieven onder bemiddeling van de Verenigde Staten, Jordanië en Egypte.

Waarden, democratie en internationale rechtsorde

Mensenrechten, de democratische rechtstaat en de internationale rechtsorde vormen een belangrijk fundament voor vreedzame, inclusieve en welvarende samenlevingen. Het afgelopen decennium heeft zich echter een duidelijke negatieve trend voltrokken op al deze fronten.

Het nieuwe beleidskader Mondiaal Multilateralisme heeft als doel het multilaterale stelsel te beschermen, versterken en hervormen. Nederland zet hierbij onder meer in op het beschermen van fundamentele principes, het zijn van een betrouwbare speler, en op steun voor inclusieve en legitieme multilaterale organisaties.

Nederland blijft inzetten op de bovenstaande prioriteiten, waarop in de afgelopen jaren veel expertise is opgebouwd. Om effectief te blijven op deze terreinen zal Nederland vaker de samenwerking zoeken met niet-traditionele partners, inzetten op het versterken van het multilaterale mensenrechteninstrumentarium en een duidelijke link leggen tussen de inzet op mensenrechten, de ontwikkeling van de democratische rechtstaat en de internationale rechtsorde.

Ernstige en grootschalige mensenrechtenschendingen en internationale misdrijven als agressie, oorlogsmisdrijven, misdrijven tegen de menselijkheid en genocide mogen niet onbestraft blijven. Nederland blijft in internationaal verband streven naar waarheidsvinding, gerechtigheid en rekenschap voor de slachtoffers van het neerhalen van vlucht MH17 en hun nabestaanden.

Samen met Oekraïne en andere internationale partners zetten Nederland en de EU zich ook in 2024 in voor de strijd tegen straffeloosheid met betrekking tot de Russische agressie tegen Oekraïne. Nederland zet daarom onder andere in op het vergaren van internationale steun en financiering voor aansprakelijkstelling en vervolging, en het documenteren van bewijs voor berechting. Nederland speelt een leidende rol bij het verkrijgen van gerechtigheid voor internationale misdaden begaan in niet alleen Oekraïne, maar ook in Syrië en zet zich in voor de verdere ontwikkeling van accountability in o.a. Irak, Iran, Myanmar en Afghanistan.

Als gastland van de hoogste rechterlijke instantie voor de uitleg van het internationaal recht, het Internationaal Gerechtshof, alsmede van het Internationaal Strafhof en andere internationaalrechtelijke instanties, is Nederland zich sterk bewust van de fundamentele rol die deze instanties hebben binnen de internationale rechtsorde en geeft daarom politieke en financiële steun aan internationale hoven en tribunalen.

Nederland zal in de dialoog met landen waarbinnen sprake is van democratische achteruitgang meer aandacht besteden aan het belang van bijvoorbeeld vrijheid van meningsuiting, vrijheid van vereniging en mediavrijheid en in deze landen projecten uit het Mensenrechtenfonds financieren. Via de Safety for Voices programma’s investeert het kabinet de komende vijf jaar in toenemende veiligheid van journalisten en mensenrechtenverdedigers.

Het Koninkrijk der Nederlanden ziet het Kantoor van de Hoge Commissaris van de Mensenrechten (OHCHR) als belangrijkste multilaterale organisatie in de realisatie en bescherming van mensenrechten. Nederland blijft de OHCHR steunen, onder andere op het gebied van Accountability, Gelijke rechten LHBTIQ+, Vrijheid van Meningsuiting, Vrijheid van Religie en Levensovertuiging en Special Procedures.

Genocide-erkenning
Nederland verkent conform het regeerakkoord de erkenning van genocides met gelijkgestemde EU-landen en onder welke voorwaarden gezamenlijk tot erkenning van genocides kan worden overgegaan.

Feministisch buitenlandbeleid
Het in 2022 ingevoerde feministisch buitenlandbeleid16 wordt in 2024 nader geïmplementeerd binnen alle beleidsterreinen van het Ministerie en richt zich daarbij op de vier R-en: rights, representation, resources en reality check. Het kabinet zet zich met het feministisch buitenlands beleid in om ongelijkheid te verkleinen en streeft wereldwijd naar een gelijkwaardige positie van mannen, vrouwen en non-binaire mensen. Het heeft daarbij bijzondere aandacht voor de positie van lhbtiq+ personen.

Nederlanders Wereldwijd & Consulair

(Consulaire) crisisbeheersing en paraatheid
Zowel de COVID-19 pandemie als crisissituaties in Afghanistan, Oekraïne, en meer recentelijk in Soedan, hebben de noodzaak van goede en moderne consulaire dienstverlening onderstreept. Als Nederlanders in het buitenland worden geconfronteerd met veiligheidsrisico’s zorgt dat in de regel voor een forse stijging van hulpvragen en in sommige gevallen ook voor consulaire ondersteuning of evacuatie. Het afgelopen jaar is veel geïnvesteerd in de versterking van de crisis-paraatheid van het departement en het postennet. Het ministerie blijft werken aan het verder verbeteren van de consulaire dienstverlening aan en informatievoorziening voor Nederlanders in het buitenland. In 2024 worden er meer medewerkers voorbereid en getraind en wordt de samenwerking met andere (EU) landen en de benodigde infrastructuur versterkt.

Voortzetting modernisering en digitalisering van consulaire dienstverlening
In lijn met de toename van het aantal wereldwijde reisbewegingen en het einde van de ‘paspoortdip’ zal de hoeveelheid visum- en reisdocumentaanvragen toenemen. Daar wordt op geanticipeerd door extra inzet van beslismedewerkers en van mobiele aanvraagstations (MVA). Tevens wordt conform het regeerakkoord Rutte IV de dienstverlening aan Nederlanders in het buitenland verder uitgebreid. Het wordt mogelijk op meer locaties via een externe dienstverlener een paspoort aan te vragen zodat minder ver hoeft te worden gereisd. Naast de onlangs geopende locaties in Madrid, Barcelona, Melbourne, Auckland, Durban en Kaapstad worden de komende maanden ook in de VS, Canada, Turkije en Irak dergelijke locaties geopend.

In 2024 wordt er verder gewerkt aan gebruikmaking van data ten behoeve van het inzichtelijk maken van consulaire ontwikkelingen en behoeften. Ook werkt BZ hard aan de ontwikkeling van een nieuwe applicatie voor het digitaal verwerken van Schengen visumaanvragen. De implementatie daarvan wordt in de loop van 2024 verwacht. Tevens wordt er verder gewerkt aan de strategische inzet van het visuminstrument. Op Europees niveau zijn de visumfacilitatieovereenkomsten tussen de EU en de Russische Federatie en de EU en Wit-Rusland opgeschort. Waar van toepassing kan in EU-verband het ‘noodremmechanisme’ worden gebruikt om de voorwaarden voor visumliberalisatie te borgen en kan artikel 25bis van de Visumcode worden ingezet voor de versterking van de terugkeersamenwerking met derde landen.

Cultuur

Kunst en cultuur geven betekenis en vorm aan onze relaties: ze zorgen voor onderlinge verbondenheid. Met het vierjarig kader internationaal cultuurbeleid (ICB 2021-2024) wordt dat met name gezocht in de relaties met Europese landen, grensoverschrijdende samenwerking en een aantal voor Nederland belangrijke landen in de rest van de wereld. Culturele samenwerking ondersteunt ook de andere prioriteiten van buitenlandbeleid, zoals bijvoorbeeld in de ondersteuning van Oekraïne: in 2024 wordt de intensievere culturele samenwerking met Oekraïne voortgezet.

Daarnaast wordt in 2024 de academische en museale samenwerking met herkomstlanden van cultuurgoederen uit een koloniale context geïntensiveerd. Dit draagt bij aan een evenwichtige mondiale dialoog over het koloniale verleden en aan versterkte relaties met deze landen.

Postennet

De internationale belangen van Nederland vragen om een brede en wereldwijde aanwezigheid van vertegenwoordigingen in het buitenland die Buitenlandse Zaken in staat stellen om via onze posten de rijksbrede Nederlandse ambities in het buitenland te blijven behartigen.17 Een postennet fit-for-purpose: nu en in 2030 is rijksbreed, professioneel, veilig en wendbaar.

Het netwerk van ambassades, consulaten-generaal, permanente vertegenwoordigingen en andere kantoren blijft onverminderd belangrijk voor de uitvoering van de taken die het Koninkrijk heeft op het onderhouden van diplomatiek verkeer, handelsbevordering richting andere landen en stimuleren van investeringen in Nederland, consulaire dienstverlening en ontwikkelingssamenwerking.

Vanwege structurele terugloop van de werkzaamheden wordt begin 2024 het consulaat-generaal in Chongqing gesloten. De vrijgevallen capaciteit wordt elders ter versterking van het netwerk binnen China ingezet.

2.2 Belangrijkste beleidsmatige mutaties

De onderstaande tabellen bevatten de belangrijkste mutaties voor respectievelijk de uitgaven en ontvangsten sinds de ontwerpbegroting 2023. De mutaties die groter zijn dan EUR 5 miljoen worden toegelicht en, indien politiek relevant, worden ook kleinere mutaties toegelicht.

Stand ontwerpbegroting 2023 13 009 330 13 517 935 13 975 646 14 267 860 14 662 835
Belangrijkste mutaties
1. Bescherming en bevordering van mensenrechten 1.2 ‒ 500 ‒ 2 000 ‒ 8 000 ‒ 7 000
2. Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband 2.4 ‒ 25 504 ‒ 21 417 ‒ 15 645 ‒ 11 750 ‒ 2 972
3. Afdrachten aan de Europese Unie 3.1 ‒ 405 523 ‒ 5 906 898 ‒ 5 419 474 ‒ 5 538 470 ‒ 5 784 139
4. Een hechtere Europese waardengemeenschap 3.3 21 800 7 261 7 261 7 261
5. Europese Vredesfaciliteit 3.5 4 000 89 360 91 187 95 051 96 952
6. Invoerrechten Europese Unie 3.6 4 984 000 5 249 001 5 486 001 5 716 000
7. Apparaat 7.1 113 336 147 178 62 323 51 958 51 496
Overige mutaties 77 865 ‒ 25 311 ‒ 1 197 ‒ 32 424 ‒ 35 592
Stand ontwerpbegroting 2024 12 794 804 12 790 108 13 941 102 14 318 487 14 704 580 18 608 031

Toelichting


Artikel 1.2 Deze mutatie betreft voornamelijk de verwerking van de ODA-herschikking, die leidt tot ombuigingen op het Mensenrechtenfonds ODA.

Artikel 2.4 Deze mutatie betreft voornamelijk de verwerking van de ODA-herschikking, die leidt tot ombuigingen op het Stabiliteitsfonds ODA.

Artikel 3.1 In de eerste suppletoire begroting 2023 is de bni-afdracht bijgesteld als gevolg van verschillende mutaties, zoals:

  1. De verwerking van de vijfde aanvullende Europese begroting (Draft Amending Budget 5; DAB5) uit 2022 (meevaller van EUR 180 miljoen in 2023);
  2. De verwerking van de tweede aanvullende Europese begroting (DAB2) van 2023 (EUR 149 miljoen lagere bni-afdracht);
  3. Een meevaller op de bni-korting en een update van de overige ontvangsten (EUR 125 miljoen in 2023 en ca. EUR 100 in 2024 t/m 2027);
  4. Een nacalculatie over 2021 (tegenvaller van EUR 87 miljoen in 2023);
  5. Een nacalculatie over 2022 (meevaller van EUR 556 miljoen in 2024).

Tevens zijn de btw-afdrachten in 2023 bijgesteld met ca. EUR 23 miljoen euro. Hieraan ligt één mutatie ten grondslag die een technische wijziging in de raming betreft. Deze mutatie heeft dezelfde orde van grootte effect voor 2024-2027.

Bni-korting update

Ieder jaar worden de kortingen die Nederland en enkele andere lidstaten krijgen op de bni-afdracht geactualiseerd op basis van de meest recente deflator voor het bbp die beschikbaar is wanneer de ontwerpbegroting wordt opgesteld, zoals vastgelegd in het Eigenmiddelenbesluit. Vanwege de hoge inflatie leidt dit voor Nederland net als vorig jaar tot een hoger dan verwachte bruto-korting op de bni-afdracht. Dit leidt tot een lagere raming van de bni-afdracht van EUR 77 miljoen in 2024 oplopend tot EUR 82 miljoen in 2027.

Update VK-bijdrage

In het voorstel voor de jaarbegroting 2024 actualiseert de Commissie de verwachte bijdrage van het Verenigd Koninkrijk uit hoofde van het Terugtrekkingsakkoord. Deze bijdrage valt voor 2024 lager uit dan waar in de raming van de Nederlandse EU-afdrachten rekening mee werd gehouden. Dit heeft als gevolg dat de raming van de Nederlandse bni-afdracht naar boven wordt bijgesteld met EUR 75 miljoen.

Technische aanpassing

Ieder jaar doet de Commissie, conform artikel 4 van de MFK-verordening, een aantal technische aanpassingen aan het MFK die gevolgen hebben voor de MFK-plafonds. Het gaat om: een actualisatie van de speciale instrumenten, de boete-opbrengsten en de inzet van het enkelvoudige marge-instrument (Single Margin Instrument; SMI). Aangezien de raming van de Nederlandse EU-afdrachten gebaseerd is op het MFK-betalingenplafond plus de maximale omvang van de speciale instrumenten, wijzigt dientengevolge ook de raming van de Nederlandse EU-afdrachten. Totale effect van de TA voor de periode 2023-2027 is een hogere raming van de bni-afdracht van EUR 279 miljoen.

DAB3 Spring Forecast

In DAB3 2023 actualiseert de Commissie de begroting op basis van de meest recente economische ramingen voor de eigen middelen, op basis van de Lenteraming en de cijfers die zijn vastgesteld in het Advisory Committee on Own Resources (ACOR). Dit heeft een effect op de raming van de invoerrechten en de plastic-, btw- en bni-afdracht.

De raming van de bni-afdracht daalt met EUR 278 miljoen in 2023 en EUR 356 miljoen in 2024. Dit komt doordat op Europees niveau meer btw-opbrengsten en invoerrechten zijn opgehaald ten opzichte van de raming van vorig jaar. Dit leidt tot minder bni-afdrachten (sluitstuk van de Europese begroting). De raming van de btw-afdracht stijgt met EUR 110 miljoen in 2023 en EUR 125 miljoen in 2024. De raming van de plastic-afdracht stijgt met EUR 53 miljoen in 2023 en EUR 52 miljoen in 2024.

Artikel 3.3 Als gevolg van een kapitaalverhoging van de Council of Europe Development Bank stijgt de Nederlandse bijdrage aan deze organisatie. De uitgaven hiervoor vinden plaats in de periode 2024-2026 en zorgen voor een meerjarige opwaartse bijstelling van het uitgavenbudget op dit artikelonderdeel.

Artikel 3.5 In 2024 nemen de uitgaven voor de Europese Vredesfaciliteit toe door een verschuiving van betalingen tussen meerdere jaren. De opwaartse bijstelling van het uitgavenbudget in de periode 2024-2027 is toe te schrijven aan een verhoging van de Nederlandse bijdrage resulterend uit twee ophogingen van het EVF-financieringsplafond.

Artikel 3.6 Met ingang van de Ontwerpbegroting voor 2024 worden de nationale afdrachten op basis van bni, btw en niet-gerecycled plasticafval (artikel 3.1) apart weergegeven van de traditionele eigen middelen (invoerrechten, artikel 3.6)). De budgetten worden hierdoor overgeplaatst naar het nieuwe subartikelonderdeel. Verder treedt zoals toegelicht bij 1e suppletoire begroting 2023 er bij de invoerrechten gedurende het jaar onbedoeld een saldo-effect op, omdat aan de inkomsten- en uitgavenkant een andere raming wordt gebruikt, respectievelijk de raming van het Ministerie van Financiën en de raming van de Europese Commissie. Er wordt drie keer per jaar een actualisatie geboekt op de invoerrechten en de perceptiekostenvergoeding om te corrigeren voor dit saldo-effect. Deze correcties leiden tot een negatieve bijstelling van EUR 29,7 miljoen in 2024. Dit is een gevolg van bijstelling van de CEP (EUR 129,3 miljoen) en MEV (EUR - 157 miljoen).

Artikel 7.1 Zoals in de eerste suppletoire begroting BZ 2023 toegelicht stijgen de budgetten door de loon- en prijsontwikkeling (EUR 63 miljoen). De eindejaarsmarge 2022 wordt in 2023, 2024 en 2025 weer opnieuw ingezet. In 2020 is EUR 26 miljoen aan generale middelen aan de BZ-begroting toegevoegd om de toenmalige uitdagingen op het gebied van veiligheid op een aantal hoog risico posten op te lossen. Een deel van deze middelen was bestemd voor de post in Kabul, maar gegeven de ontwikkelingen in Afghanistan is een deel van deze generale middelen niet tot besteding gekomen. Zodoende vloeit EUR 13 miljoen terug naar het generale beeld. Tot slot wordt er middels de middelenafspraak uitgavenbudget ten aanzien van de realisatie van de huisvestingsstrategie EUR 39,7 miljoen toegevoegd in 2023. Dit budget is nodig om opvolging te geven aan de huisvestingsstrategie van het ministerie om de huisvestingsportefeuille doelmatig, duurzaam, veilig en toekomstbestendig te maken.

Stand ontwerpbegroting 2023 2 785 406 2 796 514 2 156 117 2 544 168 1 488 753
Belangrijkste mutaties
1. Diverse ontvangsten EU 3.10 75 585 ‒ 6 921 14 870 30 970 43 884
2. Europees herstelfonds 3.11 ‒ 1 500 000 1 285 956 426 766 529 342
3. Diverse ontvangsten 7.10 48 600
Overige mutaties 14 700 0 0 0 0
Stand ontwerpbegroting 2024 1 375 691 4 075 549 2 646 353 3 104 480 1 532 637 1 593 387

Toelichting

Artikel 3.10 De ontvangsten onder dit beleidsartikel betreffen de zogenaamde perceptiekostenvergoeding die Nederland ontvangt voor de kosten die gemaakt worden bij de inning van de douanerechten. De perceptiekostenvergoeding is 25% van de geïnde douanerechten. De perceptiekostenvergoeding is met EUR 6,9 miljoen naar beneden bijgesteld in 2024. Dit is een gevolg van een bijstelling van de raming van de invoerrechten op basis van CEP-cijfers (32,3 miljoen) en MEV-cijfers (- 39,3 miljoen). Bij de invoerrechten treedt er gedurende het jaar onbedoeld een saldo-effect op. Dit verschil ontstaat doordat er aan de inkomsten- en uitgavenkant van de Rijksbegroting een andere raming wordt gebruikt, respectievelijk de raming van het ministerie van Financiën en de raming van de Europese Commissie. Er wordt drie keer per jaar een actualisatie geboekt op de invoerrechten en de perceptiekostenvergoeding om te corrigeren voor dit saldo-effect.

Artikel 3.11 Naar aanleiding van het Raadsuitvoeringsbesluit voor het Herstel- en Veerkrachtplan is de invulling van de geplande betaalverzoeken gewijzigd, hetgeen leidt tot een kasschuif in de verwachte ontvangsten voor het Europees Herstelfonds. Daarnaast worden de geraamde ontvangsten in 2026 opgehoogd met EUR 735 miljoen. Dit zijn de verwachte ontvangsten vanwege een uitbreiding van het Herstel- en Veerkrachtplan (HVP) met REPowerEU en overgehevelde middelen uit de Brexit Adjustment Reserve (BAR).

Artikel 7.10 Op basis van verwachte verkopen van vastgoed is deze opbrengst opgenomen. Met deze opbrengsten kunnen geraamde investeringen in diverse panden conform de Meerjarenprogrammering worden uitgevoerd.

2.3 Openbaarheidsparagraaf

In de kabinetsreactie op het rapport ‘Ongekend onrecht’ heeft het kabinet onder andere maatregelen aangekondigd gericht op actieve openbaarmaking van informatie en op verbetering van de informatiehuishouding bij de ministeries (‘Open op orde’). Ook het Ministerie van Buitenlandse Zaken werkt aan een continue verbetering van de informatiehuishouding en grotere transparantie van overheidsinformatie richting burger en parlement. In lijn met rijksbrede afspraken heeft BZ hiertoe een actieplan opgesteld en is de uitvoering daarvan gestart. Inzet is de professionele ondersteuning binnen de informatiehuishouding te versterken, de informatiestromen meer onder controle te brengen, onder andere via archivering van e-mailberichten en het veiligstellen van appberichten. Parallel hieraan is de transparantie verder versterkt door de openbaarmaking van beslisnota's bij alle Kamerstukken die aan de Kamer worden gestuurd. In het kader van het rijksbrede programma «Open op Orde» werkt BZ sinds 2021 aan het verbeteren van de informatiehuishouding. Alle activiteiten worden uitgevoerd als onderdeel van 'het Actieplan Informatiehuishouding BZ'. Het actieplan wordt, conform generieke afspraken, uitgevoerd binnen vier actielijnen die zich richten op 1) versterking van professionele ondersteuning binnen de informatiehuishouding (actielijn Informatieprofessionals), 2) het meer onder controle brengen van de informatiestromen (actielijn volume en aard van informatie), 3) verbetering van de informatiesystemen (actielijn informatiesystemen) en 4) verbetering van sturing en naleving (actielijn sturing en naleving). Voor de uitvoering van het actieplan is in 2022 vanuit generieke middelen EUR 2,6 miljoen aan BZ ter beschikking gesteld.

In het kader van actielijn 1 is een herstructureringsplan voor het cluster Informatiemanagement opgesteld en vastgesteld. De werving van nieuwe Functionarissen Informatiehuishouding is begin 2023 gestart en de eerste medewerkers zijn inmiddels gestart. Actielijn 2 omvat de deelactiviteiten m.b.t. saneren van de netwerkschijven, het afbouwen van het papieren archief, het vernietigen van digitale archieven en de actualisatie van de BZ selectielijst. Deze activiteiten lopen allemaal. De aangepaste selectielijst is in concept gereed en afgestemd met het Nationaal Archief. De formele vaststelling vindt plaats in de zomer van 2023. Verder bevat actielijn 2 de deelactiviteit voor e-mailarchivering. Het rijksbrede implementatietraject hiervoor is eind 2022 gestart. Volgens planning zal de implementatie eind 2023 zijn afgerond. M.b.t. de deelactiviteit «archivering van appberichten» wordt het nieuwe rijksbrede beleid afgewacht dat wordt opgesteld n.a.v. de adviezen over dit onderwerp en de kabinetsreactie die hierover is uitgestuurd. De aanpak van de deelactiviteit ‘aansluiting op PLOOI’ is herzien naar aanleiding van het BIT-advies hierover. De implementatie conform deze nieuwe aanpak loopt.

Binnen actielijn 3 is de deelactiviteit voor de nieuwe SharePoint-omgeving als basisvoorziening voor de informatiehuishouding van BZ grotendeels gereed. Deze nieuwe omgeving wordt in de tweede helft van 2023 in gebruik genomen. Als onderdeel van actielijn 4 is de Beheersregeling informatiemanagement BZ geactualiseerd. Voor de deelactiviteit «doorontwikkeling kwaliteitssysteem» is BZ aangesloten bij de rijksbrede klankbordgroep IHH Dashboard.

2.4 Planning Strategische Evaluatie Agenda

Versterkte internationale rechtsorde Periodieke rapportage 2024 lopend Periodieke rapportage van het beleid op artikel 1 op basis van onderliggende studies 1
Veiligheid en stabiliteit Periodieke rapportage 2024 lopend Periodieke rapportage van het beleid op artikel 2 op basis van onderliggende studies 2
Effectieve Europese samenwerking Periodieke rapportage 2024 lopend Periodieke rapportage van het beleid op artikel 3 op basis van onderliggende studies 3
Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden Periodieke rapportage 2028 te starten Periodieke rapportage van het beleid op artikel 4 op basis van onderliggende studies 4
Feministisch buitenlandbeleid Periodieke rapportage 2030 te starten Periodieke rapportage van het thema Alle artikelen van BZ en BHOS

Voor een uitgebreide uitwerking van de Strategische Evaluatie Agenda, zie «» van deze begroting. Daar wordt ook een beschrijving van de beleidsthema’s en subthema’s gepresenteerd.

Voor het meest recente overzicht van de uitvoering van de Strategische Evaluatie Agenda tot nu toe, zie de «tabel Afgerond evaluatie- en overig onderzoek» uit het jaarverslag 2022.

Voor het meest recente overzicht van de realisatie van beleidsdoorlichtingen en Periodieke Rapportages bij de Rijksoverheid, klik op deze link: Ingepland en uitgevoerd onderzoek.

2.5 Overzicht risicoregelingen

3. Effectieve Europese samenwerking Raad van Europa 176.743 110.703 0 287.446 0 0 287.446 0 287.446
Totaal 176.743 110.703 0 287.446 0 0 287.446 0 287.446
3. Effectieve Europese samenwerking Raad van Europa 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Totaal 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

3. Beleidsartikelen

Artikel 1 Versterkte internationale rechtsorde

A. Algemene doelstelling

Het bevorderen van een goed functionerende internationale rechtsorde inclusief gastlandbeleid, met een blijvende inzet op mensenrechten, als integraal onderdeel van het buitenlandbeleid.

Een sterke rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten maken de wereld stabieler, veiliger, vrijer en welvarender. Dit vereist goed functionerende internationale instellingen en organisaties met een breed draagvlak en voortdurende inzet tegen straffeloosheid. De positie van Nederland als gastland voor Internationale Organisaties (IO’s) en diplomatieke missies, in het bijzonder organisaties met een mandaat op het gebied van vrede en recht, biedt een goed uitgangspunt voor de bevordering van de ontwikkeling van internationale rechtsorde. Deze rechtsorde is onlosmakelijk verbonden met universele mensenrechten. De bevordering van mensenrechten is een kernelement van het Nederlands buitenlandbeleid.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De regering zet zich concreet in voor de volgende prioritaire thema’s: vrijheid van meningsuiting (off- en online), de vrijheid van religie en levensovertuiging, gelijke rechten voor vrouwen en meisjes, mensenrechtenverdedigers, gelijke rechten voor lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen, transgender, intersekse en queer personen, en de strijd tegen straffeloosheid voor de meest grove mensenrechtenschendingen. Daarnaast heeft Nederland de verantwoordelijkheid de in Nederland gevestigde instellingen te ondersteunen opdat deze onafhankelijk, veilig en efficiënt kunnen functioneren.

De minister is verantwoordelijk voor:

Stimuleren

  1. Van een effectief stelsel van internationale organisaties, inclusief financiële bijdrage, om een stabiele internationale omgeving te scheppen en de internationale rechtsorde te versterken.
  2. Van een betere mensenrechtensituatie mede door het financieren en

    uitvoeren van projecten via bilaterale en multilaterale kanalen ter

    bevordering van prioritaire mensenrechtenthema’s.

  3. Van de internationaal toonaangevende positie van Nederland als gastland voor IO’s door het bijdragen aan een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor IO’s, alsmede voor het gastlandbeleid ten aanzien van in Nederland gevestigde diplomatieke missies.

Regisseren

  1. Interdepartementale coördinatie ten behoeve van een coherente en consistente Nederlandse inzet in internationale organisaties ter bevordering van de internationale rechtsorde en mensenrechten
  2. Waarborgen van nauwe rijksbrede samenwerking bij de uitvoering van gastlandbeleid, inclusief de uitvoering van zetelverdragen; waarborgen van eenduidige en heldere communicatie vanuit de Rijksoverheid met IO’s en diplomatieke missies.

Financieren

  1. Bijdragen ten behoeve van goed functionerende internationale instellingen.
  2. Bijdragen ter bescherming en bevordering van mensenrechten.
  3. Bijdragen ten behoeve van goed functioneren van in Nederland gevestigde IO’s en diplomatieke missies en aan de internationale zichtbaarheid van Nederland als gastland van IO’s.

C. Beleidswijzigingen

Het afgelopen decennium heeft zich een duidelijke negatieve trend voltrokken op het gebied van mensenrechten, de democratische rechtstaat en de internationale rechtsorde. In een nieuwe mensenrechten, democratie en internationale rechtsorde-nota heeft het kabinet uiteengezet hoe Nederland kan blijven bijdragen aan het wereldwijd waarborgen van mensenrechten, democratische rechtstaat en internationale rechtsorde in de huidige geopolitieke context.

Nederland blijft inzetten op de prioriteiten waarop in de afgelopen jaren veel expertise is opgebouwd: gelijke rechten vrouwen en meisjes, gelijke rechten lhbtiq+, vrijheid van meningsuiting online en offline, vrijheid van religie en levensovertuiging, beschermen MRV’s. Om effectief te blijven op deze terreinen zal Nederland vaker de samenwerking zoeken met niet-traditionele partners, daarbij inzetten op een gelijkwaardige dialoog binnen een brede relatie, en inzetten op het versterken van het multilaterale mensenrechteninstrumentarium en een duidelijke link leggen tussen de inzet op mensenrechten, de ontwikkeling van de democratische rechtstaat en de internationale rechtsorde.

Ook het multilaterale bestel staat onder druk en brengt in toenemende mate onvoorspelbaarheid met zich mee, waardoor het vinden van oplossingen voor wereldwijde uitdagingen steeds moeilijker wordt. In het beleidskader ‘mondiaal multilateralisme, positionering van het Koninkrijk in een veranderende multilaterale wereldorde’ heeft het kabinet een rijksbreed coherent beleid uiteengezet dat is gestoeld op de drie pijlers beschermen, versterken en hervormen. Samen met een bredere groep van partners werkt het Koninkrijk aan een inclusief en effectief multilateraal stelsel, waarin op regels gebaseerde mondiale multilaterale instituties stevig verankerd blijven en brede legitimiteit genieten.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 261 584 132 621 99 615 129 852 101 399 145 235 115 260
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal 139 797 154 368 131 890 124 432 125 172 132 358 129 442
1.1 Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak 54 524 70 804 52 625 51 815 51 815 51 815 51 815
Subsidies (regelingen)
Internationaal recht 1 086 650 750 750 750 750 750
Opdrachten
Verenigde Naties 0 0 0 0 0 0 0
Internationaal recht 3 118 2 550
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Verenigde Naties 33 650 38 154 35 295 35 295 35 295 35 295 35 295
OESO 7 543 7 955 8 345 7 535 7 535 7 535 7 535
Internationaal Strafhof 6 166 3 910 4 650 4 650 4 650 4 650 4 650
Internationaal recht 2 961 17 585 3 585 3 585 3 585 3 585 3 585
1.2 Bescherming en bevordering van mensenrechten 68 850 67 777 65 402 59 402 60 402 67 402 67 402
Subsidies (regelingen)
Mensenrechtenfonds 23 941 20 517 18 722 18 065 18 324 18 995 18 995
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Mensenrechtenfonds 32 794 37 110 37 030 32 687 33 428 38 757 38 757
Mensenrechten multilateraal 12 115 10 150 9 650 8 650 8 650 9 650 9 650
1.3 Gastlandbeleid internationale organisaties 16 423 15 787 13 863 13 215 12 955 13 141 10 225
Subsidies (regelingen)
Carnegiestichting 7 570 5 749 6 849 6 950 7 130 7 316 4 400
Bijdrage aan agentschappen
Vredespaleis 6 513 6 750 5 448 4 550 4 550 4 550 4 550
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Internationaal Strafhof 901 858 796 725 725 725 725
Speciaal Tribunaal Libanon 815 1 800 0 0 0 0 0
Nederland Gastland 624 630 770 990 550 550 550

Budgetflexibiliteit

Geschatte budgetflexibiliteit 2024
Juridisch verplicht 88%
Bestuurlijk gebonden 0%
Beleidsmatig gereserveerd 12%
Nog niet ingevuld / vrij te besteden 0%

De uitgaven voor het artikelonderdeel «goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak» zijn vrijwel volledig vastgelegd. De bijdragen aan internationale organisaties (verdragscontributies) zijn geheel juridisch verplicht. Subsidies aan initiatieven in het kader van internationaal recht zijn voor 80% juridisch verplicht. Voor het resterende deel zullen in 2024 verplichtingen worden aangegaan. De programma’s van het artikelonderdeel «bescherming en bevordering van mensenrechten» kennen een juridisch verplicht percentage van 81%. Door meerjarige committering van de bijdragen aan de Office of the High Commissioner for Human Rights (OHCHR) en het in 2022 afronden van een subsidietender voor 5 jaar voor het centrale Mensenrechten Fonds zijn de uitgaven grotendeels juridisch vastgelegd.

Voor het artikelonderdeel «gastlandbeleid internationale organisaties» is 59% van het geraamde budget juridisch verplicht. Het betreft met name de gastlanduitgaven voor de huisvesting van het Permanente Hof van Arbitrage en het Internationaal Gerechtshof in het Vredespaleis (waarvan de Carnegie Stichting eigenaar en beheerder is) en van de gastlanduitgaven voor het Internationaal Strafhof (ICC), de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW) en de Hoge Commissaris inzake Nationale Minderheden (HCNM).

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Artikel 1.1: Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak

  1. Verplichte bijdragen (verdragscontributies) aan de VN waarin de afdrachten aan het Restmechanisme voor Internationale Strafhoven (MICT) zijn inbegrepen.
  2. Bijdragen aan de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) en het Internationaal Strafhof (ICC).
  3. Jaarlijkse huurbijdrage aan het Permanente Hof van Arbitrage.
  4. Bijdragen voor diverse initiatieven op het gebied van draagvlakversterking voor het Internationaal Strafhof en andere kleinschalige initiatieven gericht op de strijd tegen straffeloosheid en ter bevordering van de ontwikkeling van de internationale rechtsorde.

Artikel 1.2: Bescherming en bevordering van mensenrechten

  1. Mensenrechtenfonds: inzet van het mensenrechtenfonds ter ondersteuning van de volgende prioritaire thema’s: vrijheid van meningsuiting en internetvrijheid, vrijheid van religie en levensovertuiging, gelijke rechten voor vrouwen en meisjes, mensenrechtenverdedigers, gelijke rechten voor lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen, transgender, intersekse en queer personen (LHBTIQ+) en bevordering internationale rechtsorde/strijd tegen straffeloosheid. Er is een verdeling tussen de financiële instrumenten subsidies en bijdragen aan (inter)nationale organisaties. Subsidies zijn bedoeld voor inzet van het mensenrechtenfonds binnen Europa en bijdragen aan (inter)nationale organisaties zijn bedoeld voor inzet van het mensenrechtenfonds buiten Europa.
  2. Mensenrechten multilateraal: bijdragen aan internationale organisaties ten behoeve van verdere bescherming en bevordering van mensenrechten, met name de jaarlijkse bijdrage aan de Office of the High Commissioner for Human Rights (OHCHR) van de VN waarbij tevens specifiek wordt ingezet op de ondersteuning van de speciale procedures en verdragscomités en prioriteiten van het Nederlands mensenrechtenbeleid.

Artikel 1.3: Gastlandbeleid internationale organisaties

  1. Bijdrage aan huisvesting van Internationale Organisaties (IO’s) zoals het Internationaal Strafhof, het Internationaal Gerechtshof en het Permanente Hof van Arbitrage.
  2. Bijdragen aan campagnes en lobby-activiteiten bij acquisitie van IO’s.
  3. Bijdragen aan bijeenkomsten van in Nederland gevestigde IO’s en aan bezoeken van hoge functionarissen, voor zover die de internationale zichtbaarheid van Nederland als gastland van IO’s bevorderen.
  4. Financiering van activiteiten met als doel dat de in Nederland gevestigde IO’s en diplomatieke missies goed kunnen functioneren binnen de kaders van de Weense verdragen en zetelovereenkomsten, alsmede de toepasselijke Nederlandse wet- en regelgeving.
  5. Bijdrage aan de asbest verwijdering binnen het Vredespaleis.

Artikel 2 Veiligheid en stabiliteit

A. Algemene doelstelling

Het bevorderen van de Nederlandse en internationale veiligheid en stabiliteit door doelgerichte bilaterale en multilaterale samenwerking en het bevorderen van democratische transitie in prioritaire gebieden, vooral in de ring rond Europa en het Koninkrijk. Veiligheid is geen vanzelfsprekendheid. De internationale omgeving verandert snel en ingrijpend. Wat er in de wereld om ons heen gebeurt, heeft direct gevolgen voor onze eigen veiligheid en voor onze welvaart. Veel van de grensoverschrijdende dreigingen waaraan Nederland bloot staat, zijn van een dusdanige omvang en complexiteit dat een geïntegreerde aanpak en samenwerking in internationaal verband geboden is. Voorbeelden zijn de proliferatie van massavernietigingswapens, terrorisme en gewelddadig extremisme, ongewenste buitenlandse inmenging door statelijke actoren, grensoverschrijdende, georganiseerde criminaliteit en cyberdreigingen.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De basis voor de inzet van het kabinet op nationale veiligheid ligt besloten in de Veiligheidsstrategie voor het Koninkrijk der Nederlanden (Veiligheidsstrategie). Hierin worden de strategische doelstellingen voor de periode van 2023 tot 2029 uiteengezet. De Veiligheidsstrategie combineert de interne en externe dimensie van veiligheid. De minister van Buitenlandse Zaken geeft invulling aan de internationale dimensie van de Veiligheidsstrategie.

De minister is verantwoordelijk voor:

Stimuleren
Bevorderen en bewaken van de coherentie en consistentie van de Nederlandse inzet in bilateraal en multilateraal verband gericht op grotere veiligheid en duurzame stabiliteit, onder andere door:

  1. Nederlandse bijdragen in het kader van de EU, de VN, de NAVO en de OVSE.
  2. Deelname aan ad hoc coalities zoals het Non-Proliferation and Disarmament Initiative (NPDI) en de Friends of the CTBT (Alomvattend Kernstopverdrag).
  3. Een vooraanstaande rol spelen op het gebied van de versterking van het internationaalrechtelijk en normatief kader betreffende cyberspace, door middel van activiteiten gericht op zowel capaciteitsopbouw als op internationale consultatie.
  4. De Nederlandse actieve rol binnen het Global Counter Terrorist Forum en de Global Coalition to Counter/Defeat ISIS.
  5. Preventie aan de bron, door in risicolanden samenwerking te zoeken om de dreiging van radicalisering, gewelddadig extremisme en terrorisme te verminderen.
  6. Grote inzet op fysieke veiligheid van burgers via het Nederlandse humanitair ontmijnen en clustermunitie programma.
  7. De veiligheidsbehoeftes van de bevolking centraal te stellen onder andere door conflictpreventie-benadering (Early Warning & Early Action), en het benadrukken van accountability en good governance via Security Sector Reform (SSR) programma’s.
  8. Deelname aan crisisbeheersingsoperaties in multilateraal verband en inzet voor verbetering van de effectiviteit van deze operaties.

Regisseren

  1. Artikel 100-procedures ter voorbereiding van besluitvorming betreffende wereldwijde inzet van de krijgsmacht in crisisbeheersingsoperaties conform het Toetsingskader 2014, in nauwe afstemming met de minister van Defensie, de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de minister van Justitie en Veiligheid.
  2. De toepassing van nationale terrorismesancties, zoals vastgelegd in de Sanctieregeling terrorisme 2007-II als onderdeel van het sanctiebeleid, uitgevoerd in overeenstemming met de ministers van Financiën en Justitie en Veiligheid.
  3. In het kader van een zorgvuldig en transparant wapenexportbeleid draagt de minister van Buitenlandse Zaken verantwoordelijkheid voor de buitenlandpolitieke toetsing van Nederlandse vergunningaanvragen voor wapenexporten. De minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking is eindverantwoordelijk voor het afgeven van de wapenexportvergunningen.

Financieren

  1. Bijdragen aan goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid, waaronder aan de NAVO.
  2. Bijdragen ter bestrijding en terugdringing van internationaal terrorisme en andere vormen van grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit, waaronder aan het International Centre for Counter-Terrorism, het Global Counter Terrorism Forum en de Regionale Veiligheidscoördinatoren binnen het BZ postennet.
  3. Bijdragen ter bevordering van ontwapening en wapenbeheersing en bestrijding van proliferatie van massavernietigingswapens, waaronder aan het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA) en de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW).
  4. Bijdragen ter bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband vanuit het Budget Internationale Veiligheid, in samenspraak met de minister van Defensie, de minister van Justitie en Veiligheid en de minister voor BHOS, waaronder bijdragen aan crisisbeheersingsoperaties van de VN, de EU, de NAVO en de OVSE en flankerende activiteiten gefinancierd uit het Stabiliteitsfonds.
  5. Bijdragen ter bevordering van transitie in prioritaire gebieden, met name in de ring rond Europa via het in 2016 ingestelde Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (NFRP). Het NFRP bestaat uit het programma voor Maatschappelijke Transformatie (MATRA), gericht op (Zuid)Oost-Europa, en het Shiraka-programma, gericht op de Arabische regio. Ook vanuit het Stabiliteitsfonds worden programma’s in een aantal landen in deze regio’s gefinancierd.
  6. Bijdragen aan conflictpreventie via uitvoering Early Warning & Early Action beleid, mede gefinancierd vanuit het Stabiliteitsfonds.
  7. Bijdragen aan normstelling en internationaal recht, bevordering van mensenrechten en capaciteitsopbouw in cyberspace.
  8. Bijdrage aan de fysieke veiligheid van mensen via meerjarig humanitair ontmijnen en clustermunitieprogramma.
  9. Bijdragen aan Security Sector Reform (SSR) programma’s ter bevordering van effectiviteit, legitimiteit, oversight en accountability van veiligheidsactoren vanuit het Stabiliteitsfonds.
  10. Bijdragen aan (NGO/Arms Trade Treaty (ATT)) programma’s, die regulering en transparantie van de internationale wapenhandel bevorderen.

C. Beleidswijzigingen

Op 3 april jl. heeft het kabinet de Veiligheidsstrategie voor het Koninkrijk der Nederlanden naar de Kamer gestuurd. Met de Veiligheidsstrategie voor het Koninkrijk der Nederlanden (2023-2029) wordt de basis gelegd onder een toekomst waarin we weerbaar en voorbereid zijn. De strategische koers beschrijft drie hoofddoelstellingen en twaalf actielijnen die gelden voor het hele Koninkrijk. De hoofddoelstellingen zijn: ‘Een veilig Koninkrijk in een mulitpolaire wereld’, ‘Een weerbare democratische rechtsorde’ en ‘Een parate en veerkrachtige samenleving’.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 259 524 349 068 262 814 265 097 271 201 281 462 287 408
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal 266 588 347 451 272 798 276 436 281 289 291 334 297 279
2.1 Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid 15 688 93 743 19 133 20 508 22 490 24 540 26 840
Subsidies (regelingen)
Atlantische Commissie 576 565 565 690 600 600 600
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
NAVO 10 102 13 150 13 600 15 200 17 000 19 050 21 350
WEU 750 750 690 690 690 690 690
Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid 2 333 2 428 2 428 2 428 2 700 2 700 2 700
Veiligheidsfonds 1 927 1 850 1 850 1 500 1 500 1 500 1 500
NAVO Oekraïne UCAP Trust Fund 75 000
2.2 Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme 16 876 17 252 15 027 14 222 13 251 13 451 13 451
Subsidies (regelingen)
Anti-terrorisme instituut 744 650 630 500 551 551 551
Contra-terrorisme 4 204 4 850 7 420 7 420 7 420 7 420 7 420
Cyber security 2 027 4 032 3 852 3 852 3 080 3 280 3 280
Global Forum on Cyber Expertise 1 250 925 250
Opdrachten
Global Forum on Cyber Expertise 1 695 0 0 0 0 0 0
Contra-terrorisme 0 0 0 0 0 0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Contra-terrorisme 5 023 3 600 880 880 880 880 880
Cyber security 3 183 2 870 1 320 1 320 1 320 1 320 1 320
2.3 Wapenbeheersing 13 386 13 022 10 982 10 794 10 794 10 794 10 794
Opdrachten
OPCW en andere ontwapeningsorganisaties 389 465 465 197 197 197 197
Conferentie New Tech 2022 3 725 2 000 0 0 0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
IAEA 6 549 7 317 7 317 7 317 7 317 7 317 7 317
OPCW en andere ontwapeningsorganisaties 1 219 1 320 1 280 1 360 1 360 1 360 1 360
CTBTO 1 504 1 920 1 920 1 920 1 920 1 920 1 920
2.4 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband 194 553 190 293 195 834 201 090 204 932 212 727 216 372
Subsidies (regelingen)
Nederland Helsinki Comité 28 28 28 28 28 28 28
Stabiliteitsfonds 25 767 25 000 25 000 25 000 25 000 25 000 25 000
Training buitenlandse diplomaten 1 943 3 350 2 500 2 500 2 500 2 500 2 500
Opdrachten
Makandra 434 2 919 3 170 1 610 0 0 0
Bijdrage aan agentschappen
Makandra 153 320 330 162 0 0 0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
OVSE 7 218 6 000 6 000 6 000 6 000 6 000 6 000
Stabiliteitsfonds 80 805 55 432 45 099 55 130 59 559 61 512 61 727
VN-contributie voor crisisbeheersingsoperaties 78 205 91 353 82 937 83 259 85 061 92 230 95 661
Overige 0 1 891 93 443 443 227 226
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken
Inzet hoog-risico posten 0 0 25 230 25 230 25 230 25 230 25 230
Nog te verdelen
Nog te verdelen 4 000 5 447 1 728 1 111
2.5 Bevordering van transitie in prioritaire gebieden 26 085 33 141 31 822 29 822 29 822 29 822 29 822
Subsidies (regelingen)
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen MATRA 12 260 15 582 13 822 11 822 11 822 11 822 11 822
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka 3 084 3 939 4 393 4 618 7 204 7 404 7 404
Opdrachten
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka 4 582 4 463 4 563 4 305 2 143 2 143 2 143
Bijdrage aan agentschappen
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka 551 678 648 681 257 257 257
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka 5 608 8 479 8 396 8 396 8 396 8 196 8 196
Ontvangsten 18 361 1 000 1 000 1 242 1 242 1 242 1 242
2.10 Doorberekening Defensie diversen 0 0 0 242 242 242 242
2.40 Restituties programma's 18 361 1 000 1 000 1 000 1 000 1 000 1 000

Budgetflexibiliteit

Geschatte budgetflexibiliteit 2024
Juridisch verplicht 78%
Bestuurlijk gebonden 3%
Beleidsmatig gereserveerd 19%
Nog niet ingevuld / vrij te besteden 0%

Binnen het artikelonderdeel «Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid» is ruim 89% juridisch verplicht. Volledig juridisch verplicht zijn de uitgaven voor de NAVO, Atlantische Commissie en verplichtingen richting de (inmiddels opgeheven) West-Europese Unie (WEU). Uitzonderingen hierop zijn het Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid (POBB) en het Veiligheidsfonds waarvan respectievelijk 38% en 69% juridisch is verplicht; dit zijn flexibele fondsen ter ondersteuning van het Nederlandse veiligheidsbeleid. Binnen het artikel «Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme» is het budget voor contra-terrorisme voor 11% juridisch verplicht en het budget voor cyberveiligheid voor 45%. Voor het niet-juridisch verplichte deel van dit subartikel zullen in 2024 nog een aantal contracten worden aangegaan, zowel op het gebied van Contra-terrorisme als op het gebied van Cyberveiligheid. Het artikelonderdeel «Wapenbeheersing» is bijna volledig juridisch verplicht. Het betreft verdragsrechtelijke contributies en een kleine variabiliteit. Binnen het artikelonderdeel «Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband» is het Stabiliteitsfonds voor ongeveer de helft van het budget juridisch verplicht. Dit betreft voor de subsidies voornamelijk de toekenningen uit hoofde van het subsidiebeleidskader Mine Action en Cluster Munitie Programma 2020–2024. Voor de bijdragen betreft het onder meer projectaanvragen die zijn ingediend vanuit de posten en directies bij het stabiliteitsfonds. Verdragscontributies aan de VN-crisisbeheersingsoperaties (vredesmissies) en beveiliging hoogrisico posten zijn volledig juridisch verplicht. Op het artikelonderdeel «Bevordering van transitie in prioritaire gebieden» zijn de voorziene uitgaven voor de programma's Matra en Shiraka voor 85% juridisch verplicht en zullen in de loop van het jaar verder worden ingevuld.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Artikel 2.1 Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid

  1. Jaarlijkse verplichte bijdrage aan de NAVO.
  2. Jaarlijkse bijdrage aan het EU-Satellietcentrum en het Institute for Security Studies ten behoeve van de financiële verplichtingen (uitkering pensioengelden ex-WEU personeel) van de in juli 2011 opgeheven West Europese Unie (WEU).
  3. Jaarlijkse subsidie aan de Atlantische Commissie, ter ondersteuning van het maatschappelijk debat over de nationale en bondgenootschappelijke veiligheid.
  4. Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid (POBB) en Veiligheidsfonds, voor kleinschalige activiteiten met een katalyserende werking die het Nederlandse veiligheidsbeleid ondersteunen
  5. Verplichte bijdragen (verdragscontributies) aan de VN waarin de afdrachten aan het Restmechanisme voor Internationale Strafhoven (MICT) zijn inbegrepen.
  6. Bijdragen aan de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) en het Internationaal Strafhof (ICC).
  7. Jaarlijkse huurbijdrage aan het Permanente Hof van Arbitrage.
  8. Bijdragen voor diverse initiatieven op het gebied van draagvlakversterking voor het Internationaal Strafhof en andere kleinschalige initiatieven gericht op de strijd tegen straffeloosheid en ter bevordering van de ontwikkeling van de internationale rechtsorde.

Artikel 2.2: Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme

  1. Jaarlijkse subsidie aan het in Den Haag gevestigde onafhankelijke International Centre for Counter-Terrorism (ICCT).
  2. Nederlandse inspanningen in multilateraal verband, onder andere als lid van het Global Counterterrorism Forum en de Global Coalition to Counter ISIS.
  3. Projecten ondersteund door het diplomatieke contraterrorisme netwerk van regionale veiligheidscoördinatoren, gericht op capaciteitsopbouw en preventie en bestrijding van gewelddadig extremisme in voor Nederland prioritaire regio’s.
  4. Organisatie van een ministeriële conferentie van de Global Coalition to Counter ISIS (Anti-ISIS Coalitie)
  5. Jaarlijkse subsidie aan het in Den Haag gevestigde onafhankelijke Global Forum on Cyber Expertise voor capaciteitsopbouw op het gebied van cyber security, cyber crime, data protectie en e-governance.
  6. Ondersteuning van kleinschalige initiatieven gericht op vergroting cybersecurity en cyberweerbaarheid.
  7. Het bevorderen van een normatief internationaal kader voor cyberactiviteiten en versterking van de kennispositie van de medewerkers op het gebied van cyber.

Artikel 2.3: Wapenbeheersing

  1. Jaarlijkse bijdragen aan het IAEA, de OPCW en de CTBTO.
  2. Ondersteuning van kleinschalige initiatieven gericht op uitvoering van het Biologische en Toxische Wapens Verdrag (BTWC), Non-Proliferatie Verdrag (NPV) en de Ottawa Conventie.

Artikel 2.4: Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband

  1. Jaarlijkse bijdrage aan de OVSE, OVSE Joint Consultative Group en OVSE Open Skies Consultative Commission
  2. Verdragscontributies aan de VN-crisisbeheersingsoperaties (vredesmissies).
  3. Bijdragen uit het Stabiliteitsfonds voor de inzet op het snijvlak van vrede, veiligheid en ontwikkeling. Het fonds spitst zich toe op een select aantal thema’s en landen en kan o.a. worden ingezet om activiteiten te financieren op het gebied van preventie van gewelddadig extremisme, ontmijning en early warning, early action. Daarnaast worden een aantal lopende activiteiten uit het fonds gefinancierd, zoals het uitzenden van experts via de civiele missiepool (CMV), training voor Afrikaanse peacekeepers (GPOI), en bijdragen aan de VN op specifieke thema’s.
  4. Het Makandra-programma is naar aanleiding van het amendement van het lid Sjoerdsma c.s., het amendement van het lid Van Helvert c.s. en een hoogambtelijke interdepartementale missie gestart (zoals geïntroduceerd in Kamerstuk 20 361, nr. 194 ). Dit programma is gericht op technische assistentie aan Suriname met als doel het versterken van de rechtsstaat, het verbeteren van goed bestuur en het ondersteunen van de Surinaamse overheid en overheids-agentschappen bij het opstellen van de juiste kaders en randvoorwaarden voor duurzame ontwikkeling en economische groei. In 2023 werd het budget voor het programma (2021-2025) verhoogd van in totaal EUR 6 naar EUR 10 miljoen (Kamerstuk 20 316, nr. 205).
  5. Er is structureel EUR 25 miljoen beschikbaar voor de beveiliging van diplomaten en ambassades in gebieden met een hoog-risicoprofiel. Deze taken worden grotendeels uitgevoerd door Defensie. Daarom worden deze middelen jaarlijks overgeheveld naar de Defensiebegroting.
  6. Bijdragen ten behoeve van de trainingen van buitenlandse diplomaten in Nederland.

Artikel 2.5: Bevordering van transitie in prioritaire gebieden

  1. Het Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (NFRP) wordt gebruikt om organisaties en mensen te ondersteunen bij het verbeteren en versterken van democratische processen, institutionele capaciteit en de rechtsstaat. Het NFRP bestaat uit het Matraprogramma (Matra: maatschappelijke transformatie) gericht op het Oostelijk Partnerschap en Pre-accessie regio (de Westelijke Balkan en Turkije) en het Shirakaprogramma, gericht op het Midden-Oosten en Noord-Afrika, elk met eigen beleidsaccenten.

Artikel 3 Effectieve Europese samenwerking

A. Algemene doelstelling

De algemene doelstelling is een effectieve Europese samenwerking om de Europese Unie en haar lidstaten zo vreedzaam, welvarend en sterk mogelijk de toekomst in te loodsen. Europa is essentieel voor onze welvaart, vrijheid en veiligheid. Een actieve opstelling van Nederland in het Europese besluitvormingsproces en in de bilaterale relaties met Europese partners is dan ook in het directe belang van Nederlandse burgers en bedrijven. Door consequent en constructief optreden kan Nederland zijn invloed binnen de Europese Unie vergroten. Zo kan Nederland mede vormgeven aan ontwikkelingen in Europa die direct van invloed zijn op onze economische, sociale en politieke toekomst.

B. Rol en verantwoordelijkheid

Binnen de Europese Unie wordt gewerkt aan economische groei, werkgelegenheid, gezonde overheidsfinanciën van de lidstaten en toekomstbestendige Europese samenwerking gericht op hoofdzaken en toegevoegde waarde. Daarnaast zullen de post-Brexit relatie met het Verenigd Koninkrijk, de Europese migratieproblematiek en de (aanloop naar) onderhandelingen over een nieuw meerjarig financieel kader de aandacht vragen. Tot slot zet Nederland zich in voor de open strategische autonomie van de Unie, waaronder effectief extern beleid, inclusief een versterkt gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid. De Staat van de Unie bevat de geïntegreerde visie van de regering op de Europese samenwerking en de rol van Nederland daarbij.

De minister is verantwoordelijk voor:

Regisseren

  1. Het bevorderen en bewaken van de coherentie en de consistentie van het Nederlandse Europabeleid, inclusief de voorbereiding van de Europese Raad en horizontale dossiers.
  2. Het interdepartementaal afstemmen van de Nederlandse inzet in de verschillende, afzonderlijke Raadsformaties.
  3. Het vormgeven van het Europese externe beleid ten opzichte van derde landen, inclusief uitbreiding van de EU, uittreding uit de EU, regio’s en ontwikkelingslanden.
  4. De gedachtenvorming over de institutionele structuur van de EU.
  5. Het onderhouden en intensiveren van de bilaterale relaties met andere Europese landen en het bevorderen van een Europese waardengemeenschap.

Financieren

  1. Nederlandse afdrachten aan de Europese begroting en aan het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF).
  2. Bijdragen aan een hechtere Europese waardengemeenschap middels een bijdrage aan de Raad van Europa.
  3. Bijdragen ter versterking van de Nederlandse positie in de Unie van 27, waaronder aan de Benelux.

C. Beleidswijzigingen

Open strategische autonomie

Op 8 november 2022 heeft het kabinet een kabinetsbrede visie voor inzet op de open strategische autonomie van de Europese Unie naar de Kamer gestuurd (Kamerstuk 35 982 9). Het kabinet heeft de Nederlandse inzet vormgegeven langs drie bouwstenen die met elkaar samenhangen en elkaar versterken: 1) het structureel versterken van het politiek-economische fundament van de EU; 2) het mitigeren van de risico’s van strategische afhankelijkheden; en 3) het vergroten van het geopolitiek handelingsvermogen van de EU.

Nieuwe Europese Commissie

In 2024 treedt een nieuw Europees Parlement en Europese Commissie aan. Het kabinet trekt samen met gelijkgezinde lidstaten en instellingen op om een toekomstgerichte lijst van EU-prioriteiten voor de komende vijf jaar op te stellen.

Het kabinet zal zich hierbij blijven inzetten voor een sterke EU van sterke lidstaten en sterke instellingen met de volgende prioriteiten voor de nieuwe Commissie: sociaaleconomische convergentie, onder meer via de (1) groene en digitale transities; (2) bestendiging van EU als belangrijke geopolitieke speler op het wereldtoneel; (3) handhaving van goed bestuur, democratische waarden en mensenrechten en (4) voldoende uitvoeringskracht bij de EU en lidstaten in transitie om de ambitieuze doelen waar te maken. EU-beleid moet blijvend kunnen steunen op een breed draagvlak onder de burgers. Het kabinet zet zich in voor het versterken van de democratische legitimiteit van de EU (bijvoorbeeld spitzenkandidaten-systeem) en blijft zich hard maken voor transparante besluitvorming. Het kabinet wil ook de burgerdialogen voortzetten om burgers te informeren over en te betrekken bij de EU.

Meerjarig Financieel Kader (MFK)

De Europese Commissie heeft op 20 juni jl. een voorstel gepresenteerd voor een tussentijdse herziening van het MFK. In het voorstel schetst de Commissie hoe de Europese Unie sinds 2020 geconfronteerd is met ongeëvenaarde en onvoorziene uitdagingen, met name de oorlog in Oekraïne. Deze uitdagingen zijn voor de Europese Commissie aanleiding om het MFK tussentijds te willen herzien. Het kabinet is terughoudend ten aanzien van het tussentijds openbreken van de begroting. Eventuele acute noden dienen gevonden te worden door flexibilisering en herprioritering binnen de begroting. Het kabinet staat in beginsel positief tegenover het structureler vormgeven van de financiële EU-steun aan Oekraïne, in lijn met de inzet van het kabinet voor blijvende solidariteit met Oekraïne. De Nederlandse inzet bij de onderhandelingen over het MFK 2021-2027 was gericht op een modern en financieel houdbaar MFK met een eerlijke verdeling van de lasten. Bij de verdere uitvoering van het MFK streeft het kabinet naar prudente, realistische en moderne EU-jaarbegrotingen met meer nadruk op voor Nederland prioritaire beleidsterreinen.

Het Europese sanctie-instrumentarium is onderdeel van de Europese gereedschapskist om de geopolitieke Unie vorm te geven. Sancties worden ingezet in situaties waar de kernwaarden van de Unie in het gedrang komen: de internationale rechtsorde, mensenrechten en democratie. Nederland draagt hier actief aan bij. Dit is mogelijk dankzij de sinds 2022 versterkte sanctie-capaciteit op het Ministerie van Buitenlandse Zaken, zowel voor het ontwikkelen van nieuwe restrictieve maatregelen en de doorontwikkeling van het instrumentarium, als voor de coördinatie van implementatie en naleving ervan in Nederland en de EU. Hierdoor kan Nederland een toonaangevende rol spelen binnen de EU en in internationaal verband. Zo heeft Nederland initiatief genomen voor de inzet van het sanctie-instrumentarium tegen seksueel geweld, een ambitieuze Europese anti-omzeilingsagenda. De afgelopen periode is een moderne sanctienalevingspraktijk ontwikkeld in Nederland waarbinnen BZ de naleving van sancties coördineert. Zo kunnen nieuwe eisen uit de opeenvolgende sanctiepakketten goed worden opgevolgd. Tevens coördineert BZ de modernisering van het Nederlandse sanctiestelsel. Deze modernisering dient te leiden tot een toekomstbestendig stelsel van sanctiewet- en regelgeving dat is toegerust om op effectieve wijze uitvoering te kunnen geven aan de zich snel opvolgende Europese sanctieontwikkelingen. Met deze versterkte capaciteit zal Nederland deze actieve inzet voortzetten.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 11 354 504 11 582 018 11 021 214 12 253 143 12 622 664 13 010 559 16 974 510
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal 11 489 868 11 178 082 11 193 606 12 401 610 12 804 574 13 153 109 17 020 108
3.1 Afdrachten aan de Europese Unie 11 311 410 11 003 570 5 970 130 6 950 875 7 080 496 7 234 609 10 955 560
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
BNI-afdrachten 4 897 610 4 546 290 4 272 701 5 205 907 5 292 936 5 403 191 9 077 385
BTW-afdrachten 1 245 233 1 409 353 1 461 809 1 504 203 1 547 823 1 592 710 1 640 492
Invoerrechten 4 991 221 4 814 712 0 0 0 0 0
Plastic-grondslag 177 346 233 215 235 620 240 765 239 737 238 708 237 683
3.2 Europees Ontwikkelingsfonds 131 506 100 313 85 983 43 421 75 000 41 000 41 000
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Europees Ontwikkelingsfonds 131 506 100 313 85 983 43 421 75 000 41 000 41 000
3.3 Een hechtere Europese waardengemeenschap 12 062 32 800 18 261 18 261 18 261 11 000 11 000
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Raad van Europa 12 062 11 000 11 000 11 000 11 000 11 000 11 000
Kapitaalaanvullingen bij regionale ontwikkelingsbank 21 800 7 261 7 261 7 261
3.4 Versterkte Nederlandse positie in de Unie 4 973 4 996 5 376 4 806 4 806 4 806 4 806
Subsidies (regelingen)
EIPA 417 348 348 348 348 348 348
Opdrachten
Programmatische ondersteuning: CECP 0 0 0 0 0 0 0
Europa College beurzenprogamma 190 190 570 0 0 0 0
Programmatische ondersteuning: Taskforce Verenigd Koninkrijk 119 0 0 0 0 0 0
EU-sanctiebeleid 208 208 208 208 208 208
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Benelux bijdrage 4 247 4 250 4 250 4 250 4 250 4 250 4 250
3.5 Europese Vredesfaciliteit 29 917 36 403 129 856 135 246 140 010 145 694 48 742
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Europese Vredesfaciliteit 29 917 36 403 129 856 135 246 140 010 145 694 48 742
3.6 Invoerrechten aan de Europese Unie 4 984 000 5 249 001 5 486 001 5 716 000 5 959 000
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Invoerrechten 4 984 000 5 249 001 5 486 001 5 716 000 5 959 000
Ontvangsten 1 235 495 1 284 546 3 882 204 2 489 266 3 001 093 1 429 250 1 490 000
3.10 Diverse ontvangsten EU 1 235 143 1 284 296 1 245 998 1 312 250 1 371 501 1 429 000 1 489 750
Invoerrechten 1 226 498 1 200 515 1 245 998 1 312 250 1 371 501 1 429 000 1 489 750
Overige ontvangsten EU 8 645 83 781 0 0 0 0 0
3.11 Europees herstelfonds 0 0 2 635 956 1 176 766 1 629 342 0 0
3.30 Restitutie Raad van Europa 352 250 250 250 250 250 250
2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028
Verplichtingen 11 354 504 11 582 018 11 021 214 12 253 143 12 622 664 13 010 559 16 974 510
waarvan garantieverplichtingen 0 110 704 0
waarvan overige verplichtingen 11 354 504 11 471 314 11 021 214

Budgetflexibiliteit

Geschatte budgetflexibiliteit 2024
Juridisch verplicht 99%
Bestuurlijk gebonden 1%
Beleidsmatig gereserveerd 0%
Nog niet ingevuld / vrij te besteden 0%

De uitgaven op dit artikel zijn (nagenoeg) volledig juridisch verplicht. De belangrijkste uitgaven betreffen de afdrachten en invoerrechten aan de EU, de Nederlandse bijdrage aan het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) en bijdragen aan de Benelux, de Raad van Europa en de Council of Europe Development Bank.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Artikel 3.1: Nationale afdrachten aan de Europese Unie

De EU-begroting wordt grotendeels gefinancierd door eigen middelen in de vorm van nationale afdrachten van lidstaten (op basis van bni, btw en een grondslag op basis van niet-gerecycled plasticafval). Daarnaast zijn er de traditionele eigen middelen (invoerrechten) en ontvangt de EU overige inkomsten, zoals bijdragen van derden, rente- en boete-inkomsten. De afdrachten van de lidstaten zijn vastgelegd in het Eigenmiddelenbesluit (EMB).18In het EMB zijn ook een aantal kortingen op de afdrachten opgenomen en de zogenoemde perceptiekostenvergoeding – dit is de vergoeding voor de kosten aan de lidstaten voor het innen van de invoerrechten.

Het uitgangspunt voor de vaststelling van de raming van de Nederlandse afdrachten op de begroting van Buitenlandse Zaken is de omvang van het jaarlijkse uitgavenplafond uit het Meerjarig Financieel Kader 2021-2027 (MFK) plus de maximale inzet van de speciale instrumenten die boven dit plafond worden gefinancierd19 en die bedoeld zijn om snel te kunnen reageren op onvoorziene omstandigheden. De nationale btw-afdracht, de nationale afdracht op basis van niet-gerecycled plasticafval en de nationale bni- afdracht zijn opgenomen op artikel 3.1, de invoerrechten die door de Nederlandse douane worden geïnd op artikel 3.6 en de perceptiekostenvergoeding op artikel 3.10.

Met ingang van de Ontwerpbegroting voor 2024 worden de nationale afdrachten op basis van bni, btw en niet-gerecycled plasticafval (artikel 3.1) apart weergegeven van de traditionele eigen middelen (invoerrechten, artikel 3.6)). Deze presentatie doet beter recht aan het verschil tussen deze type afdrachten. De eerste categorie betreft nationale afdrachten op basis van een grondslag. Voor de invoerrechten is de Nederlandse begroting alleen een tussenschakel. Daarnaast bood de presentatie die eerder werd gehanteerd geen volledig overzicht, omdat de perceptiekostenvergoeding (het deel van de invoerrechten dat Nederland mag houden) op een ander subartikelonderdeel verantwoord wordt (artikel 3.10). Om wel een integraal beeld te geven van alle geldstromen richting de EU is hieronder een extracomptabele tabel opgenomen met een totaaloverzicht van:

  1. Artikel 3.1: Nationale afdrachten aan de Europese Unie (bni, btw en plastic-afdrachten);
  2. Artikel 3.6: Traditionele eigen middelen (TEM; invoerrechten);
  3. Artikel 3.10: Perceptiekostenvergoeding
  4. Artikel 9 Begroting Financiën: Vertragingsrente betaald aan de Europese Commissie.
Begroting Artikel Nederland 2024 2025 2026 2027 2028
H5 (BZ) 3.1 Nationale afdrachten 5.970 6.951 7.080 7.235 10.956
Bni-afdracht 4.273 5.206 5.293 5.403 9.077
Btw-afdracht 1.462 1.504 1.548 1.593 1.640
Plastic 236 241 240 239 238
H5 (BZ) 3.6 Invoerrechten 4.984 5.249 5.486 5.716 5.959
H5 (BZ) 3.10 Ontvangsten EU 1.246 1.312 1.372 1.429 1.490
Perceptiekostenvergoeding 1.246 1.312 1.372 1.429 1.490
Overige ontvangsten EU
H9 (FIN) 9.44.2 Vertragingsrente
Totaal 9.708 10.888 11.194 11.522 15.425

Om zeker te stellen dat de Europese Unie in staat is om aan al haar financiële verplichtingen te voldoen, wordt in het EMB een jaarlijks maximum vastgelegd voor de eigen middelen die de Unie op mag vragen bij de lidstaten, dat hoger ligt dan het hiervoor beschreven maximale jaarlijkse uitgavenplafond uit het MFK vermeerderd met de speciale instrumenten. De marge tussen het uitgavenplafond en het eigenmiddelenplafond dient voornamelijk als zekerheid voor de aflossings- en renteverplichtingen op leningen die de Unie aan kan gaan. De risico’s voor de Nederlandse afdrachten aan de EU die daardoor ontstaan worden als garantieverplichting op de begroting van het ministerie van Financiën onder artikel 4 (Internationale financiële betrekkingen) verantwoord, uitgesplitst naar de specifieke instrumenten die de Europese Commissie machtigen om namens de Unie middelen te lenen.

De omvang van de Nederlandse afdrachten aan de EU komt als volgt tot stand:

  1. Alle invoerrechten die door de lidstaten worden geheven op producten die afkomstig zijn van landen buiten de EU, worden na aftrek van de vergoeding voor de inningskosten (25%) afgedragen aan de EU (zie verder art. 3.6).
  2. De btw-afdracht bedraagt een uniform heffingspercentage van 0,3% op de geharmoniseerde btw-grondslag van alle EU-lidstaten .
  3. Een afdracht op basis van een grondslag voor niet-gerecycled plasticafval. Voor deze grondslag geldt een tarief van 0,80 eurocent per kilogram niet-gerecycled plasticafval. Ook is er een compensatiemechanisme voor minder welvarende lidstaten.
  4. De bni-afdracht is het sluitstuk van de financiering van de EU-begroting.

Het deel van de Europese uitgaven dat niet gefinancierd kan worden door de overige inkomsten, invoerrechten, de btw-afdracht en de grondslag op basis van niet-gerecycled plasticafval wordt gefinancierd door bni-afdrachten (bni = bruto nationaal inkomen) van de lidstaten. De totale bni-afdracht van de lidstaten wordt bepaald door de bovengenoemde inkomsten in mindering te brengen op het totaal aan benodigde middelen voor de EU-begroting. Het aandeel van een lidstaat hierin wordt vervolgens bepaald op basis van het eigen BNI ten opzichte van het BNI van de EU als geheel. Nederland ontvangt op haar bni- afdracht tot en met 2027 een jaarlijkse bruto lumpsum korting van EUR 1.921 miljoen (prijzen 2020).

De uiteindelijke hoogtes van de invoerheffingen, de btw-grondslag en de relatieve omvang van het bni van de lidstaten kunnen afwijken van eerdere verwachtingen. Derhalve kunnen er verschuivingen optreden tussen de verschillende afdrachten en tussen de lidstaten. Twee vaste momenten waarop dit gebeurt is bij de aanvullende EU-begroting n.a.v. de Lenteraming die normaliter in juli gepubliceerd wordt en bij de nacalculatie die normaliter eind januari gepubliceerd wordt. Daarnaast heeft de Europese Commissie op 20 juni 2023 voorstellen gepubliceerd voor een revisie van het MFK 2021-2027 en de introductie van nieuwe eigen middelen. Afhankelijk van de uitkomst van de onderhandelingen kan dit effect hebben op raming van de Nederlandse EU-afdrachten. Het huidige MFK loopt tot en met 2027. Voor de periode na 2028 is een aanname gedaan over de economische ontwikkeling en de omvang van het MFK 2028-20XX.

Daarnaast hebben de verwerking van het jaarlijkse surplus van de EU-begroting en de jaarlijkse technische aanpassing effect op de raming van de Nederlandse afdrachten. Bij het surplus (publicatie normaliter medio april) worden onbenutte middelen uit het voorgaande EU-begrotingsjaar verwerkt in het lopende begrotingsjaar. Dit wordt verrekend door een verlaging van de bni-afdracht van de lidstaten. Bij de jaarlijkse technische aanpassing (publicatie normaliter juni) worden, conform artikel 4 van de MFK-verordening, de MFK-plafonds op een aantal punten aangepast. Ten eerste wordt jaarlijks een bedrag gelijk aan de opbrengsten uit mededingingsboetes toegevoegd aan de uitgavenplafonds. Deze afspraak is in 2021 meerjarig verwerkt in de raming van de EU- afdrachten.Afhankelijk van de daadwerkelijke boete-opbrengsten bij technische aanpassing wordt de raming van de Nederlandse afdrachten hier op aangepast. Ten tweede wordt bij technische aanpassing het enkelvoudige marge-instrument (Single Margin Instrument; SMI) geactualiseerd. Met dit instrument kunnen onbenutte middelen onder het MFK-plafond uit het vorige begrotingsjaar worden toegevoegd aan de plafonds voor de resterende MFK-jaren. Het gaat hierbij dus niet om extra EU-middelen maar een verschuiving van afdrachten over de jaren. Ten derde worden bij technische aanpassing voor een aantal van de speciale instrumenten onbenutte middelen uit het voorgaande begrotingsjaar overgeheveld naar het lopende begrotingsjaar, wat tot een soortgelijke verschuiving van de (raming van de) afdrachten over de jaren zorgt.

De Kamer zal op bovengenoemde momenten en wanneer nog meer van toepassing, zoals gebruikelijk hierover worden geïnformeerd evenals op het moment van verwerking in de nationale begroting.

Zoals toegelicht bij Ontwerpbegroting 2021 maakt het herstelinstrument «Next Generation EU’’ (NGEU) onderdeel uit van de afspraken over het huidige MFK. Het budgettaire effect van het subsidiedeel van NGEU (EUR 390 miljard in prijzen 2018) – dit wil zeggen de terug- en rentebetalingen van het herstelinstrument - zijn meegenomen in de raming van de Nederlandse bni-afdracht vanaf 2028. Voor het leningen onderdeel van NGEU (EUR 360 miljard in prijzen 2018) is een garantieverplichting opgenomen onder artikel 4 van de begroting van het ministerie van Financiën.

Artikel 3.2: Europees Ontwikkelingsfonds

  1. Bijdrage aan het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF). Dit is het instrument waarmee de Europese Unie de ontwikkelingssamenwerking met landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS) en de Landen en Gebieden Overzee (LGO) uitvoerde tot 2021. Het grootste deel van het EOF was bestemd voor de financiering van de steun aan nationale, regionale en lokale projecten en programma’s gericht op de economische en sociale ontwikkeling van die gebieden. Met ingang van 2021 wordt de steun aan landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan gefinancierd uit het instrument voor het Nabuurschap, Ontwikkeling en Internationale Samenwerking (NDICI) dat onder de EU-begroting valt. Voor de financiering van programma’s in LGO is met ingang van 2021 een apart budget voorzien onder de EU-begroting. De aflopende bijdragen aan het EOF in 2022 en de jaren daarna betreffen betalingen op reeds aangegane verplichtingen vanuit het 10e en 11e EOF.

Artikel 3.3: Een hechtere Europese waardengemeenschap

  1. Raad van Europa: Nederland beschouwt de Raad van Europa als een belangrijke hoeder van mensenrechten, democratie en rechtsstaat in heel Europa. Ook wil Nederland bijdragen aan het versterken van de effectiviteit van het toezichtsysteem van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en aan een zorgvuldig voorbereide toetreding van de EU tot het EVRM. De Nederlandse Permanente Vertegenwoordiging in Straatsburg speelt daarbij een centrale rol door goede betrekkingen en, indien opportuun, regelmatig overleg met het secretariaat van de Raad van Europa, permanente vertegenwoordigingen van andere lidstaten en met de Nederlandse delegatie in de Parlementaire Assemblee (PACE) van de Raad van Europa.
  2. Bank van de Raad van Europa (Council of Europe Bank – CEB): De Bank van de Raad van Europa is actief in de landen van de Raad. Tot op heden heeft de Bank meer dan EUR 1,3 miljard geïnvesteerd in de opvang van Oekraïense vluchtelingen in buurlanden zoals Polen en Roemenië. Door deze respons en de wens om in Oekraïne zelf actief te worden met investeringen voor vluchtelingen, scholing en gezondheidszorg, staat het kapitaal van de CEB onder druk en is in december 2022 een kapitaalverhoging van EUR 4,25 miljard overeengekomen. De Nederlandse bijdrage aan het inbetaalde kapitaal bedraagt EUR 43,6 miljoen. De helft van dit bedrag is toe te schrijven aan de op te starten activiteiten in Oekraïne en wordt gedekt uit de zogenaamde Oekraïneregeling. De andere helft dient voor de ondersteuning van lopende activiteiten elders en wordt in 2024-2027 in tranches uit de BZ-begroting betaald.

Artikel 3.4: Versterkte Nederlandse positie in de Unie

  1. Jaarlijkse bijdrage aan de Benelux Unie. De Benelux Unie dient twee doelen: het vervullen van een voortrekkersrol binnen de Europese Unie en grensoverschrijdende samenwerking, vooral op het gebied van economie, duurzame ontwikkeling en justitie/binnenlandse zaken. Daarnaast werkt Nederland in Benelux-verband ook samen op buitenlandspolitiek terrein.
  2. Subsidie aan European Institute for Public Administration (EIPA). Het EIPA heeft als doel het ontwikkelen van de capaciteiten van ambtenaren in het omgaan met EU-aangelegenheden. De nieuwe subsidie is afgegeven voor de jaren 2022-2025.
  3. Europa College beurzenprogramma: vanuit dit programma worden beurzen verstrekt aan Nederlandse studenten die studeren aan het Europacollege. De afgegeven beschikking is voor de jaren 2023-2027.
  4. EU-sanctiebeleid: dit programma geeft invulling aan amendement 35924-V14 van dhr. Sjoerdsma inzake het vergroten van de sanctiecapaciteit.

Artikel 3.5: Europese Vredesfaciliteit

  1. Bijdrage aan de Europese Vredesfaciliteit (EPF) voor de financiering van de gemeenschappelijke kosten van EU-missies en operaties, EU-bijdragen aan vredesoperaties en militaire capaciteitsopbouw in derde landen. De faciliteit dient ter versterking van het EU extern optreden en, conform de Nederlandse inzet, een bijdrage te leveren aan een meer geïntegreerde benadering van conflicten en crises binnen het EU-buitenlandbeleid.

Artikel 3.6: Invoerrechten

  1. Alle invoerrechten die door de lidstaten worden geheven op producten die afkomstig zijn van landen buiten de EU, worden na aftrek van de vergoeding voor de inningskosten (25%) afgedragen aan de EU. Deze invoerrechten worden ook wel de Traditionele Eigen Middelen (TEM) genoemd en zijn onlosmakelijk verbonden met de douane-unie. Bij de invoerrechten treedt er gedurende het jaar onbedoeld een saldo-effect op, omdat aan de inkomsten- en uitgavenkant van de Rijksbegroting een andere raming wordt gebruikt, respectievelijk de raming van het Ministerie van Financiën en de raming van de Europese Commissie. Er wordt drie keer per jaar een actualisatie geboekt op de invoerrechten en de perceptiekostenvergoeding om te corrigeren voor dit saldo-effect.

Artikel 3.10: Diverse ontvangsten EU

  1. De ontvangsten onder dit beleidsartikel betreffen de zogenaamde perceptiekostenvergoeding die Nederland ontvangt voor de kosten die gemaakt worden bij de inning van de douanerechten. De perceptiekostenvergoeding is 25% van de geïnde douanerechten. Deze ontvangsten zijn begrotingstechnisch niet gekoppeld aan de begroting van de Nederlandse Douane.

Artikel 3.11: Europees herstelfonds

  1. Nederland maakt voor ca. EUR 5,4 miljard aanspraak op middelen vanuit de Europese Herstel- en Veerkrachtfaciliteit (HVF) inclusief RePowerEU. De middelen vanuit de faciliteit komen als ontvangsten binnen via artikelonderdeel 3.11 Europees Herstelfonds. De middelen worden uitgekeerd bij betalingsverzoeken waarbij aangetoond moet worden dat er voldoende voortgang is geboekt op de in het Nederlandse Herstel- en Veerkrachtplan vastgelegde mijlpalen en doelstellingen. Dit moet worden aangetoond door middel van rapportages en verificatiemechanismen. De exacte kasreeks is daarmee moeilijk te ramen en is afhankelijk van de Operationale Overeenkomst die met de Europese Commissie wordt gemaakt. Het niet behalen van mijlpalen en doelstellingen zou kunnen leiden tot budgettaire tegenvallers die binnen de vastgelegde uitgavenplafonds gedekt moeten worden.

Artikel 4 Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden

A. Algemene doelstelling

Het verlenen van goede consulaire diensten aan Nederlanders in nood in het buitenland, evenals het verstrekken van reisdocumenten aan Nederlanders in het buitenland. Daarnaast levert het kabinet een bijdrage aan een gereguleerd personenverkeer door de Nederlandse inbreng in het Europese visumbeleid en is verantwoordelijk voor de visumverlening kort verblijf.

Het versterken van de Nederlandse cultuursector door internationale uitwisseling en presentatie; verbindingen leggen met economische diplomatie en andere prioriteiten van geïntegreerd buitenlandbeleid, zoals het mensenrechtenbeleid en veiligheidsbeleid.

De strategische inzet van publieksdiplomatie door het postennetwerk en BZ heeft als doel begrip en draagvlak te vergroten voor het geïntegreerde buitenlandbeleid (HGIS) en het eenduidig versterken van de beeldvorming over Nederland bij buitenlandse doelgroepen via de publieke band. De aanpak verstevigt het netwerk van beleidsbeïnvloeders die de besluitvorming op voor Nederland relevante beleidsterreinen kunnen beïnvloeden.

B. Rol en verantwoordelijkheid

Consulaire dienstverlening

De minister is verantwoordelijk voor:

Uitvoeren

  1. Visumbeleid kort verblijf van het Koninkrijk der Nederlanden.
  2. Afgifte van machtigingen voorlopig verblijf (MVV’s) op de posten.
  3. Afname van inburgeringsexamens buitenland.
  4. Orange Carpet-beleid, ter bevordering van het Nederlandse bedrijfsleven.
  5. Bijstand aan Nederlanders in nood in het buitenland.
  6. Begeleiding van Nederlanders die in het buitenland gedetineerd zijn.
  7. Uitbrengen van reisadviezen.
  8. Crisisresponse.
  9. Afgifte van Nederlandse reisdocumenten in het buitenland en van diplomatieke- en dienstpaspoorten.
  10. Afgifte van consulaire verklaringen en legalisaties.

Visumbeleid kort verblijf van het Koninkrijk der Nederlanden

Doorlooptijden visumaanvragen: percentage visumaanvragen kort verblijf dat binnen 15 dagen wordt afgehandeld.

2020 2021 2022
Streefwaarde 85% 85% 85%
Realisatie 92% 89% 76%

Bron: Ministerie van Buitenlandse Zaken

De norm voor de doorlooptijd van visumaanvragen (Schengen) bedraagt 15 dagen conform de EU Visumcode (in werking getreden per 2.2.2020). Deze periode kan in bijzondere gevallen worden verlengd tot 45 dagen. Tijdens de ‘visumdip’ als gevolg van de coronapandemie was de besliscapaciteit bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken tijdelijk afgeschaald. Het ministerie bevond zich in 2022 in een herstartfase van het visumproces en werkte er aan de besliscapaciteit op te voeren naar het pre-corona niveau. Na corona was er naast de jaarlijkse reguliere groep verwachte aanvragen ook sprake van een grote groep ‘inhaalaanvragen’: Aanvragers die door corona niet had kunnen reizen en dit alsnog wilden doen. Hierdoor werd de vraag naar visa groter dan de besliscapaciteit.

NB: De doorlooptijd is het aantal dagen dat zit tussen het indienen van een ontvankelijke visumaanvraag tot aan het moment van bekendmaken of uitreiken van de beslissing op de aanvraag.

Regisseren

  1. Europees visum- en migratiebeleid en Caraïbisch visumbeleid.
  2. Bilaterale dimensie van visum- en migratiebeleid.

Nederlandse cultuur

De uitvoering van het Internationaal Cultuurbeleid (ICB) is een gedeelde verantwoordelijkheid van de minister van Buitenlandse Zaken (bij wie ook de coördinatie ligt), de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Het beleidskader voor het ICB wordt steeds voor een periode van vier jaar vastgesteld (beleidskader internationaal cultuurbeleid 2021–2024). De inzet op het gebied van Publieksdiplomatie valt onder de verantwoordelijkheid van de minister van Buitenlandse Zaken.

Stimuleren

  1. Promotie van Nederlandse kunst en cultuur in het buitenland en identificatie van internationale kansen en ontwikkelingen voor de Nederlandse culturele sector en creatieve industrie.
  2. Behoud, beheer en ontsluiting van gedeeld cultureel erfgoed.

Regisseren

  1. Beleidsvorming en uitvoering van het Internationaal Cultuurbeleid.
  2. Afstemming met culturele fondsen en ondersteunende instellingen over internationale activiteiten.
  3. Ondersteuning van het buitenlandpolitieke- en economische beleid door cultuur in te zetten, bijvoorbeeld als instrument in de dialoog over mensenrechten.

Financieren

  1. Ondersteuning van culturele fondsen, instellingen en activiteiten binnen het beleidskader Internationaal Cultuurbeleid (2021–2024).
  2. Nederlands-Vlaamse samenwerking (via ondersteuning van Huis DeBuren in Brussel).
  3. Bezoekersprogramma’s.
  4. Subsidieregeling voor programma’s gericht op jeugd en sociale innovatie in de ring van landen grenzend aan de EU.

Publieksdiplomatie

De inzet op het gebied van publieksdiplomatie valt onder de verantwoordelijkheid van de minister van Buitenlandse Zaken.

Stimuleren

  1. Het inzetten van publieksdiplomatie door het postennetwerk en BZ om de beeldvorming over Nederland in het buitenland eenduidig te versterken en het netwerk van beïnvloeders te verstevigen.
  2. Inkomende en uitgaande buitenlandse bezoekersprogramma’s

Regisseren

  1. Ondersteuning van het buitenlandpolitieke- en economische beleid door strategische inzet publieksdiplomatie, bijvoorbeeld tijdige inzet van een instrument ter bevordering van de dialoog over persvrijheid of gendergelijkheid.
  2. Ondersteuning communicatie tijdens belanghebbende conferenties en inzet tijdens crises.
  3. Ondersteuning programma’s gericht op agendering en bevordering van de Sustainable Development Goals (SDGs).

Financieren

  1. Gedelegeerde activiteiten publieksdiplomatie door Nederlandse ambassades.

C. Beleidswijzigingen

Na de Russische inval in Oekraïne is de samenwerking met Russische culturele staatsinstellingen opgeschort en is het culturele programma in RF in 2024 gericht op behoud van minimale individuele professionele culturele contacten en met andere partners, die aangehaakt willen blijven bij Europese waarden.

Eind 2022 is Oekraïne toegevoegd aan de lijst focuslanden van het ICB. Rijkscultuurfondsen en de Nederlandse ambassade kunnen hierdoor ook in 2024 de culturele sector steunen bij het opstarten en onderhouden van netwerken met Oekraïense partners en samenwerkingstrajecten aangaan die aansluiten bij behoeften in Oekraïne.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 74 139 70 192 62 738 56 708 55 834 55 630 54 925
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal 60 479 72 191 61 221 61 241 60 367 60 055 59 315
4.1 Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland 11 745 13 423 14 587 14 691 14 705 14 712 14 723
Subsidies (regelingen)
Gedetineerdenbegeleiding 813 2 260 1 560 1 560 1 560 1 560 1 560
Inkomensoverdrachten
Gedetineerdenbegeleiding 300 540 540 540 540 540 540
Opdrachten
Consulaire bijstand 422 394 409 409 409 409 409
Reisdocumenten en verkiezingen 2 013 2 441 5 314 5 318 5 332 5 339 5 350
Consulaire opleidingen 101 400 400 400 400 400 400
Consulaire informatiesystemen 2 936 7 388 6 364 6 464 6 464 6 464 6 464
Loket buitenland 5 160 0 0 0 0 0 0
Bijdrage aan agentschappen
Loket buitenland 0 0 0 0 0 0 0
4.2 Samen met (keten) partners het personenverkeer reguleren 19 950 23 738 16 827 16 162 16 162 16 834 16 834
Opdrachten
Ambtsberichtenonderzoek 91 150 150 150 150 150 150
Visumverlening 1 276 2 858 2 858 2 858 2 858 2 858 2 858
Legalisatie en verificatie 4 80 80 80 80 80 80
Consulaire informatiesystemen 17 763 19 622 12 711 12 046 12 046 12 718 12 718
Informatie ondersteunend beslissen 0 0 0 0 0 0 0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Bijdragen asiel en migratie 816 1 028 1 028 1 028 1 028 1 028 1 028
4.3 Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur 6 638 8 237 7 500 8 794 8 794 8 794 8 794
Subsidies (regelingen)
Internationaal cultuurbeleid 3 196 4 589 4 762 8 794 8 794 8 794 8 794
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Internationaal cultuurbeleid 3 442 3 648 2 738 0 0 0 0
4.4 Uitdragen Nederlandse waarden en belangen 22 146 26 793 22 307 21 594 20 706 19 715 18 964
Subsidies (regelingen)
Instituut Clingendael 814 800 2 800 2 800 2 800 2 800 2 800
Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid 5 184 3 872 3 058 3 058 3 058 3 058 3 058
Internationale manifestaties en diverse bijdragen 0 49 49 49 49 49 49
Publieksdiplomatie 2 437 2 229 2 229 2 229 2 229 2 229 2 229
Onderzoeksprogramma 121 100 100 100 100 100 100
Academische Leerstoel Anton de Kom 3 344 200 205 276 215 0
Opdrachten
Adviesraad Internationale Vraagstukken 489 635 597 597 597 597 597
Instituut Clingendael 2 635 3 071 1 150 1 000 1 000 1 000 1 000
Bezoeken VIPS en uitgaven CD en Internationale organisaties 523 1 000 1 000 1 000 1 000 1 000 1 000
Algemene voorlichting 1 071 1 590 2 790 2 790 2 790 2 790 2 790
Koninklijk Huis - inkomende en uitgaande bezoeken, officiële ontvangsten 3 054 2 000 2 000 2 000 2 000 2 000 2 000
China-strategie 80 27 0 0 0 0 0
Onderzoeksprogramma 1 988 2 212 3 075 2 720 1 761 831 295
Programma ondersteuning buitenlands beleid 28 0 0 0 0 0 0
Conferentie uitdragen Nederlandse waarden en belangen 4 000
Bijdrage aan agentschappen
Algemene voorlichting 1 142 1 200 0 0 0 0 0
Verkeersnotificaties 287 400 400 400 400 400 400
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Europese bewustwording 20 868 463 250 250 250 250
Publieksdiplomatie 2 270 2 396 2 396 2 396 2 396 2 396 2 396
Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid 0 0 0 0 0 0 0
Ontvangsten 56 025 47 374 67 674 73 574 73 574 73 574 73 574
4.10 Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland 10 689 9 200 21 000 21 000 21 000 21 000 21 000
4.20 Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen 44 962 37 900 45 600 51 500 51 500 51 500 51 500
4.40 Doorberekening Defensie diversen 74 74 874 874 874 874 874
4.41 Ontvangsten verkeersnotificaties 300 200 200 200 200 200 200

Budgetflexibiliteit

Geschatte budgetflexibiliteit 2024
Juridisch verplicht 58%
Bestuurlijk gebonden 19%
Beleidsmatig gereserveerd 23%
Nog niet ingevuld / vrij te besteden 0%

Van de uitgaven van subsidies en inkomensoverdrachten voor gedetineerdenbegeleiding en overige consulaire dienstverlening, op basis van eigen verantwoordelijkheid van Nederlanders in het buitenland, zijn alleen de subsidies voor gedetineerdenbegeleiding volledig juridisch verplicht. De investeringen in de consulaire informatiesystemen zijn volledig juridisch verplicht.

De inkoop van de te verstrekken reisdocumenten alsmede de geplande uitgaven voor het samen met (keten-)partners reguleren van het personenverkeer zijn voor het merendeel juridisch verplicht en worden aan de hand van de afgifte van paspoorten en visa bepaald. Hiervoor worden gedurende het begrotingsjaar verplichtingen aangegaan.

Binnen het Internationaal cultuurbeleid 2021-2024 zijn de uitgaven voor de specifieke landenprogramma’s en de cultuurmanifestaties voor 44% juridisch verplicht. Het restant is beleidsmatig gereserveerd, hiervoor worden verplichtingen in het begrotingsjaar zelf aangegaan.

Voor het inzetten van publieksdiplomatie om het beeld van Nederland in het buitenland te versterken en op een positief realistische manier uit te dragen door het postennetwerk en het ministerie zelf zijn ramingen opgenomen die grotendeels niet juridisch vastliggen. De budgetten voor publieksdiplomatie worden ingezet voor activiteiten op het gebied van de positionering van Nederland in het buitenland, landenprogramma’s ter ondersteuning van de beleidsdoelstellingen, bezoeken van beïnvloeders en journalisten en uitgaven voor programma’s met in Nederland gevestigde partners zoals internationale organisaties.

Het Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid (POBB) is volledig juridisch verplicht en richt zich op financiering van activiteiten die de doelstelling van het Nederlands buitenland beleid ondersteunen. Dit kunnen lange termijn beleidsdoelstellingen zijn alsook activiteiten gerelateerd aan actuele ontwikkelingen, in lijn met de intentie van het kabinet om bepaalde landenrelaties te intensiveren in het kader van verstrekt engagement.

De subsidie voor Clingendael en de onderzoeksprogramma's zijn juridisch vastgelegd. Dat betreffen subsidies voor Progress en opdrachten voor het China Kennisnetwerk en het Oost-Europa/Rusland Kennisplatform.

De uitgaven ten behoeve van het Koninklijk Huis worden in de loop van 2024 ingevuld.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Artikel 4.1: Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland

  1. Verlenen van financiële- en niet financiële consulaire bijstand aan Nederlanders in nood en/of schrijnende gevallen.
  2. (Stille) diplomatie met oog op eerlijke rechtsgang voor Nederlandse gedetineerden.
  3. Verstrekken van reisadviezen.
  4. Bijstaan van Nederlanders in geval van crises; als dat noodzakelijk en mogelijk is, organiseren, waar mogelijk met partnerlanden, van evacuaties.
  5. Verstrekken van reisdocumenten en opmaken van consulaire akten en verklaringen.
  6. Adviseren en ondersteunen van Nederlandse gedetineerden door gedifferentieerde bezoekfrequentie, in bepaalde landen maandelijkse giften aan gedetineerden, en subsidies ten behoeve van resocialisatie, extra zorg en juridisch advies.
  7. Consulaire informatiesystemen om de primaire consulaire processen te kunnen afhandelen.
  8. Organiseren van opleidingen gericht op optimalisatie van consulaire werkprocessen.
  9. Doorontwikkeling van de rijksbrede dienstverlening van Nederland WereldWijd.

Artikel 4.2: Samen met (keten)partners het personenverkeer reguleren -

  1. Behandelen van aanvragen voor visa kort verblijf en het beleid op dit terrein.
  2. Inname van aanvragen voor MVV’s.
  3. Afnemen van inburgeringsexamens.
  4. Verrichten van legalisaties en uitvoeren van verificatieonderzoeken.
  5. Consulaire informatiesystemen om de primaire consulaire processen te kunnen afhandelen.
  6. Op verzoek van het Ministerie van Justitie en Veiligheid worden algemene en individuele ambtsberichten opgesteld, waarop door J&V mede het toelatings- en terugkeerbeleid wordt gebaseerd.
  7. Diplomatie voor het bemiddelen bij terugkeer van vreemdelingen zonder rechtmatig verblijf.
  8. Samenwerking met instanties in en buiten Nederland, de EU en internationale organisaties.
  9. In het kader van versterkte Europese samenwerking maken van afspraken over wederzijdse visumvertegenwoordiging.
  10. Voor het beschermen van de mensenrechten van migranten, het voorkomen van irreguliere migratie, het tegengaan van mensensmokkel en -handel en het bevorderen van terugkeer en herintegratie is Nederland actief in onder meer de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM).

Artikel 4.3: Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur

  1. Subsidieverlening via de posten aan Nederlandse cultuurmakers.
  2. Subsidieverlening aan (Nederlandse) culturele instellingen ten behoeve van activiteiten en (bezoekers)programma’s.

Artikel 4.4: Uitdragen Nederlandse waarden en belangen

  1. Via publieksdiplomatie verstevigt Buitenlandse Zaken het netwerk van beleidsbeïnvloeders die de besluitvorming op voor Nederland relevante beleidsterreinen kunnen beïnvloeden. Een belangrijke rol is daarbij weggelegd voor de media, maatschappelijk middenveld en persoonlijke contacten via bijeenkomsten en andere activiteiten. Daarbij worden online kanalen ingezet voor engagement, zoals de website Netherlands and You, het NL platform, Facebook, Twitter en Instagram.
  2. De strategische inzet van Publieksdiplomatie door het postennetwerk en BZ versterkt de reputatie van Nederland bij een buitenlands publiek en daarmee de politieke- en economische positie. Zo waarborgen we de Nederlandse belangen en kunnen we ons waardenstelsel uitdragen.
  3. Met de bijdrage aan publieksdiplomatie kunnen Nederlandse ambassades activiteiten ondersteunen of opstarten op het gebied strategische beleidscommunicatie en beeldvorming over Nederland.
  4. Subsidie ten behoeve van Instituut Clingendael voor trilateraal onderzoeksprogramma met Defensie en JenV. Daarnaast ook een opdracht ter ondersteuning van het China Kennisnetwerk en het Oost-Europa/ Rusland Kennisplatform.
  5. Vanuit het Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid (POBB) worden eenmalige katalyserende activiteiten gefinancierd ter ondersteuning van de doelstellingen van het Nederlandse buitenlandbeleid. Dat kunnen ook activiteiten zijn voor COVID-19 ondersteuning.
  6. Voor bezoeken, ontvangsten en overige uitgaven hoogwaardigheidsbekleders, Corps Diplomatique en internationale organisaties wordt EUR 1 miljoen geraamd.
  7. Voor uitgaven ten behoeve van staatsbezoeken, officiële bezoeken en werkbezoeken van het Koninklijk Huis wordt EUR 2 miljoen geraamd.
  8. Opdrachtverlening aan CJIB voor verkeersnotificaties (vrijwillige bijdrage) na overtredingen buitenlandse diplomaten in Nederland.

Ontvangsten

  1. De ontvangsten onder dit artikel bestaan hoofdzakelijk uit leges voor de afgifte van reisdocumenten, visa en de legalisatie van documenten. Een deel van de consulaire ontvangsten wordt ingezet om een bijdrage te leveren aan de kosten van het consulaire werkproces.
  2. Ontvangsten voor verkeersnotificaties, vrijwillige bijdragen van buitenlandse diplomaten in Nederland.

4. Niet-beleidsartikelen

Artikel 5 Geheim

A. Budgettaire gevolgen

Verplichtingen 0 0 0 0 0 0 0
Uitgaven 0 0 0 0 0 0 0
Ontvangsten 0 0 0 0 0 0 0
5.10 Geheim 0 0 0 0 0 0 0

Op dit artikel worden geheime uitgaven, verplichtingen en ontvangsten verantwoord.

Artikel 6 Nog onverdeeld (HGIS)

A. Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 0 7 427 11 875 65 651 50 076 71 940 106 473
Uitgaven:
Uitgaven totaal 0 7 427 11 875 65 651 50 076 71 940 106 473
6.1 Nog onverdeeld (HGIS) 0 7 427 11 875 65 651 50 076 71 940 106 473

B. Toelichting op de financiële instrumenten

Op dit artikel worden uitgaven verantwoord die samenhangen met de HGIS-indexering en HGIS-besluitvorming bij Voorjaarsnota. Op basis van de prijsontwikkeling van het Bruto Binnenlands Product (BBP) wordt het HGIS non-ODA budget geïndexeerd. De indexatie wordt verwerkt op dit artikel. Het geraamde budget op dit artikel is met name bedoeld voor het uitkeren van loon- en prijsbijstelling binnen de HGIS en voor incidentele initiatieven of tegenvallers binnen de HGIS.

Artikel 7 Apparaat

A. Personele en materiële uitgaven

Dit artikel betreft de apparaatsuitgaven van zowel het postennetwerk in het buitenland als het departement in Den Haag, exclusief de personele uitgaven voor de politieke leiding en attachés van andere ministeries. Het omvat de verplichtingen voor en uitgaven aan het ambtelijk personeel, de overige personele uitgaven en het materieel.

Personeel
De uitgaven voor eigen personeel vallen uiteen in de volgende categorieën: (1) Uitgaven voor het ambtelijk personeel; dit betreft de algemene ambtelijke leiding van het departement (met uitzondering van de secretaris-generaal, plaatsvervangend secretaris-generaal en directeuren-generaal9), de beleidsdirecties en de ondersteunende diensten. (2) Uitgaven voor het uitgezonden personeel op de ambassades (zoals salaris, vergoedingen en dienstreizen). (3) Uitgaven voor het lokaal aangenomen personeel op de buitenlandse vertegenwoordigingen van Nederland.

Materieel
De materiële uitgaven hebben betrekking op de uitgaven voor de exploitatie van en investeringen in het departement in Den Haag en de vertegenwoordigingen in het buitenland. Hieronder vallen onder andere de verplichtingen en uitgaven voor: (1) Huisvesting zoals huur van kanselarijen, residenties, personeelswoningen en het kantoor in Den Haag, klein onderhoud en bouwkundige projecten, (2) Beveiligingsmaatregelen, (3) ICT uitgaven zoals automatisering en communicatiemiddelen en (4) Bedrijfsvoeringsuitgaven. Specifiek wordt van de materiële uitgaven aangegeven welk deel hiervan betrekking heeft op ICT-uitgaven en hoeveel van de uitgaven via een Rijksbrede shared service organisatie (SSO) worden verricht. De ICT uitgaven die door een SSO worden verricht staan opgenomen onder de categorie «bijdragen aan SSO’s».

Verplichtingen 951 345 1 048 385 1 077 118 1 011 732 997 009 995 784 995 414
Uitgaven 943 636 1 035 285 1 118 718 1 011 732 997 009 995 784 995 414
7.1.13 Personele uitgaven 610 262 656 372 667 523 671 701 671 609 670 168 670 168
7.1.13.1 Eigen personeel 484 660 644 372 655 523 659 701 659 609 658 168 658 168
7.1.13.2 Inhuur extern 43 920 12 000 12 000 12 000 12 000 12 000 12 000
7.1.13.3 Overige personele uitgaven 81 682 0 0 0 0 0 0
7.1.14 Materiele uitgaven 332 695 378 913 451 195 340 031 325 400 325 616 325 246
7.1.14.1 ICT 65 782 72 197 71 758 70 907 70 907 70 907 70 907
7.1.14.2 Bijdragen aan SSO's 53 591 54 147 54 147 54 147 54 147 54 147 54 147
7.1.14.3 Overige materieel 213 322 252 569 325 290 214 977 200 346 200 562 200 192
7.2 Koersverschillen 679 0 0 0 0 0 0
Ontvangsten 28 682 42 771 124 671 82 271 28 571 28 571 28 571
7.10 Diverse ontvangsten 28 682 42 771 124 671 82 271 28 571 28 571 28 571
7.11 Koersverschillen 0 0 0 0 0 0 0

B. Totaaloverzicht apparaatsuitgaven/kosten

Totaal apparaatsuitgaven ministerie 943 636 1 035 285 1 118 718 1 011 732 997 009 995 784 995 414
Kerndepartement 943 636 1 035 285 1 118 718 1 011 732 997 009 995 784 995 414

Buitenlandse Zaken heeft geen baten-lastendienst of ZBO.

C. Verdeling apparaatsuitgaven naar beleid

De minister van Financiën heeft de Kamer, in het kader van ‘verantwoord begroten’, toegezegd de apparaatsuitgaven indicatief te verdelen over de beleidsartikelen. Omdat de apparaatsuitgaven niet specifiek toe te rekenen zijn aan beleidsartikelen, kiest Buitenlandse Zaken ervoor een splitsing te maken naar uitgaven op het kerndepartement en op de posten. Daarbij geldt ook dat voor sommige onderdelen (zoals met name ICT-uitgaven) de exacte verdeling niet te geven is. Het ministerie (postennet en kerndepartement) werkt als één geheel. Van de totale apparaatskosten van EUR 1057 miljoen in 2024 kan circa EUR 345 miljoen (circa 33%) worden toegerekend aan het kerndepartement. Bij de verdeling van de kosten hieronder is het aantal fte’s per directoraat generaal als uitgangspunt genomen. Het restant (EUR 711 miljoen, circa 67%) zijn uitgaven die toegerekend worden aan het postennetwerk. Verder is op basis van een inventarisatie van de thematische invulling van de personele inzet in het postennetwerk een schatting gegeven van de kosten op een aantal terreinen. Deze terreinen zijn: economische diplomatie, cultuur, politiek, ontwikkelingssamenwerking, management, consulair en beheer, waarbij de categorieën beheer en management uiteindelijk ingezet worden voor de vijf overige thema’s. In onderstaande overzichten is de verdeling schematisch opgenomen.

Figuur 3 Verdeling apparaatskosten kernministerie EUR 345 miljoen

Figuur 4 Verdeling apparaatskosten posten EUR 711 miljoen

D. Actuele ontwikkelingen

Informatiebeveiliging en Privacy

Informatie- en toegangsbeveiliging is van cruciaal belang voor het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Dit belang wordt door de toename van cyberdreigingen wereldwijd sterk uitgedaagd. Op basis van zowel (Rijks) normenkaders als met een op risicomanagement georiënteerde aanpak treffen wij beveiligingsmaatregelen gericht op techniek, gebouw, organisatie én medewerkers. Tevens wordt controle en governance hierop versterkt. BZ zet zich blijvend in om duurzaam en vertrouwd om te gaan met (persoons)gegevens evenals op een stijgend volwassenheidsniveau op zowel privacy als informatiebeveiliging.

Informatiehuishouding

In vervolg op de kabinetsreactie op het rapport van de parlementaire onderzoekscommissie kinderopvangtoeslag werkt BZ aan een actieplan voor de verbetering van de informatiehuishouding (IHH). In 2023 is een geactualiseerd actieplan aangeboden aan BZK. Voornaamste verandering hierin is het project kwaliteitsverbetering IHH. Daarnaast wordt volop ingezet op de uitbouw van het team van functionarissen IHH. IDI ontplooit daarnaast een aantal andere initiatieven om de directies en posten actiever te ondersteunen bij de verbetering van hun informatiehuishouding.

Doorontwikkeling digitalisering

In 2023 is de digitaliseringsvisie van het ministerie vernieuwd. Deze nieuwe digitaliseringsvisie 2030 en de daaruit voortvloeiende strategie voor 2025 zetten de koers op het gebied van informatievoorziening en digitalisering van het departement en is daarmee het kader voor alle BZ-projecten met een data- en informatiecomponent, experimenten en innovaties met digitale technologie en digitaliseringsactiviteiten van BZ. Om de in de visie geformuleerde doelstellingen te realiseren worden in 2024 diverse activiteiten uitgevoerd.

Veiligheid posten

In voorgaande maanden is de instabiliteit in een aanzienlijk aantal regio’s onverminderd aanwezig gebleven en in delen van Afrika toegenomen. Met extra middelen vanuit het Coalitieakkoord ‘Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst’ wordt daarom ook in 2024 ingezet op de fysieke beveiliging van de in voornoemde regio’s gelegen posten.

Vanuit het Coalitieakkoord worden ook middelen ingezet voor persoonsbeveiliging en statische beveiliging van kanselarijen, residenties en dienstwoningen om veiligheid van diplomaten in het buitenland te garanderen alsmede voor extra investeringen in ICT voorzieningen vanwege toenemende Intel dreiging in diverse regio’s. Daarmee wordt de veiligheid van de medewerkers en informatie op deze posten gegarandeerd.

Hybride werken

Na het vervallen van het thuiswerkadvies in maart 2022, zijn alle voorbereidingen voor aanpassingen in het sociale domein in de praktijk getest met zes pilotdirecties en -posten. Op basis van de pilots zijn de gemaakte instrumenten om hybride werken te ondersteunen doorontwikkeld en beschikbaar gesteld op BZelf. Na decharge van het Programmateam Hybride Werken op 5 oktober 2022 blijft de reguliere lijn verder werken aan aandacht voor sociale cohesie (sociale domein) en digivaardigheden (digitale domein). Gezien de complexe structuur van de Rijnstraat 8 en de grote afhankelijkheden van derde partijen zijn helaas de verwachtingen uitgekomen dat de gewenste aanpassingen in de fysieke werkomgeving op korte termijn niet gerealiseerd kunnen worden. DHF blijft zich samen met de medebewoners van R8 hard maken om hier verandering in aan te brengen.

Betrokken bedrijfsvoeringsdirecties blijven trends en ontwikkelingen vanuit hun expertise volgen en op hun werkterrein ondersteunen voor BZ. Dit alles met als doel om meer keuzevrijheid voor de medewerker te realiseren binnen de mogelijkheden van de Rijksbrede opgave, waarbij we grenzeloos kunnen samenwerken met onze posten en andere departementen.

Rijnstraat 8

Uit verschillende scenario’s die het projectteam heeft opgesteld is een voorkeursscenario geselecteerd, dat vervolgens is uitgevoerd en aanvang juli 2023 is opgeleverd. Het belangrijkste onderdeel hiervan is dat bij de toegang tot alle werkgebieden van BZ binnen het gebouw extra paslezers zijn geplaatst.

In interdepartementaal verband zal, onder aansturing vanuit het Ministerie van BZK, naar verwachting in de tweede helft van 2023 een besluit worden genomen over een zogenaamde unilocatie voor het Ministerie van BZ.

Middelenafspraak

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft de afspraak met het Ministerie van Financiën gemaakt dat BZ ontvangsten uit verkoop van vastgoed over meerdere jaren gespreid kan investeren in de rationalisering van de vastgoedportefeuille. Tweemaal per jaar, bij de begroting en het jaarverslag, wordt de middelenafspraak toegelicht.

Stand fonds aanvang begrotingsjaar 24,4 11,6 3,6 26 4,2 33,7 39,7 13,1
Opbrengsten door verkopen 0,4 6 37,8 5,4 34,7 62,8 * 17,1 29 **
Investeringen in onroerend goed 13,2 25,4 15,4 27,2 5,2 56,8 43,7 64,6
Stand fonds eind van het jaar 11,6 3,6 26 4,2 33,7 39,7 13,1 ‒ 22,5
* Dit betreft voor EUR 60 miljoen een kasschuif.
** Dit betreft voor EUR 26,1 miljoen een kasschuif. Dit vooruitlopend op verkopen in 2025.

Hieronder volgt per jaar nog een toelichting waaruit de inkomsten en uitgaven bestaan:

2018: Inkomsten uit verkoop van panden in Bogota, Port of Spain en Rabat. Investeringen in o.a. Bamako, Kaboel, Djoeba en Tunis.

2019: Gerealiseerde verkopen en uitgaven in diverse panden conform Meerjarenprogrammering: verkopen in o.a. Londen, Khartoem en uitgaven ten behoeve van huisvesting in Jakarta, Djoeba, Bagdad en Kaboel.

2020: Gerealiseerde verkopen en geraamde investeringen in diverse panden conform Meerjarenprogrammering. Verwachte ve rkopen o.a. Lima en Kiev. Investering o.a. Washington, Bagdad en Nairobi.

2021: Gerealiseerde verkopen en uitgaven in diverse panden conform de Meerjarenprogrammering: verkoop in Seoul. Investeringen o.a. in Sydney, Caracas, Atlanta, Bangalore en wereldwijd veiligheidsproject.

2022: Gerealiseerde verkopen en investeringen in diverse panden conform Meerjarenprogrammering. Verkopen in o.a. Lagos en Lima. Investeringen in o.a. Beirut en Washington. Daarnaast bestaan de investeringen uit een deel van de koop van een nieuw kantoorpand in Brussel. Deze extra uitgaven worden gedekt door een kasschuif waar tegenover verwachte meer-ontvangsten in latere jaren staan.

2023*: Geraamde verkopen en geraamde investeringen in diverse panden conform Meerjarenprogrammering. Verkopen in o.a. Dublin en Rio. Investeringen in o.a. Londen, Milaan en Beiroet. Daarnaast bestaan de investeringen uit een deel van de koop van een nieuw kantoorpand in Brussel. Deze extra uitgaven worden gedekt door een kasschuif waar tegenover verwachte meer-ontvangsten in latere jaren staan.

2024*: Geraamde verkopen en geraamde investeringen in diverse panden conform Meerjarenprogrammering. Verkopen in o.a. Dublin en Santiago de Chile. Investeringen in o.a. Londen en Nairobi. Daarnaast bestaan de investeringen uit een deel van de koop van een nieuw kantoorpand in Brussel. Deze extra uitgaven worden gedekt door een kasschuif waar tegenover verwachte meer-ontvangsten in latere jaren staan.

*Het bovenstaande overzicht is, zoals aan de Kamer toegezegd, op hoofdlijnen om de onderhandelingspositie bij aankoop en verkoop niet te schaden. Met name over 2023 en 2024 kan vanwege de onderhandelingspositie geen, of slechts in beperkte mate over individuele transacties informatie worden verschaft.

6. Bijlagen

Bijlage 1: Verdiepingshoofdstuk

Stand ontwerpbegroting 2023 130 845 128 021 126 972 126 972 126 972
Mutatie Nota van wijziging 2023 0 0 0 0 0
Mutatie amendement 2023 500 0 0 0 0
Mutatie 2e incidentele suppletoire begroting 2023 14 000
Mutatie 1e suppletoire begroting 2023 13 094 5 869 5 460 5 200 5 386
Mutaties suppletoire begroting prinsjesdag 2023 ‒ 4 071 0 0 0 0
Nieuwe mutaties 0 ‒ 2 000 ‒ 8 000 ‒ 7 000 0
Stand ontwerpbegroting 2024 139 797 154 368 131 890 124 432 125 172 132 358 129 442

De nieuwe mutaties in 2024, 2025 en 2026 betreffen de verwerking van de herschikking op het ODA-budget, wat leidt tot ombuigingen op het Mensenrechtenfonds-ODA. Het bedrag in de ISB Prinsjesdag voor 2023 betreft ook de herschikking op het ODA-budget, wat leidt tot ombuigingen op het Mensenrechtenfonds-ODA en de VN-bijdrage.

2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028
Stand ontwerpbegroting 2023 283 496 282 818 284 803 284 578 284 906
Mutatie Nota van wijziging 2023 0 0 0 0 0
Mutatie amendement 2023 ‒ 750 0 0 0 0
Mutatie 2e incidentele suppletoire begroting 2023 85 000
Mutatie 1e suppletoire begroting 2023 ‒ 16 171 ‒ 5 342 ‒ 3 970 ‒ 2 275 6 553
Mutaties suppletoire begroting prinsjesdag 2023 ‒ 4 124 ‒ 125 ‒ 125 ‒ 125 ‒ 125
Nieuwe mutaties 0 ‒ 4 553 ‒ 4 272 ‒ 889 0
Stand ontwerpbegroting 2024 266 588 347 451 272 798 276 436 281 289 291 334 297 279

Het bedrag in de ISB Prinsjesdag 2023 en de nieuwe mutaties in 2024, 2025 en 2026 betreffen de herschikking op het ODA-budget, wat leidt tot ombuigingen op het Stabiliteitsfonds ODA.

Stand ontwerpbegroting 2023 1 000 1 000 1 242 1 242 1 242
Mutatie Nota van wijziging 2023 0 0 0 0 0
Mutatie amendement 2023 0 0 0 0 0
Mutatie 1e suppletoire begroting 2023 0 0 0 0 0
Nieuwe mutaties 0 0 0 0 0
Stand ontwerpbegroting 2024 18 361 1 000 1 000 1 242 1 242 1 242 1 242
Stand ontwerpbegroting 2023 11 557 597 12 019 675 12 473 427 12 754 523 13 124 088
Mutatie Nota van wijziging 2023 0 0 0 0 0
Mutatie amendement 2023 0 0 0 0 0
Mutatie incidentele 1e en 2e suppletoire begroting 2023 0 91 360 93 187 95 051 96 952
Mutatie 1e suppletoire begroting 2023 ‒ 97 752 ‒ 553 602 86 467 177 299 150 231
Mutaties suppletoire begroting prinsjesdag 2023 ‒ 281 763 ‒ 205 394 ‒ 99 215 ‒ 102 424 ‒ 105 638
Nieuwe mutaties 0 ‒ 158 433 ‒ 152 256 ‒ 119 875 ‒ 112 524
Stand ontwerpbegroting 2024 11 489 868 11 178 082 11 193 606 12 401 610 12 804 574 13 153 109 17 020 108

De mutaties in de ISB Prinsjesdag 2023 betreffen de technische aanpassing, bijstelling n.a.v. DAB3, bijstelling overige ontvangsten en een compensatiebetaling inzake LGO. De nieuwe mutaties in 2024 en verder betreffen een update van de bni-korting, actualisatie invoerrechten n.a.v. de MEV en een update van de bijdrage van het Verenigd Koninkrijk.

2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028
Stand ontwerpbegroting 2023 2 708 961 2 603 169 2 047 630 2 440 781 1 385 366
Mutatie Nota van wijziging 2023 0 0 0 0 0
Mutatie amendement 2023 0 0 0 0 0
Mutatie 1e suppletoire begroting 2023 ‒ 32 721 ‒ 93 834 460 136 570 312 51 634
Mutaties suppletoire begroting prinsjesdag 2023 ‒ 1 391 694 1 372 369 ‒ 19 250 ‒ 10 500 ‒ 8 500
Nieuwe mutaties 0 500 750 500 750
Stand ontwerpbegroting 2024 1 235 495 1 284 546 3 882 204 2 489 266 3 001 093 1 429 250 1 490 000

De mutaties in de ISB Prinsjesdag 2023 betreffen de perceptiekostenvergoeding van de LGO-zaak, teruggave van betalingen voor lage waarde textiel en schoenen (LWTS), en een kasschuif van de ontvangsten uit het Europees Herstelfonds.

2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028
Stand ontwerpbegroting 2023 54 978 55 917 54 789 54 789 55 353
Mutatie Nota van wijziging 2023 0 0 0 0 0
Mutatie amendement 2023 250 0 0 0 0
Mutatie 2e incidentele suppletoire begroting 2023 5 000
Mutatie 1e suppletoire begroting 2023 16 469 5 215 6 359 5 471 4 588
Mutaties suppletoire begroting prinsjesdag 2023 ‒ 4 506 89 93 107 114
Nieuwe mutaties 0 0 0 0 0
Stand ontwerpbegroting 2024 60 479 72 191 61 221 61 241 60 367 60 055 59 315
2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028
Stand ontwerpbegroting 2023 43 774 67 674 73 574 73 574 73 574
Mutatie Nota van wijziging 2023 0 0 0 0 0
Mutatie amendement 2023 0 0 0 0 0
Mutatie 1e suppletoire begroting 2023 3 600 0 0 0 0
Nieuwe mutaties 0 0 0 0 0
Stand ontwerpbegroting 2024 56 025 47 374 67 674 73 574 73 574 73 574 73 574
2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028
Stand ontwerpbegroting 2023 0 0 0 0 0
Mutatie Nota van wijziging 2023 0 0 0 0 0
Mutatie amendement 2023
Mutatie 1e suppletoire begroting 2023 0 0 0 0 0
Nieuwe mutaties
Stand ontwerpbegroting 2024 0 0 0 0 0 0 0
2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028
Stand ontwerpbegroting 2023 0 0 0 0 0
Mutatie Nota van wijziging 2023 0 0 0 0 0
Mutatie amendement 2023 0 0 0 0 0
Mutatie 1e suppletoire begroting 2023 0 0 0 0 0
Nieuwe mutaties 0 0 0 0 0
Stand ontwerpbegroting 2024 0 0 0 0 0 0 0

Geen nieuwe mutaties.

2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028
Stand ontwerpbegroting 2022 60 465 59 964 86 246 101 947 127 228
Mutatie Nota van wijziging 2022 0 0 0 0 0
Mutatie amendement 2022 0 0 0 0 0
Mutatie 1e suppletoire begroting 2022 ‒ 58 864 ‒ 30 897 ‒ 34 902 ‒ 55 978 ‒ 60 104
Mutaties suppletoire begroting prinsjesdag 2023 5 826 5 308 ‒ 8 193 4 107 4 816
Nieuwe mutaties 0 ‒ 22 500 22 500 0 0
Stand ontwerpbegroting 2023 0 7 427 11 875 65 651 50 076 71 940 106 473

Geen nieuwe mutaties.

2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028
Stand ontwerpbegroting 2023 921 949 971 540 949 409 945 051 944 288
Mutatie Nota van wijziging 2023 0 0 0 0 0
Mutatie amendement 2023 0 0 0 0 0
Mutatie 1e suppletoire begroting 2023 124 747 85 358 62 203 51 838 51 376
Mutaties suppletoire begroting prinsjesdag 2023 ‒ 11 411 13 100 0 0 0
Nieuwe mutaties 0 48 720 120 120 120
Stand ontwerpbegroting 2024 943 636 1 035 285 1 118 718 1 011 732 997 009 995 784 995 414

Het bedrag in de ISB Prinsjesdag voor 2023 betreft een overheveling loonkosten lokaal personeel van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (betreft een ontvangst van EUR 1,7 miljoen). Daarnaast wordt EUR 13 miljoen van 2023 naar 2024 doorgeschoven vanwege uitgestelde investeringen.

2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028
Stand ontwerpbegroting 2023 31 671 124 671 33 671 28 571 28 571
Mutatie Nota van wijziging 2023 0 0 0 0 0
Mutatie amendement 2023 0 0 0 0 0
Mutatie 1e suppletoire begroting 2023 11 100 0 0 0 0
Nieuwe mutaties 0 0 48 600 0 0
Stand ontwerpbegroting 2024 28 682 42 771 124 671 82 271 28 571 28 571 28 571

In 2025 worden ontvangsten verwacht uit wereldwijde mutaties in de huivestingsportefeuille. Deze worden met een kasschuif gedesaleerd naar 2023.

Bijlage 2: Moties en toezeggingen

16-6-2022 Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken d.d. 15 juni 2022 Motie 21 501-02 nr. 2497 - Jasper van Dijk en Sjoerdsma over regeringsaanwezigheid bij de vergadering van het Verdrag inzake het verbod op kernwapens Aan voldaan per brief d.d. 16 augustus 2022, Kamerstuk 33783-51
16-6-2022 Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken d.d. 15 juni 2022 Motie 21 501-02 nr. 2498 - Jasper van Dijk en Ceder over hervatting van het VN-onderzoek naar oorlogsmisdaden in Jemen Aan voldaan per brief d.d. 15 november 2022, Kamerstuk 26150-203
16-6-2022 Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken d.d. 15 juni 2022 Motie 21 501-02 nr. 2499 - Sjoerdsma c.s. over het op zeer korte termijn opschroeven van de militaire steun aan Oekraïne Aan voldaan per brief d.d. 12 december 2022 Kamerstuk 21501-02-2575
22-6-2022 Debat over de Europese top van 23 en 24 juni 2022 d.d. 22 juni 2022 Motie 21 501-20 nr. 1809 - Piri c.s. over zich committeren aan het verlenen van kandidaat-lidmaatschap aan Georgië zodra is voldaan aan de gestelde criteria In behandeling
22-6-2022 Debat over de Europese top van 23 en 24 juni 2022 d.d. 22 juni 2022 Motie 21 501-20 nr. 1810 - Piri c.s. over op zeer korte termijn een afweging maken over visumliberalisatie voor Kosovo Aan voldaan per brief d.d. 11 november 2022, Kamerstuk 23987-394
22-6-2022 Debat over de Europese top van 23 en 24 juni 2022 d.d. 22 juni 2022 Motie 21 501-20 nr. 1822 - Stoffer/Omtzigt over de toekenning van de status van kandidaat-lidstaat aan Oekraïne en Moldavië In behandeling
7-7-2022 Tweeminutendebat Hoofdlijnen Beleid Buitenlandse Zaken d.d. 6 juli 2022 Motie 35 925-V nr. 103 - Piri c.s. over de bescherming van mensenrechten in Marokko actief blijven uitdragen Aan voldaan per brief d.d. 7 juli 2023, Kamerstuk 32735-369
7-7-2022 Tweeminutendebat Hoofdlijnen Beleid Buitenlandse Zaken d.d. 6 juli 2022 Motie 35 925-V nr. 104 - Ceder c.s. over samen met andere EU-lidstaten de Armeense en de Oeigoerse genocide erkennen In behandeling
7-7-2022 Tweeminutendebat Hoofdlijnen Beleid Buitenlandse Zaken d.d. 6 juli 2022 Motie 35 925-V nr. 105 - Van der Plas over een internationale leiderschapsrol in de coördinatie van de evacuatie van graan uit Oekraïne In behandeling
7-7-2022 Tweeminutendebat Hoofdlijnen Beleid Buitenlandse Zaken d.d. 6 juli 2022 Motie 35 925-V nr. 107 - Jasper van Dijk over Europese maatregelen om Israël en Palestina tot onderhandelingen aan te zetten In behandeling
7-7-2022 Tweeminutendebat Hoofdlijnen Beleid Buitenlandse Zaken d.d. 6 juli 2022 Motie 35 925-V nr. 109 (gewijzigd) - Jasper van Dijk en Agnes Mulder - over zich inzetten voor de zaak van de gedode journaliste Shireen Abu Akleh Aan voldaan per brief d.d. 1 november 2022, Kamerstuk 36200-V-13
7-7-2022 Tweeminutendebat Hoofdlijnen Beleid Buitenlandse Zaken d.d. 6 juli 2022 Motie 35 925-V nr. 93 - Agnes Mulder en Ceder over de steun voor verzoeningsprojecten voor Israëlische en Palestijnse jongeren intensiveren Aan voldaan per brief d.d. 21 oktober 2022, Kamerstuk 36200-XVII-10
7-7-2022 Tweeminutendebat Hoofdlijnen Beleid Buitenlandse Zaken d.d. 6 juli 2022 Motie 35 925-V nr. 97 - Brekelmans en Agnes Mulder over een interdepartementale taskforce om strategische afhankelijkheden te verminderen Aan voldaan per brief d.d. 8 november 2022, 35982-9
7-7-2022 Tweeminutendebat Hoofdlijnen Beleid Buitenlandse Zaken d.d. 6 juli 2022 Motie 35 925-V nr. 98 - Van der Lee en Piri over bevorderen dat de EU samen met de G7-landen overgaat tot een importverbod van Russisch goud Aan voldaan per brief d.d. 21 april 2023, Kamerstuk 36045-158
6-10-2022 Debat EPG en informele ER d.d. 5 oktober 2022 Motie 21 501-20 nr. 1826 - Sjoerdsma/Agnes Mulder over sancties tegen Iraanse overheidsfunctionarissen Aan voldaan per brief d.d. 28 oktober 2022, Kamerstuk 21501-02-2538
6-10-2022 Debat EPG en informele ER d.d. 5 oktober 2022 Motie 21 501-20 nr. 1829 - Piri over structurele financiële steun aan Oekraïne In behandeling
6-10-2022 Debat EPG en informele ER d.d. 5 oktober 2022 Motie 21 501-20 nr. 1830 - Piri over de betrokkenheid bij hervormingen in kandidaat-lidstaten verder vergroten Aan voldaan per brief d.d. 11 november 2022, Kamerstuk 23987-394
6-10-2022 Debat EPG en informele ER d.d. 5 oktober 2022 Motie 21 501-20 nr. 1832 - Jasper van Dijk over maximale transparantie bij de Europese Politieke Gemeenschap Aan voldaan per brief d.d. 11 november 2022, Kamerstuk 23987-394
6-10-2022 Debat EPG en informele ER d.d. 5 oktober 2022 Motie 21 501-20 nr. 1833 - Kuzu c.s. over een gezamenlijke veroordeling van de gruwelijkheden van het Iraanse regime Aan voldaan per brief d.d. 28 oktober 2022, Kamerstuk 21501-02-2538
6-10-2022 Debat EPG en informele ER d.d. 5 oktober 2022 Motie 21 501-20 nr. 1834 - Kuzu c.s. over een onafhankelijk onderzoek naar de dood van Mahsa Amini Aan voldaan per brief d.d. 28 oktober 2022, Kamerstuk 21501-02-2538
6-10-2022 Debat EPG en informele ER d.d. 5 oktober 2022 Motie 21 501-20 nr. 1836 - Van Wijngaarden c.s. over een versnelling van de financiële noodsteun Aan voldaan per brief d.d. 12 december 2022 Kamerstuk 21501-02-2575
20-10-2022 Debat over Europese Top van 20-21 oktober 2022 d.d. 19 oktober 2022 Motie 21 501-20 nr. 1841 - Sjoerdsma c.s. over een speciaal tribunaal voor berechting van personen die verantwoordelijk zijn voor de Russische agressie in Oekraïne Aan voldaan per brief d.d. 30 juni 2023, Kamerstuk 32735-370
20-10-2022 Debat over Europese Top van 20-21 oktober 2022 d.d. 19 oktober 2022 Motie 21 501-20 nr. 1843 (gewijzigd) - Piri /Van der Lee over een versnelling van de afbouw van de import van Russisch lng-gas Aan voldaan per brief d.d. 3 november 2022, Kamerstuk 21501-20-1872
20-10-2022 Debat over Europese Top van 20-21 oktober 2022 d.d. 19 oktober 2022 Motie 21 501-20 nr. 1844 - Piri /Van der Lee over voltooiing van de MidCat-pijpleiding Aan voldaan per brief d.d. 3 november 2022, Kamerstuk 21501-20-1872
20-10-2022 Debat over Europese Top van 20-21 oktober 2022 d.d. 19 oktober 2022 Motie 21 501-20 nr. 1845 - Van der Lee c.s. over zwaardere sancties tegen het Iraanse regime bevorderen Aan voldaan per brief d.d. 28 oktober 2022, Kamerstuk 21501-02-2538
20-10-2022 Debat over Europese Top van 20-21 oktober 2022 d.d. 19 oktober 2022 Motie 21 501-20 nr. 1847 - Van Baarle c.s. over mensenrechtenschendingen door China scherper veroordelen en de situatie van de Oeigoeren helpen verbeteren Aan voldaan per brief d.d. 13 januari 2023, Kamerstuk 35207-61
20-10-2022 Debat over Europese Top van 20-21 oktober 2022 d.d. 19 oktober 2022 Motie 21 501-20 nr. 1848 - Van Baarle c.s. over zich in Europees verband uitspreken voor de territoriale integriteit van Bosnië en Herzegovina In behandeling
20-10-2022 Debat over Europese Top van 20-21 oktober 2022 d.d. 19 oktober 2022 Motie 21 501-20 nr. 1849 - Van Wijngaarden over nader onderzoek naar de grensbewaking door Roemenië en Bulgarije Aan voldaan per brief door JenV d.d. 2 december 2022, Kamerstuk 32317-800
20-10-2022 Debat over Europese Top van 20-21 oktober 2022 d.d. 19 oktober 2022 Motie 21 501-20 nr. 1850 - Van der Plas c.s. over versimpeling van procedures bij import van graan uit Oekraïne In behandeling
20-10-2022 Debat over Europese Top van 20-21 oktober 2022 d.d. 19 oktober 2022 Motie 21 501-20 nr. 1854 - Van der Plas en Eppink over een veroordeling van mensenrechtenschendingen in het conflict tussen Armenië en Azerbeidzjan Aan voldaan per brief d.d. 19 december 2022, Kamerstuk 36200-V-66
20-10-2022 Debat over Europese Top van 20-21 oktober 2022 d.d. 19 oktober 2022 Motie 21 501-20 nr. 1855 - Van der Plas/Eppink over het hernieuwen van de graan- en mestdeal met Oekraïne en het voorbereiden van voedselzekerheidsscenario's Aan voldaan per brief d.d. 23 december 2022, Kamerstuk 33625-341
20-10-2022 Debat over Europese Top van 20-21 oktober 2022 d.d. 19 oktober 2022 Motie 21 501-20 nr. 1867 (gewijzigd) - Piri /Van der Lee over een versnelling van de afbouw van de import van Russisch lng-gas Aan voldaan per brief d.d. 3 november 2022, Kamerstuk 21501-20-1872
1-11-2022 Notaoverleg mensenrechten d.d. 20 oktober 2022 Motie 32 735 nr. 346 - Sjoerdsma/Van der Lee over de oprichting van een snel inzetbare onderzoekstaskforce bij moord op een journalist In behandeling
1-11-2022 Notaoverleg mensenrechten d.d. 20 oktober 2022 Motie 32 735 nr. 347 - Jasper van Dijk/Valstar over huwelijkse gevangenschap onderdeel maken van het Nederlandse mensenrechtenbeleid In behandeling
1-11-2022 Notaoverleg mensenrechten d.d. 20 oktober 2022 Motie 32 735 nr. 352 - Agnes Mulder/Ceder over de samenwerking met het maatschappelijk middenveld in kaart brengen in landen waar de dialoog over mensenrechten lastig is Aan voldaan per brief d.d. 23 december 2022, Kamerstuk 32735-363
1-11-2022 Notaoverleg mensenrechten d.d. 20 oktober 2022 Motie 32 735 nr. 353 (gewijzigd) - Agnes Mulder/Ceder over de Kamer informeren over concrete acties en resultaten van de verbetering van mensenrechten in Qatar Aan voldaan per brief d.d. 3 maart 2023, Kamerstuk 2023Z03757
1-11-2022 Notaoverleg mensenrechten d.d. 20 oktober 2022 Motie 32 735 nr. 357 (gewijzigd) - Ceder over het opnemen van de doodstraf vanwege geloofsafval, bekering en blasfemie in resoluties van de Derde Commissie van de VN Aan voldaan per brief d.d. 23 december 2022, Kamerstuk 32735-363
1-11-2022 Algemene Politieke Beschouwingen 2022 d.d. 18 oktober 2022 EK - Motie 36 200,D - Nanninga (Fractie-Nanninga) c.s. over verwijdering van Iran uit de VN-vrouwenrechtencommissie Aan voldaan per brief d.d. 20 december 2022, Kamerstuk 21501-02-2610
17-11-2022 Tweeminutendebat Raad Algemene Zaken d.d. 17 november 2022 Motie 21 501-02 nr. 2543 - Sjoerdsma c.s. over Europese middelen pas vrijgeven als Hongarije voldoende stappen heeft gezet ter verbetering van de rechtsstaat In behandeling
17-11-2022 Tweeminutendebat Raad Algemene Zaken d.d. 17 november 2022 Motie 21 501-02 nr. 2544 - Van Wijngaarden over de Europese Commissie aansporen om de methode voor salarisstijging voor EU-ambtenaren te versoberen In behandeling
29-11-2022 Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2023 d.d. 24 november 2022 Motie 36 200-V nr. 25 - Brekelmans/Agnes Mulder over het zich binnen de EU inzetten voor een Europese versie van OFAC Aan voldaan per brief d.d. 31 januari 2023, Kamerstuk 21501-02-2602
29-11-2022 Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2023 d.d. 24 november 2022 Motie 36 200-V nr. 26 - Brekelmans over een geïntegreerde lijst statelijke dreigingen opstellen In behandeling
29-11-2022 Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2023 d.d. 24 november 2022 Motie 36 200-V nr. 27 - Brekelmans/Agnes Mulder over migratieafspraken tot belangrijke prioriteit in het buitenlandbeleid maken en daar bilateraal en multilateraal meer aandacht aan geven In behandeling
29-11-2022 Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2023 d.d. 24 november 2022 Motie 36 200-V nr. 28 - Jasper van Dijk over alternatieve vormen van besluitvorming binnen de OVSE uitwerken Aan voldaan per brief d.d. 19 december 2022. Kamerstuk 36200-V-66
29-11-2022 Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2023 d.d. 24 november 2022 Motie 36 200-V nr. 29 - Jasper van Dijk over bezien in hoeverre hulp aan het herstel van schade in Oekraïne moet worden opgehoogd Aan voldaan per brief d.d. 3 april 2023, Kamerstuk 36336-3
29-11-2022 Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2023 d.d. 24 november 2022 Motie 36 200-V nr. 30 - Jasper van Dijk over de stand van zaken rond nucleaire ontwapening en modernisering van kernwapens in Nederland Aan voldaan per brief d.d. 22 december 2022, Kamerstuk 36200-V-73
29-11-2022 Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2023 d.d. 24 november 2022 Motie 36 200-V nr. 32 (gewijzigd) - Sjoerdsma/Van der Lee over het buitenlandbeleid richting grote autocratische mogendheden herijken In behandeling
29-11-2022 Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2023 d.d. 24 november 2022 Motie 36 200-V nr. 33 - Sjoerdsma/Van der Staaij over het versterken van de banden met Taiwan In behandeling
29-11-2022 Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2023 d.d. 24 november 2022 Motie 36 200-V nr. 34 - Piri c.s. over vertegenwoordigers van de diaspora en ervaringsdeskundigen actief betrekken bij het opzetten van een meldpunt Aan voldaan per brief d.d. 6 april 2023, Kamerstuk 30821-180
29-11-2022 Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2023 d.d. 24 november 2022 Motie 36 200-V nr. 39 - Agnes Mulder c.s. over zich binnen de VN inspannen om Iran te verwijderen uit de Commissie voor de Status van de Vrouw Aan voldaan per brief d.d. 20 december 2022, Kamerstuk 21501-02-2610
29-11-2022 Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2023 d.d. 24 november 2022 Motie 36 200-V nr. 47 - Van der Staaij/Sjoerdsma over de doelstelling dat alle Nederlanders in een buitenlandse gevangenis aanspraak kunnen maken op de juridische en/of sociale ondersteuning In behandeling
29-11-2022 Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2023 d.d. 24 november 2022 Motie 36 200-V nr. 50 - Kuzu over de risicovolle economische afhankelijkheid van China afbouwen Aan voldaan per brief door EZK d.d. 12 mei 2023, Kamerstuk 30821-181
29-11-2022 Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2023 d.d. 24 november 2022 Motie 36 200-V nr. 52 - Van Haga over het uitspreken van steun voor Taiwan en het inzetten van alle diplomatieke middelen om China te weerhouden van acties jegens Taiwan In behandeling
29-11-2022 Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2023 d.d. 24 november 2022 Motie 36 200-V nr. 53 - Van Haga over onderzoeken hoe de regeldruk voor het mkb vanuit de Europese Unie teruggedrongen kan worden In behandeling bij EZK
29-11-2022 Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2023 d.d. 24 november 2022 Motie 36 200-V nr. 61 (gewijzgd) - Kuzu over toepassing van het VN-Kinderrechtenverdrag door Israël In behandeling
6-12-2022 Notaoverleg over Mensenrechtenbeleid d.d. 20 oktober 2022 Motie 32 735 nr. 349 - Ceder/Jasper van Dijk over voorkomen dat hoofdtoernooien georganiseerd worden in landen die zich niets gelegen laten liggen aan fundamentele mensenrechten In behandeling
6-12-2022 Notaoverleg over Mensenrechtenbeleid d.d. 20 oktober 2022 Motie 32 735 nr. 350 - Ceder over het mensenrechtenbeleid operationaliseren in een kabinetsbrede en domeinoverstijgende aanpak In behandeling
8-12-2022 Tweeminutendebat Raad Algemene Zaken d.d. 8 december 2022 Motie 21 501-02 nr. 2559 - Sjoerdsma/Agnes Mulder over werken aan een oplossing om via een 27-1 constructie de 18 miljard euro toch over te maken naar de Oekraïense regering In behandeling
8-12-2022 Tweeminutendebat Raad Algemene Zaken d.d. 8 december 2022 Motie 21 501-02 nr. 2560 - Sjoerdsma over gesprekken met kandidaat-lidstaten die de EU-lijn volgen intensiveren om hun EU-toetredingsperspectief in lijn met Kopenhagen criteria zo snel mogelijk dichterbij te brengen Aan voldaan per brief d.d. 19 december 2022, Kamerstuk 21501-02-2577
8-12-2022 Tweeminutendebat Raad Algemene Zaken d.d. 8 december 2022 Motie 21 501-02 nr. 2563 - Jasper van Dijk over onverkort vasthouden aan de Kopenhagen-criteria als leidend instrument bij het Europese uitbreidingsbeleid In behandeling
8-12-2022 Tweeminutendebat Raad Algemene Zaken d.d. 8 december 2022 Motie 21 501-02 nr. 2565 - Van Wijngaarden c.s. over met voorstellen komen op basis waarvan in het toetredingsproces consequenties verbonden kunnen worden aan gebrekkige aansluiting bij het Gemeenschappelijk Buitenlands -en Veiligheidsbeleid In behandeling
8-12-2022 Tweeminutendebat Raad Algemene Zaken d.d. 8 december 2022 Motie 21 501-02 nr. 2566 - Van Wijngaarden over een migratiedialoog tussen de EU en kandidaat-lidstaten waarbij medewerking aan tegengaan van illegale migratie naar de EU een cruciaal onderdeel wordt van de toetsingscriteria voor de uitbreiding van de EU In behandeling
8-12-2022 Tweeminutendebat Raad Algemene Zaken d.d. 8 december 2022 Motie 21 501-02 nr. 2567 - Amhaouch over landen waar de ambitie blijft bestaan om richting toetreding te werken constructief ondersteunen om meer te integreren met de Europese Unie In behandeling
8-12-2022 Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken d.d. 8 december 2022 Motie 21 501-02 nr. 2568 - Brekelmans c.s. over een lange termijnplan voor militaire ondersteuning van Oekraïne uitwerken In behandeling bij Defensie
8-12-2022 Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken d.d. 8 december 2022 Motie 21 501-02 nr. 2573 - Jasper van Dijk/Brekelmans over verkennen hoe het repressienetwerk van het Iraanse regime in kaart kan worden gebracht In behandeling
9-12-2022 Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken d.d. 9 december 2021 Motie 21 501-02 nr. 2433 - Brekelmans c.s. over een actievere rol van de EU in de dialoog met Rusland om te komen tot de-escalatie In behandeling
14-12-2022 Debat over de Europese top d.d. 13 december 2022 Motie 21 501-20 nr. 1874 - Dassen over verzoek om zo snel mogelijk de Iraanse ambassadeur te ontbieden, hem ter verantwoording te roepen over de executies van Iraanse burgers en in Europees verband andere lidstaten oproepen hetzelfde te doen Aan voldaan per brief d.d. 22 december 2022, Kamerstuk 21501-20-1899
14-12-2022 Debat over de Europese top d.d. 13 december 2022 Motie 21 501-20 nr. 1875 - Dassen over zich hard te maken om de leden van pro-oorlogspartijen in de Doema, het Russische nationale parlement, regionale parlementen en de gouverneurs op de geconsolideerde sanctielijst van de EU te laten zetten In behandeling
14-12-2022 Debat over de Europese top d.d. 13 december 2022 Motie 21 501-20 nr. 1877 - Sjoerdsma Over de lead nation te worden bij het herstel van gerechtigheid in Oekraïne en dat richting de Oekraïense regering uit te spreken Aan voldaan per brief d.d. 30 juni 2023, Kamerstuk 32735-370
14-12-2022 Debat over de Europese top d.d. 13 december 2022 Motie 21 501-20 nr. 1879 - Van der Graaf over zich in de Europese Raad hard te maken voor een resolute veroordeling van de executies in Iran Aan voldaan per brief d.d. 22 december 2022, Kamerstuk 21501-20-1899
14-12-2022 Debat over de Europese top d.d. 13 december 2022 Motie 21 501-20 nr. 1880 Motie-Van der Graaf c.s. over aandringen op een gezamenlijke oproep aan Azerbeidzjan om de vijandelijkheden tegen de bevolking van Nagorno-Karabach te staken Aan voldaan per brief d.d. 31 januari 2023, Kamerstuk 21501-02-2602
14-12-2022 Debat over de Europese top d.d. 13 december 2022 Motie 21 501-20 nr. 1881 - Van der Graaf/Ceder over het in Europees verband aan de orde stellen van geheime gevangenissen in Kroatië, Hongarije en Bulgarije waar vluchtelingen worden vastgehouden In behandeling
14-12-2022 Debat over de Europese top d.d. 13 december 2022 Motie 21 501-20 nr. 1882 - Van der Lee/Piri over uitspreken dat de Iraanse parlementsleden die hebben gevraagd om strengere straffen voor gevangen demonstranten moeten worden toegevoegd aan de Europese sanctielijst Aan voldaan per brief d.d. 31 januari 2023, Kamerstuk 21501-02-2602
14-12-2022 Debat over de Europese top d.d. 13 december 2022 Motie 21 501-20 nr. 1884 - Jasper van Dijk over meer transparantie en publieke verantwoording over de Europese Vredesfaciliteit In behandeling
14-12-2022 Debat over de Europese top d.d. 13 december 2022 Motie 21 501-20 nr. 1885 - Jasper van Dijk over de Iraanse gemeenschap raadplegen over mogelijke maatregelen tegen het Iraanse regime Aan voldaan per brief d.d. 31 januari 2023, Kamerstuk 21501-02-2602
14-12-2022 Debat over de Europese top d.d. 13 december 2022 Motie 21 501-20 nr. 1886 - Eppink over niet akkoord gaan met een permanent prijsplafond op gas Aan voldaan per brief d.d. 22 december 2022, Kamerstuk 21501-20-1899
14-12-2022 Debat over de Europese top d.d. 13 december 2022 Motie 21 501-20 nr. 1887 - Amhaouch over medestanders zoeken om een daadkrachtige en geopolitiek volwassen Unie te bewerkstelligen In behandeling
14-12-2022 Debat over de Europese top d.d. 13 december 2022 Motie 21 501-20 nr. 1888 - Van Wijngaarden c.s. over pleiten voor grondige herzieningen van de integriteitssystemen van de EU-instellingen In behandeling
14-12-2022 Debat over de Europese top d.d. 13 december 2022 Motie 21 501-20 nr. 1889 - Van der Plas/Eppink over uitspreken dat Iran moet worden aangemerkt als staatssponsor van terrorisme In behandeling
14-12-2022 Debat over de Europese top d.d. 13 december 2022 Motie 21 501-20 nr. 1891 - Van der Plas over duidelijk maken dat een speciale uitzondering voor diamanten ongewenst is bij een nieuw sanctiepakket voor Rusland In behandeling
14-12-2022 Debat over de Europese top d.d. 13 december 2022 Motie 21 501-20 nr. 1892 - Van der Plas over pleiten voor migratie als kernonderdeel van het zuidelijk nabuurbeleid Aan voldaan per brief d.d. 22 december 2022, Kamerstuk 21501-20-1899
22-12-2022 Tweeminutendebat Raad Algemene Zaken d.d. 8 december 2022 Motie 21 501-02 nr. 2564 (nader gewijzigd) - Van Wijngaarden/Jasper van Dijk over visumvrij reizen voor Servië tijdelijk stopzetten als Servië haar visumbeleid en buitenlandbeleid niet voldoende heeft aangepast Aan voldaan per brief d.d. 22 december 2022, Kamerstuk 32317-824
22-12-2022 Debat verlenging NL bijdrage aan de anti-ISIS-coalitie d.d. 22 december 2022 Motie 27 925 nr. 926 - De Roon over de Kamer voor het zomerreces te informeren over de voortgang die is geboekt bij het terughalen van de in Irak gestolen bankbiljetten ten bedrage van 2,6 miljard euro Aan voldaan per brief d.d. 17 mei 2023, Kamerstuk 27925-940
22-12-2022 Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2023 d.d. 24 november 2022 Motie 36 200-V nr. 43 (gewijzigd) - Ceder c.s. over de Iraanse Revolutionaire Garde op de lijst van terroristische organisaties plaatsen In behandeling
19-1-2023 Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken d.d. 19 januari 2023 Motie 21 501-02 nr. 2586 – Ceder en Agnes Mulder over onderzoeken hoe in Europees verband de druk op Azerbeidzjan opgevoerd kan worden om de blokkade te beëindigen In behandeling
19-1-2023 Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken d.d. 19 januari 2023 Motie 21 501-02 nr. 2587 - Sjoerdsma c.s. over alle illegitieme Iraanse functionarissen en spionnen gelieerd aan de Revolutionaire garde of het Iraanse regime Nederland uitzetten Aan voldaan per brief d.d. 28 maart 2023 , Kamerstuk 2023Z05317
19-1-2023 Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken d.d. 19 januari 2023 Motie 21 501-02 nr. 2592 - Agnes Mulder/Boswijk over in kaart brengen van de gevolgen van de militaire leveranties aan Oekraïne voor de operationele gereedheid van de krijgsmacht In behandeling bij Defensie
19-1-2023 Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken d.d. 19 januari 2023 Motie 21 501-02 nr. 2593 - Brekelmans c.s. over een plan om de munitieproductie in Europa te verhogen ten behoeve van steun aan Oekraïne Aan voldaan per brief d.d. 17 maart 2023, Kamerstuk 21501-20-1948
9-2-2023 Debat over de Europese top van 9 en 10 februari 2023 d.d. 8 februari 2023 Motie 21 501-20 nr. 1908 - Piri c.s. over onderzoeken wat de opties zijn om de Wagner Group alsnog op de EU-lijst met terroristische organisaties te plaatsen Aan voldaan per brief d.d. 9 maart 2023, Kamerstuk 21501-02-2620
9-2-2023 Debat over de Europese top van 9 en 10 februari 2023 d.d. 8 februari 2023 Motie 21 501-20 nr. 1915 - Van der Plas/Sjoerdsma over zich in Europees verband verzetten tegen de legalisering van pushbacks In behandeling
9-2-2023 Debat over de Europese top van 9 en 10 februari 2023 d.d. 8 februari 2023 Motie 21 501-20 nr. 1918 (gewijzigd) - Omtzigt c.s. over brede publieke steun bij EU-bondgenoten verwerven voor de conclusies van het JIT In behandeling
7-3-2023 Debat over de Europese top van 9 en 10 februari 2023 d.d. 8 februari 2023 Motie 21 501-20 nr. 1907 - Jasper van Dijk en Omtzigt over in Brussel bepleiten dat de jaarrekeningen en jaarverslagen van de Europese Vredesfaciliteit openbaar worden gemaakt In behandeling
7-3-2023 Debat over de Nederlandse steun aan Oekraine d.d. 21 februari 2023 Motie 36 045 nr. 146 - Brekelmans en Agnes Mulder over de beschikbare inlichtingen van de Nederlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten optimaal betrekken bij het sanctiebeleid In behandeling
14-3-2023 Debat over de Nederlandse steun aan Oekraine d.d. 21 februari 2023 Motie 36 045 nr. 145 - Jasper van Dijk en Hammelburg over het inventariseren van de mogelijkheden om te voorkomen dat Nederlandse en Europese goederen in vijandelijke wapens terechtkomen Aan voldaan per brief d.d. 13 april 2023, Kamerstuk 36045-156
14-3-2023 Tweeminutendebat Humanitaire hulp na aardbeving Turkije en Syrië d.d. 23 februari 2023 Motie 36 180 nr. 40 - Mutluer en Piri over in kaart brengen in hoeverre getroffenen tegen problemen aanlopen bij hun tijdelijke visumaanvraag en hier oplossingen voor aandragen, en binnen twee weken de Kamer hierover informeren Aan voldaan per brief d.d. 21 april 2023, Kamerstuk 2023Z07452
22-3-2023 Debat over de Europese top van 23 en 24 maart 2023 d.d. 21 maart 2023 Motie 21 501-20 nr. 1942- Van Wijngaarden c.s. over de afhankelijkheid van Zwitserse wapens en munitie verminderen In behandeling
11-4-2023 Tweeminutendebat Raad Algemene Zaken d.d. 6 april 2023 Motie 21 501-02 nr. 2629 - Van der Lee/Piri over de invulling van het ontmoedigingsbeleid ten aanzien van activiteiten in bezette Palestijnse gebieden in de praktijk In behandeling
11-4-2023 Tweeminutendebat Institutioneel racisme d.d. 6 april 2023 Motie 30 950 nr. 338 - Van Baarle over diversiteitstrainingen en inclusietrainingen bij het Rijk een niet-vrijblijvend karakter geven Aan voldaan per brief d.d. 3 juli 2023, Kamerstuk 2023Z12643
11-4-2023 Tweeminutendebat Institutioneel racisme d.d. 6 april 2023 Motie 30 950 nr. 341 - Van der Lee/Piri over training op het gebied van diversiteit en inclusie en het bestrijden van racisme een verplicht onderdeel maken van het werken bij Buitenlandse Zaken Aan voldaan per brief d.d. 3 juli 2023, Kamerstuk 2023Z12643
11-4-2023 Tweeminutendebat Institutioneel racisme d.d. 6 april 2023 Motie 30 950 nr. 343 - Sjoerdsma over disciplinaire maatregelen treffen tegen mensen die in overtreding zijn geweest op het punt van racisme en discriminatie Aan voldaan per brief d.d. 3 juli 2023, Kamerstuk 2023Z12643
11-4-2023 Tweeminutendebat Institutioneel racisme d.d. 6 april 2023 Motie 30 950 nr. 344 - Sylvana Simons over het nemen van expliciete maatregelen die het welzijn en de veiligheid van medewerkers die racisme ervaren op korte termijn centraal stellen Aan voldaan per brief d.d. 3 juli 2023, Kamerstuk 2023Z12643
18-4-2023 Tweeminutendebat Raad Algemene Zaken 21 februari 2023 d.d. 6 april 2023 Motie 21 501-02 nr. 2635 - Sjoerdsma/Van Wijngaarden over de vergaande abortussenwetten en de toegang tot normale rechtsgang op dit thema met Polen bespreken (nader gewijzigd) In behandeling
20-4-2023 Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken 24 april 2023 d.d. 20 april 2023 Motie 21 501-02 nr. 2641 - Sjoerdsma/Brekelmans over met bondgenoten starten met het trainen van Oekraïense militairen voor geavanceerde Westerse wapensystemen In behandeling
20-4-2023 Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken 24 april 2023 d.d. 20 april 2023 Motie 21 501-02 nr. 2644 - Brekelmans c.s. over de eenheid binnen de EU, met de VS en andere Westerse bondgenoten ten aanzien van Chinese agressie richting Taiwan bevorderen In behandeling
23-5-2023 Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken 24 april 2023 d.d. 20 april 2023 Motie 21 501-02 nr. 2643 - Brekelmans c.s. over breder onderzoek verrichten naar Chinese intimidatie van en inmenging in Nederlandse media In behandeling
30-5-2023 Debat over de Staat van de Europese Unie d.d. 25 mei 2023 Motie 36 259 nr. 12 - Van der Lee c.s. over de inkomsten voor de Russische staat verder afknijpen door nadrukkelijker te kijken naar sancties tegen de nucleaire-energiesector In behandeling
30-5-2023 Debat over de Staat van de Europese Unie d.d. 25 mei 2023 Motie 36 259 nr. 13 - Van der Lee c.s. over advies van de AIV over mogelijke strategieën en drukmiddelen om het dwarsliggen van Hongarije een halt toe te roepen In behandeling
30-5-2023 Debat over de Staat van de Europese Unie d.d. 25 mei 2023 Motie 36 259 nr. 14 - Van der Lee/Piri over onderzoeken hoe Nederland proactief kan deelnemen aan de Europese alliantie voor batterijen In behandeling
30-5-2023 Debat over de Staat van de Europese Unie d.d. 25 mei 2023 Motie 36 259 nr. 2 - Van Wijngaarden c.s. over een plan hoe Nederland zijn representativiteit van ambtenaren in EU-instellingen kan vergroten In behandeling
22-6-2023 Tweeminutendebat Raad Algemene Zaken d.d. 21 juni 2023 Motie 21 501-02 nr. 2673 - Dassen over de Kamer voor de zomer informeren over specifieke verbeterpunten van het spitzenkandidatensysteem In behandeling
22-6-2023 Tweeminutendebat Raad Algemene Zaken d.d. 21 juni 2023 Motie 21 501-02 nr. 2679 - Kuzu over in Europees verband bepleiten dat het beperken van de instroom nooit inwisselbaar mag zijn voor mensenrechten In behandeling
22-6-2023 Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken d.d. 21 juni 2023 Motie 21 501-02 nr. 2680 - Brekelmans/Sjoerdsma over een voortvarend plan voor ophoging van de productie en levering aan Oekraïne van wapens, inzetvoorraden en operationele ondersteuningssystemen In behandeling
22-6-2023 Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken d.d. 21 juni 2023 Motie 21 501-02 nr. 2681 - Sjoerdsma c.s. over een landencoalitie om de Raad te bewegen richting het ambitieuzere Commissievoorstel In behandeling
22-6-2023 Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken d.d. 21 juni 2023 Motie 21 501-02 nr. 2683 - Piri c.s. over in contacten met Tunesië consequent aandacht besteden aan de noodzaak van democratische hervormingen en mensenrechten In behandeling
22-6-2023 Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken d.d. 21 juni 2023 Motie 21 501-02 nr. 2684 - Ceder/Van der Staaij over terroristische aanslagen op onschuldige burgers steeds ondubbelzinnig en onvoorwaardelijk blijven veroordelen In behandeling
28-6-2023 Debat over de Europese Top d.d. 28 juni 2023 Motie 21 501-20 nr. 1957 – Piri c.s. over binnen de EU pleiten om een duurzame oplossing voor de twee conflicten in de Westelijke Balkan grote prioriteit te geven In behandeling
28-6-2023 Debat over de Europese Top d.d. 28 juni 2023 Motie 21 501-20 nr. 1959 – Krul c.s. over de winsten van beschikbare middelen die bevroren zijn onder de 11 sanctiepakketten waar juridisch mogelijk inzetten in de continuerende solidariteit met Oekraïne In behandeling
28-6-2023 Debat over de Europese Top d.d. 28 juni 2023 Motie 21 501-20 nr. 1960 – Van Wijngaarden c.s. over een herzieningsvoorstel tot wijziging van de methode voor de jaarlijkse automatische ophoging van de lonen van EU-functionarissen en -politici In behandeling
28-6-2023 Debat over de Europese Top d.d. 28 juni 2023 Motie 21 501-20 nr. 1961– Van Wijngaarden c.s. over de Kamer een appreciatie van het rapport over Georgië toesturen In behandeling
28-6-2023 Debat over de Europese Top d.d. 28 juni 2023 Motie 21 501-20 nr. 1963– Drost c.s. over alleen instemmen met een migratieovereenkomst met Tunesië wanneer feitelijke naleving van mensenrechten van migranten gegarandeerd en controleerbaar is In behandeling
28-6-2023 Debat over de Europese Top d.d. 28 juni 2023 Motie 21 501-20 nr. 1966–Gündogan/Van Wijngaarden over de voortzetting van Nuctech als leverancier van hoogwaardige scanapparatuur voor overheidsdiensten nogmaals grondig tegen het licht houden In behandeling
4-7-2023 Debat Algemene beschouwingen 3e termijn d.d. 27 juni 2023 EK - Motie 36 200 V, J - Karimi c.s. over ernstige en systematische schendingen van de mensenrechten in Iran In behandeling
7-7-2023 Tweeminutendebat Raad Algemene Zaken d.d. 6 juli 2023 Motie 21 501-02 nr. 2693 - Piri c.s. over zich in Europees verband extra inspannen om zo snel mogelijk visumvrij reizen voor Surinamers mogelijk te maken In behandeling
7-7-2023 Tweeminutendebat Raad Algemene Zaken d.d. 6 juli 2023 Motie 21 501-02 nr. 2694 - Van Wijngaarden c.s. over in EU-verband gevolgen verbinden aan de opnieuw geconstateerde Hongaarse rechtsstatelijke tekortkomingen voordat het Hongaarse voorzitterschap van start zal gaan In behandeling
7-7-2023 Tweeminutendebat Terrorisme/Extremisme d.d. 6 juli 2023 Motie 29 754 nr. 686 - Piri c.s. over een actieplan voor hulp aan de jezidi-gemeenschap in Noord-Irak In behandeling
7-7-2023 Tweeminutendebat China d.d. 6 juli 2023 Motie 35 207 nr. 68 - Kuzu over in EU-verband pleiten voor een Risk Treatment door de European Union Agency for Cybersecurity In behandeling
7-7-2023 Tweeminutendebat China d.d. 6 juli 2023 Motie 35 207 nr. 69 - Brekelmans over onderzoeken welke maatregelen mogelijk zijn om op grond van nationale veiligheid beperkingen op te leggen aan de verlening van erkend referentstatus In behandeling
7-7-2023 Tweeminutendebat China d.d. 6 juli 2023 Motie 35 207 nr. 72 - Sjoerdsma/Brekelmans over een duidelijk tijdspad met doelstellingen opstellen om onze risicovolle strategische afhankelijkheden te verminderen In behandeling
7-7-2023 Tweeminutendebat China d.d. 6 juli 2023 Motie 35 207 nr. 73 - Eppink over onderzoeken hoe we de samenwerkingsverbanden met Taiwan kunnen intensiveren met het oog op cyberveiligheid In behandeling
7-7-2023 Tweeminutendebat China d.d. 6 juli 2023 Motie 35 207 nr. 74 - Dassen c.s. over de Chinese afhankelijkheden van Nederland in kaart brengen In behandeling
7-7-2023 Tweeminutendebat China d.d. 6 juli 2023 Motie 35 207 nr. 76 - Van der Lee/Piri over al dan niet vertrouwelijke proportionele reacties voorbereiden om acties vanuit China die de status quo ten aanzien van Taiwan ondermijnen te kunnen beantwoorden In behandeling
8-6-2022 Debat rechtsstatelijkheid, grondrechten en democratie in de EU T03399 - EK Toezegging: M om de Europese Commissie en de Raad aan te sporen op toetreding van de EU tot het EVRM In behandeling
14-6-2022 Commissiedebat Hoofdlijnen Buitenlandse Zaken Toezegging M om een brief te sturen over beïnvloeding vanuit het buitenland door landen, waarvan veel burgers met een dubbele nationaliteit in Nederland wonen Aan voldaan per brief d.d. 28 november 2022, Kamerstuk 30821-175
14-6-2022 Commissiedebat Raad Algemene Zaken Toezegging: M komt schriftelijk terug op een geschikte planning voor bespreking van de uitkomsten van de Conferentie over de toekomst van Europa en een eventueel besluit in de EU om een Conventie tot verdragswijziging uit te schrijven Aan voldaan per brief d.d. 8 juli 2022, Kamerstuk 35982-6
14-6-2022 Commissiedebat Hoofdlijnen Buitenlandse Zaken Toezegging M om een brief te sturen over het verminderen van de strategische afhankelijkheid van grondstoffen Aan voldaan per brief d.d. 9 december 2022, Kamerstuk 32852-224
14-6-2022 Commissiedebat Hoofdlijnen Buitenlandse Zaken Toezegging M om voor de begrotingsbehandeling te informeren over de stand van zaken ten aanzien van de erkenning van de Armeense genocide in EU-verband Aan voldaan per brief d.d. 8 november 2022, Kamerstuk 36200-V-12
16-6-2022 Commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken Toezegging M: Brief sanctie implementatie komt voor zomerreces Aan voldaan per brief d.d. 6 juli 2022, Kamerstuk 36045-104
16-6-2022 Commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken Toezegging M om in het verslag Raad Buitenlandse Zaken terug te komen op versterken van EU defensie technologische en industriële basis Aan voldaan per brief d.d. 24 juni 2022, Kamerstuk 21501-02-2507
16-6-2022 Commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken Toezegging M om in het verslag Raad Buitenlandse Zaken uiteen te zetten hoe EPF wordt gefinancierd Aan voldaan per brief d.d. 24 juni 2022, Kamerstuk 21501-02-2507
16-6-2022 Commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken Toezegging M om in verslag Raad Buitenlandse Zaken terugkomen op stellen condities op het gebied van migratie (opvang in de regio) aan visumliberalisatie als onderdeel strategisch partnerschap Golfregio Aan voldaan per brief d.d. 24 juni 2022, Kamerstuk 21501-02-2507
16-6-2022 Commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken Toezegging M: Appreciatie opinies CIE over KLS OEK/MOL/GEO komt voor ER-debat Aan voldaan per brief d.d. 20 juni 2022, Kamerstuk 23987-393
23-6-2022 Commissiedebat NAVO Toezegging M: In het verslag NAVO-Top in Madrid wordt meegenomen aan welke criteria Georgië nog moet voldoen om het Membership Action Plan-status in de NAVO te krijgen Aan voldaan per brief d.d. 5 juli 2022, Kamerstuk 28676-417
23-6-2022 Commissiedebat NAVO Toezegging M: Voor begrotingsdebat brief over het bevorderen van mediavrijheid in Rusland en het tegengaan van Russische desinformatie in kwetsbare landen Aan voldaan per brief d.d. 23 december 2022, Kamerstuk 32735-363
12-7-2022 Debat Goedkeuring Protocollen Noord-Atlantisch Verdrag betreffende toetreding van Finland en Zweden T03460 - EK - Toezegging M dat de ministers van Defensie en Financiën op een rijtje zullen zetten hoe tot de 2% bbp-norm voor de NAVO zal worden gekomen in 2025 Aan voldaan per brief d.d. 4 mei 2023, Kamerstuk 36 200 V, G
6-9-2022 Commissiedebat AVVN TZ202209-003 - Toezegging M: Na de AVVN rapportage Kamer informeren over uitvoering motie Jasper/Van Dijk inzake straffeloosheid Jemen Aan voldaan per brief d.d. 15 november 2022, Kamerstuk 26150-203
6-9-2022 Commissiedebat AVVN TZ202209-002 - Toezegging M: In AVVN verslag specifieke terugkoppeling op inzet op migratie en bevroren tegoeden AFG Aan voldaan per brief d.d. 15 november 2022, Kamerstuk 26150-203
27-9-2022 Vragenuur Toezegging R namens M: brief op korte termijn met reactie op lekkage/sabotage Nordstream 1 en 2 + bericht over signalering ongeïdentificeerde drones bij Noorse olie- en gasinstallaties Aan voldaan per brief d.d. 2 november 2022, Kamerstuk 30821-168
27-9-2022 Vragenuur Toezegging R namens M om op korte termijn terug te komen op de vraag van het lid Piri (PvdA) inzake Russische dienstweigeraars Aan voldaan per brief d.d. 7 december 2022, Kamerstuk 2022Z17960 en 2022Z17606
29-9-2022 Commissiedebat Ecofin TZ202209-109 - Toezegging MinFin aan het lid Heinen zijn vraag over de mogelijkheden m.b.t. het sanctioneren van Belarus in IMF-verband door te geleiden naar M, met het verzoek hier schriftelijk op terug te komen Aan voldaan per brief d.d. 28 oktober 2022, Kamerstuk 21501-02-2538
4-10-2022 Debat wetsvoorstel verdrag met de Dom. Republiek TZ202210-033 - Toezegging M om brief inzake het verbeteren van de ondersteuning, democratische controle en betrokkenheid van de Caribische Landen in het proces van totstandkoming van verdragen Aan voldaan per brief d.d. 23 december 2022, Kamerstuk 23530-137
5-10-2022 Commissiedebat Autonome Wapens TZ202210-036 - Toezegging M om de Kamer uiterlijk 15 januari 2023 te zullen informeren over de inzet van Nederland tijdens de in Nederland te organiseren conferentie inzake artificial intelligence in het militaire domein Aan voldaan per brief d.d. 26 januari 2023, Kamerstuk 33694-67
6-10-2022 Commissiedebat Consulair TZ202210-034 - Toezegging M om de Kamer voor 1 april 2023 te informeren over de uitvoering van de motie-Brekelmans/Sjoerdsma (35925 V, nr. 54) en over de motie-Sjoerdsma/Brekelmans (35925 V, nr. 59) Aan voldaan per brief d.d. 7 juli 2023, Kamerstuk 36200-V-94
6-10-2022 Commissiedebat Consulair TZ202210-035 - Toezegging M om in de volgende Staat van het Consulaire te rapporteren wat er aan inspanningen is geleverd om desinformatie tegen te gaan inzake migratie en opvangvoorzieningen en procedures in Nederland Aan voldaan per brief d.d. 7 juli 2023, Kamerstuk 36200-V-94
13-10-2022 Commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken TZ202210-120 - Toezegging M de Kamer vertrouwelijk te informeren over de contouren van bilaterale militaire steun aan Oekraine In behandeling
13-10-2022 Commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken TZ202210-123 - Toezegging M voor het kerstreces terugkoppeling aan de Kamer welke financiële opties EDEO ziet ten aanzien van de Europese Vredesfaciliteit (EPF) Aan voldaan per brief d.d. 7 december 2022, Kamerstuk 21501-02-2557
13-10-2022 Commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken TZ202210-129 - Toezegging M over nieuwe ontwikkelingen ten aanzien van het besluit van de Hoge Vertegenwoordiger in Bosnië/Herzegovina om de kieswet te veranderen en de Nederlandse positie daarin In behandeling
13-10-2022 Commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken TZ202210-133 - Toezegging M op het al dan niet sanctioneren van de door Rusland bezette gebieden in Oekraïne. Aan voldaan per brief d.d. 28 oktober 2022, Kamerstuk 21501-02-2538
13-10-2022 Commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken TZ202210-122 - Toezegging M sanctie-ontwijking in het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken, in het bijzonder monitoring en handhaving Aan voldaan per brief d.d. 28 oktober 2022, Kamerstuk 21501-02-2538
13-10-2022 Commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken TZ202210-124 - Toezegging M nadere informatie over het aantal visa dat is afgegeven voor kort verblijf aan Russische staatsburgers Aan voldaan per brief d.d. 28 oktober 2022, Kamerstuk 21501-02-2538
13-10-2022 Commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken TZ202210-125 - Toezegging M statistieken in kaart te brengen ten aanzien van gevluchte Russische minderheden in grenslanden van Rusland Aan voldaan per brief d.d. 28 oktober 2022, Kamerstuk 21501-02-2538
13-10-2022 Commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken TZ202210-127 - Toezegging M over de opzet en Nederlandse bijdrage van de monitoringsmissie in Armenië, zodra deze informatie beschikbaar is Aan voldaan per brief d.d. 28 oktober 2022, Kamerstuk 21501-02-2538
13-10-2022 Commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken TZ202210-130 - Toezegging M het kabinetsstandpunt over het advies van de Europese Commissie om de status van kandidaat-lidstaat toe te kennen aan Bosnië/Herzegovina Aan voldaan per brief d.d. 11 november 2022, Kamerstuk 23987-394
13-10-2022 Commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken TZ202210-132 - Toezegging M binnen twee weken terug te komen op de regeringsafvaardiging naar het WK voetbal in Qatar. Aan voldaan per brief door minLZS d.d. 11 november 2022, Kamerstuk 32735-361
13-10-2022 Commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken TZ202210-128 - Toezegging M binnen een paar weken schriftelijk terug te komen op vermeende oorlogsmisdaden door Azerbeidzjan en de positie van buurlanden Aan voldaan per brief d.d. 23 november 2022, Kamerstuk 21501-02-2553
13-10-2022 Commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken TZ202210-121 - Toezegging M over terugkoppeling over de toetsingsprocedure voor de EUMAM Aan voldaan per brief d.d. 28 oktober 2022, Kamerstuk 21501-02-2538
13-10-2022 Commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken TZ202210-119 - Toezegging M over nadere contouren van de EU Military Assistance Missie (EUMAM) Aan voldaan per brief d.d. 28 oktober 2022, Kamerstuk 21501-02-2538
13-10-2022 Commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken TZ202210-126 - Toezegging M over de mogelijkheden voor telecombedrijven, zowel ten aanzien van internet als de vaste lijn, om te helpen communicatie mogelijk te maken in Iran. Aan voldaan per brief d.d. 28 oktober 2022, Kamerstuk 21501-02-2538
13-10-2022 Commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken TZ202210-131 - Toezegging M vóór China over het EU-buitenlandbeleid ten aanzien van China, als het gaat om de gevolgen van Amerikaanse sancties tegen China. Aan voldaan per brief d.d. 13 januari 2023, Kamerstuk 35207-61
18-10-2022 Algemene Politieke Beschouwingen 2022 EK toezegging MP wat het kabinet in EU-verband nog meer kan doen op het gebied van sancties tegen Iraanse overheidsfunctionarissen en andere betrokkenen wegens mensenrechtenschendingen in Iran. In behandeling
18-10-2022 Algemene Politieke Beschouwingen 2022 EK toezegging MP in samenspraak met bondgenoten de mogelijkheden voor de oprichting van een agressietribunaal in Den Haag voor vervolging van mogelijke oorlogsmisdaden in de oorlog tegen Oekraine In behandeling
19-10-2022 Debat Europese Top TZ202210-147 - Toezegging MP - Kabinetsreactie HCSS spoedadvies «De Russische invasie in Oekraïne: Implicaties voor Nederland» Aan voldaan per brief d.d. 20 februari 2023, Kamerstuk 36045-152
20-10-2022 Notaoverleg Mensenrechtenbeleid Toezegging M: binnen twee weken een brief inzake pleidooi voor internationaal onderzoek naar brand in Iraanse gevangenis en de mogelijkheid om Iran te verwijderen uit de VN-vrouwenrechtencommissie Aan voldaan per brief d.d. 23 november 2022, Kamerstuk 23432-493
20-10-2022 Notaoverleg mensenrechtenbeleid TZ202210-150 - Toezegging: M informeert de Kamer voor einde 2022 over de uitvoering van de motie-Brekelmans (32 735 nr. 325) over buitenlandse bedreiging van de diaspora in Nederland als expliciet onderdeel van het mensenrechtenbeleid en over het binnenlandse meldpunt Aan voldaan per brief d.d. 6 april 2023, Kamerstuk 30821-180
3-11-2022 Commissiedebat Voortgang/evaluatie missies TZ202211-071 - Toezegging M: Voor 31 mei 2023 verschijnt de evaluatie van de evacuatie uit Afghanistan en voor 1 juli 2023 verschijnt de eindevaluatie van de Nederlandse bijdrage aan Resolute Support. De Kamer ontvangt hier z.s.m. een kabinetsreactie op. In behandeling
23-11-2022 Commissiedebat NAVO/OVSE TZ202211-188 - Toezegging M ingaan op verslag van de NAVO Ministeriële van 29 en 30 november 2022 op de uitvoering van de motie-Valstar c.s. over het binnen de Joint Expeditionary Force de samenwerking versterken voor de beveiliging van de Noordzee en de Baltische Zee Aan voldaan per brief d.d. 16 december 2022, Kamerstuk 28676-424
23-11-2022 Commissiedebat NAVO/OVSE TZ202211-190 - Toezegging M: dat hij voorafgaand aan het commissiedebat China op 13 december 2022 een brief zal sturen over economische weerbaarheid in de relatie met China Aan voldaan per brief d.d. 13 januari 2023, Kamerstuk 35207-61
23-11-2022 TZ202211-189 - Toezegging M de Kamer in het verslag van de volgende Raad Buitenlandse Zaken van 12 december 2022 te zullen informeren over de wijze waarop de Raad van Europa omgaat met medewerkers met een vast contract, die de Rus... Aan voldaan per brief d.d. 20 december 2022, Kamerstuk 21501-02-2610
24-11-2022 Begrotingsbehandelingen Buitenlandse Zaken 2023 TZ202212-010 - Toezegging: M geeft in de brief n.a.v. de motie-Brekelmans (32 735 nr. 325) over buitenlandse bedreiging van de diaspora in Nederland (“de lange armâ€) aan hoe de diaspora betrokken wordt bij het instellen van een binnenlands meldpunt Aan voldaan per brief d.d. 6 april 2023, Kamerstuk 30821-180
24-11-2022 Begrotingsbehandelingen Buitenlandse Zaken 2023 TZ202212-011 - Toezegging: M stuurt in het begin van het voorjaar 2023 een brief aan de Kamer inzake nader onderzoek naar de Nederlandse bijdrage aan de EUFOR Althea-missie Aan voldaan per brief d.d. 6 april 2023, Kamerstuk 29521-459
24-11-2022 Begrotingsbehandelingen Buitenlandse Zaken 2023 TZ202212-012 - Toezegging M: in reactie op de motie-Sjoerdsma (36 200-V nr. 32) over de herijking van het buitenlandbeleid wordt bij elk van de deelstrategieën ingegaan op de onderlinge samenhang en implementatie In behandeling
24-11-2022 Begrotingsbehandelingen Buitenlandse Zaken 2023 TZ202212-009 - Toezegging: M informeert de Kamer in januari 2023 over de kabinetsinzet op het gebied van strategische afhankelijkheden en in het 2e kwartaal van 2023 over de strategische kabinetsaanpak inclusief een concrete uitwerking van de Taskforce Aan voldaan per brief d.d. 12 mei 2023, Kamerstuk 30821-181
8-12-2022 Commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken TZ202212-053 - Toezegging: M gaat in de brief over het bevriezen en confisqueren van Russische tegoeden ook in op de mogelijkheid om dit te baseren op een VN-mandaat en eventuele rechterlijke uitspraken Aan voldaan per brief d.d. 19 december 2022, Kamerstuk 21501-02-2577
8-12-2022 Commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken TZ202212-055 - Toezegging: M komt in het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken terug op de uitvoering van de motie-Brekelmans en Agnes Mulder (36200-V, nr. 25) over het zich binnen de EU inzetten voor een Europese versie van OFAC, inclusief de rol van EDEO daarbij Aan voldaan per brief d.d. 31 januari 2023, Kamerstuk 21501-02-2602
8-12-2022 Commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken TZ202212-056 - Toezegging: M informeert de Kamer in één van de volgende verslagen van de Raad Buitenlandse Zaken over de stand van zaken t.a.v. de groep van 650 Afghanen die door EU-lidstaten zouden worden opgenomen Aan voldaan per brief d.d. 20 december 2022, Kamerstuk 21501-02-2610
8-12-2022 Commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken TZ202212-057 - Toezegging: M komt in het verslag Raad Buitenlandse Zaken terug op de vraag welke EU-lidstaten al de stap hebben gezet tot erkenning van de Armeense genocide Aan voldaan per brief d.d. 20 december 2022, Kamerstuk 21501-02-2610
8-12-2022 Commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken TZ202212-054 - Toezegging: De Kamer wordt uiterlijk maandagochtend 12/12 geïnformeerd over het kabinetsbesluit inzake de ophoging van de EPF. Aan voldaan per brief d.d. 12 december 2022, Kamerstuk 21501-02-2575
8-12-2022 Commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken TZ202212-058 - Toezegging: M stuurt voor het Kerstreces een brief aan de Kamer over de uitvoering van de motie-Jasper van Dijk (36 200-V nr. 30) over de stand van zaken rond nucleaire ontwapening en modernisering van kernwapens ... Aan voldaan per brief d.d. 22 december 2022, Kamerstuk 36200-V-73
15-12-2022 Commissiedebat Verlenging van de Nederlandse bijdrage aan de anti-ISIS-coalitie en de brede veiligheidsinzet in Irak in 2023 (Artikel 100-procedure) TZ202212-108 - Toezegging: M informeert de Kamer periodiek over de voortgang ten aanzien van de Bewijzenbank inzake Jezidi-slachtoffers, bij nieuwe ontwikkelingen of via een voortgangsbrief. Aan voldaan per brief door JenV d.d. 11 mei 2023, Kamerstuk 36200-VI-131
15-12-2022 Commissiedebat Verlenging van de Nederlandse bijdrage aan de anti-ISIS-coalitie en de brede veiligheidsinzet in Irak in 2023 (Artikel 100-procedure) TZ202212-109 - Toezegging: M zegt toe om bij de bredere dialoog inzake de relatie met Irak het punt van migratie en terugkeer te intensiveren, en de Kamer binnen drie maanden over te informeren via ofwel een Art.100-brief ofwel de stukken voor de debatten over de Raad Buitenlandse Zaken. In behandeling
21-12-2022 Commissiedebat wapenexportbeleid TZ202212-171 - Toezegging M komt in het volgende of daaropvolgende verslag van de Raad Buitenlandse Zaken terug op de verbetering van toezicht op het Europees Vredesfonds In behandeling
19-1-2023 Commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken TZ202301-023 - Toezegging M om het onderwerp «omzeiling van sancties» in te brengen in de Raad Buitenlandse Zaken van 23 januari en daar in het verslag op terug te komen Aan voldaan per brief d.d. 31 januari 2023, Kamerstuk 21501-02-2602
19-1-2023 Commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken TZ202301-024 - Toezegging M om in het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 23 januari te informeren over de toegevoegde waarde van, en mogelijkheden voor, het ondersteunen van civil society door de financiering van satellietverbindingen Aan voldaan per brief d.d. 31 januari 2023, Kamerstuk 21501-02-2602
19-1-2023 Commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken TZ202301-025 - Toezegging M om in overleg met minJenV, in het verslag Raad Buitenlandse Zaken van 23 januari te informeren over de opvolging van meldingen door Iraniërs in Nederland inzake ongewenste buitenlandse beïnvloeding door Iran en daarbij de positie van de wijkagent mee te nemen Aan voldaan per brief d.d. 31 januari 2023, Kamerstuk 21501-02-2602
31-1-2023 Vragenuur Toezegging M om over 3 weken na bespreking van het sanctiepakket in de Kamer meer over het bericht “Miljoenen chips Nederlandse fabrikanten belanden in Rusland ondanks sanctie†te kunnen zeggen In behandeling
31-1-2023 Vragenuur Toezegging M om na overleg met EZK, BHOS en DEF voorafgaand op of in de volgende vergadering terug te komen op de vraag dat er bedrijven zijn in NL die een extra stap zouden kunnen zetten in de oorlogseconomie. Toezegging overgedragen aan EZK
1-2-2023 Commissiedebat Raad Algemene Zaken / Rechtsstatelijke ontwikkelingen TZ202302-001 - Toezegging M om terug te komen op de tussenstand van exportcontroles na een gesprek met de andere betrokken ministers over de timing hiervan In behandeling
1-2-2023 Commissiedebat Raad Algemene Zaken / Rechtsstatelijke ontwikkelingen TZ202302-002 - Toezegging M om in de GA over de Informele bijeenkomst van de ministers van Defensie d.d. 7 en 8 maart 2023 ingegaan wordt op de productie van munitie In behandeling
1-2-2023 Commissiedebat Raad Algemene Zaken / Rechtsstatelijke ontwikkelingen TZ202302-003 - Toezegging M om het rapport over het beoordelen van het behalen van de mijlpalen van het herstelplan te voorzien van een kabinetsappreciatie In behandeling
1-2-2023 Commissiedebat Raad Algemene Zaken / Rechtsstatelijke ontwikkelingen TZ202302-004 - Toezegging M om de commissie Europese Zaken proactief te informeren over uitbetalingen aan polen en Hongarije gerelateerd aan de mijlpalen van het herstelplan In behandeling
1-2-2023 Commissiedebat Raad Algemene Zaken / Rechtsstatelijke ontwikkelingen TZ202302-005 - Toezegging M om terug te komen op de snelheid van ambtsberichten en met name het specifieke ambtsbericht inzake de huidige situatie in Iran In behandeling
1-2-2023 Commissiedebat Institutioneel Racisme TZ202304-034 - Toezegging M om schriftelijk terug te komen op de positie van lokale medewerkers Aan voldaan per brief d.d. 6 april 2023, Kamerstuk 30950-346
16-2-2023 Interpellatiedebat over Europese identiteit (StasBuitenlandse ZakenK) Toezegging StasBuitenlandse ZakenK om binnen 1 a 2 weken een brief te sturen over motie Omtzigt 36 305 nr. 5 Aan voldaan per brief d.d. 24 februari 2023, Kamerstuk 36305-9
21-2-2023 Vragenuur Toezegging M om de Kamer te informeren over ondersteuning van de Surinaamse Politie op het gebied van uitrusting Aan voldaan per brief d.d. 14 maart 2023, Kamerstuk 20361-208
21-2-2023 Vragenuur Toezegging M om voor het einde van de week de Kamer te informeren over hoe we Suriname ook middels de Makandra gelden met additionele ondersteuning kunnen helpen. Aan voldaan per brief d.d. 14 maart 2023, Kamerstuk 20361-208
14-3-2023 Vragenuur Toezegging M om halverwege april de Kamer per brief een update te sturen over de stand van zaken m.b.t. visumverlening aan slachtoffers van het aardbevingsgebied. Aan voldaan per brief d.d. 21 april 2023, Kamerstuk 36180-55
16-3-2023 Commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken TZ202303-051 - Toezegging: M komt in het verslag van Raad Buitenlandse Zaken van 20 maart 2023 terug op de vraag of de 2 miljard die binnen de Europese Vredesfaciliteit is voorzien munitie voldoende is om de productiecapaciteit voor munitie in Europa te versterken Aan voldaan per brief d.d. 30 maart 2023. Kamerstuk 21501-02-2639
16-3-2023 Commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken TZ202303-052 - Toezegging M om in het verslag van Raad Buitenlandse Zaken van 20 maart 2023 of per brief te informeren over de mogelijkheden om de Iraanse Revolutionaire Garde op de terroristenlijst te plaatsen Aan voldaan per brief d.d. 28 maart 2023, Kamerstuk 21501-02-2626
16-3-2023 Commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken TZ202303-053 - Toezegging M om de de Kamer in de informatievoorziening over de Raad Buitenlandse Zaken te informeren over de uitvoering van de EU-monitoringsmissie in Armenië Aan voldaan per brief d.d. 28 maart 2023, Kamerstuk 21501-02-2626
16-3-2023 Commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken TZ202303-054 - Toezegging M: Komt in het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 20 maart 2023 terug op het financieren van Marokkaanse mensenrechtenorganisaties. Aan voldaan per brief d.d. 28 maart 2023, Kamerstuk 21501-02-2626
21-3-2023 Vragenuur Stas JenV zegt toe op korte termijn de kamer per brief te informeren over de controle van zaken waar HC's in NL dienst aan moeten voldoen en de vraag of aanscherping nodig is op deze controle, bv punt belangenverstrengeling en integriteit Aan voldaan per brief d.d. 15 mei 2023, Kamerstuk 32734-54
21-3-2023 Debat Europese Raad TZ202303-073 - M zegt toe in het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 20 maart 2023 terug te komen op de mogelijkheden om tot een nadere juridische onderbouwing te komen voor de plaatsing van de Iraanse Republikeinse Garde op de lijst van terroristische organisaties. Aan voldaan per brief d.d. 28 maart 2023, Kamerstuk 21501-02-2626
22-3-2023 Commissiedebat Mondiaal Multilateralisme TZ202303-072 - Toezegging M de Kamer voorafgaand aan de top van regeringsleiders van de Raad van Europa in mei 2023 per brief te informeren over de Nederlandse inzet. Aan voldaan per brief d.d. 1 mei 2023, Kamerstuk 20043-132
22-3-2023 Commissiedebat NAVO TZ202304-148 - Toezegging: In het verslag van de NAVO Ministeriële gaat M nader in op veiligheidsgaranties voor Oekraïne en hoe de Kamer hierover verder wordt geïnformeerd Aan voldaan per brief d.d. 19 april 2023, Kamerstuk 28676-431
22-3-2023 Commissiedebat NAVO TZ202304-149 - M zegt toe om de wijze waarop de Kamer wordt geïnformeerd over kernwapens in het kabinet te bespreken en komt daar op terug in het verslag van de NAVO-ministeriële of de eerstvolgende Raad Buitenlandse Zaken en neemt daarbij expliciet mee de modernisering van kernwapens Aan voldaan per brief d.d. 19 april 2023, Kamerstuk 28676-431
22-3-2023 Commissiedebat NAVO TZ202304-150 - M zegt toe om op de NAVO-ministeriële te bepleiten ook Zuid-Korea te betrekken bij het leveren van wapens en munitie aan Oekraïne Aan voldaan per brief d.d. 19 april 2023, Kamerstuk 28676-431
6-4-2023 Tweeminutendebat Institutioneel Racisme TZ202304-133 - M zegt toe exitgesprekken op zijn ministerie te analyseren op rode draden en daar de Kamer te zijner tijd over te informeren in een Commissiedebat of een Kamerstuk In behandeling
6-4-2023 Tweeminutendebat Institutioneel Racisme TZ202304-134 - M zegt toe om de Kamer voor het zomerreces te informeren over hoe de positie van lokaal personeel versterkt kan worden n.a.v. het rapport over institutioneel racisme Aan voldaan per brief d.d. 3 juli 2023, Kamerstuk 30950-350
6-4-2023 Tweeminutendebat Institutioneel Racisme TZ202304-135 - M zegt toe een brief te sturen over de interpretatie en de mogelijkheden van de motie-Sjoerdsma over het personeelsbeleid (30950, nr. 342) en daarbij ook te rapporteren over de termijn waarop de actielijst kan worden uitgebreid naar een langetermijnvisie Aan voldaan per brief d.d. 3 juli 2023, Kamerstuk 30950-350
18-4-2023 Algemene Europese Beschouwingen EK Toezegging M om na te gaan op welke (protocollaire) manier de EU zal omgaan met het feliciteren van Israël met haar 75 jarig bestaan Aan voldaan per brief d.d. 3 mei 2023, Kamerstuk 21501-02-2648
18-4-2023 Algemene Europese Beschouwingen EK Toezegging M om in de Raad van Europa-brief terug te komen op toetreding EVRM Aan voldaan per brief d.d. 1 mei 2023, Kamerstuk 20043-132
18-4-2023 Algemene Europese Beschouwingen EK Toezegging M om in de Raad van Europa-brief terug te komen op de positie van een aantal landen, lidstaten maar ook leden van de Raad van Europa, die nog niet de Conventie van Istanbul hebben getekend Aan voldaan per brief d.d. 1 mei 2023, Kamerstuk 20043-132
20-4-2023 Commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken TZ202304-176 - M zegt toe de Kamer in het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken te informeren over mogelijkheden voor aanvullende maatregelen tegen de Wagner Group en de mate van steun daarvoor binnen de Raad. Aan voldaan per brief d.d. 3 mei 2023, Kamerstuk 21501-02-2648
20-4-2023 Commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken TZ202304-177 - M zegt toe om in het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken terug te komen op de stand van zaken rondom rechters uit Nicaragua op de Europese sanctielijst. Aan voldaan per brief d.d. 3 mei 2023, Kamerstuk 21501-02-2648
16-5-2023 Commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken 22 mei TZ202305-075 - M zegt toe in het verslag van Raad Buitenlandse Zaken 22 mei 2023 op de mogelijkheden die er zijn om de Wagner-groep op de lijst van terroristische organisaties te plaatsen, mede in het licht van het recente initiatief van het Zweedse EU-voorzitterschap op dit punt Aan voldaan per brief d.d. 5 juni 2023, Kamerstuk 21501-02-2664
16-5-2023 Commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken 22 mei TZ202305-076 - M zegt toe de Kamer spoedig per brief te informeren over zijn inzet om pro-actief contact te zoeken met de mensen, van wie het paspoort nog op de Nederlandse ambassade in Soedan ligt Aan voldaan per brief d.d. 5 juli 2023, Kamerstuk 29237-184
16-5-2023 Commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken 22 mei TZ202305-078 - M zegt toe dat hij de Kamer informeert over de evaluatie - in Europees en in nationaal verband - van de evacuatie-operatie uit Soedan en daarbij specifiek aandacht te besteden aan het proces rondom de paspoorten In behandeling
21-6-2023 Commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken TZ202306-244 - M zegt toe de Kamer na de zomer per brief te informeren over de mogelijkheden om een juridische basis te geven aan de confiscatie van bevroren Russische tegoeden t.b.v. de wederopbouw van Oekraïne, specifiek t.a.v. AVVN-resoluties en uitspraken IGH In behandeling
21-6-2023 Commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken TZ202306-245 - Toezegging M om de Kamer per brief te informeren als hij meer informatie heeft over het bericht dat Hongarije Oekraïense krijgsgevangenen van Rusland heeft overgenomen Aan voldaan per brief d.d. 7 juli 2023, Kamerstuk 21501-02-2699
21-6-2023 Commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken TZ202306-246 - M zegt toe om in het verslag van de komende Raad Buitenlandse Zaken terug te komen op de juridische en politieke mogelijkheden om de Wagner Group en de Iraanse Revolutionaire Garde op een EU-terreurlijst te plaatsen Aan voldaan per brief d.d. 7 juli 2023, Kamerstuk 2023Z13527
21-6-2023 Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken TZ202306-247 - M zegt toe om in het verslag van de komende Raad Buitenlandse Zaken terug te komen op de uitvoering van de motie-Dassen c.s. (35663, nr. 27) inzake noodvisa voor journalisten en andere onafhankelijke media Aan voldaan per brief d.d. 7 juli 2023, Kamerstuk 2023Z13527
22-6-2023 Commissiedebat Artikel 100-bijdrage aan EUFOR Althea TZ202306-256 - Toezegging M om in een volgend verslag van de Raad Algemene Zaken nader in te gaan op het bredere toekomstperspectief voor Bosnië Aan voldaan per brief d.d. 4 juli 2023, Kamerstuk 21501-02-2692
22-6-2023 Commissiedebat Artikel 100-bijdrage aan EUFOR Althea TZ202306-257 - Toezegging M om de Kamer voorafgaand aan de plenaire afronding van het debat over de Artikel 100-bijdrage aan EUFOR Althea per brief een nader antwoord te sturen op de vraag van de heer Kuzu Aan voldaan per brief d.d. 27 juni 2023, Kamerstuk 29521-462
5-7-2023 Commissiedebat MH17 TZ202307-066 - Toezegging M om de Kamer te informeren over zijn inspanningen om met Oekraïne tot afspraken te komen over de mogelijke uitlevering van de Russische veroordeelden en het laten uitzitten van de straf door de Oekraïense veroordeelde in de MH17-zaak In behandeling
5-7-2023 Commissiedebat Modernisering sanctiebeleid TZ202307-072 - Toezegging M de Kamer zo kort mogelijk na het reces, medio september schriftelijk te informeren over het aantal strafrechtelijke zaken dat het OM heeft aangespannen voor het overtreden van sancties in de afgelopen 10 jaar In behandeling
5-7-2023 Commissiedebat Modernisering sanctiebeleid TZ202307-073 - Toezegging M de Kamer separaat aan de reactie op de internetconsultatie bij het wetsvoorstel Modernisering van het Nederlandse sanctiestelsel te informeren over de volgende onderwerpen In behandeling

Bijlage 3: Subsidieoverzicht

Bedragen zijn gebaseerd op de kasramingen per individuele verplichting geregistreerd in het managementinformatiesysteem per 1 juli 2023. De toerekening van de geregistreerde subsidieverplichtingen aan de relevante subsidieregelingen is handmatig tot stand gekomen. Er wordt een voorbehoud gemaakt omtrent de juistheid en volledigheid van de gegevens opgenomen in onderstaand subsidieoverzicht.

1.1 Subsidieregeling BZ 2006 707 168 15 0 0 0 0 2022 2027 2027
1.2 Mensenrechtenfonds 2017- 2020 142 89 0 0 0 0 0 2024 2022
1.2 Mensenrechtenfonds 2019-2021 1626 660 281 30 2024 2022
1.2 Subsidieregeling BZ 2006 10783 12796 7392 5217 3719 93 750 2022 2027 2027
1.3 Subsidieregeling BZ 2006 14257 11274 7034 7130 7316 0 0 2022 2027 2027
2.1 Subsidieregeling BZ 2006 2069 2143 1057 252 0 0 0 2022 2027 2027
2.2 Subsidieregeling BZ 2006 8037 7128 3690 829 222 0 0 2022 2027 2027
2.4 Mine Action en Clustermunitie Programma 2020-2024 16684 9202 2335 1005 0 0 0 2019 2025 2025
2.4 Subsidieregeling BZ 2006 13041 19485 9431 1790 307 41 0 2022 2027 2027
2.5 Matra 2017-2020 409 35 0 0 0 0 2019 2021
2.5 Matra overheid tot overheid 2020-2024 727 3773 687 553 0 0 0 2024 2024
2.5 NFRP Politieke Partijen 2023 1418 75 2021 2026 2024
2.5 NFRP Politieke Partijen Programma 2022 1830 96 2021 2026 2023
2.5 Subsidieregeling BZ 2006 3711 8093 3763 4068 3469 2992 2297 2022 2027 2027
3.4 Subsidieregeling BZ 2006 538 348 538 468 260 190 0 2022 2027 2027
4.1 Gedetineerdenbegeleiding buitenland 2020-2023 812 1204 310 0 0 0 0 2024 2024
4.3 Subsidieregeling BZ 2006 840 775 0 75 0 0 0 2022 2027 2027
4.4 Subsidieregeling BZ 2006 3899 4354 2244 455 291 163 56 2022 2027 2027
Totaal Subsidieregelingen 79705 83415 38886 21840 15614 3479 5023

Bijlage 4: Uitwerking Strategische Evaluatie Agenda

Thema Subthema Type onderzoek Afronding Toelichting onderzoek Begrotingsartikel(en)
Versterkte internationale rechtsorde Versterkte internationale rechtsorde Periodieke rapportage Versterkte internationale rechtsorde 2024 Periodieke rapportage van het beleid op artikel 1 op basis van onderliggende studies BZ art 1.1, 1.2. 1.3
Mid term review 2025 Mondiaal multilateralisme beleid 1.1
Mensenrechten Beleidsevaluatie 2024 Evaluatie mensenrechtenbeleid en mensenrechtenfonds 1.2
Mid term review 2026 Mensenrechtenbeleid 1.2
Veiligheid en stabiliteit Veiligheid en stabiliteit: alle subthema’s Periodieke rapportage Veiligheid en stabiliteit 2024 Periodieke rapportage van het beleid op artikel 2 op basis van onderliggende studies BZ art 2.1, 2.2, 2.3, 2.4, 2.5
Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenoot-schappelijke veiligheid Beleidsevaluatie 2025 Nederlandse inzet in de NAVO en EU ter bevordering van bondgenootschappelijke veiligheid 2.1
Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme Beleidsevaluatie 2026 Nederlandse inzet op terrorismebestrijding 2.2
Beleidsevaluatie 2026 Nederlandse inzet op het gebied van cyber veiligheid 2.2
Evaluatie van een missie ntb Nederlandse inzet in Irak 2.2
Beleidsevaluatie ntb Nederlandse inzet in de Sahel 2.2
Wapen-beheersing Beleidsevaluatie ntb Nederlandse inzet wapenbeheersing 2.3
Beleidsevaluatie ntb Nederlandse inzet op internationale samenwerking op het gebied van nieuwe technologieën (AI, Quantum, Space, etc) 2.3
Beleidsevaluatie 2027 Nederlands wapenexportbeleid 2.3
Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband Beleidsevaluatie 2026 Nederlandse inzet op het gebied van bevorderen van economische veiligheid en strategische autonomie 2.4
Bevordering transitie van prioritaire gebieden Beleidsevaluatie 2024 Evaluatie Matra 2.5
Effectieve Europese samenwerking Effectieve Europese Samenwerking: alle subthema’s Periodieke rapportage Effectieve Europese samenwerking 2024 Periodieke rapportage van het beleid op artikel 3 op basis van onderliggende studies BZ art 3.1, 3.2, 3.3, 3.4
Een hechtere Europese waarden-gemeenschap Beleidsevaluatie 2025 Evaluatie Raad van Europa 3.3
Versterkte Nederlandse positie in de Unie Beleidsevaluatie 2023 Evaluatie beïnvloeding EU-besluitvorming 3.1, 3.4
Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden: alle subthema’s Periodieke rapportage consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden 2028 Periodieke Rapportage BZ art 4.1, 4.2, 4,3
Consulaire dienstverlening Beleidsevaluatie 2025 Evaluatie naar aansluiting dienstverlening op consulair maatschappelijke hulpvragen 4.1, 4.2
Feministisch buitenlandbeleid n.v.t. Periodieke rapportage feministisch buitenlandbeleid 2030 Periodieke rapportage Alle artikelen van BZ en BHOS
Baseline studie per DG-kolom naar huidige verankering van de 4R-en benadering BZ breed 2024 Onderzoek naar de huidige status feministisch buitenlandbeleid Alle artikelen van BZ en BHOS
MTR studie van de implementatie van feministisch buitenlandbeleid 2027 Tussentijds onderzoek naar de voortgang van de implementatie van feministisch buitenlandbeleid Alle artikelen van BZ en BHOS

Uitwerking

Bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken zijn beleidsdirecties zelf verantwoordelijk voor het (laten) uitvoeren van regulier ex ante onderzoek, mid-term reviews en methodologisch minder complexe ex post evaluaties. Ex ante onderzoek betreft in de regel geen grote, aanbestede studies en rapporten voor het parlement, maar kleinere onderzoeksanalyses, waarmee directies flexibel, inspelend op de actualiteit en beschikbare kennis het beleid kunnen (bij)sturen. Dergelijke analyses kunnen in beperkte mate jaren vooruit gepland worden. Directies laten ook regelmatig mid-term reviews en ex durante studies uitvoeren in de vorm van reguliere rapportages aan het parlement, zoals de Staat van het Consulaire en de Voortgangsbrief Gemeenschappelijke Buitenland- en Veiligheidsstrategie.

In de regel is bij Buitenlandse Zaken de directie Internationaal Onderzoek en Beleidsevaluatie (IOB) verantwoordelijk voor het verrichten van de methodologisch complexere ex post evaluaties en omvangrijke synthesestudies, waaronder ook de periodieke rapportages. Beleidsdirecties en IOB overleggen welke strategische vragen daarbij relevant zijn in aanvulling op de voorwaarden waaraan de periodieke rapportage moet voldoen. Het uitgangspunt van deze overleggen is (1) optimaal eigenaarschap van de directies over de onderbouwing van en verantwoording over het beleid en de uitvoering en tegelijkertijd (2) borging van de onafhankelijke werkwijze en inhoudelijke oordeelsvorming van IOB tijdens het onderzoekproces. Zowel tijdens de voorbereiding als de uitvoering van het evaluatieonderzoek is er op belangrijke momenten interactie met relevante betrokken partijen. Dit betreft de fasen van het opstellen van startnotities, het bepalen van de centrale vraagstelling en de Terms of Reference en het  bespreken van de tussentijdse conceptteksten van het onderzoek in de speciaal voor elke evaluatie samen te stellen referentiegroep. Deze laatste bestaat uit vertegenwoordigers van de betrokken (beleids-)directies, (veelal wetenschappelijke) externe, onafhankelijke deskundigen en IOB-onderzoekers. De laatste jaren is het de praktijk om de referentiegroepen voor complexere evaluaties breed samen te stellen. Ook wordt steeds vaker een bredere groep stakeholders daarbuiten geconsulteerd en bij het evaluatieproces betrokken.

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken hanteert verschillende manieren om in haar inzicht- en kennisbehoeften te voldoen. Naast de evaluaties door IOB en de directies zelf, wordt er regelmatig nauw samengewerkt met externe kennisinstellingen om beleidsonderzoek uit laten voeren. Voor deze meerjarige onderzoeksprogramma’s wordt zowel direct samengewerkt met universiteiten en denktanks, zoals Clingendael en Wageningen University & Research, maar ook indirect, via NWO en zogenaamde kennisplatforms.  Daarnaast voorziet het Ministerie in haar leerbehoefte door tevens advies in te winnen bij de adviesraden die aan het Ministerie gekoppeld zijn, te weten de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) en de Commissie van Advies inzake Volkenrechtelijke Vraagstukken (CAVV). De Eerste en Twee Kamer wordt separaat ingelicht over de (meerjarige) werkprogramma’s van deze adviesraden.

Thema: Versterkte internationale rechtsorde (SDG 16, 17)

Beschrijving beleidsthema

De algemene doelstelling voor dit thema is het bevorderen van een goed functionerende internationale rechtsorde, inclusief gastlandbeleid, met een blijvende inzet op mensenrechten als integraal onderdeel van het buitenlandbeleid. Een sterke internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten maken de wereld stabieler, veiliger, vrijer en welvarender. Dit vereist goed functionerende internationale instellingen en organisaties met een breed draagvlak, naleving en waar nodig aanvulling van de internationale wet- en regelgeving en voortdurende inzet tegen straffeloosheid voor mensenrechtenschendingen en het voorkomen van deze schendingen. Omdat de mensenrechten het best worden gewaarborgd in goed functionerende democratieën, zet Nederland zich in om het krimpen van de democratische ruimte wereldwijd tegen te gaan. De bevordering van mensenrechten is een kernelement van het Nederlands buitenlandbeleid. De positie van Nederland als gastland voor Internationale Organisaties (IO’s) en diplomatieke missies, in het bijzonder organisaties met een mandaat op het gebied van vrede en recht, biedt een goed uitgangspunt voor de bevordering van de ontwikkeling van internationale rechtsorde. Deze rechtsorde is onlosmakelijk verbonden met universele mensenrechten.

Het beleidsthema is ingedeeld in drie subthema’s die elk samenvallen met een begrotingsdoelstelling: goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak (art 1.1); bescherming en bevordering van mensenrechten (art 1.2); en gastlandbeleid internationale organisaties (art 1.3).

Het beleid voor het subthema goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak is vastgelegd in de beleidsnota ‘Beleidskader Mondiaal Multilateralisme: Positionering van het Koninkrijk in een veranderende Multilaterale Wereldorde’20 en voor het subthema bescherming en bevordering van mensenrechten in de beleidsnota ’Mensenrechten, Democratie en Internationale Rechtsorde’ die in de tweede helft van 2023 zal worden afgerond.

Toelichting inzichtbehoefte en onderzoeksagenda: bouwstenen periodieke rapportage 2024

Belangrijke bouwstenen voor de periodieke rapportage zijn:

  1. De IOB-evaluatie van de versterking van de internationale rechtsorde21.
  2. De IOB-evaluatie van het Nederlandse mensenrechtenbeleid. Deze wordt in de eerste helft van 2024 aan de Tweede kamer toegezonden.
  3. De IOB evaluatie van het Nederlandse cybersecuritybeleid22. Deze evaluatie is onderdeel van de Strategische Evaluatie Agenda voor het thema Veiligheid en Stabiliteit, maar heeft ook raakvlakken met internationale rechtsorde en mensenrechten. Relevante bevindingen zullen worden meegenomen in de periodieke rapportage versterkte internationale rechtsorde.

Toelichting inzichtbehoefte voor middellange termijn

De hierboven genoemde beleidsnota’s zijn richtinggevend voor de planning van evaluaties als onderdeel van de Strategische Evaluatie Agenda (SEA) 2024-2027, namelijk om onder meer de doelmatigheid en doeltreffendheid van de uitvoering hiervan te beoordelen, en aanbevelingen te geven voor de verdere implementatie van deze beleidsinstrumenten, die tevens meegenomen kunnen worden in de ontwikkeling van nieuwe beleidsinstrumenten voor een nieuwe kabinetsperiode.

De beleidsnota ‘Mondiaal Multilateralisme’ is een nieuw beleidsdocument dat grotendeels een codificatie is van al bestaand beleid dat wordt uitgevoerd. In de beleidsnota wordt aangegeven dat ‘In 2025 zal een evaluatie plaats vinden waarbij zal worden gekeken of de inzet dient te worden bijgesteld op basis van nieuwe ontwikkelingen, inzichten en ervaringen’ (pp. 61). Dit zal een mid-term review (MTR) betreffen.

De beleidsnota ‘Mensenrechten – Democratie – Internationale Rechtsorde’ is op 30 juni 2023 aan de Tweed Kamer gestuurd23, en een voorstel is om ook van dit beleidsdocument een MTR in te plannen om richting te geven aan de tweede fase van uitvoering van dit beleid. Het voorstel is om dit een jaar later te plannen omdat er op het moment een evaluatie van het huidige beleid op dit thema wordt afgerond.

Daarnaast zijn er mogelijke DG-overstijgende onderwerpen die van belang kunnen zijn, indien deze multilaterale instellingen betreffen:

  1. Feministisch Buitenlandbeleid (in relatie tot de bredere mensenrechten agenda);
  2. De Internationale Klimaatstrategie;
  3. NL steun aan Oekraine (accountability deel + diplomatieke coördinatie hieromtrent).

Op basis van de uitkomst van de Periodieke Rapportage in 2024 zal de evaluatie- en inzichtbehoefte voor de jaren na 2024 verder worden ingevuld. Daarbij zal ook worden gekeken naar de effectiviteit van de bijdragen aan VN instellingen en IDA (Wereld Bank groep) en hoe die te evalueren.

Thema: Veiligheid en stabiliteit (SDG 4,10,16)

Beschrijving beleidsthema

Het belang van het thema Veiligheid en stabiliteit is sterk toegenomen. We bekijken de wereld niet langer vanuit het paradigma van terrorismebestrijding zoals we deden post 9/11, maar door het prisma van de veel scherpere dynamiek van geopolitieke concurrentie tussen enerzijds de meer westers georiënteerde groep landen, waaronder Nederland, de EU- en NAVO-partners en gelijkgezinde landen in o.a. Azië en anderzijds Rusland en China. Deze concurrentie was al langer zichtbaar maar is sinds de Russische oorlog in Oekraïne in een sterke stroomversnelling geraakt en heeft het veiligheidsbeeld fundamenteel veranderd. Samenwerking en accommodatie hebben plaatsgemaakt voor scherpe concurrentie, grote investeringen in defensie en versterkte inzet op coalitievorming tussen like-minded landen tegen de gepercipieerde dreiging vanuit Rusland en China. Daarnaast brengen nieuwe technologieën naast kansen ook substantiële risico’s met zich mee, met name in het militaire domein.

Veiligheid is niet langer iets dat een sluitpost op de begroting is, maar een relevant en centraal beleidsthema waarbij nadrukkelijk de urgentie en impact wordt gevoeld die dreigingen elders hebben op onze veiligheid. De veranderde omstandigheden leiden tot nieuw beleidskeuzes, andere prioriteitstelling  en nieuwe aandachtsvelden. Dat vraagt tevens om strategische beleidsevaluaties die terugkijken maar vooral ook vooruitkijken en lijnen kunnen doortrekken naar de toekomst.

Om die reden is gekozen voor een bredere inzet op beleidsevaluaties op nieuwe thema’s zoals economische veiligheid en nieuwe technologieën. Daarbij dient opgemerkt te worden dat er ook een wens ligt om deze evaluatie breder in te zetten dan op BZ-inzet alleen. Juist op deze thema’s zijn andere departementen actief en soms leidend voor deelaspecten. Ook is er behoefte aan evaluatie van de bestuurlijke inbedding, coördinatie en besluitvorming van het thema veiligheid, van de inzet op respons op dreigingen en van met name de genoemde nieuwe onderwerpen.

Het Nederlandse beleid onder het thema veiligheid en stabiliteit kent vijf sub-thema’s: goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid; bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme; wapenbeheersing; bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband; en bevordering van transitie in prioritaire gebieden.

Sub-thema goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid

De scherpe geopolitieke concurrentie en de Russische inval in Oekraïne heeft het veiligheidsbewustzijn fundamenteel verandert. Nederland investeert daarom sinds 2021 fors meer in haar eigen en bondgenootschappelijke veiligheid, zowel in bestaande allianties als in militaire capaciteiten die agressie kunnen afschrikken en desnoods beantwoorden. De NAVO blijft de hoeksteen van de verdediging van Nederlanders en ons grondgebied. Een sterke en verenigde NAVO waar alle bondgenoten de schouders onder zetten, is daarom voor Nederland van essentieel belang. Daarnaast manifesteert de EU zich steeds meer als een geopolitieke actor die ook op het gebied van veiligheid een sterkere rol in zal nemen. Daarbij maakt de EU gebruik van haar economische gewicht en daarbij behorende machtsmiddelen waaronder sancties en inzet op economische veiligheid. In de respons op de Oekraïne crisis zijn NAVO en EU verenigd en in hoge mate complementair.

Versterkte militaire aanwezigheid en inzet aan de oostflank van het NAVO-verdragsgebied leggen fors beslag op de beschikbare middelen van Defensie hetgeen impact heeft op inzetmogelijkheden elders in de wereld (zie ook verder onder subthema bevordering veiligheid en rechtsorde).

Economische veiligheid is een nieuw thema dat sterk groeiend is en dat zich richt op het verdedigen van geo-economische belangen van Nederland en de EU, waaronder het verzekeren van toegang tot essentiële grondstoffen, energie en producten, het beschermen van technologisch leiderschap tegen inbreuken en het bevorderen van concurrentie- en innovatievermogen om technologisch leiderschap te verkrijgen of te behouden. Door zijn aard is economische veiligheid een thema dat vraagt om inzet van en coördinatie tussen een veelheid van overheden, private sector en andere instanties. Het formuleren van een effectieve response op de dreiging is daarom lastig en bestuurlijk stroperig, terwijl urgente maatregelen en samenwerking vaak noodzakelijk zijn. Nederland zet in op versterking van eigen nationaal en Europees instrumentarium en op het vormen van effectieve coalities met partners in met name Noord-Amerika en Azië.

Cyber is een domein waar belangrijke maatschappelijk en veiligheidsuitdagingen liggen. Nederland heeft internationaal een sterke positie op o.a. normstelling, capaciteitsopbouw en mensenrechten. In de scherpere concurrentie zal de aandacht deels verschuiven naar het formuleren van een effectieve respons tegen inbreuken op Nederlandse cyberbelangen, zowel reactief als indien noodzakelijk proactief. Nederland zal een voortrekkersrol blijven zoeken op deze terreinen.

Defensie-industrie en wapenexportbeleid

Nederland zet in op het versterken van het vermogen van Nederland en Europa om zijn eigen defensie-industrie te versterken en daarmee minder afhankelijk te zijn van andere landen voor verwerving van militaire capaciteiten en munitie. Het wapenexportbeleid speelt daarbij een rol omdat het vermogen van de industrie om te exporteren naar derde landen relevant is voor de concurrentiepositie en innovatie-vermogen. Nederland blijft daarbij scherp letten op het voorkomen dat wapens onbedoeld terecht komen in conflictgebieden of gebruikt worden voor mensenrechtenschendingen.

Sub-thema bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme

Terrorisme is een minder centraal thema in het veiligheidsbeleid, maar is tegelijk een nog altijd zeer relevant breed fenomeen dat zich vaak vanuit het buitenland direct manifesteert op Europees en Nederlands grondgebied. Nederlandse inzet pis daarbij gericht op het onderhouden en versterken van internationale samenwerking bij bestrijding van uitingsvormen en grondoorzaken van terrorisme. Daarnaast blijft het tegengaan van financiering van terrorisme en van het probleem van Foreign Terrorist Fighters relevant. De uitdaging voor dit beleidsterrein zal liggen in het aanpassen van de inzet aan de veranderde prioriteitstelling en het handhaven van de noodzakelijk inzet om regionale brandhaarden tegen te gaan en de internationale samenwerkingsstructuur die succesvol is gebleken al dan niet in afgeslankte vorm te onderhouden. Inzet van financiële middelen die zijn geoormerkt voor terrorismebestrijding blijven noodzakelijk.

NL zet in multilateraal kader in op CT-beleid met bijzondere aandacht voor mensenrechten en het maatschappelijk middenveld. Ook spant NL zich nationaal en in Europees kader in voor effectieve terrorisme sancties. BZ speelt een lichte coördinerende rol met betrekking tot de Nederlandse inspanningen om grensoverschrijdende criminaliteit effectief aan te pakken. Hoewel internationale criminaliteit, waaronder drugscriminaliteit een substantieel veiligheidsprobleem vormt, ligt het handelingsperspectief met name bij andere ministeries.

Sub-thema wapenbeheersing

Nederland staat een gebalanceerde aanpak voor als het gaat om nucleaire ontwapening, wapenbeheersing en non-proliferatie. Het uiteindelijke doel blijft een wereld zonder kernwapens. Hoewel de huidige geopolitieke verhoudingen geen aanleiding geven voor optimisme, ziet Nederland het als een plicht om in te blijven zetten op het maken, verbeteren én afdwingen van internationale afspraken. En van politiek-juridische kaders over bezit, gebruik en verspreiding van conventionele en massavernietigingswapens. Nederland komt op voor belangrijke verdragen in dit kader die sterk onder druk staan in een steeds meer gepolariseerd internationaal speelveld. Daarbij zal gekeken worden hoe Nederland in een tijd van sterk afgenomen vertrouwen in deze internationale regimes en vooral in de naleving ervan door staten, toch een bijdrage kan leveren aan het vormen van nieuwe ideeën om deze regimes in de toekomst verder vorm te geven en te versterken.

Illegale wapenhandel in met name kleine en lichte wapens is een groeiend mondiaal probleem. Zo worden ze gebruikt bij terroristische aanslagen binnen en buiten Europa en verergeren ze gewapende conflicten. Daar waar internationale afspraken onvoldoende functioneren of bij de tijd zijn, zet Nederland zich in voor betere toepassing en vernieuwing van de internationaal rechtelijke en politieke kaders. De ontwikkelingen op het gebied van synthetische biologie, kunstmatige intelligentie en de toename van autonomie in wapensystemen vragen om een kritische houding en een doorlopend internationaal debat.

Nederland zet daarnaast in op internationale normstelling en samenwerking op het gebied van nieuwe technologieën, met name daar waar ze het militaire domein raken. Nederland heeft laten zien dat het debat een impuls kan geven en politiek draagvlak voor normering kan genereren, zoals bleek uit de succesvolle REAIM-conferentie over gebruik van AI in het militaire domein. Nederland heeft de ambitie om ook op andere nieuwe technologieën een dergelijke rol te pakken.

Sub-thema bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband

Door de druk op de internationale rechtsorde en de instabiliteit in de regio’s rondom Europa, investeert het kabinet in vredesmissies en (crisisbeheersings-)operaties, als vorm van vooruitgeschoven verdediging. Het stimuleren van veiligheid en stabiliteit in regio’s zoals de Balkan, de Sahel en het Midden-Oosten is in het veiligheidsbelang van Europa. Waar mogelijk maakt de inzet van de krijgsmacht deel uit van een geïntegreerde aanpak. De geleerde lessen van recente missies, waaronder die in Afghanistan en de Sahel worden toegepast in het vormgeven van nieuwe missies. De toegenomen inzet van de krijgsmacht op hoofdtaak 1 leidt ertoe dat er minder capaciteiten beschikbaar zijn voor inzet op hoofdtaak 2. Niettemin blijft Nederland, binnen de mogelijkheden, inzetten op deelname aan missies in de genoemde gebieden, waaronder in de komende tijd in EUFOR Althea in de Balkan, bij NMI Irak en op kleinere schaal bij diverse inzet in de Sahel.

Sub-thema bevordering van transitie in prioritaire gebieden

Nederland zet middels het Nederlands Fonds voor Regionale Partner­schappen (NFRP) in op het leveren van een bijdrage aan het op duurzame wijze vergroten van maatschappelijke veerkracht en stabiliteit in de ring rond Europa. Het NFRP bestaat uit het Matra-programma voor de landen van het Oostelijk Partnerschap (OP) en de pre-accessieregio en het Shiraka-programma dat zich richt op landen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten. Met behulp van Matra-financiering wordt ingezet op rechtsstaatsontwik­keling, goed bestuur en democratisering in de landen van het Oostelijk Partnerschap en de EU pre-accessieregio. De activiteiten komen tot stand in nauwe samenwerking met Nederlandse ngo’s, het maatschappelijk middenveld en overheden in de doellanden. De inzet met Shiraka financiering in landen van het Midden-Oosten en Noord-Afrika heeft naast rechtsstaatsontwikkeling, goed bestuur en democratisering ook betrekking op het scheppen van voorwaarden voor economische ontwikkeling, met name gericht op werkgelegenheid en het bieden van perspectief aan jongeren. Met het NFRP Shiraka-programma worden activiteiten ondersteund die zich richten op versterking van overheden, waaronder korte opleidingen voor ambtenaren en ondersteuning van maatschappelijke initiatieven. Nederland ondersteunt met bovengenoemde programma’s de veranderende relatie tussen burger en overheid in de voor Nederland prioritaire regio rondom de Europese Unie, waarbij overheden meer verant­woording afleggen en burgers meer betrokken worden bij het bestuur.

Toelichting inzichtbehoefte en onderzoeksagenda Veiligheid en Stabiliteit

De onderzoeksagenda wordt gevuld met een aantal beleidsevaluaties op de relevante hoofdthema’s van het veiligheidsbeleid.

Daarnaast bestaat er voor missies die onder artikel 100 worden uitgevoerd een evaluatieverplichting per missie, soms aangevuld met aanvullende evaluaties van bredere effecten van opvolgende missies (vgl Afghanistan). Deze evaluaties zijn deels nog niet concreet te voorzien omdat ze voortvloeien uit toekomstige inzet. De resultaten van deze evaluaties, evenals lopende, nog niet gefinaliseerde evaluaties, vormen input voor de algehele beleidsevaluatie.

Aanvullend aan het werk van IOB kan gebruik gemaakt worden van andere evaluaties of (meer vooruitkijkende) studie of opdrachten, waaronder aan de AIV, CAVV, kennisinstellingen (onder het Progress programma), etc.

Hierna volgt een korte beschrijving van de voorgestelde onderzoeken.

Beleidsevaluatie Nederlandse inzet NAVO en EU ter bevordering van bondgenootschappelijke veiligheid

De veranderde geopolitieke situatie, hernieuwde investeringen in NAVO op basis van het nieuwe strategisch concept en op versterking van het geopolitieke handelingsvermogen van de EU vragen om scherper inzicht in de huidige en toekomstige capaciteiten, besluitvormingsmechanismen en missie van beide organisaties en op de manier waarop beide samenwerken om de Europese en Trans-Atlantische veiligheid te bevorderen.

Beleidsevaluatie Terrorismebestrijding

Perspectief op terrorismebestrijding en relatieve prioriteitstelling vragen om evaluatie van de strategische keuzes met als doel om inzicht te krijgen in effectiviteit van de gevolgde koers.

Evaluatie van missies

Evaluaties reeds voorzien als onderdeel van Art 100 missies, zowel voor lopende als toekomstige missies.

Beleidsevaluatie Nederlandse inzet wapenbeheersing

Nederland is een zeer actieve speler in het domein van wapenbeheersing/ ontwapening/ non-proliferatie en probeert met initiatieven en in verschillende innovatieve coalities invloed uit te oefenen. Tegelijk is de internationale context lastig en is het de verwachting dat de scope voor vooruitgang van internationale samenwerking beperkt zal zijn. In dat licht wenselijk om inzicht te verkrijgen in effectiviteit van Nederlandse inzet en vooruit te kijken naar de toekomstige inzet. Nieuwe technologieën en de ontwikkeling van samenwerking op nieuwe terreinen zou daarbij speciale aandacht moeten krijgen, eventueel in een apart onderzoek.

Beleidsevaluatie cyber

Cyber beleid is vrij recent geëvalueerd waarbij belangrijke aanbevelingen werden geformuleerd die in de nieuwe cyber strategie zijn verwerkt. In de toekomst is er behoefte aan nieuw onderzoek naar de effectiviteit, prioriteitstelling en keuzes van de nieuwe cyberstrategie, waaronder van de versterkte inzet op actieve respons op cyber-aanvallen en -inbreuken.

Toelichting Inzichtbehoefte BZ-domein overstijgend thema: Economische veiligheid

Economische veiligheid is een nieuw thema dat sterk groeiend is en waaronder een groot aantal nationale, Europese en internationale maatregelen worden genomen. Door zijn aard is economische veiligheid een thema dat vraagt om inzet van en coördinatie tussen een veelheid van overheden, private sector en andere instanties. Het formuleren van een effectieve response op de dreiging is daarom lastig en bestuurlijk stroperig, terwijl urgente maatregelen en samenwerking vaak noodzakelijk zijn. Nederland zet in op versterking van eigen nationaal en Europees instrumentarium en op het vormen van effectieve coalities met partners in met name Noord-Amerika en Azië.

Er is behoefte aan onderzoek naar effectiviteit en efficiëntie van strategieën en maatregelen, naar de bestuurlijke inbedding en besluitvorming en effectiviteit van de internationale samenwerking.

Toelichting inzichtbehoefte voor Wapenexport

Er is behoefte aan onderzoek naar nieuwe keuzes in het wapenexportbeleid, de effectiviteit van internationale samenwerking en de gevolgen voor de defensie-industrie.

Overig onderzoek

Aanvullend aan het werk van IOB kan gebruik gemaakt worden van andere evaluaties of (meer vooruitkijkende) studie of opdrachten, waaronder aan de AIV, CAVV, kennisinstellingen (zoals onder onderzoeksprogramma Progress) etc., waaronder mogelijk:

  1. Rol van deterrence bij collectieve veiligheid
  2. Internationaal juridisch kader inzet hybride middelen

Daarnaast zijn er relevante thema’s en/of strategieën die relevant zijn voor dit begrotingsartikel van BZ maar die vragen om bredere interdepartementale opzet, waaronder:

  1. Rijksbrede Veiligheidsstrategie (RBVS)
  2. Opzet en functioneren Nationale Veiligheidsraad
  3. Opzet en functioneren en besluitvorming rond inzet van cyber- en andere hybride middelen (wordt nu vormgegeven).

Thema: Effectieve Europese samenwerking (alle SDG’s)

Beschrijving beleidsthema

De algemene doelstelling is een effectieve Europese samenwerking om de Europese Unie en haar lidstaten zo vreedzaam, welvarend en sterk mogelijk de toekomst in te loodsen. Europa is essentieel voor onze welvaart, vrijheid en veiligheid. Een actieve opstelling van Nederland in het Europese besluitvormingsproces en in de bilaterale relaties met Europese partners is dan ook in het directe belang van Nederlandse burgers en bedrijven. Door consequent en constructief optreden kan Nederland zijn invloed binnen de Europese Unie vergroten. Zo kan Nederland mede vorm geven aan ontwikkelingen in Europa die direct van invloed zijn op onze economische, sociale en politieke toekomst.

Toelichting inzichtbehoefte en onderzoeksagenda

Gezien de overgangsfase naar de SEA, geldt voor dit thema dat de reeds geplande beleidsdoorlichting als periodieke rapportage gehandhaafd blijft. De planning, opzet, onderliggende bouwstenen en vraagstelling voor deze periodieke rapportage van artikel 3 begroting Buitenlandse Zaken: «Effectieve Europese samenwerking» staan verwoord in de Kamerbrief24 die op 15 juli 2022 naar de Kamer is verstuurd. De oplevering van het onderzoek is voorzien voor 2024 en richt zich op de Nederlandse inzet in de Europese Unie. Op het bredere Europabeleid kan worden teruggekomen in een volgende SEA.

In de komende jaren worden nieuwe inzichtbehoeften geformuleerd, op basis van de bevindingen van de periodieke rapportage en/of andere genoemde kennisvragen. Deze worden uitgewerkt in een daaropvolgende SEA en onderzoeksagenda.

Onderzoeksvragen periodieke rapportage 2024

De uitgaven onder sub-artikel 3.1 (afdrachten aan de EU) weerspiegelen het grote belang van de Europese samenwerking voor Nederland, maar hebben geen één-op-één relatie met het Nederlandse Europabeleid. De geplande periodieke rapportage zal dan ook niet gericht zijn op het verantwoorden van deze uitgaven. De besteding van de EU-middelen wordt door de Commissie geëvalueerd en door de Europese Rekenkamer doorgelicht. Bovendien behoort het beleid achter deze uitgaven (o.a. landbouwbeleid, structuurfondsen) grotendeels tot de verantwoordelijkheid van vakdepartementen.

In de periode 2019-2023 is door IOB een aantal onderzoeken gedaan die als bouwstenen fungeren voor de Periodieke Rapportage die in 2024 zal worden afgerond. Het betreft hier een in 2021 uitgevoerde evaluatie over de coördinatie van het Nederlandse standpunt op EU-beleid (‘Taktisch en  Praktisch. Naar een toekomstbestendige coördinatie van het Nederlandse Europabeleid’) en een onderzoek over de Nederlandse beïnvloeding van de EU-besluitvorming (sub-artikel 3.1-2022) dat in 2023 wordt gepubliceerd.

Op basis van de uitkomst van de Periodieke Rapportage zal de evaluatiebehoefte voor de komende jaren worden bepaald.

Thema: Consulaire dienstverlening en uitdragen van Nederlandse waarden (SDG 16)

Beschrijving beleidsthema

Het beleidsthema is ingedeeld in twee subthema’s die elk samenvallen met een indeling in begrotingsdoelstellingen: consulaire dienstverlening (art 4.1 en 4.2) en internationaal cultuurbeleid (art 4.3).

De algemene doelstelling van consulaire dienstverlening is het verlenen van goede consulaire diensten aan Nederlanders in nood in het buitenland, evenals het verstrekken van reisdocumenten aan Nederlanders in het buitenland. Daarnaast levert het Kabinet een bijdrage aan een gereguleerd personenverkeer door de Nederlandse inbreng in het Europese visumbeleid en is het verantwoordelijk voor de visumverlening kort verblijf.

Het versterken van de Nederlandse cultuursector door internationale uitwisseling en presentatie; verbindingen leggen met economische diplomatie en andere prioriteiten van geïntegreerd buitenlandbeleid, zoals het mensenrechtenbeleid en veiligheidsbeleid.

De Beleidsdoorlichting van begrotingsartikel 4 ‘Consulaire Dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden’ is in 2019 afgerond en gepubliceerd25.

Toelichting inzichtbehoefte en onderzoeksagenda per subthema

Subthema consulaire dienstverlening

Er is behoefte aan een analyse van het consulair maatschappelijke beleid. In juni 2023 is wereldwijd een nieuw caseregistratiesysteem (Hermes) uitgerold, waarin meer systematisch de consulaire hulpvraag en gegevens van de vrager worden vastgelegd. Na een jaar zouden de eerste data beschikbaar moeten zijn, die beter inzicht geven in hoeverre de consulaire hulpvraag en vrager zijn veranderd. Gedacht kan dan worden aan bijv. een groeiende groep bipatriden. Ook is een vraag in hoeverre we als onderdeel van Feministisch Buitenland Beleid ook systematischer extra aandacht willen geven aan eventuele persoonlijke (kwetsbare) kenmerken van de hulpvrager. Vooralsnog wordt uitgegaan van een limitatief aantal soorten consulaire hulpvragen. In de beleidsevaluatie zou gekeken kunnen worden of deze vooraf gedefinieerde limitatieve categorieën hulpvragen nog sluitend zijn en in hoeverre het dienstverleningsaanbod van BZ hierop toereikend is. Gezien de huidige krappe capaciteit, personeelswisselingen en de herinrichting en de beschikbaarheid van Hermes data, heeft het de voorkeur om hier begin 2025 mee aan de slag te gaan.

Subthema internationaal cultuurbeleid

De evaluatie internationaal cultuurbeleid 2017-2020 is in 2022 afgerond en aan de Tweede Kamer gezonden26. Er is op dit moment geen nadere inzichtbehoefte op dit subthema.

Thema: Feministisch Buitenlandbeleid (FBB) – overstijgend thema, alle SDG’s

Dit beleidsthema is opgenomen in de Strategische Evaluatie Agenda voor zowel Buitenlandse Zaken (hoofdstuk 5 van de begroting) als voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (hoofdstuk 17 van de begroting).

Beschrijving beleidsthema

De invoering van het feministisch buitenlands beleid (FBB) houdt in dat Nederland in het gehele buitenlandbeleid streeft naar verkleining van ongelijkheid en het bevorderen van een gelijkwaardige positie van mannen, vrouwen en non-binaire personen. Er is daarbij bijzondere aandacht voor de positie van lhbtiq+ personen. Dit geldt niet alleen voor onderwerpen die al een sociaal aspect hebben, zoals ontwikkelingssamenwerking, maar juist ook voor diplomatie, veiligheid en buitenlandse handel.

Het FBB betekent dat Nederland gaat toewerken naar een nog structurelere integratie van een genderperspectief in alle aspecten van het buitenlandbeleid: diplomatie, veiligheid, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking. Hoe de invulling van een Nederlands beleid er precies uit komt te zien is op basis van brede consultaties in het najaar van 2022  bepaald en vastgelegd in de Kamerbrief van 8 november 202227. De kern is vastgelegd in de zogenoemde ‘4 R-en’ benadering: rights, representation, resources en reality check. Dit dient nader vorm en inhoud te krijgen middels verschillende actielijnen, te weten:

  1. Sterke agendabepalende rol blijven spelen.
  2. Verankering van een genderlens in de gehele beleidscyclus; inclusief de toepassing van genderanalyses als basis van de beleids- en strategievorming.
  3. Genderbudgettering.
  4. Grondoorzaken van machtsstructuren en ongelijkheid worden onderzocht en onderdeel van beleidsafwegingen en besluitvorming.
  5. Betrekken en raadplegen van lokale maatschappelijke vrouwenorganisaties en deskundigen.
  6. Tussentijdse evaluatie van beleid op impact voor vrouwen en LHBTIQ+ personen en zo nodig bijsturen.
  7. Practice what you preachmeer inzet op training en kennisontwikkeling; diversiteit, inclusie en genderpariteit op alle functieniveaus binnen het ministerie; delegaties zijn divers samengesteld en zijn een inclusieve vertegenwoordiging. Hierbij geldt de richtlijn: comply or explain.

Toelichting inzichtbehoefte en onderzoeksagenda

Baseline Feministisch Buitenland Beleid per DG

Sinds de aankondiging van het FBB in mei 2022 is er meer aandacht voor en inzet op de bevordering van de rechten van vrouwen en meisjes en lhbtiq+ personen en in mindere mate van andere gemarginaliseerde groepen. Deze intensivering verschilt per en binnen de vier DG’s van Buitenlandse Zaken en van buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. In het algemeen lijkt een en ander teveel afhankelijk van individuele inzet en invulling. De basisvraag is dan ook: wat is de kennis van de 4R’en en de actielijnen en in hoeverre worden deze toegepast? Hoe ontwikkelen de kennis en implementatie zich ook op basis van nadere integratie van FBB-principes in de beleidscyclus (MvT, jaarplancyclus, consulair, bilaterale en multilaterale diplomatie, programmabeheer, etc.)?  In deze baseline zal ook gekeken worden naar specifieke inzichtbehoeften per subthema, zoals bijvoorbeeld FBB in veiligheidsbeleid, FBB in klimaatbeleid en/of FBB in handelsbeleid.

Mid-term review Feministisch Buitenland Beleid per DG

Om tijdig bij te kunnen sturen is het van belang om een tussentijdse evaluatie te plannen die de toepassing van de 4R benadering ten opzichte van baseline meet, best practices inventariseert en mogelijke uitdagingen in kaart brengt.

Looptijd en verdere uitwerking SEA

De looptijd van dit thema is 7 jaar om ruimte te geven aan de inbedding van FBB-principes binnen alle DG’s en zal in de loop van de tijd nader uitgewerkt worden met eventuele specifieke studies op subthema’s, zoals FBB in veiligheidsbeleid, FBB in klimaatbeleid en FBB in internationale handel.

Overig onderzoek

Een evaluatie van de China-strategie (Kamerstuk 35207-1) wordt naar verwachting in 2025 afgerond.


  1. __Global Development Initiative, Global Security Initiative en Global Civilization Initiative↩︎

  2. __Kamerbrief Statelijke dreigingen, Kamerbrief Chinabeleid, Nationale veiligheidsstrategie, Feministisch Buitenlandbeleid, Kamerbrief Open Strategische Autonomie, Mondiaal multilateralisme, Afrikastrategie, Energiediplomatie, Cyberstrategie en de beleidsnota Mensenrechten.↩︎

  3. __https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2022/11/08/kamerbrief-inzake-open-strategische-autonomie↩︎

  4. __Kamerbrief over open strategische autonomie | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl↩︎

  5. __In de beleidsagenda van de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking is een passage over opvang in de regio opgenomen.↩︎

  6. __Kamerbrief stand van zaken sanctienaleving en handhaving d.d. 6 juli 2022.↩︎

  7. __Geannoteerde Agenda Raad Buitenlandse zaken d.d. 10 februari 2023.↩︎

  8. __Hoofdlijnenbrief modernisering van het Nederlandse sanctiestelsel, dd. 4 november 2022.↩︎

  9. __Op-Ed (www.politico.eu/article/eu-foreign-policy-ukraine-russia-war-its-time-for-more-majority-decision-making/)↩︎

  10. __Verwijzing naar veiligheidsstrategie↩︎

  11. __Internationale Cyberstrategie 2023 ‒ 2028 | Publicatie | Rijksoverheid.nl↩︎

  12. __Zoals ook uit het Dreigingsbeeld Terrorisme & Nationale Veiligheid blijkt.↩︎

  13. __Tweede Kamer vergaderjaar 2022-2023, 2022D50340 d.d. 28 november 2022↩︎

  14. __In lijn met EU-strategie voor de Indo-Pacific, dat mogelijkheden biedt voor het bevorderen van samenwerking in en met de regio.↩︎

  15. __Afrikastrategie, gepubliceerd op 31 mei 2023: Afrikastrategie: kabinet presenteert geïntegreerde inzet voor samenwerking met Afrika | Nieuwsbericht | Rijksoverheid.nl↩︎

  16. __Kamerbrief over inzet kabinet op feministisch buitenlandbeleid | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl↩︎

  17. __Bij de start van het huidige kabinet is ingezet op uitbreiding van het postennet op de belangrijke thema’s uit het coalitieakkoord: mensenrechten, veiligheid (cybersecurity, economische veiligheid), consulaire dienstverlening, economische diplomatie en een focus op migratie, klimaat en gezondheidszorg.↩︎

  18. __Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 van de Raad van 14 december 2020 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie↩︎

  19. __Het Globaliseringsfonds, het Solidariteits- en noodhulpinstrument, het Brexitreserve en het Flexibiliteitsinstrument.↩︎

  20. __Kamerstuk 36200-V-72↩︎

  21. __Kamerstuk 33694-66↩︎

  22. __Kamerstuk 26643-793↩︎

  23. __Kamerstuk 2023Z12488↩︎

  24. __Kamerstuk 31271-36↩︎

  25. __Kamerstuk 31271-33↩︎

  26. __Kamerstuk 31482-115↩︎

  27. __Kamerstuk 34952-182↩︎